Verslag plenaire vergadering
Verslag
MOTIE
Uitoefening van het recht van onderzoek inzake zeescheepsbouw en scheepskredieten
Bespreking
Aan de orde is de motie van de heren Vermeiren, Bossuyt, Sannen en Van Grembergen tot uitoefening van het recht van onderzoek naar mogelijke onzorgvuldigheden begaan sinds 1 januari 1989 bij het toekennen en bij het beheer van overheidsgelden inzake scheepsbouw en scheepskredieten en/of bij de uitoefening van het functioneel of financieel toezicht dat hierop werd uitgeoefend.
Na de discussie van woensdag, is het niet nodig dat ik nog inga op de motie. Woensdag hebben alle democratische fracties ons gevraagd of het niet mogelijk was nog over deze motie te discussiëren. Eigenlijk was dat vanaf het begin onze bedoeling, maar door een samenloop van omstandigheden is het er niet van gekomen.
De discussie heeft geleid tot een amendement dat alle democratische partijen samen ondertekenen. Ik vraag u dan ook de geamendeerde motie goed te keuren omdat ze nog beantwoordt aan de essentie van de eerste tekst.
Na overleg met de meerderheidspartijen zal de CVP de motie goedkeuren omdat in de geamendeerde versie rekening wordt gehouden met onze bemerkingen. Zo loopt de nieuwe tekst niet meer vooruit op mogelijke conclusies : de onderzoekscommissie moet uitmaken of er sprake is van tekortkomingen. De onderzoekscommissie zal zich ook alleen maar over de scheepskredieten - de directe subsidies - buigen. De indirecte subsidies aan de scheepswerven zullen niet aan bod komen. Dat was tijdens de hoorzittingen evenmin het geval.
Ten slotte mogen we niet vergeten dat het Vlaams Gewest pas sedert 1 januari 1989 bevoegd is voor de scheepskredieten. De onderzoekscommissie moet toch de kans krijgen zich in de context te verdiepen waarmee het Vlaams Gewest geconfronteerd werd. Het is bijvoorbeeld niet onbelangrijk dat 95 percent van alle scheepskredieten tussen 1976 en 1983 werden toegekend. De onderzoekscommissie kan zich enkel uitspreken over de periode na 1 januari 1989, maar moet wel rekening houden met de historische context.
Het is de uitdrukkelijke wens van de CVP-fractie dat alle dossiers uitgeklaard worden. Het was woensdag niet de bedoeling de zaken te vertragen. Wij waren alleen van mening dat we vanaf het begin bij de onderzoekscommissie betrokken moesten zijn. We zijn blij dat we die kans uiteindelijk gekregen hebben. Wij hopen dat deze onderzoekscommissie in een sereen klimaat kan werken omdat wij oppositie voeren met respect voor het parlement. (Applaus bij de CVP, de VLD, de SP, AGALEV en VU-ID)
Wat we de voorbije dagen allemaal hebben meegemaakt grenst aan het ongelofelijke. De sjoemelaars hebben elkaar in de wandelgangen van dit parlement alsnog gevonden. En het toppunt van de ironie is dat de degene die zich als eerste in dit dossier verdiept heeft, namelijk heer De Gucht nooit kon voorzien dat het eerste slachtoffer van dit dossier uitgerekend uit zijn partij zou komen. Dat kan toch zijn bedoeling niet geweest zijn. Alhoewel? (Samenspraken)
Tijdens de vorige kabinetsperiode heeft de heer De Gucht meermaals aangedrongen op een onderzoekscommissie. Toch hebben we nu op een voorstel de heer Bogaert moeten wachten. Ik ben er echter nog niet zo zeker van of zijn voorstel in goede aarde is gevallen. Als voorzitter van de commissie voor Economie, Werkgelegenheid, Landbouw en Toerisme is de heer Bogaert de aangewezen persoon om ook de onderzoekscommissie te leiden. Helaas, de heer Bogaert zal geen voorzitter worden en ik vraag me zelfs af of hij zitting zal hebben in de onderzoekscommissie.
De onderzoekscommissie wordt dus het zoveelste verhaal waarin de pot de ketel verwijt. Dat maakt het voor ons eigenlijk gemakkelijk : zo worden wij de enige oppositiepartij. De enige partij met propere handen. (Applaus bij het VB)
<Geen Tekst><Geen Tekst>
<Geen Tekst><Geen Tekst>
<Geen Tekst><Geen Tekst>