Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van mevrouw Merckx-Van Goey tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de betrokkenheid van de minister bij het preventieve luik van de federale drugsnota.
Op dit ogenblik circuleert er een nota van de federale regering over de drugsproblematiek. Na het debat in De Zevende Dag stellen we vast dat de federale regering er nog niet uit is of het bezit en de productie van cannabis voor eigen gebruik in of uit de strafwet moeten.
Minister Aelvoet trekt zich bovendien niet zo veel aan van de correcte bevoegdheidsafbakening : ze houdt een pleidooi voor preventie en hulpverlening. Mogelijk doet ze net als haar collega Verwilghen om andere knelpunten onder de mat te vegen. Minister Vogels is bevoegd voor preventie. Op 24 februari heeft de Vereniging voor Alcohol- en Drugspreventie (VAD ) een rapport overgemaakt waaruit blijkt dat drie vierden van de jongeren vanaf 15 jaar geregeld op plaatsen komt waar ze in contact kunnen komen met drugs. Drie jongeren op de tien komen er af en toe mee in contact en twee jongeren op tien zouden drugs gebruiken. De ministers Vogels en Vanderpoorten hebben toen aangekondigd dat ze een zware en intensieve preventiecampagne zouden voeren in de scholen. Een maand of anderhalve maand geleden kwam minister Vogels tot het besluit, opnieuw na een onderzoek van de VAD, dat drugs tot de jongerencultuur behoren en dat we ze niet kunnen doodzwijgen.
Nu stellen we in de begrotingsdocumenten vast dat de welzijnsbegroting, die nochtans met 8 of 12 percent stijgt, geen frank meer uitgetrokken is voor drugspreventie. Bij de bespreking van het decreet over de CLB's hadden we gezegd dat drugspreventie een belangrijke taak was van die CLB's, maar in de uitvoeringsbesluiten is de drugspreventie uit het takenpakket verdwenen.
De minister vindt dat men drugs niet mag doodzwijgen, nochtans wordt er noch in de begroting, noch in de beleidsbrief over gerept. Er worden geen bijkomende middelen vrijgemaakt voor drugspreventie. Heeft u geen inspraak gehad in de federale beleidsnota? Wordt in het federale plan wel voorzien in het nodige geld voor de uitvoering van het preventiebeleid in de Vlaamse Gemeenschap?
Mevrouw Merckx-Van Goey knoopt onterecht een en ander aan elkaar. We hebben voor drie jaar een convenant afgesloten met de VAD, de Vereniging voor Alcohol- en Drugpreventie. Zij voeren het preventiebeleid voor de Vlaamse regering en zij doen dit goed. De middelen voor deze organisatie en dus ook het preventiebeleid zijn vastgelegd in de convenant voor drie jaar, daarom stijgen zij niet. De VAD werkt met tussentijdse rapporten, gebaseerd op de grote schoolenquête. De bedoeling hiervan is ook drugs bespreekbaar te maken en leerkrachten op het probleem attent te maken. Na het tweede tussentijdse rapport hebben wij besloten om de helft van de scholen die nog niet deelnemen aan deze enquête aan te sporen om toch mee te werken. Volgend jaar zal er een evaluatie zijn van de convenant.
Wij moeten werken binnen het juridisch kader dat op federaal vlak uitgetekend wordt. Minister Aelvoet heeft een algemene nota over drugbeleid opgesteld Men kan preventie immers niet loskoppelen van repressie en het algemeen juridisch kader. In juni of juli van dit jaar is deze nota verzonden naar alle betrokken ministers in de verschillende regeringen. In de Vlaamse regering kregen de minister-president, de ministers Vanderpoorten en Anciaux en ik een exemplaar. Minister Anciaux heeft toen voorgesteld om een gezamenlijk standpunt in te nemen. Normaal gezien zal de interkabinettenwerkgroep de werkzaamheden vanavond afronden en kan de regering dit vrijdag bespreken. Dan zullen we een standpunt innemen over het deel van deze nota dat onder onze bevoegdheid valt : het preventiebeleid.
Over de nota van minister Aelvoet zal de federale regering eind november beslissen. Er is dus overleg geweest. Of er federaal middelen worden vrijgemaakt is nog niet duidelijk. Het is immers een Vlaamse bevoegdheid. Er gebeuren voldoende investeringen aan de hand van de convenant met de VAD.
Ik stel vast dat er dus inderdaad geen frank meer uitgegeven wordt dan vorig jaar. De minister neemt zelf geen initiatief. Ik ben het er niet mee eens dat het juridisch kader op federaal vlak moet uitgetekend worden. Preventie is immers een Vlaamse bevoegdheid. De minister neemt haar verantwoordelijkheid dus niet. Zij laat de ouders, leerkrachten en mensen uit de welzijns- en gezondsheidssector in de steek. Ik betreur het dat de minister niet voorziet in de noodzakelijke middelen voor een coherent en goed Vlaams beleid.
Het incident is gesloten.