Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Aan de orde is de bespreking van de verklaring van de Vlaamse regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2003.
Toen het Vlaams Parlement in 1992 besliste om het parlementaire jaar voortaan met een Septemberverklaring te starten, wou men zo de begrotingsprimeur voor het parlement reserveren. Voor het eerst is daar dit jaar van afgeweken : de Vlaamse excellenties ontvouwen hun begrotingsplannen al enkele dagen in de media. Zou dat met de nakende federale verkiezingen te maken hebben? Volgens minister Stevaert niet. Hij is niet met verkiezingen bezig. Maar ondertussen staat hij wel eerste op de Senaatslijst en eerste op de Limburgse Kamerlijst. Bovendien zal hij zijn mandaat niet opnemen. Kiezersbedrog is blijkbaar een kenmerk van de nieuwe politieke cultuur. De verkiezingscampagne is begonnen en die zal duren tot in 2004.
In het huidige klimaat is het moeilijk om het onderscheid te maken tussen beloftes en realisaties. De heer Slangen heeft ons allen immers geleerd alleen maar het positieve te benadrukken. Nu de economie al drie moeilijke jaren meemaakt, heeft minister-president Dewael het over een dipje. De jeugdwerkloosheid stijgt, de werkloosheid eveneens en de werkgelegenheidsgraad daalt. De actieve welvaartsstaat is uit de woordenschat van de paars-groene meerderheid geschrapt.
Doemdenken heeft geen zin. De Vlaamse regering moet een nuchtere analyse maken. De beurzen doen het slecht en het internationale economische klimaat is somber, waardoor de internationale investeringen vorig jaar gedaald zijn. De internationale dimensie is voor Vlaanderen, dat afhankelijk is van buitenlandse investeringen, een reden tot bezorgdheid.
De Vlaamse regering heeft uiteraard niet alles in eigen handen, maar de laatste drie jaar improviseert ze. Ook deze begroting doet niets om de economie of de werkgelegenheid te versterken. De stop-and-go-politiek zorgt voor onzekerheid. Tewerkstellingssteun werd afgeschaft en wordt nu opnieuw ingevoerd. Minister Gabriëls beloofde een lastenverlaging, maar uiteindelijk zijn de milieubelastingen niet langer aftrekbaar.
De jaren negentig hebben ons geleerd dat vooral startende en hoogtechnologische bedrijven voor nieuwe banen zorgen. De steun voor onderzoek en ontwikkeling volstaat volgens de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid niet. De intentieverklaring is te vrijblijvend.
Minister Landuyt zegt dat dit het uur U is voor de actieve welvaartstaat. Ik vraag me echter af waar het doelgroepenbeleid van deze regering blijft. De jeugdwerkloosheid is met een kwart gestegen, het aandeel van de migranten in de werkloosheid is toegenomen en een derde van de middelen voor de strijd tegen de langdurige werkloosheid is niet opgebruikt. Waar blijven voorts de Vlaamse CAO's en de hervorming van de VDAB?
In de Septemberverklaring worden deze negatieve evoluties genegeerd omdat de actieve welvaartstaat geen thema mag worden in de komende federale verkiezingen. Socialisten en groenen beschouwen werkgelegenheid niet langer als prioritair. De liberalen willen uitpakken met de lastenverlaging. Indien de burgers die al gevoeld hebben, dan zal dat zeker een schrale troost zijn voor diegenen die hun werk verloren hebben.
Het ontbreken van een sociaal-economische dimensie betekent een gemiste kans. Op dit vlak werkten Gaston Geens en Luc Van den Brande aan een langetermijnvisie, terwijl men nu uitsluitend op de korte termijn denkt. De lastenverlaging leidt niet tot een groter consumentenvertrouwen omdat er geen algemene sfeer van vertrouwen in de economie is.
Ik zal geen technische analyse maken van de begroting voor 2003 omdat ik niet over betrouwbare cijfers beschik. De begrotingsbespreking zal daarover duidelijkheid moeten brengen. Ik ga er in elk geval van uit dat de aangekondigde heroriënteringen puur fictief zijn.
De begrotingshypothese over de economische groei is optimistisch. De Nederlandse regering gaat uit van een groei van anderhalf procent en de meeste conjunctuurinstellingen publiceren prognoses van minder dan twee procent en de BBL spreekt zelfs van 1 procent. Vorig jaar ging de regering trouwens ook uit van een groei van twee procent, maar in werkelijkheid zullen we voor 2002 allicht uitkomen op een half procent.
De financieringswet zegt dat we rekening moeten houden met de vooropgestelde cijfers en die vermelden thans een groei van het BNI van 2,4 procent. De Vlaamse regering heeft beslist die 2,4 procent inderdaad te gebruiken voor haar middelenbegroting, maar niet voor de uitgavenbegroting. Het verschil van 0,4 procent zal ze niet uitgeven, maar inschrijven in een conjunctuurreservefonds.
De website van de Nationale Bank spreekt nog steeds van een groei van het BBP met 2,8 procent en Dexia heeft vandaag bekendgemaakt dat het uitgaat van een groei van het BNI met 2,2 procent. Misschien zullen externe factoren ervoor zorgen dat we deze prognose moeten herzien. Op dit ogenblik is het echter overtrokken te beweren dat we onvoorzichtige parameters hanteren.
Ik lees elke dag conjunctuurprognoses. Fons Verplaetse spreekt over 1,75 procent en ik voorspel dat alle prognoses naar beneden zullen moeten herzien worden, net zoals vorig jaar.
De heer Van Rompuy zegt inderdaad hetzelfde als vorig jaar. Toen hadden we onze begroting evenwel opgemaakt op 9 september en iedereen weet wat er vervolgens op 11 september is gebeurd. Tijdens het debat over de Septemberverklaring hebben we gezegd dat de begrotingscontrole het ogenblik zou zijn voor een bijsturing. Op het einde van het jaar is echter gebleken dat het overschot groter was dan begroot. Het enige mogelijke verwijt is dus dat we te streng zijn geweest bij de opmaak van onze begroting.
De heer Van Rompuy spreekt over de conjunctuurprognose van de BBL, maar hij zegt er niet bij dat de BBL twee prognoses hanteert, één voor het geval er een inval gebeurt in Irak en één voor het andeer geval. De Nationale Bank hanteert op haar website nog altijd het cijfer van 2,8 procent, wat volgens mij toch wel een overschatting is. Over twee maanden kan blijken dat we te optimistisch zijn geweest of net het tegendeel.
Gezien de internationale situatie van algemene onzekerheid is de hypothese van de regering te hoog gegrepen.
Er is geen ruimte voor nieuwe initiatieven. Alles is verschoven naar het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven (FFEU). Minister Stevaert wil vijf jaar lang op dit fonds een beroep doen voor de realisatie van veilige verkeersinfrastructuur, ook al weet hij nog niet of er spaaroverschotten zullen zijn.
Soms valt de begroting beter mee, maar dat heeft te maken met het feit dat sommige kredieten niet worden opgebruikt, onder meer die voor huisvesting en die van het Vlaams Infrastructuurfonds. Deze overschotten stopt men in een pot waaruit men vervolgens evenmin uitgaven doet. Dat wordt een echte droomtrommel.
Als de vastleggingen op een bepaald moment leiden tot betalingen, dan teert men in op de reserves. Daarmee moet men rekening houden indien men de begroting wil toetsen aan de norm van de Hoge Raad vanr Financiën. Dergelijke uitgaven moeten leiden tot schrapping van uitgaven of tot belastingverhogingen. Wie iets kent van begrotingstechnieken, beseft dat er geen soliede begrotingsbeleid wordt gevoerd. De komende Vlaamse regeringen zullen daarvan de gevolgen moeten dragen.
De minister-president heeft in zijn Septemberverklaring gezegd dat er iets vreemds aan de hand is in het onderwijs. Hoe meer geld er is voor onderwijs, hoe groter de ontevredenheid. Bovendien is er volgens hem geen maatschappelijke steun voor de vraag naar meer geld voor onderwijs. Hij geeft dus toe dat er een malaise is in het onderwijs.
De heer Van Rompuy moet me juist citeren. Ik heb niet gezegd dat er geen maatschappelijke steun is voor meer geld voor het onderwijs. Ik heb gezegd dat deze regering veel meer geld geeft aan het onderwijs dan haar voorgangers, namelijk 70 miljard frank tijdens één regeerperiode. Ik ben verrast dat de onderwijsmensen deze inspanningen niet willen onderkennen. Indien ze met een staking dreigen in een dergelijke context, dan komt het maatschappelijke steun voor de vraag naar meer geld inderdaad in het gedrang.
Waarom heerst er een malaise in het onderwijs? Omdat mevrouw Vanderpoorten er in geslaagd is om het onderwijsveld te destabiliseren en zij niet kan dialogeren met het middenveld.
Tijdens de rondetafelconferentie werd duidelijk dat de beschikbare kredieten voor het onderwijs onder het OESO-gemiddelde van 5 procent liggen. Voorzitter Sannen bevestigde dat. Bijkomende inspanningen van ongeveer 30 miljard frank zijn dus nodig. Toch werd in de begroting 2003 geen geld voor nieuwe initiatieven vastgelegd.
De heer Sannen is voorzitter van een van de werkgroepen, geen algemeen voorzitter van de conferentie. Voorts wens ik ook te benadrukken dat de OESO-cijfers een vertekend beeld geven. Een aantal landen rekenen bijvoorbeeld de onderwijspensioenen mee in hun onderwijsbegroting. Bij ons zitten die er niet in. Voor wat het secundair onderwijs betreft, zitten wij ruim boven het OESO-gemiddelde, zelfs afgezien van de niet-opname van de pensioengelden.
Ten slotte wil ik er ook op wijzen dat ik het afgelopen jaar voortdurend gewerkt heb om financiële middelen te zoeken en te vinden voor nieuwe initiatieven, voor een deel binnen mijn eigen begroting. Die nieuwe initiatieven zullen er ook in 2003 ook komen, ook al staan ze vandaag niet in de Septemberverklaring.
Het was de minister zelf die nieuwe initiatieven in het vooruitzicht stelde, voor na de rondetafelconferentie.
In het vrij onderwijs is er, door de akkoorden die gedurende vorige regeerperiode gesloten werden, weliswaar een verbetering merkbaar, maar de ongelijkheid blijft. Voor onze fractie telt elk kind. Deze regering doet echter niet meer dan de vorige. Het vrij onderwijs zou in ieder geval 70 miljoen euro moeten bijkrijgen om de vooropgezette verhouding van 100/76 te bereiken. De verhoopte versnelling van de groei, ter uitvoering van de studie over de objectiveerbare verschillen, kwam er niet.
Voor de in het regeerprogramma vooropgestelde kosteloosheid van het basisonderwijs zijn evenmin financiële middelen beschikbaar. Men mag stellen dat de conclusies van de rondetafelconferentie genegeerd worden als ze niet overeenstemmen met de inzichten van de minister. Het ultieme doel van deze conferentie is immers budgettaire tijd winnen en ondertussen bondgenoten zoeken tegen CD&V.
Onze fractie zal het debat over het onderwijs daarom niet meer voeren in de conferentie maar hier in het parlement.
De heer Van Rompuy heeft het mis. Voor die 70 miljoen euro citeert hij bijvoorbeeld uit een persconferentie van het VSKO, dat zich evenwel vergiste. Men rekende immers ook de bugetten voor het deeltijds kunstonderwijs, het volwassenenonderwijs en de vrije internaten mee. Die vergissing is rechtgezet.
Deze regering heeft wel degelijk meer middelen voor het groeipad vrijgemaakt. Men heeft nu al een verhouding van 100/65, dankzij die versnelling.
Het meerstappenplan voor volledige gelijkschakeling zal bekeken worden nadat de rondetafelconferentie afgelopen is. Maar die is nu nog niet afgesloten.
Wat bedoelt men overigens met kosteloosheid? Dat alle uitstappen gratis moeten worden? Of dat ouders inspraak moeten krijgen in alles wat er in een school gebeurt? Ik heb er in ieder geval voor gezorgd dat wat de ouders van een school mogen verwachten, voortaan in het schoolreglement is opgenomen
Er moet zeker meer autonomie komen voor de scholen maar niet voor de koepels.
Wij hechten nu eenmaal nog geloof aan de cijfers die ons door de Guimardstraat ter beschikking worden gesteld.
Minister Vogels vroeg 125 miljoen euro om de meest dringende tekorten in de gezondheidszorg weg te werken. Desnoods zou ze in het rood gaan. Uiteindelijk kreeg ze, na de ultieme begrotingsbesprekingen en na een betoging van de zorgsector, zeven en een half miljoen euro extra. Bij de begrotingscontrole van 2003 zal de minister dus nog bijkomende middelen moeten vragen om de meest urgente noden weg te werken.
Er is wel 500 miljoen euro beschikbaar om gratis televisie te bieden maar er is geen geld om de laatste tekorten voor de gehandicapten weg te werken. Dat is een mooi voorbeeld van een giftige cocktail.
Ook de voorzitter van het socialistische ziekenfonds, de heer Guy Peeters, vindt het ergerlijk dat de nieuwe regeling voor de zorgverzekering nog maar een jaar in voege is en dat er nu al besparingen moeten doorgevoerd worden. De bijdrage blijft forfaitair en de inkomensrelatering is uitgesteld.
Om gratis televisie te kunnen kijken werd de forfaitaire belasting afgeschaft. Maar voor zwaar hulpbehoevenden is er geen geld. Onze fractie heeft reeds lang gewaarschuwd dat de toekomstige discussies zouden gevoerd worden over de kwaliteit en de financiering van de gemeenschapsfinanciën. Er zullen meer algemene middelen nodig om de toekomstige solidariteit te financieren. Dat is echter precies de achilleshiel van het huidige beleid. Het beschikbare geld wordt aangewend voor consumptie.
Ook onze fractie is uiteraard een voorstander van belastingverlaging. Gratis diensten bestaan echter niet. Dat zal zeker blijken wanneer de vergrijzing aangepakt moet worden.
Een andere krant looft juist de Vlaamse regering omdat ze ondanks de moeilijke begroting toch rekening houdt met de vergrijzing.
Voortaan zullen dubbel zoveel Vlamingen kunnen genieten van de zorgverzekering. De heer Van Rompuy verliest bovendien uit het oog dat 100 miljoen frank afkomstig is uit algemene middelen en slechts 60 miljoen frank uit bijdragen. Een deel van deze bijdragen is bovendien inkomensgerelateerd : een groot aantal Vlamingen blijft slechts 10 euro betalen.
Ik heb op mijn e-mailadres nog geen enkele negatieve reactie gekregen
over de premieverhoging. De uitbreiding naar alle zorgbehoevenden blijkt dus door de samenleving aanvaard te worden.
Hoe moet het zorgfonds volgens CD&V gefinancierd worden? Ik heb de indruk dat daarover geen eensgezindheid bestaat binnen de fractie van de heer Van Rompuy.
In plaats van de premies te verhogen had de Vlaamse regering een beroep moeten doen op de algemene middelen. Zodra het systeem in evenwicht is, kunnen inkomensgerelateerde bijdragen worden ingevoerd.
Het paars-groene concept voor een actieve welvaarststaat is begraven. De heren Stevaert en Geysels hebben laten weten dat ze er niet langer in geloven. CD&V gelooft in een gelijkekansenmaatschappij met mensen die hun verantwoordelijkheid nemen. We willen een solide, sociale samenleving waarbij rekening gehouden wordt met rechten en plichten. Dat is enkel mogelijk als de Vlaamse autonomie verder wordt uitgebouwd in een confederale staatsstructuur.
De meerderheid weigert met CD&V te onderhandelen over de Vlaamse kieskringen. Blijkbaar werkt ze liever samen met het Vlaams Blok. De enige bedoeling van de meerderheid is om CD&V te verzwakken en door te gaan met paars-groen. Als grootste fractie worden we genegeerd door de meerderheid. We zullen echter de handschoen opnemen en onze positie nog versterken. (Applaus bij CD&V)
De Vlaamse regering zal een ontwerp van decreet indienen over de kieskringen. We zullen daar vooraf met geen enkele fractie vooraf onderhandelen. Als we het al dan niet indienen van een ontwerp van decreet zouden laten afhangen van het al dan niet goedkeuren door het Vlaams Blok, dan zou het Vlaams Blok de agenda van de regering bepalen, en dat willen we niet. (Applaus bij de VLD)
Voor een wijziging van de kieskringen is een tweederde meerderheid nodig. Die kan de huidige meerderheid alleen krijgen met de hulp van het Vlaams Blok of van CD&V. Wij zullen koste wat het kost beletten dat er kieskringen komen op maat gesneden van enkele grote heren.
Laat de commissie toch haar werk doen. Voer eerst het debat hierover. Wat heeft het voor zin al vooraf te zeggen dat de CD&V niet wil meewerken?
De vraag is of we de teksten ook zullen kunnen amenderen.
Het recht op amendering is heilig.
Stefaan Declerck heeft al gezegd dat hij de tekst wil amenderen.
Probeer toch geen tweedracht te zaaien binnen CD&V. Macht maakt arrogant, dat is duidelijk. Wanneer zou Stefaan Declerck dat wel gezegd hebben?
Wanneer heeft hij gezegd dat hij een geamendeerde tekst niet zou goedkeuren? (Gelach)
Ik begrijp de heer Van Rompuy niet. Hij beklaagt zich over het feit dat het Vlaams Parlement te weinig en te laat bij de besluitvorming wordt betrokken, maar tegelijkertijd windt hij zich er over op dat het debat over de hervorming van de kieskringen eerst in de parlementaire commissie zal worden gevoerd. Deze verklaringen gaan lijnrecht tegen mekaar in.
De VLD is tevreden met deze sociale en liberale regeringsverklaring. Vorig jaar leefden wij allemaal nog in onzekerheid over de gevolgen van de aanslagen van 11 september. We zijn opgelucht dat de Vlaamse economie voldoende gezond en flexibel was om deze mondiale klappen op te vangen. Opgelucht is het juiste woord, want in dergelijke gevallen kan ook de overheid niet voorspellen hoe de situatie zal evolueren.
De Vlaamse openbare financiën zijn gezond. De Vlaamse regering is er weer in geslaagd de budgettaire orthodoxie te bewaren. Voor de zesde opeenvolgende keer wordt de norm van de Hoge Raad van Financiën gehaald. De regering besteedt aandacht aan schuldafbouw en handhaaft het vertrouwen in het bereiken van de doelstelling tot halvering van de schuld tegen het einde van de zittingsperiode.
Het is goed dat de Vlaamse regering rekening houdt met een bescheiden economische groei van 2 percent. Het planbureau en de Nationale Bank gaan uit van een groei van 2,4 percent, waardoor de Vlaamse regering een eventuele conjunctuurprovisie zal kunnen vastleggen als deze groei ook daadwerkelijk wordt gehaald. Bij de budgetcontrole kan trouwens nog worden bijgestuurd. De VLD is tevreden met dit gezonde budgettaire beleid.
De VLD is er trots op dat de Vlaamse regering haar budgettaire beleid de voorbije jaren heeft gecombineerd met nieuwe beleidsmaatregelen op het vlak van onder meer onderwijs, welzijn en gezondheid, mobiliteit, leefmilieu en economie.
Zeer tevreden zijn we natuurlijk met de doorgevoerde lastenverlagingen, zoals de verlaging van de registratierechten, de meeneembaarheid van registratierechten, de afschaffing van kijk- en luistergeld, de gelijkschakeling van stiefkinderen en natuurlijke kinderen inzake successierechten, de afschaffing van de openingstaks voor cafés, de verlaging van de BIV voor milieuvriendelijke wagens en een vrijstelling van successierechten in VEN-gebieden. Voeg daar de federale lastenverlagingen aan toe en het is duidelijk dat de burger voor het eerst in jaren geld terugkrijgt, wat ook het streefdoel van de VLD was.
Ik wil er op wijzen dat hier in geen geval van een vestzak-broekzakoperatie kan worden gesproken, omdat de gemeenten hun belastingen zouden verhogen. Bij belastingverhogingen in het verleden werd nooit gesproken over de meeropbrengsten van de opcentiemen bij de gemeenten. Het is inderdaad zo dat de gemeenten door de omstandigheden voor hogere uitgaven staan, maar we kunnen dit alles niet op één lijn zetten.
Het is modieus om te zeggen dat lasten, taksen en overheidstoelagen inkomensgebonden moeten worden. Denk maar aan de zorgverzekering en de milieutaksen. De VLD roept iedereen op hier een voorzichtige en gematigde koers te varen. Het linken van belastingen die de algemene middelen moeten spijzen aan het inkomen van de burgers is één zaak, maar het inkomensgebonden maken van andere bijdragen, retributies, openbare dienstverlening en overheidstegemoetkomingen aan de burger moet worden afgeremd. Jef Kortleven, adviseur-generaal van Financiën, heeft hierover een interessante tekst gepubliceerd.
Hij vergelijkt de marginale belastingdruk van de personenbelasting en inkomensgebonden overheidssubsidies. Beide hebben een invloed op de burger en op de beslissing om al dan niet aan het werk te blijven. De minister-president wijst erop dat de werkloosheid door de tragere economische groei aan het stijgen is. Hij vraagt dan ook aandacht voor de activiteitsgraad.
De maatregelen van de regering hebben tot doel mensen aan het werk te houden en anderen redenen geven om aan de slag te gaan.
Desondanks stijgt de werkloosheid.
De heer Van Rompuy is een bekwaam politicus. Het is echter nodig dat ook de oppositie haar verantwoordelijkheid neemt en geen doemverklaringen aflegt.
De economische groei vertraagt en de werkloosheid stijgt. Het inkomensafhankelijk maken van allerhande taksen, retributies of overheidstegemoetkomingen zal de mensen opnieuw doen kiezen voor het sociale vangnet. De gemiddelde inkomens zijn de eerste die te lijden hebben onder de inkomensafhankelijke maatregelen. Zij vormen de basis van ons sociaal systeem. Werken en inkomen uit arbeid worden zo bestraft. De VLD-fractie pleit ervoor om vooral te zoeken naar arbeidscreërende maatregelen.
Uit de cijfers blijkt dat de Vlaamse regering de kwaliteit van het onderwijs als één van de voornaamste prioriteiten beschouwt. Er zijn tal van maatregelen gerealiseerd die onze kinderen beter onderwijs bieden. Blijven oproepen tot protest tegen het gevoerde beleid getuigt van kwade politieke wil.
Een andere grote uitdaging is de verkeersonveiligheid. De Vlaamse regering put 100 miljoen euro uit het FFEU voor het veiliger maken van de wegen. Ooit verweet de heer Decaluwe de toenmalige minister Baldewijns dat hij de zwarte punten niet aanpakte. Het was echter minister Demeester-De Meyer die zich ertegen verzette omdat deze recurrente uitgave de begroting te zeer zou belasten. Twee jaar geleden werd een decreet goedgekeurd om hieraan te verhelpen en een gezond financieel beleid te verzoenen met het wegwerken van de zwarte punten. Er is nu een spaarpot, dus het probleem kan opgelost worden zonder nieuwe leningen aan te gaan. De heer Van Rompuy zegt dat men van de niet-recurrente uitgaven de rentelasten moet aftrekken; hij stelt vragen over de toekomst. Zwarte punten kunnen echter sneller weggewerkt worden dan ze ontstaan. Daarom is het niet juist dat er voortdurend evenveel nieuwe middelen nodig zullen zijn.
Wij zijn tevreden dat de regering de werking en financiering van de zorgverzekering voor 2003 en 2004 veilig gesteld heeft.
Daarnaast steunen wij de inspanningen om de wachtlijsten in de gehandicaptensector weg te werken.
De VLD meent dat het inburgeringstraject afdwingbaar moet worden. Het is evenwel het Vlaams Parlement dat zowel de doelgroep als het afdwingbare karakter nader moet omschrijven. Enkel op die manier zijn we er zeker van dat een meerderheid van de Vlamingen erachter staat.
Bij elke septemberverklaring heeft de VLD al een lans gebroken voor eigendomsverwerving en precies daarom steunen we de maatregel die sociale huurders de kans geeft hun woning te kopen. Dat moet evenwel heel doordacht gebeuren. Deze maatregel wordt al drie jaar vooropgesteld, maar uiteindelijk is minister Gabriels, die vaak kritiek krijgt, erin geslaagd hem door te drukken. We steunen ook de financiële stimuli ter verbetering van het bestaande woonpatrimonium.
Ik begrijp dat u minister Gabriels in bescherming neemt, maar wat hij doet, is ons sociaal patrimonium afbreken. Met de verkoopsopbrengst van drie sociale woningen, kan een socialehuisvestingsmaatschappij er in het beste geval twee nieuwe bouwen. Daardoor zullen de zwaksten een hogere huurprijs moeten betalen.
Wie beslist te renoveren, kon tot voor kort een renovatiepremie krijgen van 250.000 tot 300.000 frank. Nu wordt vijf jaar lang het kadastraal inkomen niet verrekend. De zogenaamde fiscale stimulans om te renoveren bedraagt daarmee maximaal 40.000 frank en wordt bovendien gedragen door de gemeenten. (Applaus bij CD&V)
Voor de VLD is sociale huisvesting altijd één van de belangrijkste opdrachten geweest, maar de laatste decennia boeken we geen vooruitgang. De lange wachtlijst verplicht ons andere methodes te zoeken. Ook dit jaar zijn de renovatiepremies al zo goed als op en daarom moeten we naar een andere oplossing zoeken. Maar u kan zich toch niet tegen een maatregel verzetten omdat die gevolgen heeft voor de gemeentelijke begroting?
Wat ik wou duidelijk maken, is dat hier bespaard wordt op de rug van de burger : een renovatiepremie van 300.000 frank wordt vervangen door een fiscale stimulans van 35.000 tot 40.000 frank.
Omdat mijn tijd beperkt is, zullen we deze discussie tijdens de begrotingsbesprekingen in de commissie voortzetten.
Aan het begin van het vorige parlementaire jaar stonden de fundamenten van de internationale samenleving zwaar onder druk en moesten we aantonen dat onze samenleving in staat is de laagste aanvallen te overleven. Dat kan door een beleid te voeren dat kansen schept voor iedereen. De Vlaamse regering bewijst vandaag dat ze zo'n beleid kan opstarten en volhouden. Deze regering voert een sociaal en liberaal beleid, straalt vertrouwen uit en verdient daarom onze steun. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
Terwijl minister-president Dewael zijn Septemberverklaring aan het voorlezen was, waande ik me op een VLD-meeting. Zijn persoonlijke campagne voor de federale verkiezingen van volgend jaar is gestart. Hij zal, net zoals de andere leden van deze Vlaamse regering, volop gebruik maken van zijn ambt om propaganda te voeren. Het is met deze regering zoals in het liedje van de tien kleine negers. De heren Sauwens en Anciaux zijn al verdwenen, en weldra volgen de minister-president en zijn twee ministers vice-president. Tenzij ze van plan zijn kiezersbedrog te plegen.
In deze omstandigheden kan de regering niet functioneren. Minstens drie ministers zullen mekaar bekampen als kandidaten voor de federale verkiezingen. Ze zullen hun beste krachten moeten wijden aan de campagne, terwijl eigenlijk het werk in de Vlaamse regering hun belangrijkste bekommernis zou moeten zijn. Door zijn kandidatuur toont de minister-president ook aan dat de werkelijke macht zich nog altijd op federaal niveau bevindt. Door nu al de aftocht te blazen, steekt hij ten slotte ook zijn collega's het mes in de rug.We hebben geen nood aan een electorale jojo, maar wel aan een kapitein die op zijn schip blijft en het roer vastberaden in handen houdt, maar dat doet de minister-president net niet.
De septemberverklaring is een goednieuwsshow geworden, die geen rekening houdt met negatieve economische evoluties. De heer Van Rompuy heeft al gewezen op de al te optimistische groeicijfers van de regering. Ons baart vooral de groeiende werkloosheid zorgen. In een interview met De Morgen bekende minister Landuyt dat Vlaanderen inzake werkgelegenheid weer op het niveau staat van 1999. Deze verklaring staat in contrast met de permanente verkiezingseuforie waarin de minister-president verkeert. Ook het ABVV stelt dat de regering moet beseffen dat de economische problemen niet vanzelf zullen verdwijnen.
Er is niet alleen de toename van de werkloosheid, maar ook de vermindering van de economische activiteit, onder meer in de Vlaamse technologische industrie. De negatieve evolutie blijkt uit de koersdalingen op de aandelenbeurzen en uit de daling van het aantal startende ondernemingen.
In zijn septemberverklaring culpabiliseert de minister-president de ondernemers en de werknemers, die hij zelfgenoegzaamheid en egoïsme verwijt. Wij zijn het daarmee niet eens. Wij menen dat de werkgevers best bereid zijn te investeren en risico te nemen indien de Vlaamse overheid daarvoor het juiste klimaat schept. Dat betekent dat de sociale lasten en de belastingen moeten dalen en dat de administratieve rompslomp tot een minimum beperkt blijft. De heer Peeters van Unizo stelt dat de federale regering op dat vlak tenminste nog concrete plannen maakt, terwijl zelfs dat op Vlaams niveau niet het geval is. We kunnen de stelling van vice-premier Vande Lanotte alleen beamen : straks steekt het Waals gewest Vlaanderen nog voorbij op economisch vlak.
Het gebrek aan middelen en aan bevoegdheden zorgt ervoor dat Vlaanderen geen eigen loonpolitiek en geen eigen sociaal-economisch beleid kan voeren.
In zijn boekje 'Het Vlaams Manifest. Ruimte voor regio's', dat de minister-president naar aanleiding van 11 juli heeft gepubliceerd, pleit hij voor de volledige regionalisering van het sociaal-economisch beleid. Inzake werkgelegenheid en loonvorming zou Vlaanderen beter een eigen koers varen en de transfers naar Wallonië moeten doorzichtiger worden. Deze intentieverklaringen zijn mooi, maar in de praktijk gebeurt het tegenovergestelde.
De minister-president is een politieke dwerg die wil deelnemen aan een wereldkampioenschap hoogspringen. Bij gebrek aan bevoegdheden pakt hij uit met electorale gadgets, zoals de afschaffing van het kijk- en luistergeld, die het goed doen bij de publieke opinie, maar die verder weinig aarde aan de dijk zetten. In feite zit iedereen te wachten op een verlaging van de inkomsten- en de vennootschapsbelastingen, maar daarover heeft Vlaanderen niets te vertellen. We hebben een Vlaamse zorgverzekering, maar nog altijd geen eigen Vlaamse sociale zekerheid, want Wallonië ligt dwars. Mobiliteit is een belangrijke prioriteit en daarom verlaagt de Vlaamse regering de belasting op de inverkeersstelling van milieuvriendelijke wagens, maar over de spoorwegen heeft ze geen bevoegdheid.
De minister-president is niet alleen een politieke dwerg. Hij weigert ook de polsstok aan te nemen waarmee hij misschien over de hoge lat zou kunnen springen, want bij de staatshervormingen stelt hij geen krachtige eisen.
In het kader van de zorgverzekering worden aan de bevolking bijkomende lasten opgedrongen. Toen het kijk- en luistergeld werd afgeschaft, deed men dat met het argument dat lineaire belastingen onrechtvaardig zijn. Nu wordt de forfaitaire bijdrage voor de zorgverzekering met 15 euro verhoogd. Agalev wil een zorgcentiem invoeren en sp·a wil een inkomensgerelateerde bijdrage. Deze eerste verhoging is dus nog maar een begin. Na de verkiezingen van 2003 of van 2004 zal men een veel hoger bedrag moeten ophoesten voor de zorgverzekering. Het Vlaams Blok zal zich verzetten tegen een verhoging van de zorgpremie die de parafiscale druk in Vlaanderen zal doen stijgen. Wij menen dat de zorgverzekering moet gefinancierd worden uit algemene middelen. De oplossing is eenvoudig. Als de gezondheidszorg en de sociale zekerheid worden gedefederaliseerd, komen genoeg middelen vrij.
De minister-president gaat er prat op dat deze regering 1,73 miljard euro extra heeft uitgetrokken voor onderwijs. Dat betekent echter niet dat de spanningen afnemen. Dat heeft te maken met de denigrerende uitspraken van de heer De Gucht, met de oorlogsverklaringen van minister Vanderpoorten en met de pogingen om het vrij onderwijs te destabiliseren.
Het Vlaams Blok is gekant tegen het pluralistisch onderwijs waar de heer De Gucht en minister Vanderpoorten het over hebben. Nu denkt de heer Martens dat hij ook op die kar moet springen. Blijkbaar groeit er een alliantie tussen CD&V en VLD. De heer Martens steekt het vrij onderwijs een mes in de rug, zodat het Vlaams Blok nu de enige is om het vrij onderwijs te verdedigen.
De christen-democraten vinden dat de scholen inzake begeleiding en dienstverlening vrij hun bondgenoten moeten kunnen kiezen. Wij menen dus dat men de scholen een maximale vrijheid moet geven en dat staat in contrast met de huidige betutteling.
De minister heeft de heer Martens gelijk gegeven. Zijn uitspraak past in het kraam van de regering. Dat maakt van hem een objectieve bondgenoot van de VLD. Het vrij onderwijs neemt hem dat kwalijk. Het Vlaams Blok blijft op de bres staan voor het vrij onderwijs.
In de Septemberverklaring bleef de minister-president ook stilstaan bij het inburgeringsdecreet, de stadsvlucht en het feit dat de bevolking de islam steeds meer als een bedreiging is gaan beschouwen na de aanslagen van 11 september.
De paars-groene draad bij deze drie thema's is de immigratie-invasie. De minister-president gaat er prat op dat, dankzij de hervorming van het gemeentefonds, de oprichting van een stedenfonds en het decreet stadsvernieuwingsprojecten, de stadsvlucht is gekeerd. Alle Vlaamse steden kenden een bevolkingstoename.
De minister-president liegt niet wanneer hij dit zegt, maar hij vertelt ook de waarheid niet. De Vlaamse, bemiddelde bewoner verlaat immers nog steeds de stad en het aantal stedelijke vreemdelingen, asielzoekers en geregulariseerde vreemdelingen neemt er nog steeds toe. Dat is de realiteit van het positieve migratiesaldo. Ik kan dit bewijzen met cijfers uit de grootste stad van Vlaanderen, Antwerpen. Daar is het positief migratiesaldo van 3849 enkel te wijten aan een immigranteninvasie. Het is dus een fabel te beweren dat de stadsvlucht gekeerd zou zijn.
Bovendien moeten 95 procent van de geregulariseerde illegalen een beroep doen op het OCMW. Dit is de realiteit.
De gemiddelde Vlaming ziet de islam ook als een bedreiging. De leider van het Arabisch-Europese Liga, mijn intieme vriend Abou Jaja, is hier het voorbeeld van. Hij is het product van het knuffelbeleid zoals dat door paars-groen gevoerd wordt. Een beleid waar er geen sprake is van een verplichting tot assimilatie. Vele islamieten stellen zich dan ook arrogant en agressief op.
Men zou beter eens kijken naar de voorbeelden die ons door Italië, Nederland, Denemarken of Oostenrijk aangereikt worden. "Aanpassen of opkrassen", zou de boodschap moeten zijn.
De Septemberverklaring heeft ook geen communautaire ambities. De minister-president beweert wel dat hij tegen de verkiezingen van volgend jaar een nieuwe institutionele ronde voorbereidt, maar wat is zijn agenda terzake? Wat is zijn leidraad? Zal de resolutie van 1999 de leidraad zijn? Wordt het dit of wordt het dit niet?
In zijn "Vlaams Manifest" schaart de minister-president zich achter de splitsing van de gezondheidszorg en de gezinstoelagen en de regionalisering van onder andere het sociaal economisch beleid en de spoorwegen. Langs de overzijde van de taalgrens werd echter onveranderlijk negatief gereageerd op deze voorstellen. De heer Ducarme had het in dit verband zelfs over het einde van België.
In wezen is er dus geen verandering gekomen in de communautaire verhoudingen. Di Rupo en Van Cauwenberghe blijven vrienden zolang de minister-president geeft en toegeeft. Het staat misschien wel stoer om op 11 juli eisen te gaan stellen, maar wat heeft men eraan als het bij voorstellen blijft?
Onze Waalse buren voeren over alles en nog wat een obstructiepolitiek. Het meest recente voorbeeld hiervan zijn de problemen rond Everberg. Vlaamse apothekers en zelfstandigen worden overvallen door allochtone recidivisten. De minister-president zou kunnen eisen dat de federale minister van Justitie maatregelen zou nemen, indien hij wat minder de marrionet van de federale premier is.
Vlaanderen zou het "Beieren van de Noordzee" kunnen worden met een dalende werkloosheid en een stijgende welvaart indien er een rechtse, conservatieve meerderheid aan het bewind zou komen. Maar dan moeten de Vlaamse bewindslieden zich ook wat meer zelfbewust gaan opstellen.
De minister-president doet me denken aan de ontslagen trainer van Standard Luik, de heer Wasseige : veel peptalk maar weinig resultaten. Men weet hoe het intussen afgelopen is met deze trainer. Dat hij daar maar eens over nadenkt wanneer de Vlaamse kiezer op 15 juni 2003 een eerste oordeel moet vellen.
Wij kunnen de Septemberverklaring niet goedkeuren en zullen dus tegenstemmen. (Applaus bij het VB)
We moeten de heer Van Rompuy bijtreden wanneer hij beweert dat de economische vooruitzichten allesbehalve rooskleurig zijn. We zijn echter het slachtoffer van de internationale gebeurtenissen. Het is immers niet zeker op welke manier de economie zal reageren wanneer binnen afzienbare tijd een oorlog uitbreekt. We zullen de gevolgen van een dergelijk gebeuren moeten ondergaan.
Het is correct om uit te gaan van een begrotingshypothese van 2,4 procent en rekening te houden met een reële groei van 2 procent. De middelen van de regering zijn beperkt en moeten goed ingezet worden. Dit is trouwens het geval.
Indien we de begrotingsmiddelen van onze regering vergelijken met de middelen van andere landen, komen we er niet slecht uit.
We hebben de voorbije jaren een stevige basis opgebouwd om de slechte economische conjunctuur het hoofd te bieden. Er werd geïnvesteerd in onderwijs, infrastructuur, welzijn, milieu en tewerkstelling.
Volgens de minister-president zou er een begrotingsoverschot zijn van 372 miljoen euro. In het document 'Vlaamse begroting in hoofdlijnen' is er echter sprake van twee soorten HRF-normen. Kan de heer Tobback dat toelichten en zeggen wat hiermee bedoeld wordt?
Het debat van vandaag gaat over de Septemberverklaring en niet over de begroting.
Ik zal aantonen dat het niet klopt dat er volgens de HRF-norm 372 miljoen euro over is. Dit debat gaat niet over cijfers, maar enkel over beloftes.
De regering heeft naar aanleiding van de Septemberverklaring heel wat budgettaire informatie ter bechikking gesteld. In het verleden was dat meestal anders. Het debat van vandaag heeft echter betrekking op de politieke krachtlijnen en niet op de begroting. (Applaus bij de VLD, sp·a en AGALEV)
De minister-president heeft gezegd dat er 372 miljoen euro overschot is. Dat klopt niet.
We zullen deze discussie voeren naar aanleiding van de begrotingsbesprekingen.
Er heeft zich een evolutie voorgedaan op begrotingstechnisch vlak : we werken nu met de Europese begrotingsnormen (ESER). Volgens deze normering zullen we het 48 miljoen euro beter doen dan de HRF-norm.
Ik juich de bijkomende inspanningen voor het onderwijs toe. Ik ben het eens met de heren Martens en Dewael dat scholen onafhankelijker moeten worden. Scholen mogen echter geen eilanden worden. Ze moeten openstaan : alle betrokkenen moeten op democratische wijze inspraak krijgen.
Ik heb er in dit verband op gewezen dat de scholen niet alleen rechten hebben, maar ook plichten.
De heer Decaluwe heeft deze regering altijd verweten dat het in het huidige tempo nog twintig jaar zou duren vooraleer alle zwarte punten zouden zijn weggewerkt. De regering heeft zich er nu echter toe verbonden dat de zwarte punten reeds binnen vijf jaar zullen opgelost zijn.
Ook CD&V is voorstander van een snelle aanpak van de problemen. Maar ik ben ervan overtuigd dat eind 2003 nog geen enkel zwart punt daadwerkelijk zal zijn weggewerkt. De administratie Openbare Werken zal eerst nog een studie bestellen, die moet worden afgeleverd, waarna de plannen kunnen worden uitgewerkt en de aanbesteding kan gebeuren. Pas daarna kunnen de middelen worden vastgelegd.
Als het parlement al kritiek op me kan geven, is het omdat ik al proactief een studie heb besteld. Terwijl de studie loopt, zullen een aantal bekende zwarte punten trouwens al worden aangepakt. Ik lees ook dat ik middelen te veel heb, maar dat moet ik jammer genoeg ontkennen. Voordat ik middelen kan uitgeven, moeten ze worden vastgelegd. Ik wijs erop dat het vroegere CD&V-lid Michel Doomst zich vroeger verzet heeft tegen mijn voornemen om meer geld uit te trekken voor de fietspaden. Intussen is er een fonds met drie miljard frank aan middelen, waarop de gemeenten een beroep kunnen doen voor de aanleg van fietspaden. Vooral CD&V-burgemeesters maken hiervan gebruik.
CD&V was geen tegenstander van meer middelen voor fietspaden, maar wees op het gebrek aan middelen voor het structureel onderhoud van de wegen. Dat vooral CD&V-burgemeesters gebruik maken van deze middelen is normaal : wij leveren twee derde van de Vlaamse burgemeesters.
De parlementaire controle op het aantal kilometers fietspad en het aantal doortochten die al daadwerkelijk werden gerealiseerd onder minister Stevaert is trouwens zeer moeilijk uit te voeren. De minister-president zegt dat er één missing link per provincie zal worden aangepakt en dat de werven al lopen, minister Stevaert antwoordt me intussen op een schriftelijke vraag wel dat de studies lopen. Wie moet ik geloven?
Dit lijkt op de aankomst van minister-president Dewael op de Mont Ventoux. Camera's genoeg, maar wat is er onderweg gebeurd?
Er waren inderdaad camera's genoeg, maar ik kan getuigen dat de minister-president tot mijn grote verrassing wel op eigen krachten naar boven is gereden.
Sp·a juicht toe dat bijkomende middelen werden uitgetrokken om de wachtlijsten in de welzijnssector te verkorten. We zullen bij de begrotingscontrole nagaan of de lijsten daadwerkelijk zijn verkort, maar hebben vertrouwen dat de middelen nuttig en efficiënt zullen worden aangewend.
De discussie over de zorgverzekering is moeilijk, maar luxueus. De zorgverzekering kent na haar moeilijke ontstaansgeschiedenis nog slechts één probleem : ze is het slachtoffer van haar succes. De zorgverzekering is een essentieel element in onze welvaartstaat. Ik dank minister-president Dewael dat hij de pleitbezorger blijft van deze verzekering.
Sp·a vindt het jammer dat de bijdrage wordt opgetrokken van 10 naar 25 euro. We vinden dit jammer om principiële redenen : we zijn geen voorstander van forfaitaire bijdragen, omdat deze niet sociaal rechtvaardig zijn. We willen evolueren naar inkomensgebonden bijdragen, zoals ook te lezen staat in de regeerverklaring. We hopen dit nog te kunnen realiseren voor de zorgverzekering tijdens deze zittingsperiode. Het argument dat elk gezin intussen 200 euro minder kijk- en luistergeld betaalt, is ook belangrijk.
De minister-president verwees in de Septemberverklaring ook naar de inspanningen die al werden geleverd voor het milieu en de ruimtelijke ordening, onder meer op het vlak van hergebruik en sanering van vervuilde gronden. Ook in andere dossiers willen we nog belangrijke verwezenlijkingen realiseren. Denk maar aan de afschaffing van de forfaitaire afvalbelasting, waaraan de minister-president hopelijk uit vergetelheid niet heeft gerefereerd.
Er moeten bijkomende werkgelegenheidsmaatregelen komen. De expansiesteun aan bedrijven moet duidelijker gekoppeld worden aan de werkgelegenheid. Het Vlaamse beleid moet aansluiten op het federale werkgelegenheidsbeleid. We rekenen erop dat de regering daar geld voor vrijmaakt.
Een regio met goed onderwijs, een goed sociaal vangnet en een degelijk milieubeleid is in staat om een economische winter te overleven. De beleidskeuzes in de Septemberverklaring maken dat mogelijk. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)