Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is het voorstel van resolutie van de heren De Meyer, Van Baelen, Suykens, Sannen, Van Dijck en Vanleenhove betreffende arbeidservaring tijdens deeltijdse leerplicht.
(verslaggever)
Op 8 maart sprak de bevoegde commissie zich uit over over het voorstel van resolutie. Het werd eenparig aangenomen. Alle leden bleken bezorgd te zijn over de bijzonder kwetsbare groep van 4500 jongeren tussen 16 en 18 jaar die in het deeltijds onderwijs schoollopen. De meesten van hen kampen met schoolmoeheid en zijn eigenlijk op de vlucht voor het leerplichtonderwijs. In het deeltijds beroepsonderwijs kunnen zij vakmanschap verwerven door praktijkervaring, maar daar schuilt vaak het probleem. De twee schooldagen willen namelijk nog wel lukken, maar tijdens de werkdagen loopt het mis : ofwel vindt men geen werk, ofwel wordt men aangeworven als hulpje voor alle werk.
Het voorstel van resolutie vraagt om voldoende kwalitatieve stageplaatsen, omvattende trajectbegeleiding, leerovereenkomsten in een groter aantal sectoren, en een eenvormig statuut voor het deeltijds beroepsonderwijs.
Mijn fractie staat volledig achter dat pleidooi. Tegelijk menen wij dat dit slechts het begin is. Omdat de middelen ontoereikend zijn, moet immers ook dringend overlegd worden met de werkgevers en de vakorganisaties. (Applaus)
De jongeren in het deeltijds onderwijs vormen een van de meest kwetsbare groepen in de samenleving. Wie echt werkt tijdens zijn stageperiode, vindt achteraf veel makkelijker een baan dan wie dat niet doet. Voor die laatsten blijven de kansen op de arbeidsmarkt klein. Zij die geen deeltijds werk vinden en alleen twee dagen school lopen, doen ook geen vaardigheden op. Zij lijven binnen de vicieuze cirkel van de sociaal zwakkeren. Ik slaak bij deze een noodkreet, gericht aan de ministers van onderwijs, werkgelegenheid, welzijn en cultuur. Binnen een jaar verwachten wij een voortgangsrapport.
Ik sluit mij volledig aan bij de vorige sprekers. De hele Vlaamse samenleving moet haar verantwoordelijkheid nemen. Ik denk daarbij in het bijzonder aan de werkgevers.
Ik sluit me aan bij de warme oproep die aan de wekgevers wordt gericht.
De bespreking is gesloten. We zullen morgen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.