Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van mevrouw Van Hecke tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, over de politieke verhoudingen binnen de Vlaamse regering.
Wie doet het met wie, waar en wanneer : dat zijn de vragen die worden gesteld over de leden van de voormalige VU&ID. Onze politieke besluitvorming is voorlopig nog steeds gebaseerd op het principe van de vertegenwoordigende democratie. Mensen met eenzelfde ideeëngoed en gelijklopende levensbeschouwelijke opvattingen verzamelen zich en vragen het vertrouwen van de kiezer, die beslist. De verkozen partijen vormen vervolgens een coalitie rond een regeerprogramma, waarbij de samenstelling van de regering de keuze van de kiezer weerspiegelt.
Dit principe dreigt nu in het gedrang te komen door de overstap van sommige ministers naar een andere partij dan die waarvoor ze in 1999 zijn opgekomen. Is de huidige regering nog een weerspiegeling van de keuze van de kiezer in 1999? En zo niet, is dit politiek deontologisch?
Mevrouw Van Hecke alludeert op feiten waarover ik vandaag nog geen uitsluitsel heb. De huidige politieke partijen worden inderdaad geconfronteerd met het verschijnsel dat een politieke partij ophoudt te bestaan, waardoor er verschuivingen in het politieke landschap plaatsvinden. Ook CD&V heeft dit al aan den lijve ondervonden.
Hoe moeten we met deze veranderingen omspringen? Ik zal nog geen antwoord geven op deze vraag, omdat ik niet op de feiten wil vooruitlopen. De fractie waarover het gaat, meent hierover dit weekend duidelijkheid te kunnen verschaffen. Ik wijs erop dat de Vlaamse regering nog steeds wordt gesteund door een meerderheid in dit Vlaams Parlement, wat tot uiting komt bij de stemmingen.
Ik stel voor dat mevrouw Van Hecke me deze vraag opnieuw stelt als de krachtverhoudingen daadwerkelijk gewijzigd zijn. Ik zal haar dan zeker een antwoord geven.
Ik ben blij dat de minister-president mijn vraag niet belachelijk maakt. Hij geeft me wel geen antwoord op de vraag naar de representativiteit van de regering. In een persbericht vanmiddag kon ik al lezen dat kartelvorming nog niet impliceert dat men dezelfde standpunten deelt, dus ik heb de indruk dat sommigen zich al aan het indekken zijn.
Ik onthoud dat de minister-president het parlement, en niet de pers, zal inlichten over wat er moet gebeuren als de krachtverhoudingen daadwerkelijk wijzigen.
We moeten de discussie dan wel eerlijk voelen. Ook de samenstelling van CD&V is niet langer een trouwe weerspiegeling van de wil van de kiezer in 1999.
Mijn vraag gaat verder : welke gevolgen heeft deze wijziging voor de regeringssamenstelling?
Het incident is gesloten.