Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Nieuwenhuysen tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister voor Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over de positie van het Nederlands inzake het taalgebruik voor het Europese gemeenschapsoctrooi.
Dat de positie van het Nederlands binnen de Europese instellingen in het gedrang is komen te staan, is geen nieuw gegeven. Zo viel bij de totstandkoming van het Europees Merkenbureau het Nederlands uit de boot. Op financieel vlak is dit een zware aderlating voor het Vlaamse bedrijfsleven.
Vorige week adviseerde de juridische commissie van het Europese Parlement trouwens ook om het Nederlands niet meer te gebruiken als taal voor het Europese gemeenschapsoctrooi. Het zal uiteindelijk de Raad van Ministers zijn die de knoop moet doorhakken over deze materie.
De federale regering heeft hieromtrent echter nog geen standpunt ingenomen. Minister Van Grembergen verklaarde een tijdje geleden trouwens dat hij deze zaak, gedurende de interministeriële conferentie, zou aankaarten bij zijn federale collega Michel. Aangezien ik echter ongerust ben over de houding die de federale regering hieraangaande zou kunnen aannemen, zou ik graag weten wat de huidige stand van zaken is.
De zorg voor het Nederlands binnen Europa en binnen de Europese instellingen wordt gedeeld door het Vlaamse Parlement en door de Vlamingen die in het Europese Parlement zetelen. Alle Vlamingen hebben eenzelfde standpunt ingenomen. Ze hebben het echter niet gehaald.
Het gaat hier echter om een louter adviesgegeven dat geen enkele bindende kracht heeft.
Ik heb tijdens de interministeriële conferentie Buitenlands Beleid gevraagd waarom België geen standpunt heeft ingenomen toen het voorzitter was van de Europese Unie. De reden is dat daar toen geen eensgezindheid over was. In een werkgroep zal nu gepoogd worden te komen tot één standpunt. Wij hebben de Franstalige vertegenwoordigers gevraagd ons standpunt te volgen, maar nog geen antwoord gekregen. Tot op vandaag is er nog geen beslissing gevallen.
De Vlaamse regering, het Vlaams Parlement en de Vlaamse leden van het Europees Parlement hebben de positie van het Nederlands binnen de Europese Unie altijd verdedigd, maar als België er nu niet in slaagt een standpunt in te nemen, is er een probleem.
Ik vrees dat we er niet goed voor staan. De uitspraak van het Europees Parlement is inderdaad maar een aanbeveling, maar het gebrek aan eensgezindheid binnen de interministeriële conferentie laat weinig goeds verhopen. In een groeiend Europa dreigen we te verworden tot tweederangsburgers.
Het incident is gesloten.