Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voor we onze zitjes in de Koepelzaal inruilen voor een plaatsje thuis, aan een feestelijke dis of rond de kerstboom, wil ik graag nog even een woord tot u richten, allicht het laatste voor dit jaar. De traditie wil immers dat we op de laatste vergadering van het jaar wil nog even kort terugblikken op de afgelopen twaalf maanden.
We hebben een bewogen jaar achter de rug. Het was een jaar met grote successen, want we hebben een aantal belangrijke beslissingen genomen die de burger rechtstreeks aanbelangen. Ik denk dan onder meer aan de invoering van de zorgverzekering, de gelijkschakeling van de successierechten tussen gehuwden en samenwonenden, het toekennen van een persoonsgebonden budget aan personen met een handicap en de basismobiliteit. Daarover werd zowel in de commissie als hier in de plenaire vergadering vaak uitvoerig gedebatteerd.
Maar 2001 was ook een jaar met grote dieptepunten, in de eerste plaats de gebeurtenissen van 11 september met hun gekende tragische nasleep. Dichter bij ons is er de economische recessie waarmee wij als beleidsmakers terdege rekening moeten houden.
Als voorzitter van deze assemblee wil ik erover waken dat het Vlaams Parlement de belangrijkste emanatie blijft van ons democratische bestel. Ieder van ons moet erop toezien dat we niet met het spreekwoordelijke kluitje in het riet worden gestuurd. Het kan niet dat een door het parlement gevraagde opheldering of duiding niet of slechts in beperkte mate wordt gegeven. De ontwerpen moeten tijdig en volledig ons parlement bereiken. Ik heb deze week in het Bureau duidelijk gesteld dat de parlementsleden op hun strepen moeten staan. Het parlement heeft immers net zoveel macht of onmacht als het zelf wenst. Ik vraag ook dat we in 2002 onze afspraken in het Bureau correct zouden nakomen.
Het is in dit halfrond dat de uiteindelijke politieke afwegingen moeten worden gemaakt. Deze afwegingen mogen niet worden afgezwakt tot louter formalistische betogen waarvan duidelijk is dat zij reeds voordien extern gewikt en gewogen zijn.
Uiteraard impliceert dit niet dat de verhouding tussen de coalitiepartners onderling en de oppositie moeten wijzigen. In de maatschappij staan niet alle neuzen in dezelfde richting en dus kan dit ook niet in een vertegenwoordigend parlement. Ik hoop dat u het met mijn opmerkingen eens bent. Laat 2002 een jaar zijn waar in deze assemblee de inhoud, de informatie primeert op het vormelijke. Laat politiek opnieuw meer gaan over inhoud. Ook al roept de maatschappij steeds meer om infotainment.
Tevens spreek ik hier de hoop uit dat de goede persoonlijke verhoudingen die hier heersen ook het volgende jaar mogen verder gezet worden. Een goede samenwerking en goede contacten zijn een kostbaar goed, dat wij met zijn allen moeten koesteren omdat het basiselementen zijn van een politiek bestel dat verdraagzaamheid hoog in het vaandel voert.
Ik wil eindigen met een oprecht dankwoord aan alle medewerkers van het Algemeen Secretariaat, voor hun uitmuntende inzet en dienstverlening die onze job als politici op administratief en logistiek vlak erg vergemakkelijken.
Ik wens u allen prettige eindejaarsfeesten en hoop u uitgerust en met opgeladen batterijen begin januari te begroeten voor een nieuw jaar met nieuwe discussies en uitdagingen. Ik wens dit zowel toe aan de hele Vlaamse regering als aan alle Vlaamse parlementsleden, aan alle leden van de administratie en aan de politieke medewerkers.
Een prettig eindejaar en het allerbeste, ook voor uw gezin, familie en vrienden. (Applaus)
In naam van alle parlementsleden willen wij ons aansluiten bij de woorden van de voorzitter waarin hij stelt dat wij ons parlementair werk in de grootst mogelijke collegialiteit tot een goed einde moeten brengen. Dat wij hierin slagen is in grote mate te danken aan de inzet en het werk van de voorzitter en de ondervoorzitters. Wij verheugen ons tevens in de goede relaties met de regering en in de verschillende commissies.
De voorzitter heeft ook onderstreept dat dit ook te danken is aan het kader en het personeel. De deskundigheid, inzet en bereidwilligheid, die zij dagdagelijks ten toon spreiden, appreciëren wij ten zeerste.
Het jaar 2001 was geen gemakkelijk jaar en heeft ons getekend. Wij hopen dan ook dat iedereen, over alle continenten heen, in de komende feestdagen tot rust kan komen. Wij hopen dat 2002 onder een beter gesternte zal mogen starten. In naam van allen wensen we iedereen dan ook een hoopvol 2002 toe. (Applaus)
Ik sluit mij, in naam van de regering, graag aan bij de woorden van dank aan het personeel.
Het jaar 2002 wordt voor dit dertigjarig parlement een symbolisch feestjaar. De regering staat voor een moeilijk jaareinde. Volgend jaar zullen we een kritisch parlement moeten overleven.
Ik wens tenslotte iedereen een goede gezondheid toe. (Applaus)