Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is het ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst ter bestrijding van doping, ondertekend te Straatsburg op 16 november 1989.
Op 29 juni besprak de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden dit ontwerp van decreet.
De Vlaamse minister bevoegd voor Sport, de heer Johan Sauwens, lichtte het ontwerp van decreet toe. De lidstaten van de Raad van Europa ondertekenden in 1989 een verdrag dat ertoe strekt het gebruik van doping in de sport te bestrijden. Thans is België één van de weinige landen die deze overeenkomst nog niet heeft bekrachtigd. Toch is Vlaanderen reeds jaren een pionier in de strijd tegen doping. Dat gebeurt op grond van het decreet inzake medisch verantwoorde sportbeoefening van 27 maart 1991 dat strenger is dan de aanbevelingen in de Europese overeenkomst. Om het gebruik van doping te bannen moeten er maatregelen worden gecoördineerd, bepaalde producten minder beschikbaar worden gemaakt, controlelaboratoria worden opgericht en de voorlichting en opvoeding worden georganiseerd. Daarbij wordt een cruciale rol toegekend aan de sportfederaties. Een andere belangrijke krachtlijn in de overeenkomst, waaraan de huidige praktijk in Vlaanderen al beantwoordt, is de depenalisering van dopinggebruik. Sportbeoefenaars zullen voor doping niet strafrechtelijk vervolgd worden, maar een tuchtprocedure opgelegd krijgen. Dat weegt voor een sportbeoefenaar zwaarder.
De minister verklaarde dat er een samenwerkingsakkoord wordt voorbereid tussen de drie gemeenschappen over de vertegenwoordiging en de standpunten in de Commissie van Toezicht die wordt opgericht in artikel 10 van het verdrag. Verder wil de minister een telefonisch meldpunt oprichten waar men met klachten inzake doping terecht kan. Ook de juridisch-technische bevoegdheid van de controleartsen wordt onderzocht. In de tweede helft van 2001, wanneer België voorzitter van de Europese Unie is, wil de minister de Europese samenwerking in de strijd tegen dopinggebruik onder de aandacht brengen.
De commissieleden betreurden dat de overeenkomst nu pas wordt goedgekeurd door Vlaanderen. De leden vinden het wel positief dat Vlaanderen de ratificatie door België niet heeft afgewacht om een eigen dopingbeleid uit te bouwen.
De laatste jaren hebben de sportfederaties de strijd tegen het dopinggebruik sterk opgevoerd omwille van de commerciële belangen. Sponsors willen namelijk geen slecht imago door dopingschandalen. De commissieleden benadrukten dat de strijd tegen de doping niet volledig mag worden overgelaten aan de sportfederaties en dat ook de overheid terzake een rol moet vervullen, vooral omdat de volksgezondheid in het gedrang kan komen.
Deze overeenkomst kwam tot stand in de Raad van Europa en handelt over een materie waarvoor de Vlaamse Gemeenschap exclusief bevoegd is. De commissieleden betreurden dan ook dat Vlaanderen niet vertegenwoordigd is in de Raad van Europa. Ze vroegen een regeling van de internationale positie van Vlaanderen.
Het ontwerp van decreet werd met negen stemmen eenparig aangenomen door de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden.
De verslaggever heeft een goede synthese gegeven van de bespreking in de commissie. De overeenkomst werd er immers niet alleen formeel goedgekeurd. De thematiek van het antidopingbeleid werd ook inhoudelijk behandeld.
Het is jammer dat dit akkoord, dat een zeer belangrijke kwestie betreft, eigenlijk al voorbijgestreefd is. Gelukkig hebben we in 1991 een eigen Vlaamse regelgeving uitgebouwd. Ik ben het eens met de voorstellen van de minister voor een samenwerkingsakkoord tussen de drie gemeenschappen en een meldpunt. Ik meen dat aan deze materie niet voldoende aandacht kan besteed worden.
De vertraging is het gevolg van juridische betwistingen over de bevoegdheid van de federale overheid en van de deelgebieden. Hierover hebben we het advies gevraagd van de Raad van State. Het is duidelijk dat een overheid hiervoor bevoegd moet zijn. Het is niet verboden te anticiperen of de norm hoger te leggen dan wat bepaald is in deze internationale overeenkomst. Dat was trouwens het geval met de regelgeving van 1991. De minister heeft een aantal goede maatregelen voorgesteld die het goede werk van het decreet van 1991 verderzetten. Ook in de vorige regeerperiode heeft men stap voor stap maatregelen genomen.
De algemene bespreking is gesloten.
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst ter bestrijding van doping, ondertekend te Straatsburg op 16 november 1989.
- De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen morgen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.