Verslag plenaire vergadering
Verslag
Vernietiging van schilderijen van Vlaamse meesters door het Franse gerecht
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer De Ridder tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de eventuele vernietiging van schilderijen van Vlaamse meesters door het Franse gerecht.
Onlangs heeft de Franse rechtbank geoordeeld dat de hele kunstverzameling van de heer Geert Jan Jansen, een bekend vervalser van kunstwerken, vernietigd moet worden. Daaronder bevinden zich evenwel ook 200 echte tekeningen en schilderijen, onder meer van Raveel en Panamarenko. Gaat u proberen om de beslissing in het voordeel van Vlaanderen te veranderen?
In oktober 2001 hebben we door een tussenpersoon contact opgenomen met de vervalser voor bijkomende informatie over de echte werken in de collectie. Totnogtoe heeft de heer Jansen nog niet gereageerd. Het is ook niet duidelijk of er op een aantal werken een expertise is uitgevoerd. Ik ga ervan uit dat het Franse gerecht en de minster van Cultuur de mogelijkheid dat er echte werken in de verzameling zitten, onderzocht hebben. We moeten echter voorzichtig zijn. Ik zal contact opnemen met mijn Franse collega en met de ambassade om na te gaan wat de stand van zaken is. Ik zal voorstellen dat een deel van de expertise kan gebeuren door een aantal Vlaamse kunstenaars of door mijn diensten. Ik kan niet verder gaan. Ik mag me immers niet mengen in een dossier waarover de Franse rechtbank al een uitspraak gedaan heeft.
Het incident is gesloten.