Verslag plenaire vergadering
Verslag
Wijziging van het decreet op het natuurbehoud
Algemene bespreking
De voorzitter : Aan de orde is het voorstel van decreet van mevrouw Vertriest en de heren Maes, Lachaert en Bex houdende wijziging van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, van het bosdecreet van 13 juni 1990, van het decreet van 16 april 1996 houdende de bescherming van landschappen, van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van wet zoals aangevuld door de wet van 11 augustus 1978 houdende bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaamse Gewest, van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, waarvan het opschrift door de commissie werd gewijzigd als volgt : "voorstel van decreet houdende wijzigingen van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, van het bosdecreet van 13 juni 1990, van het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van wet zoals aangevuld door de wet van 11 augustus 1978 houdende bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaamse Gewest, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en van de wet betreffende de politie over het wegverkeerd, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968."
De algemene bespreking is geopend.
De heer Jef Van Looy, verslaggever, verwijst naar het schriftelijk verslag.
,verslaggever : De commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening besprak dit voorstel van decreet gedurende zes vergaderingen in de periode februari tot juni 2002. De adviezen van SERV, MINA-raad en Raad van State werden ingewonnen, hoorzittingen werden georganiseerd. Op 20 juni vond de eindstemming plaats.
De debatten over dit technische en moeilijke decreet verliepen in een constructieve sfeer, ondanks de grote impact in de praktijk. Het voorstel van decreet wijzigt het decreet op het natuurbehoud. Het bevat twee delen : de operationalisering van het Vlaamse Ecologische Netwerk en de integratie van de Europese natuurrichtlijnen.
Het is de bedoeling te komen tot een geïntegreerd natuurbeleid met natuurwinst op het terrein en de bescherming van de biodiversiteit. Het voorstel van decreet moet tevens een antwoord bieden op vragen van de Europese Commissie over de omzetting van de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn.
Doordat we het decreet inzake natuurbehoud wijzigen, zetten we alles ineens om. Op die manier zullen we alle toekomstige omzettingen vlot kunnen integreren.
Het Vlaams Ecologisch Netwerk realiseert een meerwaarde voor de natuur, verhoogt de rechtszekerheid voor de burger en verhoogt de maatschappelijke steun. Bij de afbakening van de GEN (grote eenheid natuur) en GENO (grote eenheid natuur in ontwikkeling) proberen we verwarring met de ruimtelijke ordening te vermijden. Eigenaars en gebruikers die de milieu- en natuurkwaliteit verhogen, worden daar voortaan voor beloond.
De natuurrichtplannen - de algemene visie - worden verbeterd door de invoering van natuurprojectovereenkomsten. Deze laten eigenaars toe de algemene visie mee uit te voeren. Eigenaars en gebruikers worden betrokken bij de opmaak van de plannen. Verkooprecht en uitruilmogelijkheden worden eveneens geactualiseerd.
Voorts worden enkele maatregelen uit de Habitat- en Vogelrichtijnen ingevoerd. Het voorstel van decreet is een antwoord op de ingebrekestelling van 1 juli 1999 en het met redenen omklede advies van 10 februari 2000van de Europese Commissie.
Door natuurlijke habitats, fauna en flora in stand te houden wil de Habitatrichtijn de Europese biodiversiteit beschermen. Daartoe worden speciale beschermingszones, het zogenaamde Natura 2000-netwerk, afgebakend waarbinnen bescherming, preventie en herstel mogelijk wordt. Toch dient daarbij rekening te worden gehouden met alle economische, sociale en culturele vereisten. Op analoge manier probeert de Vogelrichtlijn alle natuurlijke in het wild levende vogelsoorten in stand te houden.
Dit voorstel van decreet regelt de bescherming, instandhouding en herstel van de natuurlijke habitattypes en leefgebieden. Het regelt ook maatregelen die de kwaliteit beschermen en storing vermijden.
Artikel 6 van de Habitatrichtijn regelt het behoud en beheer van de speciale beschermingszones. Het legt de relatie vast tussen natuurbehoud en bodemgebruik. Het eerste lid voorziet in positieve en pro-actieve ingrepen. Het tweede bepaalt dat kwaliteitsverlies vermeden moet worden. Het derde en het vierde lid regelen alle plannen en projecten die gevolgen kunnen hebben voor het Natura 2000-netwerk.
Nogal wat soorten leven in agrarisch gebied en het is uiteraard niet de bedoeling van alle leefgebieden een natuurreservaat te maken. Landbouwers kunnen wel gestimuleerd worden om mee te werken. Omdat in elke vergunnings- of toestemmingsprocedure rekening moet worden gehouden met de Vogel- en Habitatrichtijn verandert dit voorstel van decreet meerdere decreten.
De belangrijkste nieuwe principes zijn de ruime consultatie, de schadevergoeding voor te derven inkomsten en de verplichting voor de overheid om gebieden aan te kopen bij groot inkomstenverlies. Door middel van beheerscontracten gaan de eigenaars hun gebieden natuurvriendelijker beheren.
Voor wat de talrijke amendementen betreft, verwijs ik naar het schriftelijk verslag. Het geamendeerde voorstel van decreet werd met 8 stemmen tegen 5 goedgekeurd. (Applaus)
De Vlaamse natuur gaat erop achteruit en raakt meer en meer versnipperd. Maar omdat de natuur belangrijk is om kwaliteitsvol te leven, moeten we haar koesteren. Dat is het doel van dit voorstel van decreet. Dat we daar totnogtoe niet in zijn geslaagd komt door een gebrek aan efficiënte instrumenten. Het tweejaarlijkse Natuurrapport toont dat perfecte aan. Zelfs in specifieke beschermingszones gaat de kwaliteit van de natuur achteruit als gevolg van een gebrekkige bescherming.
Een betere juridische bescherming van de natuur in Vlaanderen is noodzakelijk. Het gaat daarbij zowel om de implementatie van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn als om diverse andere wijzigingen aan de wetgeving.
Dit voorstel van decreet is dus in de eerste plaats gericht op de uitvoering van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Dat willen we doen door één globale wijziging van het natuurdecreet.
De termijn voor de omzetting van de Habitatrichtlijn in het intern recht van de lidstaten verliep reeds in juni 1994. België werd begin 2000 door de Europese Commissie in gebreke gesteld voor de onvolledige en niet correcte omzetting van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn.
Acht jaar later is er nu een voorstel van decreet voor de implementatie van deze twee belangrijke natuurrichtlijnen. Daarnaast moeten ook het natuurdecreet en tal van andere wetgevingen worden aangepast. Wij vragen dat de minister het advies van de Raad van State zou volgen en deze bijkomende wijzigingen decretaal zou verankeren.
Dit voorstel van decreet realiseert ook enkele bijkomende aanpassingen van het natuurdecreet. Ook in de andere groengebieden wil het de natuur effectief beschermen.
Bovendien leidt het tot procedurele vereenvoudiging en afstemming met het ruimtelijk beleid. Voorbeelden zijn de aanpassingen aan het afbakeningsproces van VEN en IVON, de regeling van de toegankelijkheid van de natuurreservaten en de natuurvergunning en -inrichting.
Het regeerakkoord stelt dat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), dat voorziet in 10.000 hectare ecologisch verantwoorde bosuitbreiding en 38.000 hectare extra natuurgebied, en het decreet natuurbehoud volledig moeten worden gerealiseerd. Die doelstellingen moeten worden geconcretiseerd in groene gewestplanwijzigingen en in de uitvoering van natuurrichtplannen.
De decretale onderbouwing van de natuurvergunningsplicht voor wijziging van vegetatie en van kleine landschapselementen is een gevolg van de schrapping in het decreet ruimtelijke ordening en staat niet los van de implementatie van de vogel- en habitatrichtlijn.
Een eerste reeks wijzigingen heeft te maken met de afbakening van het VEN dat dit jaar van start zal gaan. Voor elke afbakening zal een openbaar onderzoek worden georganiseerd. De afbakeningen van het decreet natuurbehoud worden beter afgestemd op die van het decreet ruimtelijke ordening. Vanuit beide bevoegdheidsdomeinen kunnen GEN's en GENO's worden afgebakend, die samen het Vlaams Ecologisch Netwerk vormen. In het voorstel van decreet wordt trouwens een harmonisering doorgevoerd van de maatregelen die de overheid kan nemen om de natuur beter te beschermen. Er wordt een decretale basis uitgewerkt opdat burgers en specifieke doelgroepen van de overheid een vergoeding kunnen ontvangen voor maatregelen die de natuur ten goede komen. Voor grondeigenaars die gronden hebben in het VEN kan er worden voorzien in fiscale tegemoetkomingen.
De natuurverenigingen, grondeigenaars en grondgebruikers zullen ook nauw betrokken worden bij de opmaak van de natuurrichtplannen die de maatregelen ten behoeve van natuurbehoud zullen vastleggen per GEN, GENO, speciale beschermingszone of natuurverwevingsgebied.
Ook het instrument van de natuurinrichting dat met specifieke inrichtingsmaatregelen de natuur moet herstellen, wordt geoptimaliseerd.
Dit voorstel van decreet moet een duidelijke decretale basis scheppen om de instandhoudingsdoelstellingen in de vogel- en de habitatrichtlijn te realiseren. Het biedt een antwoord op de opmerkingen van de Europese Commissie.
Een speciale beschermingszone, dus een vogelrichtlijn- of een habitatgebied, is niet gelijk te stellen met een natuurreservaat. De richtlijn stelt wel dat de lidstaat in deze speciale beschermingszones passende maatregelen dient te nemen om de bescherming van bepaalde Europees belangrijke habitattypes mogelijk te maken. Hetzelfde geldt voor de leefgebieden van een aantal te beschermen soorten. Dit wordt nu ook in de Vlaamse wetgeving verankerd.
Voor vergunningsplichtige activiteiten of voor plannen die een betekenisvolle aantasting van de beschermingszones veroorzaken, wordt een beoordelingsprocedure uitgewerkt. De overheid kan haar vergunning slechts toekennen indien er de natuurlijke kenmerken van de beschermingszone niet op betekenisvolle wijze worden aangetast. Hiervan kan alleen worden afgeweken om redenen van groot openbaar belang. In dat geval zijn compenserende maatregelen noodzakelijk. De beoordeling zal zoveel mogelijk gebeuren binnen de MER-procedure. Zo niet wordt het advies gevraagd van de afdeling Natuur van Aminal.
In het voorstel van decreet werd ook een procedure uitgewerkt voor de afbakening van nieuwe habitat- of vogelrichtlijngebieden die nog niet werden aangemeld bij de Europese Commissie.
Dit is een groen decreet. Ik wil de mede-indieners danken voor het vele werk dat ze de afgelopen zes maanden hebben verricht. Het komt tegemoet aan de vraag van vele Vlamingen. Het biedt de kans aan diverse geledingen van de samenleving om mee te werken aan een Vlaams ecologisch netwerk. In de buitengebieden willen we de verschillende actoren namelijk gezamenlijk laten werken aan de verbetering van de natuurkwaliteit. We maken de stap van een fragmentarisch naar een integraal, doeltreffend en gedragen natuurbeleid, een oude eis van de natuurverenigingen. Dit decreet kan Vlaanderen kleurrijker maken. (Applaus bij VLD, sp·a en AGALEV).
Aan dit voorstel van decreet hebben we zes maanden lang gewerkt. Het is geen gemakkelijk document geworden. Het voorstel dat de heren Maes en Timmermans enkele jaren geleden hebben ingediend, hebben we als sneuveltekst gebruikt. We hebben het geactualiseerd en we hebben aanpassingen doorgevoerd op basis van de opmerkingen van de administratie. De tekst werd ook door diverse adviesgroepen geëvalueerd. We hopen dan ook dat de tekst legistiek in orde is.
Dit voorstel heeft de verdienste dat er eindelijk en standpunt wordt ingenomen in deze materie. De omzetting van de vogel- en de habitatrichtlijn duldt inderdaad geen uitstel meer. We lopen immers het risico van een Europese veroordeling, wat ons veel geld zou kosten en ons milieu-imago nog meer zou schaden. Dit voorstel regelt ook de afbakening van de GEN- en GENO-gebieden. Ook een aantal andere decreten die verband houden met de wijziging van het natuurdecreet, werden aangepast.
Dit voorstel van decreet realiseert de afstemming tussen de afbakening van het VEN en de regelgeving inzake ruimtelijke ordening. Het primaat van de ruimtelijke ordening moet behouden blijven. Na de afbakeningen inzake ruimtelijke ordening kunnen op basis van het decreet natuurbehoud de instrumenten van bescherming, inrichting en beheer worden ingezet. Daarmee is de rechtszekerheid gevrijwaard.
Belangrijk is ook de oprichting van een arbitragecommissie waarin ook eigenaars en gebruikers zijn opgenomen. Daardoor wordt het democratisch karakter van de beslissingen verhoogd en kan er een consensus- in plaats van een conflictmodel worden gecreëerd.
Om soepel te kunnen inspelen op de noden van eigenaars en gebruikers, wordt het voorkooprecht van de overheid decretaal verankerd en komen er ruilmogelijkheden op basis van de ruilverkaveling.
De tweede doelstelling van het voorstel van decreet is de omzetting van de Europese richtlijnen. Bij de maatregelen die in dit kader moeten worden genomen, moet rekening gehouden worden met economische, sociale en culturele noden, en met lokale en regionale elementen. In het kader van de uitvoering van de habitat- en vogelrichtlijn worden speciale beschermingszones aangewezen.
Dit voorstel van decreet is geenszins een aanslag op de landbouw, hoewel sommigen dat zo proberen voor te stellen. De landbouwer wordt meer en meer een partner in het natuurbeheer. Het is niet de bedoeling om van het leefgebied van alle beschermde soorten een reservaat te maken. Wel moeten er stimulerende maatregelen worden genomen om landbouwers ertoe aan te zetten om maatregelen te nemen om de overleving van de soorten te waarborgen.
Bij de afbakening van de gebieden worden alle actoren geraadpleegd. Bij inkomensverlies zal een schadevergoeding worden toegekend. Via beheersovereenkomsten wordt het natuurvriendelijk beheer door de eigenaars zelf gestimuleerd.
Enkele belangrijke principes die door mijn fractie worden verdedigd werden in dit voorstel van decreet opgenomen : een afbakening op basis van objectieve criteria waarbij de ruimtelijke ordening centraal staat; een ruime consultatie van alle partijen; de oprichting van aan arbitragecommissie; een schadevergoedingsregeling; het gebruik maken van instrumenten zoals ruilverkaveling, natuurprojecten en beheersovereenkomsten. Mijn fractie zal dit voorstel van decreet dan ook goedkeuren. (Applaus bij de VLD, sp·a en AGALEV)
Na de goedkeuring van het Duinendecreet en het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wordt vandaag een derde historische stap gezet voor het natuurbehoud in Vlaanderen. De wetgeving inzake natuurbehoud wordt aangevuld, gemoderniseerd, maar vooral gedemocratiseerd. Daardoor wordt een kader gecreëerd voor een breed maatschappelijk draagvlak.
Een toegankelijke natuur voor elke burger is voor sp·a een basisrecht. Ik ben dan ook blij dat mijn partij bij elk van de drie historische stappen een zeer belangrijke invloed heeft kunnen uitoefenen. Het huidige voorstel van decreet is sterk geïnspireerd op het voorstel van decreet met betrekking tot de implementatie van de vogel- en habitatrichtlijn, dat door sp·a reeds in november 2000 bij dit parlement werd ingediend. Ik ben blij dat de regeling inzake de natuurrichtplannen werd verbeterd, onder invloed van mijn fractie.
Het instrument van de natuurinrichting zal een sleutelelement worden voor de realisatie van een meer kwaliteitsvolle natuur in Vlaanderen. De voorbeeldfunctie die de overheid in dit verband moet hebben wordt decretaal verankerd : aan de administratieve overheden wordt de verplichting opgelegd om maatregelen te nemen tot instandhouding van de natuur in het kader van de vogel- en habitatrichtlijn.
Dit voorstel van decreet is geen eindpunt. Er moet werk gemaakt worden van de bescherming van specifieke gebieden, bijvoorbeeld de kustpolders.
Dit voorstel van decreet is een zeer belangrijke stap voor het effectief instandhouden en beschermen van de natuur in Vlaanderen. (Applaus bij de VLD, sp·a en AGALEV)
Het natuurdecreet van 1997, dat eenparig goedgekeurd werd, respecteert een evenwicht tussen landbouw en natuur. Na de ingebrekestelling door Europa, waarin gesteld werd dat Vlaanderen niet voldoet aan de habitatrichtlijn, moest er inderdaad ingegrepen worden. We keuren de werkwijze echter af. Het voorstel van decreet is eigenlijk geschreven door een Gentse hoogleraar, die werd bijgestaan door een aantal natuurverenigingen. Die verenigingen liggen daarenboven aan de basis van tal van amendementen.
Na een korte toelichting van mevrouw Vertriest, werden de leden van de commissie verondersteld het voorstel snel goed te keuren. Voor de meerderheid is het parlementaire werk duidelijk ballast. Er werd nauwelijks antwoord gegeven op de opmerkingen of vragen van CD&V. De heer Lachaert verwees enkel naar overleg in de meerderheid, maar gaf daarover geen nadere uitleg.
Het is niet duidelijk waarom de heer Matthijs zo weinig zei tijdens de vergaderingen van de commissie. Ging hij akkoord of was het te moeilijk?
Paars-groen wil macht zonder inspraak. Op verzoek van CD&V werd de Raad van State geraadpleegd en kwamen er hoorzittingen. Men hield geen rekening met de aanbevelingen van de SERV en de landbouworganisaties. De VLD bewees de groenen een wederdienst : zij hebben immers de regeling voor de zonevreemde woningen en bedrijven geslikt. De heer Van Looy lanceerde redelijke voorstellen, die hautain van tafel werden geveegd.
De Raad van State vindt dat de Vlaamse regering door dit ontwerp een te ruime delegatie van bevoegdheden krijgt. Hij wijst er ook op dat er geen schaderegeling is voor de beperking van het eigendoms- en gebruiksrecht. Volgens de raad zal dat de toets met het gelijkheidsbeginsel niet doorstaan. In andere decreten is er immers wel in een regeling voorzien, onder meer de planschade bij het decreet op de ruimtelijke ordening, de regeling in het decreet over de landschapszorg en in het decreet over het natuurbehoud. De voorrang van de ruimtelijke ordening wordt opgeheven en de rechtszekerheid van eigenaars en gebruikers aangetast.
De speciale beschermingszones werden bepaald zonder inspraak. Het gaat onder meer over 60.000 hectare landbouwgebied. In het wijzigingsdecreet wordt gesteld dat in deze zones werken en handelingen die overeenstemmen met de ruimtelijke bestemming kunnen worden verboden of beperkt. Natuurreservaten in de agrarische gebieden, gelegen in de speciale beschermingszones, kunnen worden erkend zonder advies over de landbouw- en natuurwaarde. Daarenboven kan men gelijk waar natuurinrichtingsprojecten uitvoeren.
De meerderheid brengt de ruimtebalans uit evenwicht zonder goede vergoedingsregelingen voor eigenaars en gebruikers maar met subsidies en premies voor de groene vrienden. In de habitatrichtlijn staat dat het beginsel dat de vervuiler betaalt bij de natuurbescherming slechts beperkt kan worden toegepast.
Men zal blijven werken met geel-groene gebieden, die door de reglementering groen worden. Die gebieden zijn onwettelijk omdat ze volgens het KB van 28 december 1972 niet kunnen worden afgebakend.
Volgens het Europese verdrag moeten de lidstaten bij het uitstippelen van hun milieubeleid rekening houden met de beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens, de milieuomstandigheden, de voordelen en lasten van het optreden of niet-optreden, de economische en sociale ontwikkeling van de gemeenschap en de regio's. Maatregelen die verder gaan dan wat Europa voorstelt, moeten in overeenstemming zijn met het verdrag en ter kennis gebracht worden van de Commissie.
De meerderheid wil nu een voorloper zijn op gebied van natuurbeleid zonder rekening te houden met het verstedelijkt karakter van het Vlaamse Gewest. Dat kan concurrentieverstorend werken zonder evenredige baten voor het milieu. In verstedelijkt gebied staan landbouw- en natuurgebieden onder druk. De landbouw verliest steeds meer ruimte zonder planschaderegeling.
Dit komt neer op een brutale onteigening.
Ik heb de heer Matthijs gehoord in de commissie. De vogelrichtlijn dateert van 1999 en de habitatrichtlijn van 1998.
Voor de landbouwer wordt er in het nieuwe decreet niet eens een degelijke aankoopregeling voorzien.
Dit alles betekent echter niet dat wij terugwillen naar de tijd van het onbeperkt en overvloedig bemesten van de grond. Wij zeggen niet dat de landbouwgrond enkel de landbouw toebehoort en er geen zorg voor de natuur moet zijn.
De kritiek van collega Matthijs is grotendeels onterecht. Het openbaar onderzoek zou immers met terugewerkende kracht kunnen plaatsvinden. In de oorspronkelijke decreet was deze retroactiviteit niet voorzien. Wij boden een oplossing voor dat hiaat. Ik ben dus verwonderd dat CD&V ons hierbij niet volgt.
Verder zou ik de heer Matthijs toch willen vragen om de zaken niet op de spits te drijven. De beschikbare ruimte in Vlaanderen moet op een evenwichtige manier gebruikt worden zodat de bio-diversiteit alle kansen kan krijgen.
Er werden diverse ondersteunende maatregelen uitgewerkt. Zo kunnen de eigenaars van private gronden rekenen op financiële ondersteuning en werd er voorzien in een verplichte overkoop door het gewest. Ook is er een decreet voor de grondbank in de maak.
Het decreet op natuurbehoud voorziet, op een manier die het minste weerstand kan opwekken van eigenaars en gebruikers, in de bescherming van 125.000 hectare ven. Ik zou dan ook willen dat men de ogen niet sluit voor de positieve elementen van het voorstel van decreet. (Applaus bij de meerderheid)
Er werden inderdaad verbeteringen aangebracht maar men moet alle sectoren raadplegen.
Wij zeggen dat landbouw, in agrarisch gebied, de hoofdfunctie moet zijn. De landbouw respecteert de milieunormen en doet aan landschapsintegratie. Het decreet gaat hieraan echter voorbij.
De landbouwer weet niet waar hij de volgende jaren aan toe is. De afbakening van de agrarische structuur wordt pas voor 2007 voorzien. Pas dan zal de impact van het decreet duidelijk zijn.
Het verlies aan landbouwgronden en het inkomensverlies door de bijkomende maatregelen is niet te schatten.
Dit decreet zou een bescherming zijn voor vogels en habitats. De artikels die de vogel- of habitatrichtlijn integreren in het decreet keuren wij goed. Alles wat verder gaat keuren wij af. De voorstellen zijn immers een bedreiging voor de landbouwsector. Hiervoor hebben we drie gegronde redenen.
Vooreerst eisen we dat de extra beperkende maatregelen worden weggelaten. Hierover moet er, nadat de natuurlijke en agrarische structuur werd afgebakend, verder onderhandeld worden.
Verder eisen we dat aantoonbaar inkomens- en waardeverlies wordt vergoed.
Tenslotte negeert de regering haar eigen sociaal-economische partners.
Wij pleiten er dan ook voor dat landbouw en natuur niet blijvend tegenover elkaar zouden geplaatst worden. Vroeg of laat moet er toch een samenwerking komen tussen de landbouw- en natuursector.
Het aangekondigde offensief van de natuursector past niet in dit denkkader. Dit decreet evenmin. (Applaus bij CD&V)
De inbreng van CD&V in de commissie werd gewaardeerd. Het zou onterecht zijn te stellen dat alles door de strot geduwd werd. Men zorgde ervoor dat er een degelijk debat kon komen over het advies van de Raad van State.
Dit wordt trouwens bewezen door het feit dat er door de meerderheid zeker 65 amendementen werden ingediend. (Applaus bij de meerderheid)
Ik heb ook nooit beweerd dat alles in een drafje werd afgehandeld. Oorspronkelijk was het echter wel de bedoeling om alles zo snel mogelijk door het parlement te jagen. Onze tussenkomsten zorgden er echter voor dat er een echt debat kwam.
In de discussie van vandaag moet men zich afvragen of men nog een landbouw in Vlaanderen wil en zo ja welke. Deze vraag wordt echter niet meer door de meerderheid gesteld.
Collega Denys stelde dat hij elk voorstel en ontwerp van decreet zou toetsen aan de rendabiliteit van de landbouw in Vlaanderen. Hij heeft het debat echter overgelaten aan zijn collega Lachaert.
Dit voorstel van decreet zal repercussies hebben op de rendabiliteit van de Vlaamse landbouw.
Dit voorstel van decreet zorgt, door de invoering van beheerscontracten, precies voor nieuwe kansen voor de landbouw. De kritiek van CD&V op deze contracten verwondert mij dan ook ten zeerste. (Applaus bij de VLD)
Ik noteer dat de heer Denys zich hier opwerpt als de grote verdediger van de beheerscontracten.
De landbouw is de speelbal van mensen die hun politiek gelijk willen halen en enkel electorale belangen dienen. Het is nochtans duidelijk dat men geen twee heren kan dienen : de bevoegdheidsdomeinen Leefmilieu en Landbouw geven vaak aanleiding tot conflictsituaties, waarbij Landbouw steeds als verliezer uit de strijd komt. Ik verwijs naar de website van de heer Denys, waarop we kunnen lezen dat hij de groene minister respecteert, maar dat een landbouwbeleid niet mag worden herleid tot een milieubeleid. Landbouw is nog steeds een economische sector, wat zich ook moet vertalen in de bevoegdheidsverdeling.
In het verleden konden we veel tegenstrijdige uitspraken noteren over de landbouwsector, zeker uit de mond van liberale politici. Maar intussen blijft de sociaal-economische studie over de toekomst van de landbouwsector in Vlaanderen uit. Men pleit wel voor een duurzame landbouw, maar de boeren vragen zich af of de Vlaamse regering nog wel een landbouwsector wil. Denk maar aan de bestemming van de agrarische gebieden, die volledig wordt uitgehold.
We moeten een duidelijk onderscheid maken tussen de bestemming van de agrarische gebieden en het agrarisch gebruik. Het is zo al ingewikkeld genoeg. In de groengebieden met zogenaamde zonevreemde landbouw willen we beheerscontracten afsluiten om ervoor te zorgen dat de natuur er op zijn minst in de huidige toestand blijft bewaard.
Het pleidooi van de heer Wymeersch verwondert me een beetje : in de commissie heb ik hem geen enkele technische of inhoudelijke opmerking horen maken. Het is gemakkelijk om in openbare zitting kritiek te spuien, maar welke oplossing schuift u dan wel naar voor voor de vertaling in de praktijk van de habitat- en vogelrichtlijn?
Zowel bij het begin als op het einde van de commissiewerkzaamheden heb ik opgemerkt dat men dit voorstel van decreet op twee manieren kan benaderen. Men kan zoals CD&V de inhoud proberen bij te sturen, of men kan het voorstel principieel afwijzen. Wij hebben voor de tweede benadering gekozen, waardoor technische en inhoudelijke bespiegelingen in de commissie niet meer aan ons waren besteed.
De honger naar landbouwgrond is groot in een gebied dat met 500 inwoners per vierkante kilometer met een grote druk van verstedelijking te kampen heeft. Het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen bepaalt dat 750.000 hectare moet worden afgebakend voor de beroepslandbouw. Hoever staat het daarmee? In De Morgen las ik dat de heer Sannen van mening is dat niet mag worden geraakt aan de ruimtebalansen uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Hij begrijpt de VLD-uitspraken dat het RSV neerkomt op een dictatuur van de planologen niet. Wanneer zal Agalev werk maken van de afbakening van de landbouwgebieden? Daar wordt niet over gesproken, wel over de natuurcompensaties.
Bij het leggen van een puzzel kan het best in een bepaalde volgorde worden gewerkt. Bij de afbakeningsprocedures concentreren we ons eerst op de stedelijke afbakeningen en de afbakening van de VEN-gebieden. De afbakening van de landbouwgebieden zal daar logisch uit voortvloeien. De eerste veertien ruimtelijke uitvoeringsplannen werden opgesteld, tegen het einde van het jaar moeten er 104 zijn afgewerkt.
Het is verkeerd de bevoegdheden Landbouw en Milieu tegen mekaar te willen uitspelen. Als we daadwerkelijk iets willen bereiken in de praktijk, zullen we in de bevoegdheidsdomeinen Ruimtelijke Ordening, Landbouw en Leefmilieu net heel goed moeten samenwerken.
De minister zal na de afbakening van de steden en de VEN-gebieden kijken wat er rest voor de landbouw. Wij willen kijken wat er na de afbakening van de steden en de landbouwgebieden rest voor de natuur. Dat is het verschil.
Ik raad u aan de doelstelling van de afbakening van de VEN-gebieden erop na te lezen. Leefbaarheid en duurzaamheid gaan hand in hand.
Over de natuurcompensaties zegt VLD-europarlementslid Dirk Sterckx dat Europa kan bepalen dat een bepaald gebied moet dienen als woongebied voor vogels, zonder de lidstaat daarin te kennen. De lidstaat kan daar dan enkel nog onderuit door een ander gebied ter compensatie voor te stellen. Het probleem is dat Vlaanderen zo dichtbevolkt is dat compensaties niet eenvoudig zijn.
Deze Europese richtlijn verplicht ons inderdaad om de natuur op een artificiële manier te compenseren. De natuurcompensaties voor het Deurganckdok zijn daar een perfecte illustratie van.
Terwijl mevrouw Vertriest zopas opriep tot een offensief natuurbeleid, stel ik samen met andere wetenschappers vast dat de biodiversiteit toeneemt.
Lees toch maar eens het Natuurrapport Vlaanderen. Meer dan de helft van alle soorten is al verdwenen of wordt met uitsterven bedreigd. De vogelsoorten die nu steeds vaker voorkomen, zijn de soorten die perfect kunnen leven in een verstoord ecosysteem.
Ik zal deze zomer een lijst maken van alle vogels die ik in mijn omgeving opmerk.
Dit voorstel van decreet biedt de landbouwers geen rechtszekerheid en beperkt hun economische draagkracht. Daarom pleiten wij ervoor om het landbouwgebied onmiddellijk af te bakenen. Groen slaagt er in deze ideologische strijd tegen de landbouw - het zinnebeeld van gezond rechts denken - in alles binnen te halen wat ze wensen. De VLD is daar medeplichtig aan.
Voorstellen van decreet die alleen maar aandacht hebben voor de habitat van dieren en niet voor die van de landbouwers, weigeren wij goed te keuren. Om dezelfde reden zullen wij ons onthouden tijdens de stemming over de CD&V-amendementen. (Applaus bij het VB)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking.
- De stemmingen over de amendementen op de artikelen 4, 5, 11, 14, 23, 26, 31 en 33 en over de artikelen 4, 5, 11, 14, 23, 26, 31 en 33 worden aangehouden.
- De stemming over het amendement tot de invoeging van een nieuw artikel 36bis wordt aangehouden.
- De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.