Verslag plenaire vergadering
Verslag
ACTUELE VRAGEN
Gelijke financiering in het katholieke onderwijs
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Martens tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de acties voor gelijke financiering in het katholieke onderwijs.
Het vrij gesubsidieerd onderwijs maakt zich zorgen om de uitvoering van de studie naar de objectiveerbare verschillen in het onderwijs. Dit is begrijpelijk, ook in de rondetafelconferentie bestond er een consensus over het feit dat elk kind dezelfde middelen moet krijgen en dat het geven van bijkomende middelen enkel mogelijk is op basis van objectieve argumenten.
Het uitgetekende groeipad voor het onderwijs wordt gevolgd, maar daarmee is alles gezegd. Een versneld groeipad dringt zich op en het uitblijven daarvan zorgt voor grote onrust. Wat is de stand van zaken van de implementatie van de studie naar de objectiveerbare verschillen? Hoe zal de minister de onrust in de onderwijswereld wegnemen?
De acties van het vrij gesubsidieerd onderwijs komen op een ongelukkig moment. Nooit eerder in de Vlaamse geschiedenis was de kloof tussen de onderwijsnetten zo klein. Het uitgetekende groeipad voor het secundair onderwijs wordt inderdaad goed opgevolgd, voor het basisonderwijs staan we zelfs voorop. Daardoor zullen we al in 2003, en niet in 2007, tot een 100/65-verhouding kunnen komen.
De discussie over de 100/76-verhouding is echter achterhaald. Vroeger kwamen de onderwijsmiddelen uit drie budgetten : 85 percent personeelskosten die volledig werden betaald, 11 percent werkingsmiddelen en de rest infrastructuurmiddelen. De discussie gaat over die 11 percent aan werkingsmiddelen. Het onderwijsveld verliest intussen uit het oog dat er momenteel een vierde budget is : de volledig door de overheid betaalde lineaire maatregelen, zoals de ICT- en de zorgcoördinatie. Als we deze lineaire maatregelen mee in rekening brengen, komen we momenteel al tot een 100/90-verhouding.
Natuurlijk zal ik ervoor zorgen dat de studie naar de objectiveerbare verschillen wordt uitgevoerd. De werkgroep financiën is daarmee bezig. Het is duidelijk dat we het geweer van schouder moeten veranderen en dat er een volledig nieuw financieringsvoorstel moet worden uitgewerkt, waarbij de netten niet langer een rol zullen spelen. Iedereen weet dat dit geen eenvoudige oefening is.
De Vlaamse regering heeft al veel gedaan voor het onderwijs. Acties zoals die nu worden gepland, waren meer op hun plaats vijf tot tien jaar geleden.
Dat deze acties nu worden gevoerd, toont alleen maar aan dat het onderwijsveld zich vragen stelt bij het uitblijven van de implementatie van de studie naar de objectiveerbare verschillen. Twee begrotingen al hielden op geen enkele manier rekening met de conclusies van de studie. De extra middelen die worden beloofd, worden trouwens gebruikt en ingekleurd om scholen tot bepaalde samenwerkingsvormen te dwingen.
Het is wel een slecht moment om actie te voeren. In De Standaard geeft een directeur van een vrije basisschool toe dat er reeds veel gebeurd is.
Ik herhaal dat we het groeipad van de vorige regering volgen en dat extra middelen gelijk verdeeld worden. Voor het volledige onderwijsbudget is de verhouding 90-100 procent. Men creëert verwarring door te verzwijgen dat het enkel over werkingsmiddelen gaat. Ik benadruk trouwens dat gelijke financiering ook gelijke rechten inhoudt.
De discussie handelt inderdaad over de werkingsmiddelen en daarvoor volgt u slechts het groeipad van de vorige regering. Het vrij onderwijs is onderhevig aan gelijke boekhoudkundige controles, aan de aanvaardingsplicht, enzovoort. Zij hebben gelijke plichten. Stop dus met de indruk te wekken dat er verborgen potjes bestaan.
Het incident is gesloten.