Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het gebrek aan opvangplaatsen voor jongeren die een misdrijf pleegden
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van mevrouw Declercq en de heer Strackx tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over het gebrek aan opvangplaatsen voor jongeren die een misdrijf pleegden.
Vanaf 1 januari kunnen jongeren niet meer opgesloten worden in gesloten instellingen zoals gevangenissen. Wij zijn hier uiteraard zeer blij om. Er zijn immers alternatieve mogelijkheden genoeg. Voor het ogenblik worden jongeren met psychiatrische problemen opgevangen in internaten en zijn de huizen voor allochtone jongeren vol. Dit is een slecht signaal naar de jongeren die deliquent gedrag vertonen. Mijn vraag is dan ook welke initiatieven ontplooid werden om het plaatsgebrek op te lossen in alle hulpverleningsechelons samen.
Er is momenteel een schrijnend gebrek aan opvangmogelijkheden. Dit is een oud probleem dat wij al jaren aangekaart hebben. Wij deden dit onder andere door steeds een aantal amendementen in te dienen bij het begrotingsontwerp. Het enige middel dat er tot nu toe was, namelijk de jeugddeliquenten opsluiten in de gevangenissen, valt ook vanaf januari weg. Waar moeten we vanaf dan blijven met de jeugddeliquenten? De magistraten van Antwerpen en Brussel verklaren nu al dat ze uitgelachen worden door de boefjes die voor hen verschijnen. De uitbreiding te Mol is slechts een druppel op een hete plaat. Zowel voor jongens als voor meisjes is er immers een schrijnend plaatsgebrek.
Ter illustratie wil ik de minister tenslotte meedelen dat Nederland over 1200 plaatsen voor jeugdeliquenten beschikt.
De voorzitter van de commissie heeft ons gewezen op een prangend probleem waarover ook al in de begrotingsronde gesproken is. Substituut Devroe verklaarde in een vraaggesprek met 'Het Nieuwsblad' overigens ook dat het artikel 53 geschrapt zal worden. De schrapping van dit artikel waardoor het onmogelijk wordt om nog langer jeugdigen in gevangenissen op te sluiten heeft een breed draagvlak. Jongeren horen immers niet thuis in de gevangenis. We hebben ons echter al voorbereid op de schrapping van artikel 53. In Mol worden er namelijk reeds 10 plaatsen extra voorzien. Dit zal niet volstaan. Echter enkel Mol en Ruiselede uitbreiden is geen oplossing. Er is namelijk naast de instroom ook een uitstroom in de instellingen. De uitstroom uit Mol wordt bemoeilijkt omdat er, na de uitstroom, vaak maar weinig opvang meer is. Er moet dus een reconversie van de ambulante en semi-ambulante opvang komen.
Op federaal vlak is er nood aan een uitbreiding van het jeugdsanctierecht. We zullen echter niet wachten op een uitbreiding van dit recht. Daarom heb ik mijn administratie de opdracht gegeven om een geactualiseerd rapport te maken van de huidige noden zodat er een programmatie kan opgesteld worden. Naast de 10 plaatsten te Mol zal er dus ook gezorgd worden voor een verdere opvang.
Ik heb aan de administratie gevraagd om een crisisplan uit te werken om bij het in voege treden van de nieuwe reglementering de eventuele noden te kunnen opvangen. In commissie kunnen we hierover nog uitgebreid discuteren.
Aangepaste begeleiding en preventie zijn de beste middelen om jeugddelinquentie te voorkomen.
Echte misdaden vergen echte straffen. Jeugdcriminaliteit zal niet verminderen door een zachte aanpak. Voorzien in echte straffen zal de verzuring tegengaan.
Het incident is gesloten.