Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Keulen tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over de doorstorting van de onroerende voorheffing aan de gemeenten.
Bij de installatie van de gemeenteraad in Sint-Niklaas heeft kersvers burgemeester Willockx zwaar uitgehaald naar de centrale overheden in Brussel die de belastingen niet of laattijdig doorstorten naar de gemeenten. Gezien het stijgende aantal taken waarmee de gemeenten geconfronteerd worden, is het belangrijk dat ze hun belastinginkomsten op tijd krijgen. De onroerende voorheffing, waar Vlaanderen bevoegd voor is, is één van die belastingen. Hoe groot is de achterstand? Wanneer wordt de onroerende voorheffing gestort?
Toen de vorige Vlaamse regering besloot de onroerende voorheffing zelf te innen, heeft ze enige vertraging opgelopen. Wij zijn die inningsachterstand nu aan het inlopen en zullen tegen het eind van dit jaar hetzelfde tempo halen als de federale regering indertijd. Bovendien worden de voordelen nu automatisch toegekend aan zij die er recht op hebben, terwijl ze die voordelen vroeger zelf moesten aanvragen. Daardoor genieten meer mensen die voordelen dan vroeger.
In december hebben we 6,12 miljard frank geïnd. Volgens het protocol dat we met de VVSG hebben gesloten, moeten we de middelen doorstorten op de twintigste dag van de maand die volgt op de inningsmaand. Als die twintigste dag een vakantiedag is of tijdens het weekend valt, moeten we de eerstvolgende bankwerkdag storten. Wij zullen de onroerende voorheffing dus op 22 januari storten. De federale overheid stortte vroeger pas de 26ste dag.
Het incident is gesloten.