Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Voorhamme tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de erkende havenarbeid in de nieuwe Europese context van liberalisering van de havendiensten.
De Europese Commissie heeft op 13 februari 2001 een ontwerp van richtlijn goedgekeurd over de liberalisering van de havendiensten. Het statuut van de erkende havenarbeid wordt daardoor op de helling gezet. Het ontwerp werd door het Europees Parlement bijgestuurd. De ministers van Transport hebben vorige week beslist dat de lidstaten in de toekomst toch hun eigen voorwaarden kunnen opleggen voor de havendiensten.
Er mag niet geraakt worden aan de wet-Major, die ervoor gezorgd heeft dat onze havenarbeiders tot de meest productieve van Europa behoren en dat de afhandeling op een veilige manier kan verlopen.
Wat heeft de minister al ondernomen om de oorspronkelijke richtlijn bij te sturen? Wat is het standpunt van de minister over de organisatie van de havenarbeid?
Transport is een federale bevoegdheid. Havens zijn zeer belangrijk voor Vlaanderen. Daarom werd er de afgelopen maanden druk overleg gepleegd; onder meer met de havenbedrijven, de werkgevers, de scheepvaartsector, de betrokken Europese parlementsleden, de Vlaamse Havencommissie, het kabinet-Durant en de voorzitter van het paritaire comité. Ik zal een chronologisch overzicht van het dossier ter beschikking stellen.
Vandaag vindt er een debriefing plaats op het kabinet van minister Durant. Dat moet leiden tot een implementatie waarbij een politiek standpunt wordt ingenomen.
Ik leid uit uw antwoord af dat u de zienswijze van de havenarbeiders deelt
en dat u er alles zal doen om dit te doen vertalen in Belgische wetgeving.
Het incident is gesloten.