Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is de verklaring van de Vlaamse Regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2024.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Voorzitter, beste collega’s, met enige trots bevestig ik u dat we met de Vlaamse Regering een akkoord hebben bereikt over de begroting. Ondanks de moeilijke economische omstandigheden blijft de Vlaamse begroting op koers. We gaan richting een evenwicht in 2027. Dat is een enorme opsteker.
Wat meer is: we nemen ook een hele reeks ingrijpende beleidsmaatregelen. Ik ben blij dat we, ondanks de budgettaire krapte, de nodige financiering voor enkele belangrijke hervormingen hebben gevonden.
Dames en heren, dat is een sterk politiek signaal. Het houdt een stevig engagement in: deze regering werkt onverdroten door tot de verkiezingen van juni volgend jaar. Tot dan telt vooral regeren en besturen, zonder veel cinema. Dat verwachten de mensen van ons.
Deze regering bewijst andermaal dat ze in staat is om in de grote en moeilijke dossiers knopen door te hakken. Gemakkelijk is het nooit. Het geld groeit jammer genoeg niet aan de bomen. Dus moet je openheid van geest tonen, zaken durven aanpassen, verbeteren, hervormen.
Tijdens de begrotingsgesprekken is dat opnieuw gelukt. Door inzichten samen te leggen, zijn we tot betere oplossingen gekomen.
Ik wil daarom mijn collega’s van de drie partijen heel hartelijk danken voor de inspanningen die ze gedaan hebben om tot dit resultaat te komen. We hebben in een zeer open en constructieve sfeer kunnen samenwerken. Dat maakt dit akkoord alleen nog maar sterker.
De gemaakte keuzes weerspiegelen onze hoop op een beter Vlaanderen, niet onze angsten.
Als u een rode draad zoekt, dan is het ons engagement om alles op alles te zetten voor de bescherming van onze Vlaamse welvaart. We binden de strijd aan tegen de krapte op de arbeidsmarkt. Hoe krijgen we nog meer mensen aan de slag? Hoe maken we ‘werken’ nog meer ‘lonend’?
Op dit moment piekt onze werkzaamheidsgraad rond de 77 procent. Dat betekent dat 77 op honderd Vlamingen op beroepsactieve leeftijd ook effectief aan het werk zijn. Daarmee doen we, ondanks de dip tijdens de covidcrisis, 2 procentpunt beter dan in het begin van deze regeerperiode. En het is ook 2 procentpunt beter dan het gemiddelde in de Europese Unie.
Dat is knap, maar we moeten verder richting de 80 procent. Iedereen een job die bij hem of haar past: dat is het doel. Het is belangrijk voor de mensen zelf, het is ook de beste antigifpil tegen armoede, en het is cruciaal om de zorg voor jong en oud te blijven betalen, om wegen aan te leggen en nieuwe scholen te kunnen bouwen of verbouwen, kortom, om de welvaart in Vlaanderen te garanderen.
We hebben alle armen, benen en hersenen nodig. Te veel bedrijven en organisaties – niet alleen in de kinderopvang en het onderwijs, maar in alle mogelijke sectoren – smachten en smeken om extra personeel. Vele duizenden vacatures raken niet ingevuld, het aantal knelpuntberoepen is nog nooit zo hoog geweest.
De wereld waarin we leven, biedt nochtans kansen, kansen voor iedereen. De kunst is om ervoor te zorgen dat iedereen deze kansen ook kan en wil grijpen.
En daarom – en nu ga ik naar de concrete maatregelen – pompen we vanaf volgend jaar maar liefst 270 miljoen euro extra in de kinderopvang: 270 miljoen euro extra, ieder jaar opnieuw.
Laat me dat cijfer even in perspectief plaatsen. Dit jaar spenderen we ruim 800 miljoen euro aan de kinderopvang, volgend jaar zal dat dus 1,1 miljard euro zijn. In 2019, bij het begin van deze regeerperiode, was het nog geen half miljard euro. Met andere woorden: deze Vlaamse Regering heeft de budgetten voor de kinderopvang meer dan verdubbeld. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
Collega’s, de 270 miljoen euro die er vanaf nu jaarlijks bij komt, zal onder meer vijfduizend nieuwe extra plaatsen opleveren. We gaan nu in totaal naar nagenoeg honderdduizend plaatsen! We versterken zowel de groeps- als de gezinsopvang, zowel de voorzieningen in trap 2 als in trap 1, zowel de crèches als de onthaalouders.
Deze injectie is broodnodig. Er zijn opvangplaatsen te kort, maar ook de kwaliteit moet omhoog. Er kwamen te veel negatieve en soms zelfs pijnlijke verhalen naar buiten.
Ik weet hoe collega Crevits de voorbije maanden in moeilijke omstandigheden aan het herstel van de sector heeft gewerkt. En ik ben blij dat we nu een turbo op haar inspanningen kunnen zetten. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
Kinderpsychologen hameren op het belang van goede en veilige opvang voor de ontwikkeling van onze allerkleinsten. Ik kan dat alleen maar onderschrijven. In de prilste fase van hun leven verdienen onze kinderen de grootste, de warmste zorg. Onze kinderbegeleiders en onthaalouders hebben een zware, maar ook een fantastische taak. Enorm veel respect daarvoor.
De last op hun schouders zal verminderen. We zorgen ervoor dat de zogenaamde kindratio globaal met één kind per begeleider naar beneden gaat. In groepen met alleen de allerkleinsten zakt de ratio naar een op vijf. We maken het mogelijk om logistieke medewerkers onze kinderbegeleiders te laten helpen. Zij kunnen ondersteunende taken van hen overnemen, waardoor de begeleiders zich kunnen focussen op de kindjes.
Dames en heren, het huidige systeem van de kinderopvang is ook aan verandering toe. Voor ons is het evident dat kinderopvang op de eerste plaats bedoeld is voor werkende ouders. Want nu moeten te veel vaders of moeders thuisblijven omdat ze geen plek vinden voor hun kindjes. Werkende ouders krijgen voortaan dus echt voorrang in hun zoektocht naar een geschikte plek. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
We gaan bedrijven ook stimuleren om te investeren in opvangplaatsen voor de kinderen van hun medewerkers. Dat hoeft zeker niet altijd op de werkplek zelf te zijn. Werkgevers kunnen hun medewerkers ook aan een opvangplek helpen in de buurt van waar ze wonen of langs de route naar het werk. Dankzij professionele kinderopvang kunnen ouders dus met een gerust hart hun eigen beroepsloopbaan uitbouwen.
Goede collega’s, ik zei het al: we willen mensen die nu geen job hebben, stimuleren om aan de slag te gaan. Dat doen we ook met ons turboplan op inburgering, dat collega Bart Somers in de steigers heeft gezet.
Het bevat een reeks activerende maatregelen, zoals een verplicht leertraject voor kortgeschoolde inburgeraars, een hoger niveau van Nederlands voor midden- en hooggeschoolden, en extra ondersteuning voor bedrijven bij het aanbieden van Nederlands op de werkvloer.
Om meer mensen aan de slag te krijgen, verhogen we ook de Vlaamse jobbonus. De laagste lonen krijgen in twee stappen 100 euro erbij. We trekken de jaarlijkse bonus dus op van 600 naar 700 euro voor werknemers met de laagste wedde. De maatregel lost niet alles in één keer op, maar hij doet wel degelijk zijn werk.
Het verschil tussen een leefloon of een uitkering enerzijds en een wedde anderzijds moet groot en aantrekkelijk genoeg zijn. Anders blijven mensen te gemakkelijk in werkloosheid of inactiviteit hangen. Ik vind de jobbonus echt een voorbeeld van een heel sociale maatregel die ook economisch steek houdt. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
We vergroten de groep mensen die recht hebben op een jobbonus naar ongeveer 1 miljoen werknemers. Dat is zowat 40 procent van de 2,5 miljoen Vlaamse werknemers. Niet alleen de laagste lonen krijgen er dus een, maar ook de categorie daar net boven. Ook die mensen hebben het vaak moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. We willen ook hun de nodige stimulans geven om aan het werk te gaan en te blijven.
We doen alles om zoveel mogelijk mensen te activeren, aan het werk te krijgen en te belonen wie effectief werkt. Maar daarvoor vragen we ook steun van andere overheden. Vlaanderen kan geen beleid voeren, mág geen beleid voeren op het vlak van fiscaliteit, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en pensioenen. Daarom vragen we medewerking van de federale overheid. Laat ons ten minste toe om in sectoren zoals kinderopvang, onderwijs, openbaar en leerlingenvervoer ook gebruik te kunnen maken van flexi-jobs, zodat we de duizenden openstaande vacatures kunnen invullen dankzij mensen die net iets meer willen werken of die tijdens hun pensioen willen werken. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
Collega’s, ik heb ook goed nieuws voor de sector van de dienstencheques. We hebben beslist om nog dit jaar extra budget uit te trekken om deze sector, die het niet gemakkelijk heeft, te versterken. Het is tevens de bedoeling om de arbeidsomstandigheden van de poetsmannen en -vrouwen te verbeteren. Zo maken we de job aantrekkelijker voor nieuwe arbeidskrachten. Voor alle duidelijkheid: voor de gebruiker verandert er niets.
Uiteraard blijft het onderwijs onze allerbelangrijkste hefboom om jongeren voor te bereiden op een succesvolle professionele loopbaan. Collega Ben Weyts werkt keihard om de tanker te keren, en dat is aan het lukken. We zullen over enkele jaren de vruchten plukken van al die inspanningen.
Er gebeurt in deze bestuursperiode al heel veel op het vlak van onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan de Vlaamse toetsen die we volgend jaar invoeren, de taalscreening bij kleuters en de hervormingen op het vlak van personeelsbeleid. We maken nieuwe keuzes en focussen opnieuw op de essentie: Nederlands en wiskunde. We gaan vol ambitie voor onderwijskwaliteit.
En ja, we zien nu al de eerste lichtpunten. We boeken vooruitgang in de strijd tegen het lerarentekort. We zien record na record sneuvelen in het aantal zijinstromers, mensen dus die uit een ander beroep komen en nu kiezen voor een job in het onderwijs. We zien ook het aantal inschrijvingen voor de lerarenopleidingen toenemen.
De waarheid is dat er nog nooit zoveel leerkrachten geweest zijn als vandaag. Maar we hebben er nóg meer nodig. We steken daarom nog een tandje bij. We gaan de zijinstroom van nieuwe leerkrachten verder aanwakkeren. Het succes van die zijinstroom is te danken aan de anciënniteitsregeling en de lerarenbonus die in deze regeerperiode ingevoerd werden. We verruimen nu de mogelijkheden door niet langer tien, maar vijftien jaar anciënniteit toe te kennen, en dat voor leraren van álle vakken en voor directies in het basis- en secundair onderwijs. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
Dus zowel voor de leerkracht wiskunde als voor die van geschiedenis.
Maar we zorgen ook voor een versterking van de klassieke instroom in ons onderwijs door 15 miljoen euro extra te investeren in onze lerarenopleidingen. De lat moet stevig hoger. Meer ambitie, meer excellentie!
We zetten evenzeer in op ons hoger onderwijs, met extra middelen voor onder meer de artsenopleidingen. Deze Vlaamse Regering zorgt ervoor dat er in de toekomst genoeg dokters zullen zijn om alle zorgnoden op te vangen. We hebben de federale quota losgelaten en we hebben zelf het aantal startende studenten fors verhoogd. Rond deze tijd starten er 1.600, dat waren er nog nooit zoveel. We versterken de artsenopleidingen structureel, zodat de universiteiten ons tempo aankunnen, met een even hoge onderwijskwaliteit. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
Onderwijs is van bij het begin van deze regeerperiode een grote prioriteit. In ons laatste werkjaar zetten we op ons investeringsbeleid nog een extra turbo. In totaal komt er structureel ruim 100 miljoen euro extra per jaar bij voor ons onderwijs.
Collega’s, er komt ook bijkomende financiering voor het leerlingenvervoer in het bijzonder onderwijs. Het is onaanvaardbaar dat kinderen die behoren tot de meest kwetsbare groepen, soms urenlang op de bus moeten zitten. Collega Lydia Peeters pakt dit aan en zal ervoor zorgen dat we dit terugkerende probleem onder controle krijgen. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
Nog een andere maatregel die ik hier graag meegeef, is dat collega Diependaele budget heeft vrijgemaakt om drieduizend nieuwe koten te bouwen voor studenten die het financieel wat moeilijker hebben. We gaan daarvoor samenwerken met de sociale woonmaatschappijen en verschillende actoren uit het hoger onderwijs. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
Dames en heren, ik zou u nog een tijdje kunnen bezighouden met een opsomming van maatregelen, zoals in een catalogus. Ik denk aan onze verbouwpremies die we met een jaar gaan verlengen, een premie die we lanceren om de aankoop van bescheiden zero-emissiewagens aan te moedigen – met ook aandacht voor de tweedehandsmarkt –, bijkomende investeringen die we gaan doen in ons wegennet, in onze zorg, enzovoort. Maar u vindt dat allemaal terug in het centenboekje, dat we vandaag voorstellen.
U zult merken dat we ook een reeks maatregelen nemen om de uitgaven te beperken. Als er op verschillende plaatsen extra geïnvesteerd wordt, moet er elders ook bespaard worden. We hebben tijdens de begrotingsoefening elke euro niet twee, maar drie keer omgedraaid.
Uitgaven die ooit nuttig waren, maar vandaag niet meer effectief zijn, schrappen we. Ik denk bijvoorbeeld aan de doelgroepenkorting voor bedrijven die oudere werknemers in dienst nemen of hebben. Dat is een maatregel die vandaag, met de krapte op de arbeidsmarkt, nog weinig effect heeft, gezien die krapte. In plaats van deze subsidies, kunnen we beter een prikkel geven aan de mensen zelf en zorgen voor betere randvoorwaarden, zodat ze effectief aan de slag gaan. We verschuiven daarom een deel van het budget van de doelgroepenkorting richting de kinderopvang en de jobbonus.
Dames en heren, onze begroting heeft door de crisissen van de voorbije jaren best wat averij opgelopen. De economische situatie is nog altijd niet rooskleurig. Er is weliswaar groei, wat al beter is dan in sommige buurlanden, maar die groei is minder dan eerder verhoopt. Er is natuurlijk ook de hardnekkige inflatie, en er is de afkoeling van de woningmarkt, waardoor er minder geld via registratierechten binnenkomt.
Daardoor blijft onze begroting nog even in het rood, maar – en dat is een van de belangrijke boodschappen van vandaag – vanaf 2027 is onze begroting opnieuw in evenwicht. Dat hadden we al aangekondigd eind 2021 en dat pad houden we ook aan. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
Collega’s, ik prijs me vandaag gelukkig dat we gedurende de volledige regeerperiode bedachtzaam met de centen zijn omgegaan. We hebben zware schulden gemaakt toen het nodig was. Dat was vooral tijdens de coronacrisis, toen we duizenden bedrijven, organisaties, verenigingen en gezinnen door de ellende moesten sleuren. En ook nadien, toen we moesten investeren in een krachtige economische en maatschappelijke relance.
De energiecrisis hebben we dan weer aangegrepen om massaal te investeren in hernieuwbare energie en energiebesparing, de meest structurele aanpak met het oog op lagere energiefacturen in de toekomst.
Maar we hebben op de juiste momenten ook de nodige besparingen doorgevoerd, zowel in 2019, aan het begin van deze regeerperiode, als eind 2021, toen we uit de covidcrisis kwamen.
Die soberheid hebben we tijdens de jongste begrotingsoefening, minder dan een jaar voor de verkiezingen, niet losgelaten. Budgettaire uitspattingen kunnen we ons niet permitteren. Een ontsporing van de begroting zou ons jarenlang ellende bezorgen. Het is zo belangrijk dat onze begroting tegen 2027 opnieuw naar een evenwicht gaat.
Ik wil u ook uitleggen waarom. Van mijn voorganger Geert Bourgeois heb ik in 2019 een begroting geërfd die nagenoeg in evenwicht was. U kunt zich niet voorstellen hoe essentieel die buffer was tijdens de coronacrisis. We hadden onze samenleving nooit zo kunnen stutten zonder die gunstige uitgangspositie.
Voor mij is het een evidentie – een zaak van eer en politieke moed zelfs – om ook aan de volgende regering een gezonde begroting af te leveren. Wie zegt dat een begroting op orde niet belangrijk is, dwaalt. Hij of zij speelt met de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
Ik wil collega Matthias Diependaele uitdrukkelijk bedanken om, nu al vier jaar lang, als een goede huisvader over onze begroting te waken.
Het is trouwens niet omdat je op de centen let, dat je daarom harteloos bent. Integendeel: je let op de centen omdat dat de enige manier is om goed en waardig te leven, en om altijd over voldoende middelen te kunnen beschikken om een zorgzaam beleid te voeren. Je let op de centen omdat het de enige manier is om voor elkaar te kunnen zorgen.
De begroting die we vandaag presenteren, is een begroting op mensenmaat. We geven veel kansen aan elke Vlaming, maar we verwachten er ook iets voor terug. Van de overheid wordt tegenwoordig soms te veel verwacht. De overheid kan niet elk probleem oplossen. Niet alles is oplosbaar met regels of met subsidies. Individuele burgers moeten ook zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Ja, we investeren fors in de kinderopvang en in ons onderwijs, maar we verwachten ook iets van de ouders. Ja, we zetten een turbo op onze arbeidsmarkt om meer mensen aan de slag te krijgen, maar we willen dan ook dat iedereen nu werkelijk de handen uit de mouwen steekt.
Dames en heren, gaan nu opeens alle problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen? Natuurlijk niet. Maar we bieden wel een duidelijk perspectief. We bieden een richting, waar diep en goed over nagedacht is. Als je niet weet naar welke haven je vaart, is geen enkele wind gunstig. Ik herhaal het: mijn regering heeft nog een zwaar werkjaar voor de boeg. Er zijn nog flink wat dossiers die de komende maanden hun beslag zullen krijgen.
Ik denk aan het vijfsporenbeleid. We plannen binnen onze administratie een historische structurele hervorming. De Vlaamse overheid zal zich meer dan ooit tonen als een aantrekkelijke werkgever, met een pakket aan loon- en arbeidsvoorwaarden voor contractuele personeelsleden dat de vergelijking kan doorstaan met de privésector. De contractuele werving wordt als regel ingevoerd, met uitzondering van een aantal specifieke functies, en met respect voor de verworven rechten van de huidige statutaire ambtenaren.
Ook op ons bord ligt de stikstofproblematiek. De feiten zijn bekend. Tegen 2030 moeten we in Vlaanderen de stikstofneerslag op kwetsbare natuurgebieden sterk verminderen. We hebben daar een alomvattend plan voor, dat in maart van dit jaar door de regering is goedgekeurd. Daarin zitten maatregelen om de hoeveelheid stikstof te reduceren, maar we geven ook forse steun aan onze landbouwers.
Het is nu wachten op het advies van de Raad van State. Op basis daarvan zal het parlement, waar nodig, de decreetteksten kunnen aanpassen. Ik wil erop toezien en heb er vertrouwen in dat de meerderheidsfracties het politieke akkoord van maart integraal en op een correcte manier in teksten zullen vertalen. Maar ik ga nu niet vooruitlopen op dat proces. Rechtszekerheid en betrouwbaarheid is wat alle ondernemers, of het nu landbouwers, kmo’s of internationale bedrijven zijn, van hun overheid mogen verwachten.
Op het snijvlak tussen natuur, landbouw en industrie hebben we al diverse moeilijke dossiers moeten oplossen. Dat is eigen aan de tijd waarin we leven. We zitten midden in een transitie naar meer duurzaamheid. Maar ik ben daar optimistisch over. De technologische mogelijkheden evolueren zienderogen. Dat geldt ook voor het klimaatvraagstuk. De kunst bestaat erin om het juiste evenwicht te vinden in de maatregelen om onze samenleving CO2-neutraal te maken. Aan stoere verklaringen daarover heeft niemand iets. Een opbod van doelstellingen heeft weinig zin. Ik ben overtuigd dat we met onze Vlaamse Regering de juiste keuzes maakten, en op dat pad gaan we verder.
We doen belangrijke investeringen op het vlak van hernieuwbare energie, energiebesparing, circulaire economie, natuur en bos, maar ook in de strijd tegen waterschaarste om droogteperiodes te kunnen weerstaan. We voorzien voor onze Blue Deal en voor klimaatadaptatie trouwens bijkomende middelen om fors te investeren, niet alleen volgend jaar maar ook de jaren daarna.
Op het vlak van natuur en duurzame transitie zorgt collega Zuhal Demir voor een ware beleidsomslag. En ze slaagt erin om dat te doen met respect voor de economische draagkracht. Dat laatste is belangrijk. Ik ben er namelijk van overtuigd dat de groene transitie enorme kansen biedt voor onze bedrijven.
Geachte collega’s, sommigen, ook in dit parlement, doen wel eens smalend over de inspanningen die de Vlaamse Regering onderneemt om buitenlandse investeerders naar Vlaanderen te halen. Eerlijk gezegd, ik begrijp dat niet. We moeten juist nog meer inspanningen doen om bedrijven aan te trekken die bij ons investeringen willen doen in het kader van de klimaattransitie. Onze bloeiende havens zijn niet voor niks sterke troefkaarten naar belangrijke industriële partners.
Vandaag moet Vlaanderen te vaak opboksen tegen buurlanden met diepe zakken, die deze grote investeringen eveneens willen aantrekken. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om een oproep te doen aan de Europese Commissie. Zet zo snel mogelijk de tijdelijke versoepeling van de staatssteunregels stop, want die leiden tot een ongezonde subsidiewedrace binnen Europa. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
We zullen van het Europese voorzitterschap, dat in januari van start gaat, gebruikmaken om het belang van een competitieve industrie hoog op de Europese agenda te plaatsen. Een krachtig industriebeleid is en blijft topprioriteit voor Vlaanderen. Ik zal me daar samen met collega Jo Brouns heel hard voor blijven inzetten. Ik behoor echt niet tot degenen die denken dat Vlaanderen zonder industrie kan bloeien.
Tijdens het slotweekend van Flanders Technology & Innovation, in maart volgend jaar, gaan we voor het eerst een Vlaamse industrietop organiseren.
Dames en heren, deze regering gaat niet in rust-, laat staan verkiezingsmodus. Dat zou ontoelaatbaar zijn. De mensen verwachten dat we de problemen aanpakken.
Ja, er zijn zaken die in Vlaanderen beter kunnen. Zo blijkt uit recent onderzoek dat de eenzaamheid bij alleenwonende 65-plussers sinds corona ook in Vlaanderen groot blijft. Het aantal zelfdodingen is dan wel wat gedaald, maar ligt hoger in vergelijking met andere Europese landen. Ook voor de mentale gezondheid van onze jongeren moeten we zorg dragen. De coronacrisis heeft ons op dat vlak veel geleerd, en collega Benjamin Dalle heeft die zorg ook terecht naar zich toegetrokken en zal ons jeugdbeleid nog verder versterken. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
We betreuren ook nog te veel verkeersdoden op de Vlaamse wegen, maar dat cijfer daalt gestaag – gelukkig maar.
En ja, elke mens die in armoede leeft, is er een te veel. Maar de armoede is in Vlaanderen wel met 20 procent gedaald en het risico om in armoede te vervallen is het tweede laagste van heel Europa.
Iedereen in dit halfrond zal voorbeelden hebben over waar we nog vooruitgang kunnen boeken om het leven van de Vlamingen beter te maken. Het is onze opdracht om maximaal ons best te blijven doen om het welzijn van zoveel mogelijk Vlamingen te verhogen.
De graad van welzijn is verbonden met de graad van welvaart. Als het economisch niet goed gaat met een land, als de mensen een te laag inkomen hebben, dan kun je ook te weinig middelen vrijmaken om het welzijn te verhogen.
Collega’s, niet alles valt met geld te regelen, dat is duidelijk, maar een overheid moet wel over genoeg centen beschikken om genoeg helpende handen, professionele zorg- en hulpverleners, voldoende voorzieningen, meer instellingen en zo verder te kunnen betalen. Daarom moeten wij, als beleidsverantwoordelijken, alle voorwaarden blijven creëren en garanderen om economische groei te stimuleren. Investeringen naar en handel vanuit ons kleine land zijn daarbij ontzettend belangrijk.
Als je weet dat een op de drie jobs in Vlaanderen te maken heeft met export, dan is het evident dat we daarop moeten blijven inzetten. Met succes trouwens, want sinds het einde van de pandemie nemen zowel de buitenlandse investeringen in Vlaanderen als de export vanuit Vlaanderen toe. ‘Flanders is international’ prijkt terecht op de cover van onze brochures en is de openingsslide van menige presentatie waarmee we in de wereld uitpakken.
‘International’, daarvoor stond ook de letter ‘I’ in de eerste editie van FTI, Flanders Technology International. De nieuwe editie, die in de lente van volgend jaar met enkele opvallende beurzen naar een hoogtepunt gaat, blijft uiteraard internationaal, maar de ‘I’ staat nu voor ‘Innovation’, want daar draait het vandaag om, overal waar je in de wereld kijkt.
Wie de innovatietrein nu mist, komt er de komende jaren niet meer op en zal er economisch op achteruit gaan. Wat ben ik blij te zien en te horen dat we wél op die sneltrein zitten, bijna zelfs mee in de stuurcabine, met dank aan de gereputeerde bedrijven en de start-ups, maar ook aan onze sterke universiteiten en hogescholen, waar nooit voorheen zoveel studenten zijn ingeschreven.
FTI is een ambitieuze reis waarop we hopen veel mensen te kunnen meenemen, jongeren en volwassenen, maar in elk geval ook veel senioren. Want technologie kan, zal en moet ons helpen om oplossingen te vinden voor problemen waarmee we worden geconfronteerd, in het verkeer en in de zorginstellingen, in het onderwijs en in bedrijven, voor onze natuur en het klimaat en ga zo maar door. Ik geloof sterk in vooruitgang en ik ben er rotsvast van overtuigd dat technologische vondsten de kracht hebben om ons leven mooier en gelukkiger te maken.
We krijgen de unieke kans om onze sterktes te tonen aan de hele Europese Unie, want straks is Vlaanderen mee voorzitter van de Europese ministerraden. Die kans gaan we benutten, met een knipoog naar ons verleden en de blik op morgen.
Het is niet zonder trots dat ik als minister van Cultuur kan zeggen dat we, na de versterking van de kunsten vorig jaar, een vergelijkbare inspanning doen voor ons erfgoed. Cultuur is effectief onze rijkdom, technologie onze toekomst. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
Collega’s, tot slot: als je sommige media, vooral ook de zogenaamde sociale media, bekijkt, dan krijg je het gevoel dat het hier vooral kommer en kwel is, dat ongeveer niks behoorlijk draait, dat alle gezagdragers prutsers zijn, dat het hier allemaal fout loopt. Dat dit manifest onjuist is, weet zelfs de meest kritische geest in dit halfrond. Ik roep u graag op om in te gaan tegen deze vorm van defaitisme en negativisme. Nooit eerder zijn we met zoveel Vlamingen tegelijk zo welvarend geweest.
Herbekijk nog eens de succesvolle reeks ‘Het Verhaal van Vlaanderen’ en lees ‘De Canon van Vlaanderen’, dat eerst verguisde en nu zo geprezen werk dat nog steeds in de top 10 van meest verkochte boeken staat! Er is nog een ander, veel ouder en wijzer geschrift dat ik de verzuurden van vandaag wil aanraden. In zijn ‘Lof der Zotheid’ schreef de humanist Erasmus, die jarenlang in de Zuidelijke Nederlanden verbleef, de heerlijke wijsheid: “Zonder vreugde verdient het leven de naam van leven niet.”
Samen met de leden van mijn regering kijk ik dus positief naar wat is en wat komen zal, ondanks tijdelijke tegenslagen. Ik geloof in de kracht van de Vlamingen. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
Want ja, ik geloof dat Vlaanderen een fantastische regio is om te wonen, te werken, te ondernemen, te ontspannen, te dromen, te leven. Ik geloof dat we in Vlaanderen beschikken over veel talent, veel creativiteit, veel inventiviteit. Ik geloof ook dat de meeste Vlamingen deugen en het goed voor hebben met hun gemeenschap en hun land.
Namens mijn collega’s in de Vlaamse Regering engageer ik me dat we de komende negen maanden het beste van onszelf zullen geven om Vlaanderen vooruit te blijven duwen, hoger en beter. Ik engageer me dat we, binnen onze bevoegdheden en financiële mogelijkheden, verder zullen zoeken naar oplossingen voor de grote en kleine problemen waar Vlamingen mee worstelen. Ik engageer me om goed op de centen te letten, in het belang van onze kinderen en kleinkinderen. Ik engageer me dat we zorg zullen dragen voor dit stukje van de aardbol door behoedzaam te handelen.
Ik nodig u uit, verkozenen van en voor Vlaanderen, om deze engagementen mee te helpen verwezenlijken. Dat zijn wij aan de Vlamingen verschuldigd.
Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid en de regering)