Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Loones tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de uitvoering van het Brusselse taalhoffelijkheidsakkoord.
Vier jaar geleden werd er na een hared discussie een oplossing gevonden voor de toepassing van de taalwetgeving in de situatie van de contractuele ambtenaren. Toen werd overeengekomen dat de taalwetgeving op deze ambtenaren van toepassing is, maar dat er wel een uitstel van twee jaar werd toegekend om een taalattest te behalen. Bij het begin van deze legislatuur werd opnieuw een uitstel van twee jaar bedongen. Deze periode is nu verstreken, maar de situatie op het terrein is niet verbeterd. Dertig procent van de benoemingen betreft eentalige ambtenaren. De bevoegde minister, Eric Thomas, blijft weigeren deze benoemingen te vernietigen. Een bijkomend probleem is de bepaling van het arbeidsrecht dat een contract van bepaalde duur dat twee maal werd verlengd, automatisch wordt omgezet in een contract van onbepaalde duur.
Ik weet dat dit een een bevoegdheid is van de Brusselse hoofdstedelijke regering. Toch stel ik deze vraag aan minister Anciaux, als minister bevoegd voor Brusselse aangelegenheden. Ook andere regeringen nemen standpunten in over onderwerpen die niet tot hun bevoegdheidsdomein behoren.
Ik hecht veel belang aan de naleving van het taalhoffelijkheidsakkoord, want dat raakt aan de essentie van het samenleven tussen de taalgemeenschappen.
De persberichten zijn juist. Vaak wordt er niet opgetreden tegen inbreuken. De benoemingen van eentalige ambtenaren worden niet geschorst.
Deze zaak behoort tot de bevoegdheid van de Brusselse hoofdstedelijke regering en van het verenigd college van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. De heer Gatz en mevrouw Grouwels zullen hierover vrijdag een interpellatie houden. De Vlaamse regering zal een standpunt bepalen naar aanleiding van de algemene bespreking van de taalwetgeving tijdens de ontmoeting tussen de Vlaamse regering en de Brusselse hoofdstedelijke regering op 7 juli 2002. De Vlaamse regering stelt als alternatief de tweetaligheid van de ambtenaren voorop in plaats van de tweetaligheid van de diensten. In plaats van een afkeuringsvoogdij van de Brusselse hoofdstedelijke regering en het verenigd college zou er een goedkeuringsvoogdij moeten bestaan, zoals voorzien in het regeerakkoord van de Vlaamse regering.
Bovendien zal ik de klachten en de juridische actie tegen deze benoemingen ondersteunen.
De taalwetgeving behoort tot de essentie van dit federale land en daarom zal het Vlaams Parlement deze materie met belangstelling volgen. De NVA kan niet interpelleren in de Brusselse hoofdstedelijke raad. We weten dat deze zaak niet tot de bevoegdheid behoort van minister Anciaux, maar we verwachten wel dat de regeringen op alle niveaus hetzelfde standpunt verdedigen. Daarom kijken we uit naar de houding van de Vlaamse partijen in de Brusselse meerderheid.
Het incident is gesloten.