Verslag plenaire vergadering
Verslag
Hoofdelijke stemmingen
Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie van de heren Decaluwe en Caluwé tot besluit van de op 13 december 2001 door de heer Decaluwe in commissie gehouden interpellatie tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de aanwijzing van managementteams voor de regionale luchthavens van Oostende en Deurne.
Reeds twee jaar geleden was er kritiek van het Rekenhof bij de begroting omdat niet duidelijk was waar de middelen voor de luchthavens van Deurne en Oostende precies voor bestemd waren. De inspectie van Financiën stelt, bij de begrotingscontrole van december, dat de toewijzing van het contract van Deurne niet mogelijk is en dat er ernstige vragen zijn in verband met de procedure in Oostende. De antwoorden van de minister op de interpellatie roepen meer vragen op.
Juristen hebben ondertussen bevestigd dat de besluiten van het arrest over Andersen Consulting ook van toepassing zijn op de toewijzing aan Ernst&Young. Een inhoudelijke band tussen beide opdrachten - en dus voorkennis - is bewezen. Het argument van minister Stevaert dat het om gedateerde informatie gaat volgens juristen niet op. De minister wijst erop dat Ernst&Young een gesplitste onderneming is. Uit de gezamelijke lokatie van de maatschappelijke zetels en de mandaten blijkt dat dat niet klopt.
In een spoedadvies van de juridische dienst van de afdeling Overheidsopdrachten staat dat de overeenkomsten van Oostende en Antwerpen behept zijn met onwettigheden en dat levert onnodig risico op voor de werking. De dienst wijst er bovendien op dat schending van de wet op de overheidsopdrachten de openbare orde raakt. Elke betrokken partij kan de vernietiging van de beslissing eisen.
Diverse onafhankelijke deskundigen hebben dus gelijklopende bezwaren geuit.
Ik kan me niet herinneren dat we deze interpellatie op de Bureauvergadering hebben goedgekeurd.
Ik heb tien minuten de tijd om mijn vraag naar een motie te verdedigen. De leden van het Vlaams Parlement hebben de kans gehad om de offertes te bestuderen. Geen enkel lid van de meerderheid heeft zich die moeite getroost. De heer Caluwé en ik hebben het gedaan en uit dat onderzoek komen steeds meer onwettelijkheden en onduidelijkheden naar boven. Minister Stevaert zegt echter dat er geen enkel probleem is.
Moet ik opnieuw naar de Raad van State stappen? Dat heb ik al twee keer moeten doen en ik heb het telkens gehaald. Deze documenten van de Vlaamse administratie zijn behept met tal van onwettigheden. Dit document dateert van 30 november 2001. Ik heb minister Stevaert geïnterpelleerd op 13 december en hij heeft geantwoord dat er volgens zijn diensten geen enkel probleem was.
De heer Decaluwe heeft het recht gedurende tien minuten zijn stemgedrag te motiveren. Daarbij kunnen ook nieuwe elementen betrokken worden.
Ik ontken niet dat de heer Decaluwe het recht heeft om te spreken. Het heeft echter geen zin in de discussie een minister te betrekken die er niet is.
Dat de minister afwezig is, ligt niet aan mij. Ik kan wel voorstellen dat de vergadering zou geschorst worden om de minister op te roepen.
Iedereen heeft de agenda ontvangen. Minister Stevaert is vrij om al dan niet aanwezig te zijn. Zijn afwezigheid mag echter geen reden zijn om een parlementslid monddood te maken. (Applaus bij CD&V)
De heer De Gucht heeft ervaring met een onderzoekscommissie naar de scheepskredieten. Ik denk dat er opnieuw een gelijkaardig dossier op komst is. Eén van de voorwaarden om aan de offertes te kunnen deelnemen is dat men geen concessiehouder is van één van de luchthavens. Minister Stevaert stelde dat de heer Cloetens zijn concessie in april heeft opgegeven. Uit de offertes blijkt echter dat hij de concessie heeft teruggetrokken in april, maar dat de aanbestedingen in maart al waren gestart. De heer Van Milder was ook concessiehouder en werd om die reden niet aanvaard. De ene wordt dus weerhouden en de andere niet.
Wij vragen geen nietigverklaring zoals het Vlaams Blok. Wij vragen dat alle rechtsmiddelen zouden uitgeput worden. We vragen aan de vergadering dat ze het Rekenhof zou inschakelen, ook al voor een onderzoek naar de doelmatigheid. Er werd een bedrag van 270 miljoen frank aan belastinggeld vastgelegd zonder enige resultaatverbintenis. De vergoedingen voor bepaalde managementsfuncties lopen op tot veertig miljoen frank per jaar en dat voor een luchthaven met een omzet van 85 miljoen frank.
Vlaanderen moet net als Wallonië een visie ontwikkelen over het regionale luchthavenbeleid. Wij hebben geen visie, maar toch geven we 270 miljoen frank uit zonder dat daar een resultaatverbintenis tegenover staat. (Applaus bij CD&V)
- De met redenen omklede motie wordt met 48 stemmen tegen 59 bij 4 onthoudingen niet aangenomen.
Ik weet niet of de beweringen van de heer Decaluwe juist zijn of niet. Ik heb me dan ook onthouden bij de stemming.
De leden van de N-VA hebben zich onthouden bij de stemming. Voor een deel heeft dat te maken met onvrede over de procedures voor de toewijzing van de managementscontracten en met de toewijzing van BIAC in het bijzonder. De heer Decaluwe heeft ook bijkomende elementen aangehaald en daarop is een bijkomend antwoord van de minister nodig.
De heer Decaluwe kan daarover een aanvullende interpellatie indienen.