Verslag plenaire vergadering
Voorstel van decreet houdende maatregelen voor zonevreemde bedrijven
Verslag
Zonevreemde bedrijven
Algemene bespreking
De voorzitter : Aan de orde zijn het voorstel van decreet van de heren Lachaert, Wille en Devolder, mevrouw Guns en de heer De Gucht houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 en het voorstel van decreet van de heren Kindermans, Van Looy, Matthijs, Laurys, De Meyer en Decaluwe houdende maatregelen voor zonevreemde bedrijven, die door de commissie in samenhang werden behandeld, met dien verstande dat het voorstel van decreet van de heren Lachaert, Wille en Devolder, mevrouw Guns en de heer De Gucht als basis voor de bespreking werd genomen. Wij volgen hier dezelfde werkwijze.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Isabel Vertriest, verslaggever : Ik verwijs naar het schriftelijke verslag.
De voorgestelde regeling voor zonevreemde bedrijven sluit aan bij de ruimtelijke ordening in het buitengebied. We trachten dat op een correcte en evenwichtige wijze te doen. Na het basisdecreet van 18 mei 1999, de wijziging van 54 artikelen ervan en het decreet op de zonevreemde woningen, is het creëren van rechtszekerheid voor zonevreemde bedrijven de volgende stap.
De gemeenten beschikten reeds over gemeentelijke ruimtelijke plannen, de sectorale BPA's en de planologische attesten. Nu is er een bijkomende mogelijkheid om de problemen van de 25.000 zonevreemde bedrijven in kwetsbare en niet-kwetsbare gebieden op te lossen. Bedrijfsgebouwen in kwetsbare gebieden zullen echter niet kunnen afgebroken en opnieuw gebouwd worden of uitgebreid worden.
Door deze nieuwe regeling krijgt de administratie meer tijd om de planologische inspanningen van de gemeenten en provincies te begeleiden en echte problemen op te lossen, want ze hoeft niet elk dossier zelf te beoordelen. (Applaus bij de VLD, sp·a en AGALEV)
Door het oneigenlijk aanvragen van planologische attesten door de bedrijven, heeft dat instrument niet de verhoopte oplossing gebracht. We hopen dat door de nieuwe regeling gemeenten minder tijd moeten besteden aan onnodige procedures en meer aan ruimtelijke uitvoerings- en structuurplannen.
Door de invoering van een openbaar onderzoek wordt de kans op hinder voor omwonenden beperkt. Terecht worden de gemeenten gestimuleerd om sneller werk maken van de planning. Wij denken echter dat er bijkomende stimulansen gegeven moeten worden.
In de vorige jaren hebben wij vooral regulerend moeten optreden. Ik hoop dat wij voortaan een actief beleid kunnen voeren met aandacht voor wonen, werken en de open ruimte. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
Uiteindelijk komt er een oplossing voor de zonevreemde bedrijven. De meerderheid kon niet tot een akkoord komen. Pas toen CD&V een eigen voorstel indiende en wees op de verschillen tussen de teksten van de VLD en het zomerakkoord, was een voorstel van de meerderheid mogelijk. Tevoren beperkte men zich tot schelden onder het mom van een opendebatcultuur.
Om uiteindelijk toch een oplossing te bereiken werd de aloude Belgische wafelijzerpolitiek bovengehaald. Op die manier werden een aantal dossiers gedeblokkeerd en werd alles aan alles gekoppeld. In eufimistische termen sprak men van een zomerakkoord. De nadelen van een dergelijk akkoord zijn onder meer dat sommigen niet meer weten wat het resultaat was van de onderhandelingen, en dat anderen bepaalde toegevingen hebben gedaan zonder hun achterban te raadplegen. De synthesenota Leefmilieu en ruimtelijke ordening is daar wellicht het beste bewijs van.
Ongeacht het feit dat op 44.000 hectare kwetsbare gebieden landbouwactiviteiten plaatsvinden, wilde men een uitdoofbeleid voor al deze bedrijven. Verbouwingen zouden alleen mogelijk zijn in ruimtelijk niet-kwetsbare gebieden. De genoemde synthesenota had het dan weer over mogelijke verbouwingen in alle bestemmingsgebieden, maar dat werd in de commissie door de meerderheid zelf afgedaan als "gazettenpraat". De opeenvolging van uiteenlopende interpretaties ging nog even door. De vraag die men bij dit akkoord kan stellen is, wie nu wie bedrogen heeft binnen de meerderheidspartijen. Ik weet dat het moet lijken alsof alle plooien weer gladgestreken zijn maar de feiten wijzen toch op iets anders.
De CD&V-fractie heeft haar verantwoordelijkheid genomen en heeft op 8 mei 2002 een voorstel van decreet neergelegd. Terwijl de minister-president ons vorige week nog verweet dat we geen alternatieven aanbrachten, stellen we nu vast dat de meerderheid er zelf niet meer uitraakte. De VLD heeft, ten einde raad, zelf een voorstel van decreet neergelegd, zonder dat er in de regering een akkoord bereikt was.
Het getuigt van onbehoorlijk bestuur alsmen in de commissie telkens maar cruciale veranderingen aanbrengt aan belangrijke regelgevingen. Dat gebeurde zelfs zonder dat men het advies van de Raad van State vroeg. Want plots was alles dringend, terwijl men het dossier jaren heeft laten aanslepen. De verantwoordelijkheid om tot een snelle oplossing te komen, wordt dan nog bij de oppositie gelegd. Van diezelfde oppositie verwacht men trouwens dat ze afstand doen van de wettelijk vastgelegde reflectieperiode en van een advies van de Raad van State. Ieder jaar worden trouwens op deze manier, vlak voor het zomerreces, een aantal belangrijke decreten door het parlement gejaagd. Achteraf moeten er dan telkens een aantal fouten en anomalieën rechtgezet worden. Kenschetsend hiervoor is het decreet over de zonevreemde woningen van 10 juli 2001.
Het ontwerp van decreet voor de zonevreemde bedrijven is inderdaad een stap in de goede richting. Een aantal problemen blijven echter onopgelost. Samen met collega Lachaert hebben we vastgesteld dat het sectoraal bijzonder plan van aanleg en het planologisch attest theoretisch werkbare instrumenten zijn. Uit de praktijk blijkt echter dat slechts een klein gedeelte van de problemen van de zonevreemde bedrijven erdoor wordt opgelost.
Toch wordt het planologisch attest door de meerderheid uitgeroepen tot het ultieme instrument om uitbreidingsmogelijkheden te creëren voor zonevreemde bedrijven. Unizo is daar echter niet onverdeeld gelukkig mee en stelt dat de procedure voor het planologisch attest aanzienlijk verzwaard werd. Aan de belofte tot een administratieve vereenvoudiging werd niet tegemoetgekomen.
Door te stellen dat er geen planbaten moeten betaald worden als men een bouwvergunning krijgt, draait men de burgers een rad door de ogen.
We moeten weten wat we willen. Indien we langs een vergunningenbeleid de mogelijke uitbreiding van een bedrijf mogelijk maken, moeten we, in de procedure een kwaliteitsvolle bewaking inschrijven, met name bij de aanvraag van het planologisch attest. Dat doen we door een openbaar onderzoek te laten plaatsvinden en advies te vragen aan de provinciale, gemeentelijke of Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening. Op basis van dat laatste worden dan het attest en de vergunning verleend.
Nadien volgt dan, in het kader van de planologische regularisatie van het bijzonder plan van aanleg van het bedrijf, de verdere afhandeling van het dossier.
In ieder geval was deze manier van werken de enige mogelijke wijze om een ordentelijk vergunningsbeleid te koppelen aan de noodzakelijke planologische afweging.
- De heer Johan De Roo, eerste ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Wat Unizo beweert is niet correct. Vooreerst is er maar een planologisch onderzoek nodig.
In het vorige decreet werd ook geen definitieve oplossing geregeld voor zonevreemde woningen en bedrijven.
Op het terrein blijft men twijfels hebben over het planologisch attest. Heel wat kleinere bedrijven kennen de regelgeving niet of nauwelijks, of kunnen ze gewoonweg niet toepassen.
Het hoofdprobleem van het planologisch attest is dat een derde van de bedrijven - zij die niet vergunningsplichtig zijn - er geen beroep op kan doen. Het gebeurt immers al te vaak dat een bedrijf een positief planologisch attest ontvangt dat later wordt tegengesproken door de administratie. Dit was niet langer werkzaam.
Blijkbaar is het zo dat, hoe moeilijker de administratie doet, hoe meer men decretaal moet wijzigen. Dat is een belangrijke les. Wij hopen in elk geval op een mentaliteitswijziging.
Voor de meerderheid is het, door de heirkrachtregeling, niet mogelijk om te herbouwen in ruimtelijk kwetsbare gebieden. Een boerderij in een natuurgebied zou bijvoorbeeld na een brand moeten verdwijnen.
Het CD&V-voorstel wil de verwevenheid van economische activiteiten in het buitengebied rechtszekerheid bieden. Als een functie zonder vergunning werd gewijzigd na 17 juli 1984, behoort een regularisatie volgens het voorstel van de VLD niet tot de mogelijkheden. Daardoor bestaat er geen oplossing voor duizenden zonevreemde activiteiten. CD&V stelt voor om de activiteiten die verweefbaar zijn en niet hinderlijk voor de hoofdfunctie van de zone, bij decreet toe te staan.
Wij dienen ook in deze plenaire vergadering amendementen in die de zonevreemde bedrijven meer rechtszekerheid kunnen bieden. We vragen de meerderheid ze grondig te overwegen. (Applaus bij CD&V)
Het Vlaams Blok is blij dat er een degelijke oplossing wordt geboden voor de rechtsonzekerheid waarin de zonevreemde bedrijven verkeren. Vooral de opname van de zonevreemde bedrijven in kwetsbare gebieden heeft ons overtuigd. De goedkeuring van dit voorstel van decreet door het Vlaams Blok impliceert nog niet dat onze partij deze problematiek niet zal blijven opvolgen. Wij zullen daarbij vooral aandacht besteden aan de bedrijven die in dit voorstel van decreet nog uit de boot vallen. (Applaus bij het VB)
Bij de totstandkoming van dit decreet waren er heel wat onverwachte wendingen en moesten heel wat misverstanden uit de wereld worden geholpen, met een goed compromis als resultaat. Dit compromis kadert inderdaad in het zomerakkoord.
Een vergelijking met het decreet op de zonevreemde woningen leert ons dat het Vlaams Parlement een duidelijke lijn volgt. Zij wil een pragmatische oplossing bieden voor de bestaande problemen, zonder daarin te overdrijven. Bij het beluisteren van de argumentatie van CD&V stelde ik me immers de vraag of deze partij nog wel voorstander is van het bestaan van een ruimtelijke ordening. Dat Unizo en de vereniging van eigenaars van zonevreemde woningen opkomen voor hun rechten, is begrijpelijk. Politici hebben intussen de taak uit te leggen hoever een decreet kan gaan. En een oplossing voor iedereen behoort jammer genoeg niet altijd tot de mogelijkheden.
Dit voorstel van decreet streeft op een goede en nuchtere manier een evenwicht na tussen individuele belangen en het algemeen belang. Het is goed dat er duidelijke regels komen, die ook daadwerkelijk zullen worden toegepast. Sp·a zal dit voorstel van decreet dan ook goedkeuren. (Applaus bij VLD, sp·a, en AGALEV)
We hebben een lange weg afgelegd om dit voorstel van decreet hier te kunnen voorleggen. Een van de eerste problemen waarmee we werden geconfronteerd, is het gebrek aan statistische kennis over de problemen in de praktijk. Met het strategische plan hebben we geprobeerd de problemen duidelijk te omlijnen, om daarna naar oplossingen op zoek te gaan.
Het is voor iedereen duidelijk dat de rechtsonzekerheid van 23.000 Vlaamse bedrijven onaanvaardbaar is. Ik dank de commissie voor Ruimtelijke Ordening dan ook dat ze haar verantwoordelijkheid heeft opgenomen. Na de unanieme goedkeuring van het voorstel van decreet op de zonevreemde woningen, zal nu ook dit voorstel van decreet voor de zonevreemde bedrijven unaniem kunnen worden goedgekeurd.
Met dit voorstel proberen we economische en ecologische belangen te verzoenen. De meerderheid heeft ervoor willen zorgen dat de zonevreemde bedrijven rechtszekerheid krijgen op het gebied van de instandhouding, verbouwing of herbouwing van hun bedrijf. Uitbreiding kan enkel na een ruimtelijke afweging binnen een planologische visie. Alles werd daarom in het werk gesteld om van het planologisch attest een goed instrument te maken om deze bedrijven op korte termijn rechtszekerheid te kunnen bieden.
Het zogenaamde zomerakkoord is een synthesenota over de bevoegdheidsdomeinen Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu. In deze prioriteitennota spreken we af welke regelingen prioritair zullen worden behandeld. Zo staat bijvoorbeeld het decreet op het integrale waterbeheer hoog op het lijstje. Met deze nota willen we een slingerbeweging vermijden: these en antithese moeten leiden tot synthese.
De voorbije vier jaar werden er ongelooflijk veel voorbereidende planologische werkzaamheden verricht, die nu hun vruchten zullen beginnen af te werpen. De administratie Planologie werd versterkt en er werd werk gemaakt van de administratieve vereenvoudiging.
Ik treed de heer Tobback bij dat het niet de opdracht van de decreetgever is om een oplossing voor iedereen uit te werken. Met dit voorstel van decreet streven we een verzoening na van het individueel eigendomsrecht met het algemeen belang, met voldoende oog voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Wat we kunnen oplossen, zullen we oplossen. Wat we niet kunnen oplossen, zal op termijn moeten verdwijnen. (Applaus bij de VLD, sp·a en AGALEV)
Als de synthesenota een prioriteitennota is, had de regering haar eigen meerderheid daarover vooraf moeten inlichten. Hoe democratisch is zo'n prioriteitennota overigens als die enkel door de regering is geschreven?
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet van de heren Lachaert, Wille en Devolder, mevrouw Guns en de heer De Gucht houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 en van het voorstel van decreet van de heren Gerald Kindermans, Jef Van Looy, Erik Matthijs, Jan Laurys, Jos De Meyer en Carl Decaluwe houdende maatregelen voor zonevreemde bedrijven, die door de commissie in samenhang werden behandeld, met dien verstande dat het voorstel van decreet van de heren Lachaert, Wille en Devolder, mevrouw Guns en de heer De Gucht als basis voor de bespreking werd genomen. Wij volgen hier dezelfde werkwijze.
- De stemmingen over de amendementen op de artikelen 6 en 7 en over de artikelen 6 en 7 worden aangehouden.
- De stemming over het amendement tot invoeging van een nieuw artikel 7bis wordt aangehouden.
- De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.