Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002
Voorstel van decreet houdende wijziging van de successierechten voor zorgkinderen
Verslag
Algemene bespreking
Aan de orde zijn het ontwerp van decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002, het ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002, het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 en het voorstel van decreet van mevrouw Sonja Becq c.s. houdende wijziging van de successierechten voor zorgkinderen, dat in samenhang met het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 werd behandeld, met dien verstande dat het ontwerp van decreet als basis voor de bespreking werd genomen.
Het Uitgebreid Bureau stelt voor om de algemene besprekingen van de drie ontwerpen van decreet samen te voegen tot één enkele algemene bespreking.
Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
De algemene bespreking is geopend.
(verslaggever)
Overeenkomstig artikel 59 heeft alleen de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting het ontwerp houdende de middelenbegroting behandeld; het ontwerp houdende de uitgavenbegroting werd behandeld volgens artikel 59 van het Reglement.
Minister Van Mechelen benadrukte dat het geen gemakkelijke begroting was, niet alleen wegens de besluitvorming, maar ook door de snel veranderende economische realiteit.
Er is een positief begrotingssaldo en er wordt voldaan aan het meest strenge HRF-saldo voor 2002. De Vlaamse regering draagt aldus bij tot het samenwerkingsakkoord over het stabiliteitsprogramma. Door de goedkeuring van het Lambermontakkoord evolueren de middelen gunstig. De gekozen begrotingsparameters zijn de sleutelelementen voor de begrotingsdiscussies.
De Vlaamse regering voltooide haar begroting op 9 september. De voorzichtige inschatting van toen blijkt nu, door de omstandigheiden, aan de hoge kant. Maar de afwijking met de huidige begrotingsparameters blijft perfect overbrugbaar bij de begrotingscontrole.
Door toevoeging van de additionele gewestbelastingen neemt de fiscale autonomie aanzienlijk toe. Het gros van de Vlaamse middelen komt voort uit de Bijzondere Financieringswet. De gewestbelastingen zijn de laatste jaren snel gegroeid : voornamelijk door de successierechten, de onroerende voorheffing en de registratierechten. Rekening houdend met de lagere ontvangsten bij de registratierechten en het op nul brengen van de openingsbelasting voor drankslijterijen, begroot de regering de gewestelijke belastingen ongeveer op het niveau van 2001.
De minister staat verder stil bij de afschaffing van het kijk- en luistergeld, de verlaging van de registratierechten en de invoering van het principe van de meeneembaarheid. Daarvoor worden de terugverdieneffecten substantieel hoger ingeschat dan de inkomstenderving.
Voor het zomerreces heeft de regering zich ertoe verbonden om te breken met de klassieke aanwasbegroting. Daarom creëert ze jaarlijks nieuwe beleidsruimte door middel van heroverwegingen en heroriënteringen. Zoals in 2001, blijft de regering de overheidsschuld versneld aflossen. Het ratingbureau bevestigde de hoogst mogelijke rating : AA++.
Het Rekenhof heeft opmerkingen bij de kwaliteit van de toelichting, bij het feit dat er geen actualisatie van de geraamde middelen en onvoldoende toelichting bij de raming van de registratierechten was. Inzake de toereikendheid van de kredieten worden de uitgaven ten gunste van Aquafin; de kredieten voor bijkomende sociale huurwoningen; en de kredieten voor het loodswezen behandeld.
De Vlaamse regering vindt dat de actualisering van de toelichtingen te vaak beperkt blijft tot het aanpassen van eerdere teksten. De minister stelt echter dat de toelichtingen bij de methodologie van de ontvangstenraming niet minder uitgebreid zijn dan vorige jaren en dat de berekeningsmethode door Abafim mondeling toegelicht werd aan vertegenwoordigers van het Rekenhof.
De heer Van Rompuy spreekt van een magere bevoegdheidsoverdracht door het Lambermontakkoord. De Vlaamse begrotingspolitiek is volgens hem een kortetermijnbeleid. De voorsprong op de HRF-norm, opgebouwd tijdens de vorige regeerperiode, is verdwenen. Ondanks de grotere beleidsruimte bij de aanvang van deze regering, zijn de marges bijna verdwenen.
CD&V vindt de parameters te optimistisch. De gederfde ontvangsten ten gevolge van de hervorming van de registratierechten en een reeks uitgaven, zijn onderschat. Bij de begrotingscontrole zal de Vlaamse regering op zoek moeten gaan naar minstens 30 miljard frank om te blijven voldoen aan de HRF-norm. Vlaanderen zal geconfronteerd worden met een sterke terugval van de economische activiteit en een stijgende werkloosheid.
De conclusie van de heer Van Rompuy luidt dat de regering in een besparingsscenario terecht dreigt te komen.
De heer Denys is het niet eens met de voorstelling van de Lambermontakkoorden door de heer Van Rompuy en verwijt hem voorbij te gaan aan de aanzienlijke overdracht van bevoegdheden en de verruimde fiscale autonomie. De heer Denys vraagt de Vlaamse regering trouwens om gebruik te maken van het verruimde fiscale instrumentarium. Hij spreekt zich uit voor fiscale maatregelen ten gunste van de bedrijven. Hij wijst er wel op dat de daling van de vennootschapsbelasting niet gepaard mag gaan met het schrappen van bepaalde aftrekposten.
De heer Denys sluit zich aan bij de vraag van de heer Van Rompuy om een vervroegde begrotingscontrole 2002. Volgens hem doet deze coalitie het ook goed in moeilijke tijden, maar moet de uitgavengroei beter beheerst worden en is er een grote eensgezindheid nodig binnen de Vlaamse regering. Hij zegt dat de VLD deze begroting zal goedkeuren.
Volgens de heer Suykens komen de parameters niet langer overeen met de verslechterende economische evolutie. Een vervroegde begrotingscontrole dringt zich ook volgens hem op. Inzake de Lambermontakkoorden en de Vlaamse fiscaliteit merkt hij op dat de overheid moet opteren voor billijkheid en sociale correcties. De hervorming van de registratierechten hoort daarin thuis. De argumenten van de VLD om de belastingen voor bedrijven te verlagen, overtuigen de heer Suykens niet. Hij pleit voor de invoering van een soort Tobintaks. Hij formuleert ook een aantal vragen bij de volgehouden schuldafbouw. Hij deelt mee dat sp.a de begroting wel zal goedkeuren.
De heer Sannen wuift de kritiek op het leefmilieubeleid van de Vlaamse regering weg. De uitgaven voor leefmilieu nemen immers sterk toe. Volgens hem is de begroting 2002 innoverend door de vermindering van de inkomsten, vanwege de afschaffing van het kijk- en luistergeld en de hervorming van de registratierechten. De heer Sannen zegt tevreden te zijn met de afschaffing van de afcentiemen op de personenbelasting. Hij erkent daarbij wel het belang van de budgettaire haalbaarheid van alle maatregelen. Ook hij vraagt een versnelde begrotingscontrole 2002.
De heer De Reuse noemt de begroting 2002 onrealistisch en vraagt ook om een vervroegde begrotingscontrole. Hij wijst erop dat de kritiek van het Rekenhof dat voor de hervorming van de registratierechten 14 tot 16 miljard frank nodig zal zijn, onbeantwoord blijft. Dat betekent dat de Vlaamse begroting 40 miljard frank slechter zal scoren dan de HRF-norm voorschrijft. Hij vraagt ook om de heroriëntering van bepaalde uitgaven.
De heer Vandenbroeke zegt dat de in het regeerakkoord opgenomen afspraken over het onderwijs niet worden gerealiseerd en dat blijkbaar voorrang wordt gegeven aan de afschaffing van het kijk- en luistergeld. Volgens hem zal de conjunctuur in negatieve zin evolueren tot eind 2002, begin 2003. Hij meent dat de beleidsruimte op is en vraagt zich af wat de prioriteiten van de Vlaamse regering zijn. Hij meent dat onvoldoende inspanningen naar het onderwijs gaan en zegt dat hij deze begrotingsontwerpen niet zal goedkeuren.
Minister Van Mechelen geeft een gedetailleerd antwoord op de vragen van het Rekenhof en de commissieleden. De weerslag van deze repliek vindt men terug op de pagina's 75 tot 104 van stuk 15 - Nr. 8. Hij gaat in op volgende thema' : de middelenberekening, de toetsing van de HRF-norm, de evolutie van de beleids- en betalingskredieten, de evolutie van de milieubegroting, de BTW-problematiek bij Aquafin, de herberekening van de beleidsruimte, de heroriënteringen in de begroting 2002, de financiering van de lokale besturen, de CAO op de universiteiten, het macro-economisch kader en de expansiesteun.
Hij besluit dat de begroting 2002 het voorwerp zal uitmaken van permanente monitoring. Hij wijst op de substantiële lastenverlagingen die werden doorgevoerd voor de burger. De verlaging van de registratierechten geeft het mobiliteitsbeleid van de Vlaamse regering mee vorm. Hij belooft een begrotingscontrole in februari 2002 en zal dan een rapport neerleggen over de begrotingssituatie van de Vlaamse Gemeenschap.
Het geamendeerde ontwerp van decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 wordt aangenomen met 8 stemmen tegen 7. Op donderdag 13 december 2001 werd het verslag ongewijzigd goedgekeurd met 8 stemmen bij 4 onthoudingen.
CD&V heeft drie fundamentele kritische bedenkingen bij de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002. Ten eerste heeft de begroting een onvoorzichtig karakter. Ten tweede gebeuren de lastenverlagingen ten koste van investeringen in de diepte. Ten slotte ervaart de burger geen vooruitgang op het vlak van leefmilieu, onderwijs en de actieve welvaartstaat.
Wij worden in onze kritiek gesteund door drie gezaghebbende instituten. De Hoge Raad van Financiën meent dat de groei van het uitgavenritme gelet op de schulddoelstellingen niet houdbaar is. De regering hanteert niet langer de meesternorm en een langetermijnvisie bij het opstellen van de begroting ontbreekt.
De SERV heeft berekend dat de beleidsruimte van 270 miljard frank voor 98 percent vastligt. De regering ontkent dit. Het tonen van de meerjarenbegroting 2002-2004 zou alle vragen hierover de wereld uithelpen, maar dat weigert de minister. De verklaring is waarschijnlijk dat dan duidelijk zou worden dat er vanaf 2003 een deficit dreigt.
Vanmorgen werd op de Interministeriële Conferentie van Financiën en Begroting vastgesteld dat Vlaanderen beter presteert dan afgesproken. We zouden het HRF-saldo dit jaar verhogen tot 24 miljard frank, maar komen uiteindelijk uit op 40 miljard frank.
In januari zullen alle entiteiten samen de parameters definitief bepalen om die vervolgens in februari toe te passen tijdens de begrotingscontrole. Op basis daarvan zal een meerjarenbegroting opgemaakt worden.
Iedereen weet dat 2001 een goed jaar was. Maar het huidige uitgavenpeil is op lange termijn onhoudbaar.
U zegt dat we de euromeesternorm hebben losgelaten, maar vergeet dat we zelfs beter doen dat de strengste norm van de HRF. De Hoge Raad levert bovendien geen kritiek en kan niet anders dan vaststellen dat we de enige lidstaat zijn die aan de norm voldoet.
De Hoge Raad schrijft dat het hoge reële uitgavengroei op termijn onhoudbaar is. Vindt u het niet normaal dat u de norm haalt als de middelen met liefst zes percent stijgen?
Volgens het Rekenhof schat de minister de economische groei te optimistisch in, zullen de registratie-inkomsten meer dalen dan verwacht en worden de milieu-uitgaven onderschat. Die drie opmerkingen brengen de HRF-norm in gevaar omdat we 30 miljard frank extra moeten vinden.
De Vlaamse begroting is gebaseerd op 1,8 percent economische groei in 2001 en 2 percent in 2002. Volgens de KBC zal de economie dit jaar maar een groei van 1 percent kennen. Het VBO voorspelt voor volgend jaar een economische groei van slechts 0,6 percent. Daarnaast daalt de inflatie. Dat alles zal volgens onze berekeningen leiden tot een daling van de inkomsten met 12 miljard frank. De Vlaamse regering wil dat oplossen door een bijblad in te dienen bij de begroting van 2001. Het Rekenhof heeft kritiek op het nieuwe provisionele krediet dat 5,6 overhevelt naar 2002. Dit zogenaamde stuwmeer valt immers buiten de eigenlijke begroting, wat ingaat tegen de annaliteit en de specificiteit van de begroting.
Maar wat is er eigenlijk aan de hand? Deze regering heeft geen langetermijnvisie en kan daardoor geen cyclische tegenslagen opvagen. Daarom moet ze een krediet overhevelen naar volgend jaar. Volgens de SERV brengt dat het genormeerde HRF-saldo in gevaar. We gaan hier dus stemmen over een begroting die niet voldoet aan de HRF-norm.
Het citaat van de heer Van Rompuy uit het verslag van de Hoge Raad van Financiën slaat op de begroting voor dit jaar. In de begroting voor volgend jaar wordt een ander groeiritme gebruikt.
Wat die 30 miljard frank betreft, moet hij weten dat, als we de Kelchtermans-miljoenen in het Aquafindossier effectief terugbetalen, we ook 6 miljard frank BTW moeten terugbetalen. Er staat inderdaad ook 2 miljard frank in de begroting, maar dat is meteen een limiet. Ik heb voorts geantwoord op de opmerkingen over de registratierechten en de Hoge Raad heeft daar vervolgens niets meer over gezegd.
Wij gebruiken dan misschien stuwmeren, maar vreoger werden middelen van het ene naar het andere jaar overgeheveld door middel van ruiters. Volgens Abafim waren de ruiters in 1997 goed voor 25 701 miljoen frank. In 1998 was die techniek goed voor 36 022 miljoen frank. Wij hebben vrijwel alle ruiters geschrapt en kiezen ervoor 4,7 miljard frank toe te voegen aan het Fonds ter Financiering van Eenmalige Uitgaven (FEU). De vraag is hoe we de middelen voor dat fonds in de toekomst zullen opbouwen.
Alle commissieleden drongen aan op voorzichtigheid en wilden tegelijkertijd anticiperen op de begroting voor 2002. Met het oog daarop heeft de Vlaamse regering besloten een derde bijblad in te dienen. Enerzijds worden de ontvangsten gecorrigeerd als gevolg van een bewezen toename van de gewestbelastingen. Die middelen worden in de begroting gebracht door middel van een provisioneel krediet. Anderzijds wordt voor 4 miljard frank aan uitgaven geschrapt. Die middelen worden gereserveerd in een provisioneel krediet dat aan het einde van dit jaar wordt geannuleerd. De middelen worden vervolgens overgeheveld naar het FEU.
De SERV heeft gelijk dat het FEU een reservering is. Als die middelen worden uitbetaald, moeten we inderdaad negatief corrigeren. Als we meer betalen dan gereserveerd, wijken we inderdaad af van de FEU-norm. Maar ik kan nu al bewijzen dat dat niet het geval zal zijn. Dat zegt de SERV ook. Het is een neutrale operatie voor de begroting van 2001 en zal neutraal zijn in 2002, mits we niet meer uitbetalen dan gereserveerd.
Volgens de Hoge Raad van Financiën zullen deze stuwmeren de primaire uitgaven verhogen. Hierdoor zullen we de saldonorm niet halen en verliest de begroting aan transparantie.
Deze manier van werken is onaanvaardbaar. Het Rekenhof maakt fundamentele bezwaren; de Hoge Raad van Financiën werd niet om advies gevraagd. Bij de begrotingscontrole volgend jaar zal de regering 30 miljard frank extra moeten vinden.
Wat de heer Van Rompuy zegt is onzin. Ons enige probleem heeft te maken met communicatie : we moeten de publieke opinie duidelijk maken dat we het beter hebben gedaan dan verwacht. Uit de rekening blijkt dat er een overschot is van 40 miljard frank in plaats van de verwachte 14 miljard frank. Dat is een luxeprobleem. Het grootste deel van dit overschot wordt gebruikt voor schuldafbouw. De regering had bij het begin van deze regeerperiode beloofd de schuld met de helft te halveren. De schuldafbouw verloopt echter sneller dan verwacht. Dat is een tweede luxeprobleem. Enkel dankzij de Vlaamse inspanningen zal België de normen van het stabiliteitspact halen.
Deze regering had een beleidsruimte van niet minder dan 270 miljard frank. Het zou er nog aan mankeren dat er geen begrotingsoverschot zou zijn. Het probleem is echter dat alle middelen al zijn vastgelegd. In 2003 zal dat tot een begrotingstekort leiden. Deze regering kan de Hoge Raad van Financiën, het Rekenhof en de SERV niet langer blijven negeren.
U hebt de door de Vlaamse regering ingeschatte beleidsruimte steeds proberen te weerleggen. Uw voorspellingen bleken elke grond te missen. Wat verwijt u ons nu eigenlijk: dat we toch beleidsruimte hebben?
De beleidsruimte van deze regering is te danken aan de economische groei en het loslaten van de meesternorm. De Vlaamse regering is zich aan het vastrijden. De heer Sannen heeft zelf gezegd dat een belastingverhoging in 2003 niet uitgesloten is. De werkloosheid stijgt, het consumentenvertrouwen is laag en de concurrentiepositie van Vlaanderen verzwakt. Het enige antwoord dat deze regering daarop heeft is een verlaging van het kijk- en luistergeld. De afcentiemen werden intussen afgeschaft : de regering heeft eindelijk begrepen dat ze geen enkele economische en sociale meerwaarde bieden.
De afcentiemen zullen vanaf 1 januari in mindering gebracht worden van de fiscale aanslagen. Deze maatregel staat niet alleen : het kijk- en luistergeld wordt verlaagd en jonge gezinnen die een woning willen kopen, worden ondersteund. Dit alles zal leiden tot een verhoging van de koopkracht met 14.000 tot 16.000 frank per gezin. Dat is niet niets.
Als de afcentiemen zo belangrijk zijn, waarom schaft u ze dan af? Vlaanderen beschikt over geen enkele autonomie inzake personenbelasting, ondanks uw mooie beloften.
We hebben de afcentiemen ingevoerd toen onze fiscale autonomie nog zeer beperkt was. Dankzij onze nieuwe fiscale bevoegdheden, kunnen we andere fiscale maatregelen nemen, zoals de afschaffing van het kijk- en luistergeld. In Brussel werd ons voorbeeld intussen gevolgd; CD&V-minister Chabert vond ons initiatief dus blijkbaar navolgenswaardig.
Alle studies wijzen uit dat de fiscale druk in Vlaanderen te hoog is. We zullen ons beleid van lastenverlaging daarom blijven voortzetten. We hebben maatregelen genomen waarvan de heer Van Rompuy toen hij nog minister was alleen maar kon dromen. De voorspellingen van KBC moeten gerelativeerd worden; op 9 september voorspelde KBC nog een groeistijging met 3,1 percent.
De regering kan het zich niet langer permitteren om alle rapporten naast zich neer te leggen.
Sinds het economisch slecht gaat, ziet de heer van Rompuy er veel beter uit. Hij teert op de slechte economische conjunctuur. (Rumoer bij CD&V)
De privéconsumptie in Vlaanderen bedraagt 3.500 miljard frank. De afschaffing van het kijk- en luistergeld is goed voor 18 miljard frank en heeft dus een stijging van de privécomsumptie met 0,5 procent tot gevolg : misschien wel een sympathieke maatregel maar met een marginaal economisch effect.
Deze regering is de syndicalist van de belastingbetalers. Wij zijn de syndalisten van het algemeen belang : er is nood aan investeringen in onderwijs, werkgelegenheid en vorming. Wij zijn niet voor een kijkend en luisterend Vlaanderen maar voor een werkend, een lerend en een vormend Vlaanderen. Daarom legt de CD&V de klemtoon op impulsen voor levenslang leren, vorming en opleiding, wetenschappelijk onderzoek, onderwijs, verkeersveiligheid en arbeidsmarktbeleid.
Wij zien in deze begroting dan ook weinig fundamentele opties. Er is geen sprake meer van een massaal vormingsaanbod. Er wordt amper 200 miljoen frank meer uitgetrokken voor vorming.
U hebt zelf toegegeven dat uw initiatieven - Vlaminov en Vlamivorm - mislukt zijn. Nu wordt 1,8 miljrad frank uitgetrokken voor opleidingscheques.
De opleidingscheque bedraagt 250.000 frank per onderneming. Daarmee wordt de vormingsachterstand in Vlaanderen echter niet weggewerkt. De heer Van den Brande zal aaantonen dat er na 3 jaar slechts 2,5 miljard frank geïnvesteerd werd, terwijl dat in de vorige regeerperiode 12 miljard frank was.
- De heer Norbert De Batselier, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Van het bevorderen van de actieve welvaarststaat, toch het concept bij uitstek van deze paars-groene regering, is nauwelijks sprake : er is nauwelijks extra werkgelegenheid gecreëerd. De werkloosheid blijft toenemen; de hervorming van de VDAB blijft in de steigers staan.
Het ICT-budget voor onderwijs stijgt met 320 miljoen frank voor 2002. Agoria heeft berekend dat er voor één PC per 5 leerlingen, in totaal 7 miljard frank nodig is.
In de investeringspolitiek van de Vlaamse regering is de verwarring troef. Minister Gabriëls spreekt minister Van Mechelen tegen inzake de finaliteit van dat investeringsbeleid. Van de door van minister Gabriëls aangekondigde lastenverlaging voor de bedrijven kwam er nog helemaal niets terecht.
De Vlaamse regering is niet gewend aan een economische crisis en teert enkel op beloftes. Kijkend Vlaanderen stimuleren biedt echter geen antwoorden.
Tot slot wil ik het hebben over de verwachtingen en de concrete realisaties. In verband met het leefmilieu stelt de VMM weinig verbeteringen vast. Agalev heeft een vermeerdering van het budget met 30 miljard frank gevraagd. In werkelijkheid is er voor 2002 echter een daling van het budget met 1,1 miljard frank. Jaar na jaar heeft de heer Geysels hier extra milieukredieten gevraagd en nu aanvaardt Agalev deze daling. Mocht dit in een ander land gebeuren zou dit topnieuws zijn.
Ik geef enkel het voorbeeld van het MiNa-fonds. Terwijl de investeringsgraad vroeger 86 procent bedroeg, bedraagt die nu 96 procent. Kredieten inschrijven is één zaak, ze daadwerkelijk gebruiken is een andere zaak.
De beleidskredieten voor milieu zijn met 1,260 miljard frank gestegen.
Ik geef slechts het voorbeeld van één sector : huisvesting, toch een prioriteit voor paars-groen. Hier bedraagt de vastleggingsgraad slechts 26 procent in plaats van 70 procent tijdens de vorige regeerperiode. Met minder middelen haalt men overigens ook gemakkelijker hogere vastleggingspercentages. (Applaus bij CD&V).
Ook inzake verkeersveiligheid zijn er weinig tastbare resultaten. Het aantal verkeersdoden ligt 8,4 procent hoger dan in 1996. Het aantal verkeersslachtoffers steeg met 1.7 procent. Minister Stevaert heeft ongetwijfeld een aantal goede zaken gedaan voor het openbaar vervoer. Zijn prioriteit was echter de afschaffing van het kijk- en luistergeld, met een kostprijs van 60 miljard frank op drie jaar tijd. Zelf erkent de minister dat het, aan het huidige tempo, nog minstens 15 jaar zal duren vooraleer alle zwarte punten en knelpuntdoorgangen in Vlaanderen zullen zijn weggewerkt.
De investeringen in verkeersveiligheid nemen van jaar tot jaar toe. U voert een vals debat door enkel de cijfers van het stijgend aantal verkeersdoden te citeren en de verantwoordelijkheid van de mensen die zelf de ongevallen veroorzaken, onder de mat te vegen.
De bevoegde minister zegt zelf dat het nog 15 jaar zal duren vooraleer alle knelpunten en zwarte punten zullen zijn weggewerkt. Met CD&V zou het wel anders geweest zijn. Wij zouden de vrijgekomen 60 miljard frank gebruikt hebben voor investeringen.
De Vlaamse regering beweert dat de kennismaatschappij voor haar prioritair is. Onderwijs krijgt echter amper 25 procent van de beleidsruimte, terwijl het 42 procent van de Vlaamse begroting uitmaakt. Geen wonder dat de onderwijswereld verontrust is. Gedurende deze legislatuur begon men zelfs te besparen in de onderwijssector. De onrust is er nog nooit zo groot geweest.
De onderwijsbegroting is tijdens deze regeerperiode met 15 procent gestegen. U gaat nu toch niet vertellen dat er niet geïnvesteerd werd in het onderwijs?
De begroting van volgend jaar kent inderdaad een kleine opstoot. Maar het aandeel voor onderwijs ligt nog altijd lager dan twee jaar geleden. Ten opzichte van het BRP is het de jongste paar jaar sneller gedaald dan de vorige jaren.
Tijdens de vorige legislatuur was er een gemiddelde reële groei van 1,15 procent. Tijdens de huidige legislatuur is dat 2,71 procent geworden.
In een hoogconjunctuur liggen de verhoudingen anders dan in een laagconjunctuur, terwijl er in onderwijs structurele investeringen moeten gedaan worden. Vlaanderen investeert per student niet minder dan de ons omringende landen. Dat is essentieel.
De doorverrekening van de CAO's 4, 5 en 6 en de andere nieuwe middelen hebben samen geleid tot een bedrag van 71 miljard frank aan nieuwe middelen voor onderwijs tijdens deze legislatuur.
Een bedrag van 71 miljard frank komt neer op 25 procent, terwijl onderwijs 42 procent van de begroting uitmaakt. Daaruit kunnen we opmaken dat onderwijs geen prioriteit is voor deze regering. De paarsgroene regering heeft twee jaar lang kunnen rekenen op een uitzonderlijke budgettaire en economische situatie waarin alles mogelijk was. Nu het minder goed gaat, valt men terug op de core business. De minister-president maakt zich boos wanneer de gemeenten hun belastingen verhogen. Belastingverlagingen op het ene niveau moeten echter op een ander niveau opgevangen worden. De gemeenten moeten namelijk extra taken opnemen zonder dat daar middelen tegenover staan.
Het verhogen van de gemeentelijke belastingen is voor CD&V een nieuwe manier om oppositie te voeren. Het geheel van de gemeentelijke lastenverhogingen bedraagt nog geen zestig procent van de toegekende afcentiemen. Voor 2002 is er op Vlaams en federaal niveau samen voor honderd miljard frank aan lastenverlagingen gepland.
Dit is een partijpolitiek antwoord dat een minister-president niet waardig is.
Deze regering is een optelsom van individuele belangen. Er is geen synthese, de regering beschikt niet over een mens- en maatschappijbeeld. Als er een economische crisis is, dan moeten er andere accenten worden gelegd en daartoe is paarsgroen niet in staat. Wij zijn het ermee eens dat een lastenverlaging noodzakelijk is, maar daarnaast moet er ook geïnvesteerd worden in de diepte. Dit is echter een regering van de korte termijn. (Applaus bij CD&V, VU&ID en VB)
Twee vragen zijn essentieel in dit debat. Houdt deze begroting, waarvan de opstelling afgerond werd op 9 september, voldoende rekening met een mogelijke economische terugval? Is een omvangrijke lastenverlaging de juiste beleidskeuze?
Wars van de politieke tegenstellingen is er één constante in tien jaar Vlaams autonoom begrotingsbeleid : de Vlamse ministers van Begroting zijn altijd voorzichtig omgegaan met de Vlaamse financiën. Voormalig minister van Begroting, mevrouw Demeester-De Meyer, streefde met haar euromeesternorm naar een aanpak op lange termijn. Deze norm had echter één nadeel : hij verschilde van de norm van de Hoge Raad van Financiën, die conform was met de benadering dan het Stabiliteitspact, en daardoor werd het politieke debat totaal ondoorzichtig. De huidige aanpak volgt de strengste norm van de Hoge Raad van Financiën en moet leiden tot een halvering van de schuld tegen het einde van de legislatuur. Het debat is daardoor veel transparanter geworden zonder dat er afbreuk wordt gedaan aan het voorzichtigheidsprincipe.
Bij de opmaak van de begroting werd er rekening gehouden met een economische groei van twee procent en met een inflatie van 1,8 procent. Dat was toen een zeer voorzichtige aanpak, want het Federaal Planbureau hield toen rekening met een groei van het Bruto Regionaal Product met 2,8 procent. Intussen werden echter alle groeiprognoses bijgesteld. De Europese Commissie gaat nu uit van een economische groei van 0,7 tot 1,9 procent. Had de Vlaamse regering haar begroting dan onmiddellijk na het begrotingsconclaaf moeten wijzigen, nog voor ze die aan het Vlaams Parlement voorlegde? De politieke traditie bestaat er veeleer in de groeiprognoses te relativeren en te verwijzen naar de begrotingsaanpassing.
Dat was echter onvoldoende voor de VLD. We waren immers ongerust geworden na een nota van het Rekenhof over een ontsporing van veertig miljard frank. Minister Van Mechelen heeft onze onrust weggenomen. De geringere groei kan maximaal leiden tot een tekort van tien miljard frank. Vermits we ook dat willen vermijden, hebben we aangedrongen op bijkomende maatregelen. Daarom komt er een bijblad met een zogenaamde conjunctuurbuffer, ook al wordt deze werkwijze door de heer Van Rompuy in twijfel getrokken. Er komt ook een vervroegde begrotingscontrole.
Elke vorm van paniekzaaierij is dus uit den boze. We hebben nog steeds een voorsprong op het tijdspad dat moet leiden tot de halvering van de schuld tegen het einde van de legislatuur. In 2002 zullen we starten met een schuld van 181 miljard frank op een totale begroting van 680 miljard frank. Op federaal niveau liggen de zaken heel anders : daar is er een schuld van 11.000 miljard frank en een middelenbegroting van 4.600 miljard frank.
Vlaanderen blijft dus financieel gezond. De rating AA+ werd bevestigd door het ratingbureau Standard & Poor. Het is niet de gewoonte aan deelstaten een hogere rating te geven dan de federale staat, maar nu zal dat misschien wel het geval zijn. Misschien zal Vlaanderen de hoogste rating krijgen, namelijk AAA. Daardoor zou onze internationale geloofwaardigheid sterk toenemen.
In het kader van de fiscale autonomie werkt de Vlaamse regering de discriminatie van stiefkinderen voor successierechten weg en vermindert en maakt ze de registratierechten meeneembaar. Ze schaft ook het kijk- en luistergeld af. Andere instrumenten worden nu niet gebruikt omdat de Vlaamse regering reeds een belangrijke belastingvermindering invoert door het afschaffen van het kijk- en luistergeld.
CD&V is tegen de afschaffing. Aan de ene kant vindt de heer Van Rompuy dat de Vlaamse regering te veel uitgeeft, maar aan de andere kant wil hij de lastenverlaging door meer uitgaven vervangen.
Ook Agalev heeft het duurzaam karakter van deze lastenverlichting in vraag gesteld. Die bestrijdt echter de economische terugval. De Vlaamse regering voert een realistische politiek in dat verband : een voorzichtig uitgavenbeleid gekoppeld aan lastenverlaging. Economische terugval kan maar bestreden worden door het consumentenvertrouwen te herstellen en de koopkracht en de werkgelegenheid te bevorderen door fiscaliteit en andere economische ondersteunende maatregelen. De huidige inspanningen van de federale en de Vlaamse regering moeten voortgezet worden. Bijkomende lastenverlagingen om in de bedrijven de tewerkstelling te ondersteunen dringen zich op. We wachten op voorstellen van minister Gabriëls in dat verband.
Ondanks de indruk die door sommigen gewekt wordt, stijgen de uitgaven voor onderwijs en welzijn, de subsidies voor de Lijn en de dotaties aan de gemeenten sneller dan de norm.
In de discussie over de maatregelen in het onderwijs ontbrak het sommige coalitiepartners aan de nodige moed. De aanpak van het Sabenadossier en DAT stemt mij echter tot optimisme. De solidariteit met de ex-werknemers is zonder weerga. Het Vlaams Parlement stelt terecht strenge voorwaarden aan een participatie in een nieuw op te richten vliegtuigmaatschappij. Goede industriëlen moeten risico durven nemen, goede overheidsbestuurders mogen geen risico's nemen met belastinggeld. De opdracht van de overheid is specifiek. Als de particuliere sector afhaakt omdat Vlaanderen niet wil participeren in een nieuwe luchtvaartmaatschappij, betekent dat dat die sector er zelf onvoldoende in gelooft.
Voor het eerst volgt de Vlaamse regering in een moeilijk dossier niet automatisch de federale partijgenoten. Dat was in de vorige regeerperiode anders : de toenmalige minister-president Van den Brande moest vaak inbinden als premier Dehaene anders beslist had.
Ik heb bewondering voor de mentale lenigheid waarmee de heer Denys nu andere standpunten verdedigt dan in de vorige regeerperiode. Zijn uitspraken zijn trouwens in tegenspraak met de feiten. Ik verwijs naar onze houding inzake het Verdrag over de Minderheden, de taalregeling in de faciliteitengemeenten en ons verzet tegen verdere besparingen voor de norm van Maastricht, om zijn woorden te logenstraffen.
In de vorige regeerperiode beet de Vlaamse regering, als het er op aankwam, in het zand. Als uitlaatklep irriteerde de toenmalige minister-president de Franstaligen. Dat staat in schril contrast met de houding van minister-president Dewael die niet irriteert maar bij tegengestelde belangen steeds voet bij stuk houdt.
Deze werkwijze zal Vlaanderen geen windeieren leggen. Premier Verhofstadt heeft bewezen dat hij de autonomie van de regio's respecteert. Denk maar aan de manier waarop hij heeft geijverd voor het opnemen van de constitutionele regio's als waarnemer in de Europese Conventie.
De oorspronkelijke vraag was dat de constitutionele regio's effectief lid zouden worden van de Europese Conventie, terwijl het principe nu werd aanvaard dat er zes waarnemers zullen zijn : twee lokale gemeenschappen, twee regio's en twee constitutionele regio's. In de Verklaring van Laken stelt premier Verhofstadt maar liefst 58 vragen, de heer Dehaene zal de antwoorden mogen geven.
Het waarnemerschap is een zeer goede manier om Vlaanderen toch een rol te laten spelen in Europa.
De N-VA meent dat Vlaanderen een eigen plaats moet bekleden binnen Europa, onze partij gelooft niet in de constitutionele regio's. En al hebben we niet langer vertegenwoordigers in de regering, toch zullen we het regeerakkoord steunen. We zullen ons echter zeer kritisch kunnen opstellen, aangezien we niet langer gebonden zijn aan mandaten om onze stemhouding te bepalen. We zullen er ook goed op toezien dat onze Vlaamse partners hier hetzelfde zeggen als in de federale regering, een principe waarop ik tot nu geen inbreuken kon vaststellen. Ik ben blij dat de heer Denys dit principe hier kwam bevestigen.
De VLD is premier Verhofstadt dankbaar voor de inspanningen die hij op Europees vlak voor de regio's heeft geleverd. Ook minister-president Dewael houdt steeds rekening met de wil van de meerderheid van het Vlaams Parlement. De VLD zal deze begroting volmondig goedkeuren. (Applaus bij de VLD, SP·A, AGALEV en VU&ID)
Ik feleciteer minister-president Dewael omdat hij niet heeft toegegeven aan de federale druk om Vlaams geld te storten in de bodemloze put van de Belgische luchtvaart. Het zou trouwens fantastisch zijn mocht heel zijn beleid de Vlaamse belangen dienen, maar hij is en blijft vooral de slippendrager van de heer Verhofstadt. Dat blijkt ook weer uit deze begroting.
De wittebroodsweken van deze coalitie zijn voorbij. De interne strubbelingen worden duidelijk. De negatieve economische evolutie heeft roet in het eten gegooid. De regering was graag cadeas blijven uitdelen, maar de gebeurtenissen van 11 september hebben een stok in de wielen gestoken. De leuze 'ieder zijn plezier' kan niet langer worden gehanteerd.
Als reactie stopt de regering haar kop in het zand, tot alles vanzelf voorbij zal gaan. De feiten zijn echter onrustwekkend. Op 9 september werd nog een begrotingsoverschot van 10 miljard frank aangekondigd, een overschot dat ondertussen is geëvolueerd naar een tekort van 10 miljard frank. De werkloosheid stijgt veel sneller dan in het buitenland, het consumentenvertrouwen daalt, de industriële investeringen nemen af en het aantal faillissementen groeit sneller dan de voorbije twee jaar. De economische groeivertraging zal 15 miljard frank minder inkomsten uit personenbelasting en BTW opleveren. De kostprijs van de afschaffing van het kijk- en luistergeld en van de hervorming van de registratierechten loopt hoog op.
Nu donderdag zullen we trouwens een ontwerp van decreet krijgen voorgeschoteld om een provisiekrediet van 12 miljard frank aan te leggen. De verantwoording hiervoor is het opvangen van de gevolgen van de verslechterende economie.
Het provisionele krediet bedraagt slechts 5,5 miljard frank.
Ik neem daar akte van, maar toch is het zo dat we donderdag al stemmen over een decreet waarmee we deze begroting rechtzetten.
De meerderheid maakt zich duidelijk zorgen over deze begroting en over de toekomst van de regering. In een interview zegde de heer Sannen dat wie een begrotingsput graaft, die ook moet vullen. Minister-president Dewael en minister Stevaert moeten dat volgens hem doen, evenwel zonder terug te komen op de beloftes gedaan aan Agalev. Ik deel zijn analyse : er is meer beloofd dan er middelen zijn.
De heer Sannen maakt komaf met de Sint-Niklaasambities van minister-president Dewael en minister Stevaert, en stelt voorts dat de burger al vaker moest opdraaien voor politici die meer geld uitgeven dan ze hebben. Hij vreest samen met ons dat een aantal beloftes niet gerealiseerd zullen worden.
Ondertussen weten we ook al wat die Vlaamse belastingverlaging precies inhoudt. Wat de Vlaamse regering geeft, nemen de gemeenten of provincies terug. Deze vestzak-broekzakoperatie is vooral gepland door de VLD want uitgerekend in die provincies waar de VLD de coalitie leidt, stijgen de belastingen.
Het leven zag er voor minister-president Dewael rooskleurig uit aan het begin van de regeerperiode : geen economische crisis, geen Waalse tegenwind, meer dan voldoende geld, … Ondertussen schiet nog 5,5 miljard frank over van de 100 miljard frank bijkomende middelen dankzij de uitzonderlijke economische groei in het jaar 2000. Was is er ondertussen nog van de beloofde pps? Komt er in iedere provincie een groot infrastructuurwerk? Wat met de verdieping van de Schelde of de IJzeren Rijn? De lijst is lang en ik kan er maar één ding uit besluiten : als het economisch moeilijk gaat, wordt Vlaanderen meegesleurd in de typisch Belgische neerwaarts spiraal. Logisch want Vlaanderen heeft geen hefbomen om een eigen beleid te voeren. Na het Lambermontakkoord zijn de eigen fiscale middelen gestegen van 7 naar 17 procent. Is dat een stap vooruit? Vlaanderen blijft de vazal van de federale overheid want over de personenbelasting is Vlaanderen helemaal niet bevoegd, wat de VLD in het verleden ook eiste.
Het Vlaams Blok heeft een alternatief : volledige onafhankelijkheid zal dergelijke steriele discussies in de toekomst overbodig maken. Ook de heer De Gucht stelde vorige vrijdag in een interview dat België eigenlijk uit twee landen bestaat. Hij maakt dezelfde analyse als het Vlaams Blok. We moeten hem alleen nog overtuigen van onze oplossing. Hij durft zijn redenering niet af te maken omdat het automatisch leidt naar een pleidooi voor Vlaamse onafhankelijkheid. Maar op communautair vlak heeft deze regering geen ambities.
De Vlaamse regering is halfweg haar regeerperiode en minister Anciaux is er nog steeds niet in geslaagd een actieplan voor de Vlaamse Rand en Brussel op te stellen, terwijl hij in het regeerakkoord beloofde het gerechtelijk- en kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen en een einde te maken aan de inmengingen van de Franse Gemeenschap. Integendeel. Hij plant zelfs een samenwerkingsakkoord met de Franse Gemeenschap. Voormalig minister-president Van den Brande deed samen met zijn minister Peeters tenminste nog een inspanning. De Spiritisten doen zelfs niet alsof. Hoe ver staat het met het Vlaamse woon- en gezondheidsbeleid in Brussel? Nog erger is dat alle fracties binnen de voormalige VU&ID dit beleid steunen.
Ik had gehoopt dat N-VA een radicaal Vlaams beleid zou voeren. Het stemgedrag van de leden van de VU&ID-fractie zal uitwijzen waar N-VA en Spirit werkelijk voor staan.
Wij zijn consequent. Een toevallig ledenreferendum kan daar niets aan veranderen. We hebben ons ertoe verbonden om het regeerakkord te helpen uitvoeren. Als de regering van het regeerakkoord afwijkt, dan zullen we echter onze stem laten horen. We kiezen voor een consequente houding, en niet voor een verrottingsstrategie zoals het Vlaams Blok.
De heer Vandenbroeke heeft in de commissie al laten weten de begroting niet te zullen goedkeuren : sprak hij in eigen naam of in die van N-VA?
De heer Vandenbroeke en ikzelf hebben ons tijdens de begrotingsbesprekingen in de commissie kritisch opgesteld. We maken ons immers zorgen over de uitvoering van het regeerakkoord. Bij de stemming zullen we dat laten blijken.
Uw uitleg is niet geloofwaardig. De leden van N-VA kunnen slechts aanspraak maken op de VU&ID-middelen zolang ze de ministers in deze regering de hand boven het hoofd houden. Ze durven niet uit te komen voor hun overtuiging en spelen politieke spelletjes.
We kiezen niet voor de gemakkelijkste oplossing. Ik aanvaard niet dat u onze geloofwaardigheid in twijfel trekt. We proberen consequent te zijn. Onze houding is niet rechtstreeks ingegeven door financiële overwegingen en heeft niets te maken met de ministers in deze regering. We werken samen in een fractie; als democraten leggen we ons neer bij wat de meerderheid van de fractie beslist.
VU&ID is de achillespees van deze regering. Het zal niet lang meer duren vooraleer deze regering geen meerderheid meer zal hebben in het parlement. Het zwijgen van de minister-president is veelzeggend.
We wantrouwen de minister-president waar het gaat om het vreemdelingenstemrecht : hij heeft er zich al herhaaldelijk positief over uitgelaten. Zijn houding verschilt daarin van die van zijn partijvoorzitter die uit angst voor mijn partij het stemrecht voor migranten afwijst. Voor de invoering van het vreemdelingenstemrecht bestaat er geen meerderheid in Vlaanderen. We willen ons niet de wet laten lezen door Wallonië en door een Vlaamse minderheid.
Het Vlaams Blok zal deze begroting niet goedkeuren. (Applaus bij het VB)
Ik wil de heer Van Rompuy niet teleurstellen. Ik ga niet mee in het debat van budgettaire scholastiek. Aan een dergelijk debat hebben er immers maar weinig mensen een boodschap.
Ik kan de heer Denys volgen in zijn betoog en stel twee vragen : Is de begroting voorzichtig? En wat merken de mensen van de begroting?
Is de begroting voorzichtig? Niemand kan en zal ontkennen dat de begroting, na de gebeurtenissen van 11 september, achterhaald was. Vandaar de behoefte aan een vervroegde controle en een remediëring die in de loop van februari van volgend jaar zal plaatsvinden.
Vandaag wordt met een derde bijsturing een stap gezet om de begroting aan te passen aan de huidige economische conjunctuur. Dit is niet moeilijk omdat de vorige en de huidige regering een voorzichtig pad hebben gevolgd. We hebben bijgevolg een voorsprong en zowel in de reserves als in de schuldafbouw kunnen we na de 7 vette jaren ook enkele magere jaren aan. De begroting zal zeker niet ontsporen.
Op de tweede vraag zou ik willen antwoorden dat de burger wel veel van de begroting merkt. Het financieringsfonds laat immers toe dat men blijft investeren. Het beleid draagt onze goedkeuring weg omdat de burger volgend jaar zal kunnen merken dat het kijk- en luistergeld werd afgeschaft; dat er geïnvesteerd werd in openbaar vervoer, in infrastructuur voor de zwakke weggebruiker en in onderwijs; Inzake onderwijs werd er tot nu toe meer geïnvesteerd dan enige andere Vlaamse regering ooit heeft gedaan.
Wat de verdeling van de investeringen in het onderwijs betreft stellen we wel vast dat er iets te veel middelen voorzien werden voor een bepaalde groep in het onderwijs. Het lerarenberoep moet inderdaad aantrekkelijker gemaakt worden maar er moet ook geïnvesteerd worden in kwetsbare leerlingen. Het geld voor het onderwijs moet dan ook gaan naar deze leerlingen.
Onze leerlingen zijn de beste van de wereld. Het is dan ook onaanvaardbaar dat kinderen uit kansarme gezinnen al te vaak terechtkomen in het buitengewoon onderwijs. Dit kan niet. Geen enkele maatschappij mag dit toestaan. We zullen dan ook vragen aan de minister van Gelijke Kansenbeleid om terzake de gepaste maatregelen te treffen.
In verband met huisvesting heeft de heer Decaluwe gelijk. Het is schrijnend te moeten vaststellen dat sociale huisvestingsmaatschappijen, door een gebrek aan middelen, geen beleid meer kunnen voeren. Persoonlijk ben ik voorstander van kleinschalige initiatieven maar men kan niet ontkennen dat de oude, grootschalige initiatieven van de grote flats beantwoorden aan de noden van alleenstaanden en kansarme gezinnen. We zullen en mogen dan ook niet toestaan dat dergelijke groepen in de handen zouden vallen van huisjesmelkers. Ook op dit vlak is er dus werk aan de winkel voor de bevoegde minister.
Werk verdient veel aandacht in tijden waarin het op economisch vlak niet voor de wind gaat. Er moet een heroriëntering van de middelen komen. De herinvesteringen van de Vlaamse regering, na het Sabenadebacle, zijn dan ook toe te juichen. De Vlaamse regering heeft middelen voor investeringen in duurzame ontwikkeling en moet ze ook gebruiken.
De heer Van Rompuy is geen voorstander van de afschaffing van het kijk-en luistergeld. Dat is algemeen bekend. Hij is dus tegen een belastingverlaging. Ik juich de afschaffing van het kijk- en luistergeld toe omdat het een belastingsmaatregel is die tegemoetkomt aan de laagste inkomens. U zou voor 20 miljard frank aan afcentiemen ingevoerd hebben. Ik daarentegen pleit voor de afschaffing van het kijk- en luistergeld omdat dit een veel socialere maatregel is.
De regering voert een verstandig beleid. In februari zal zij de begroting aanpassen aan de economische evolutie. Zij is bereid om te investeren in tewerkstelling, financiële maatregelen en noden voor onderwijs. De regering heeft hiervoor zowel middelen als marges. Wij zullen deze begroting dan ook goedkeuren. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID).
De heer Van Rompuy beweert dat deze begroting schriftvervalsing is en getuigt van budgettair negationisme.
Het is inderdaad een begroting die tot stand kwam in andere omstandigheden dan de huidige conjuncturele situatie.
Deze regering heeft voorzichtige uitgangspunten gehanteerd want los van de aanslagen van 11 september was er reeds een zekere terugval van de economische conjunctuur vast te stellen. Zij heeft de juiste parameters gehanteerd bij de opstelling van haar begroting en het Rekenhof erkent dit ook.
In deze begroting wordt het ritme van de schuldafbouw aangehouden. Dit engagement om de schuld af te bouwen blijft belangrijk.
Het is natuurlijk waar dat de huidige economische conjunctuur erg verschillend is van het moment waarop deze begroting opgesteld werd. Ook vandaag zijn er nog heel wat onbekenden en lijken mij de parameters voor het volgend jaar niet helemaal duidelijk. Het is dan ook logisch dat de regering nu reeds stelt dat zij een budgetcontrole zal houden in februari. Dit getuigt van een realistisch en verantwoord beleid. De bevoegde minister stelt immers zelf dat de huidige begroting, omwille van het gewijzigde economische klimaat, een tekort van 10 miljard frank zal vertonen. In dat verband wil ik nog eens duidelijk stellen dat bij deze begrotingscontrole de afgesproken evenwichten en het overeengekomen budgettaire kader gerespecteerd moeten worden. Dit wil zeggen dat niet alleen de uitgaven maar ook de middelen gestuurd moeten worden.
Ik wil eerst even stilstaan bij de uitgavenbegroting.
Inzake welzijn werd er werk gemaakt van de afbouw van de wachtlijst voor de personen met een handicap, de uitbreiding van de kinderopvang en extra aandacht voor jongeren in probleemsituaties.
Minister Van Mechelen heeft aangetoond dat ook de middelen voor leefmilieu gestegen zijn en dat ze efficiënter worden aangewend. Er zijn middelen uitgetrokken om versneld werk te maken van bodemsanering en vervuilde onderwaterbodems.
De onderwijsbegroting is met 15 procent toegenomen. Er is meer aandacht voor het gelijkekansenbeleid. Ook de middelen voor levenslang leren zijn gestegen. Om te voldoen aan de vraag naar levenslang leren is vooral een betere coördinatie van de bestaande initiatieven noodzakelijk. De studie over de objectiveerbare verschillen zal nog tot discussies leiden, maar in elk geval moet een gelijke onderwijskwaliteit gegarandeerd zijn voor alle leerlingen, ongeacht het net.
De lokale besturen werden versterkt door de aanpassing van het Gemeentefonds en van het Fonds voor Stedelijk Beleid.
Veel elementen van het Regeerakkoord moeten echter nog verder ingevuld worden. De start van de zorgverzekering is belangrijk, maar om solidariteit met de zorgbehoevenden te realiseren is een inhoudsgerelateerde bijdrage nodig.
Aan de haalbaarheid van de doelstellingen inzake sociale huisvesting kan getwijfeld worden. Tot nu toe werd er op dat vlak nog niet veel gerealiseerd en daarom pleit het Rekenhof voor resultaatsgerichte beheersovereenkomsten met de sociale huisvestingsmaatschappijen.
De Vlaamse regering heeft nieuwe doelstellingen voor de inburgering vooropgesteld, waarbij niet alleen voor taalonderricht, maar ook voor huisvesting en tewerkstelling inspanningen worden geleverd. Inburgering en integratie zijn echter twee verschillende dingen. We moeten de krachten bundelen om de frustratie in een aantal buurten aan te pakken en om de participatie van de bewoners te versterken.
Voor de uitbouw van een geïntegreerd beleid inzake duurzaamheid vraag ik dat de expansiesteun aan ecologische criteria zou gekoppeld worden. Dat engagement werd in het verleden al gedaan, maar het werd nog niet gerealiseerd.
Er werd tijdens deze regeerperiode al een ommekeer geforceerd rond duurzame energieopwekking, maar inzake rationeel energiegebruik werden nog niet veel initiatieven genomen.
Het beheersen van de mobiliteit blijft één van de belangrijkste uitdagingen. Men moet niet alleen het openbaar vervoer verder uitbouwen : de burgers moeten ook minder autorijden en dat is nog niet gerealiseerd. Er moet ook een duidelijk engagement komen van deze regering om het aantal verkeersslachtoffers daadwerkelijk terug te dringen.
In het kader van de gewijzigde economische conjunctuur vraagt mijn fractie, net zoals de sociale partners, nieuwe concrete werkgelegenheidsplannen. Ik denk onder meer aan een krachtig beleid inzake permanente vorming, aan de verdere uitbouw van de sociale economie en aan het leggen van nieuwe prioriteiten inzake expansiesteun.
Belangrijker dan het invullen van deze lijstjes is de noodzaak van een geïntegreerd beleid waarin de keuzes duidelijk worden.
In dit begrotingsdebat is de middelenbegroting zeer belangrijk geworden, nu we door het Lambermontakkoord een eigen fiscaal beleid kunnen voeren. De invulling daarvan moet meer zijn dan het doorvoeren van een lastenverlaging.
Niet alleen werd het kijk- en luistergeld afgeschaft, ook de registratierechten werden verminderd. Samen met de meeneembaarheid van reeds betaalde registratierechten kan dit leiden tot nieuwe tendensen in zake mobiliteit en huisvesting.
Er ontstaan ook andere mogelijkheden. Zo is uit een rapport van de administratie over de Vlaamse fiscaliteit gebleken dat een nieuwe eenvormige verkeersbelasting kan worden gebruikt als een instrument om de autokosten te variabiliseren. Deze belasting zou dus het principe kunnen bevatten dat wie minder vervuilt ook minder betaalt. Dat is ook in overeenstemming met de nota van de minister-president van juli 2001 over de hervorming van de Vlaamse fiscaliteit, waarin hij stelt dat veeleer het autogebruik dan het autobezit moet worden belast. Nu moeten we werk maken van de belasting op de inverkeersstelling en daarna van een modulering van de verkeersbelasting.
De achterhaalde ongelijkheden in de successierechten moeten worden aangepakt. Vandaag is er de gelijkschakeling van de successierechten voor stiefkinderen. Door de gewijzigde samenstelling van de gezinnen moet er echter ook een oplossing worden gevonden voor de zorgkinderen.
Belastingen zijn volgens ons een instrument om het beleid te ondersteunen. Het opbod inzake lastenverlaging is nefast. Het fiscaal beleid moet gevoerd worden binnen een strikt budgettair kader; de lastenverlaging kent zijn grenzen. De stelling dat de lastenverlaging het vertrouwen van de burger in de economie zal versterken moet gerelativeerd worden, want daar speelt vooral de internationale context van economische onzekerheid een rol. Daardoor wordt de invulling van andere maatschappelijke uitdagingen wellicht belangrijker dan vroeger. Het is net alsof het fout is belastingen te innen. Uiteraard mag de belastingsdruk niet te hoog zijn en moet de overheid efficiënt omspringen met de middelen, maar consumeren mag niet belangrijker worden dan investeren. De burger mag niet alleen aangesproken worden op de inhoud van zijn portemonnee, de overheid moet ook een beroep doen op hedendaagse solidariteit en actieve betrokkenheid.
De heer Sannen is het dus met mij eens. Als het economisch minder goed gaat, valt iedereen terug op zijn core business. Zo noemt de minister-president zichzelf de syndicalist van de belastingbetaler, maar de heer Sannen maakt niet dezelfde keuze. Hij is de gijzelaar van een coalitie met de liberalen waarmee hij nog zes of zeven jaar wil besturen. Ik vraag me af of hij zich nog thuis voelt in dezeVlaamse regering?
Het beeld van de syndicalist is allicht overdreven, maar heeft gewerkt. Het zijn de burgers, die de norm van Maastricht gehaald hebben. Na een lange periode van besparingen moet nu duidelijk worden dat inspanningen beloond worden. De verschillende coalitiepartners zijn het natuurlijk soms oneens. De noodzakelijke keuzes worden echter gemaakt.
Als de economische motor een beetje hapert, mag men de beloftes over de lastenverlaging niet herroepen. Dat is slecht voor het vertrouwen in de overheid en de economie.
Onze fractie heeft geen problemen met de afschaffing van het kijk- en luistergeld. De vermindering van de registratierechten is gebaseerd op ecologische en duurzame motieven. Ik heb enkel duidelijk willen maken dat het budgettair kader moet gerespecteerd worden. Bij de budgetcontrole moet men niet alleen maatregelen nemen aan de uitgavenzijde maar ook naar de middelen kijken. De regering heeft de middelen reeds bijgestuurd door het addendum over het provisioneel krediet.
Belastingen innen is niet vies indien meer solidariteit en duurzaamheid het doel zijn. Te veel innen of middelen niet goed besteden kan niet. Er moet een evenwicht zijn.
We zullen deze begroting en de begrotingscontrole kritisch maar constructief beoordelen en nagaan of ze een beleid weerspiegelen dat ecologie, economie en sociale rechtvaardigheid verzoent. Hoogconjunctuur maakt regeren gemakkelijker, maar wij zijn ervan overtuigd dat deze regering ook nu haar verantwoordelijkheid zal nemen. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
Mijn fractie vraagt aandacht voor de gezondheid van de begroting. Ik had graag een duidelijk overzicht gehad van het ongewijzigd beleid, de besparingen en het nieuw beleid.
De constante groei van de uitgaven van 2 procent is in deze begroting gehandhaafd. Door de lagere inkomsten zal dat groeiritme niet haalbaar blijven. Daarom is een snelle begrotingscontrole belangrijk. Een aantal extra uitgaven staan daarenboven nog niet in de begroting en zullen bij de begrotingscontrole nog ingerekend moeten worden.
Het valt op dat er een aantal eenmalige inkomsten zijn, waardoor op het einde van dit jaar problemen kunnen rijzen voor de begroting van 2003.
Bij de discussies over de Lambermontakkoorden heb ik duidelijk gezegd een voorstander te zijn van een verlaging van de registratierechten. De veronderstelling dat een aantal mensen de koop of verkoop van hun onroerend goed in 2001 hebben uitgesteld omwille van de nakende hervormingen, is terecht. Dit terugverdieneffect zal in 2003 echter al volledig verloren zijn gegaan.
We stellen vast dat heel wat inspanningen worden geleverd op het vlak van vervoer en mobiliteit, welzijn en gezondheid, onderwijs, binnenlandse aangelegenheden en cultuur. Dat er amper twee miljoen euro extra gaat naar de economische sector en dat de inhaaloperatie inzake de economische ondersteuningspolitiek wordt geschrapt, is minder goed nieuws.
Het gaat inderdaad slechter met onze economie, maar de culturele sector, het onderwijs of het wetenschappelijk onderzoek mogen daar niet onder te lijden krijgen. Ik ben blij dat verschillende leden van de meerderheid daar ook de aandacht op hebben gevestigd. Het volgende zittingsjaar belooft alvast boeiend te worden. De volgende dingen zullen worden besproken : de Kleurennota, het Pact van Vilvoorde met zijn stiefmoederlijke behandeling van de verkeersveiligheid, de globalisering, de inburgering, de ontwikkelingssamenwerking en de landbouw.
Onze fractie hecht zeer veel belang aan de situatie in Brussel en de Vlaamse Rand. Wij verwachten daarvoor een nieuw actieplan van de regering. We stellen immers vast dat de afgesloten akkoorden niet worden nagekomen. Ik verwijs naar de benoeming van de Vlaamse schepenen en de aanduiding van de ééntalig Franstalige toegevoegde rechters.
Ik maak ook van de gelegenheid gebruik om enkele algemene bedenkingen naar voren te brengen. De internationale situatie baart me zorgen. Denk maar aan Afghanistan en de problemen in Israël en Palestina : dagelijks krijgen we beelden te zien van jongeren die mekaar te lijf gaan met stenen en geweren. De Israëlische minister van Binnenlandse Veiligheid zei in een interview dat niet de beste zal winnen, maar de koppigste. Dergelijke uitlaten stemmen me droevig. Welk spel wordt er ondertussen met de jongeren gespeeld?
Vorig weekend vond in Brussel de Top van Laken plaats. Ik heb er steeds voor geijverd dat Europa in het hart van elke Vlaming zou staan gegrift, maar de liefde moet van twee kanten komen. En twee geliefden moeten dezelfde taal spreken. Eenieder zou dan ook het recht moeten hebben om in Europese aangelegenheden zijn eigen taal te gebruiken.
2002 is een belangrijk jaar. Zevenhonderd jaren zijn verstreken sinds 1302. We moeten dit luisterrijk vieren, zoals we ook al in de aanvullende regeerverklaring konden lezen. Ook de verhuis naar de nieuwe gebouwen mag niet ongezien voorbij gaan.
Meer zelfstandigheid voor Vlaanderen is niet alleen een doelstelling van mijn fractie, maar ook van deze regering. De regeerverklaring is daar duidelijk over en we zullen de discussies met onze Franstalige landsgenoten zeker voortzetten. (Applaus bij de VLD, sp.a, AGALEV en VU&ID)