Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de motie van mevrouw Becq en de heren Laurys en Schuermans betreffende een belangenconflict. De bespreking is geopend.
Het belangenconflict draait rond het federale wetsontwerp rond de buurtdiensten en -banen. Dit wetsontwerp beoogt de bevordering van de buurtdiensten en -banen op basis van dienstencheques ter bevordering van de werkgelegenheid op vlak van de thuishulp, kinderopvang, opvang van en hulp aan bejaarden, zieken en personen met een handicap. Deze domeinen en activiteiten behoren echter tot de bevoegdheid van de Vlaamse gemeenschap. Dit wetsontwerp zal dan ook de Vlaamse belangen schaden.
Wij worden hierin overigens gesteund door een advies van de Raad van State. Die stelt dat activiteiten met betrekking tot dienstverlening en bijstand aan personen gemeenschapsmateries zijn, terwijl het wetsontwerp een uitgebreide bevoegdheidsdelegatie geeft aan de koning. Het ontwerp biedt dus mogelijkheden om de Vlaamse Gemeenschap te schaden inzake kinderopvang, poetshulp en hulpverlening aan gehandicapten.
Bovendien worden in het wetsontwerp ook de gewest- en gemeenschapsbevoegdheden omtrent de ondernemingen die deze dienstencheques kunnen verlenen door elkaar gehaald. Het wetsontwerp bepaalt dat de erkenning van de dienstverlenende onderneming door de gewestelike overheid moet gebeuren, terwijl de Raad van State bevestigt dat dit een bevoegdheid is van de gemeenschappen. De erkenning kan niet gebeuren op grond van federale regelgeving.
Verder kunnen deze cheques enkel gelden voor bijvoorbeeld kinderopvang maar niet voor collectieve structuren. Het gaat niet op dat het federale niveau bepaalt hoe wij de kinderopvang moeten organiseren.
Overigens zijn de financiële implicaties van dit wetsontwerp niet duidelijk. In elk geval wordt het aanbod wordt meer gestuurd, terwijl ook dit een Vlaamse bevoegdheid is.
Bovendien is het niet duidelijk of de gemeenschappen zullen moeten betalen voor de dienstencheques. Het zal de vraag naar gezinszorg doen stijgen maar we weten niet of er bijkomende financiële middelen door de federale overheid zullen worden toegekend. Er is daarenboven geen enkele garantie voor een duidelijke en coherente verdeling van de middelen tussen Vlaanderen en Wallonië. De ervaring met het Fonds voor Collectieve Uitrusting en Diensten doet terzake het ergste vrezen.
De belangen van de Vlaamse Gemeenschap en de overheid worden geschaad, voornamelijk door het belang dat wij hechten aan betaalbare en kwaliteitsvolle dienstverlening. Minister Vogels zegt dat zij zal moeten zoeken hoe de kwaliteitsbewaking kan verzekerd worden. Door onze diensten worden geen kwaliteitscontroles georganiseerd in de particuliere kinderopvang. Bij erkenningen zal de federale overheid eigen criteria hanteren. Het gaat dus duidelijk over een belangenconflict waarbij de behandeling van het ontwerp moet geschorst worden met het oog op overleg. (Applaus bij de CVP)
Voordat dit belangenconflict ingeroepen werd, hebben onze juristen reeds uitgemaakt dat de maatregel in feite in ons voordeel is. Er is dus geen belangenconflict maar hoogstens een bevoegdheidsconflict tussen het Vlaams Gewest en de Vlaamse Gemeenschap. Ook de Raad van State zegt dat de buurtdiensten principieel onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen. Hij ziet wel een aantal problemen. In het wetsontwerp worden uitgebreide bevoegdheden toegekend aan de koning. Bij het treffen van uitvoeringsbesluiten zou het bevoegdheidsterrrein van de Vlaamse Gemeenschap kunnen betreden worden en op dat moment kunnen onze belangen geschaad worden. Dat is echter vooralsnog niet het geval en het is evenmin evident dat dit ooit wel het geval zal zijn.
Er heerst steeds een begripsverwarring tussen belangenconflict en bevoegdheidsoverschrijding. Bij een belangenconflict blijft men binnen de eigen bevoegdheden maar schaadt men de belangen van een ander bevoegdheidsniveau. Zeggen dat er geen bevoegdheidsconflict is, volstaat dus niet.
De Raad van State merkt ook op dat er een impliciete bevoegdheidsoverschrijding is van de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap ten voordele van het Vlaams Gewest. Wat voorligt in het federale parlement, schaadt de Vlaamse belangen dus niet. Het Vlaams Gewest heeft de regeling zelfs mee ontwikkeld. Het ontwerp is verbeterd en de gemeenschappen worden nu betrokken bij de inhoudelijke en kwaliteitsbepalingen. Het steunen van deze motie van belangenconflict schaadt de belangen van het Vlaams Gewest.
Daarenboven biedt het federale ontwerp nieuwe mogelijkheden aan de Vlaamse Gemeenschap voor initiatieven in Brussel. Als de Vlaamse Gemeenschap op grond van zijn eigen kwaliteitscriteria instelling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkent, moeten die door de federale overheid en door dat gewest gesubsidieerd worden. De goedkeuring van het federale wetsontwerp is dus in ons belang. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
De heer Van Vaerenbergh vindt het dus niet erg dat er een tweede circuit ontstaat zonder garanties op kwaliteit. Hij vindt het evenmin erg dat er geen garanties zijn voor een goede verdeling van de middelen voor initiatieven van kinderopvang en bejaardenzorg tussen Vlaanderen en Wallonië.
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over de motie betreffende een belangenconflict houden.