Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Caluwé tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over een eventuele heronderhandeling van het Lambermont-bisakkoord na het advies van de Raad van State
De Raad van State heeft een bijzonder negatief advies gegeven over het ontwerp van bijzondere wet over de bevoegdheden, waarschijnlijk zal het advies over de financiering hetzelfde zijn. Over het landbouwbeleid zegt het advies dat als de BIRB federaal blijft, de volledige uitvoering federaal moet blijven. Het heeft dus geen zin om, zoals de heren De Gucht en Bourgeois willen, het prijs- en inkomensbeleid te regionaliseren. De bepalingen over ontwikkelingssamenwerking zijn inhoudsloos volgens de Raad van State. Tevens kan volgens hem de gemeente- en provinciewet niet geregionaliseerd worden zonder grondwetswijziging. Hij baseert zich voor dat laatste op de bezwaren van de oppositie, onder meer van de heer Dewael, in de vorige regeerperiode.
Dit advies biedt de gelegenheid om opnieuw te onderhandelen over dit akkoord en een aantal bevoegdheden over te hevelen waarvoor geen grondwetswijziging noodzakelijk is, onder meer gezondheids- en gezinsbeleid. Zal de minister-president deze kans aangrijpen of zal hij juridische trucs gebruiken om het advies te ontwijken en een slecht akkoord toch uit te voeren?
Ik onderhandel geen twee maal over een akkoord. De basis is goed : fiscale autonomie, herfinanciering van de gemeenschappen en overheveling van bijkomende bevoegdheden. De samenwerkingsakkoorden, waarover men momenteel onderhandelt, kunnen bijdragen tot een beter begrip en misschien wel een verdieping van het akkoord. Zij moeten klaar zijn op het ogenblik van de eindstemming.
Het advies van de Raad van State is belangrijk. In de vorige regeerperiode heb ik getwijfeld of de regionalisering van de provincie- en gemeentewet en de aanverwante kieswetgeving mogelijk is zonder artikel 162 van de Grondwet te herzien. De toenmalige eerste minister en een aantal leden van de toenmalige meerderheid hebben mij gedeeltelijk overtuigd dat de regionalisering wel kan zonder grondwetsherziening. Het Lambermontakkoord voorziet hierin. Ik betreur het dat zo weinig artikelen voor herziening vatbaar verklaard zijn, maar hiervoor heeft de CVP gezorgd.
De Raad van State acht het niet nodig om een algemeen standpunt in te nemen over deze kwestie, maar zegt dat het parlement hierover, bij tweederde meerderheid, zal moeten beslissen. U gunt mij teveel eer als u denkt dat mijn uitspraken aan de basis van dit advies liggen.
Het is inderdaad noodzakelijk dat wij het volledige akkoord uitvoeren, ook minister-president Van Cauwenberghe heeft dit bevestigd. Het is allicht verstandig om artikel 162 van de Grondwet voor herziening vatbaar te verklaren zodat de nieuwe situatie, gecreëerd door de bijzondere wet, in de grondwet verankerd kan worden. (Applaus bij de VLD, SP en Agalev)
In zijn besluit stelt de Raad van State dat de regionalisering van de gemeente- en provinciewet enkel kan als artikel 162 zal zijn herzien. De Franstaligen zullen de uitvoering van Lambermont niet blokkeren, ze krijgen immers veel geld. Ze zullen de bijzondere wet goedkeuren en enkele weken later zal een burgemeester uit de Rand naar het Arbitragehof stappen. Op basis van het advies van de Raad van State zal de klacht aanvaard worden. Ik betreur dat de Vlaamse regering de kans niet aangrijpt om het volledige akkoord opnieuw te onderhandelen.
Het incident is gesloten.