Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet over de doelgroepvermindering voor personen zonder recente, duurzame werkervaring.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega's, als je naar een bedrijf gaat en er spreekt met de eigenaar-zaakvoerder en de mensen die er werken en vraagt: “Wat houdt u nu het meest bezig?”, dan zullen ze je allemaal, maar dan ook allemaal zeggen: “Het tekort aan volk. Wij komen handen, voeten en hersenen te kort.” Collega De Vreese en ikzelf hebben honderden bedrijfsbezoeken gedaan, elke vrijdag, en eigenlijk zeiden die bedrijven: “Oekraïne, energiecrisis en covid hebben op ons een enorme impact gehad, maar er is maar één iets waarvan we u vragen het op te lossen en dat is: geef ons mensen.”
Er zijn heel veel maatregelen die je kunt nemen. En wekelijks, tot groot genoegen van heel wat collega’s, brengen wij die maatregelen hier ook in het halfrond. Maar er is één maatregel die nu wel wat extra aandacht verdient. En dat, collega's, is iets wat ooit werd gevraagd door de vakbond, namelijk: een aanwervingspremie voor langdurig werkzoekenden. Ik weet nog, collega Muyters, toen u minister was – en in mijn hart blijft u altijd de minister – hebt u gezegd: “Kijk, ik heb eigenlijk geen zin om dat uit te voeren. Dit is niet meteen de maatregel ‘van mijn gedacht’, maar als minister ben ik ook genereus en luister ik ook. We gaan dat een kans geven.”
Nu hebben we gezien dat heel weinig werkgevers die aanwervingspremie langdurig werkzoekenden aanvroegen. Dat was iets van een 4250 euro. We zijn dan ook wat beginnen na te denken hoe dat komt. Wel, collega’s, heeft er al één iemand een werkgever ontmoet die zei dat hij subsidies of een premie wil aanwerven? Ik heb die werkgever nog niet ontmoet, nog niet. Een werkgever wil getalenteerde, geschoolde mensen, mensen die, als ze niet geschoold zijn, de goesting hebben om geschoold, getraind te worden, mensen die hun tanden in het bedrijf willen zetten, die willen meegroeien met het bedrijf, die interesse hebben in het bedrijf, die schouder aan schouder met collega’s onze Vlaamse welvaart willen versterken. Die aanwervingspremie staat daar haaks op: dat gaat eigenlijk uit van het niet snappen hoe de economie werkt of draait.
Wij hebben gezegd: laat ons die schrappen, want die wordt onvoldoende aangevraagd en noem maar op. En, collega’s, we hebben daar in deze meerderheid een akkoord over gevonden, een heel slim akkoord, dat alle centen die voor die premie werden gebruikt, gaat inzetten op scholing en opleiding van de werknemers.
Politiek was dat afgeklopt, maar toen kwam het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité (VESOC) en zeiden de sociale partners dat ze nog hier en daar premies wilden geven. Dat hebben we niet gewild, maar we hebben dat omgevormd richting een doelgroepkorting, zodanig dat het automatisch wordt toegekend, zonder paperassen. Als je iemand die langer dan twee jaar werkzoekend is, met een afstand tot de arbeidsmarkt aanwerft, komt het erop neer dat het vier kwartalen 1000 euro is. Maar het slimme aan de maatregel is dat daar ook opleiding en omscholing bij zit.
Collega’s, ik vind dat een historische, goede stap. Belangrijk genoeg om tijdens de bespreking van dit ontwerp van decreet, vanuit mijn plek hier naar voren te schrijden en aan dit spreekgestoelte de lof te zwaaien over dit ontwerp en hulde te brengen aan al wie hieraan heeft meegewerkt. Ik kan u alleszins verklappen dat onze fractie met zeer veel overtuiging zal stemmen voor dit ontwerp van decreet. Ik dank u. (Applaus bij de N-VA)
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Collega Ronse heeft de context geschetst. Dit is inderdaad het terugdraaien van een eerdere beslissing, van de aanwervingsincentive, waarvan we merkten dat die niet merkte, naar een gerichte korting voor de reactivering of het aan de slag helpen van specifieke groepen die toch wel wat moeite hebben om aan de slag te geraken.
Vanuit de Vooruitfractie zijn wij zeer blij – het zal u misschien verbazen – dat deze Vlaamse Regering stappen neemt om de drempels naar de arbeidsmarkt te verlagen. Het debat zal misschien nog komen in de loop van de plenaire vergadering: hoe krijgen we mensen op latere leeftijd aan de slag? Ik denk dat dat een belangrijke uitdaging is en we moeten alle drempels daartoe maximaal wegwerken. Wij zijn ervan overtuigd dat dit ontwerp kan helpen om werkgevers te stimuleren om mensen een kans te geven, ook al zijn ze al iets ouder en hebben ze al iets meer ervaring.
Wij hebben ook wel een zorg, en dat heb ik ook in de commissie aangegeven: dat de koppeling wordt gemaakt met de coaching. Ik denk dat het belangrijk is dat we van die aanwerving een langdurige en structurele tewerkstelling maken, waarbij we ook inzetten op begeleiding en voldoende coaching. Zo wordt die koppeling heel snel, zo niet automatisch gemaakt bij mensen die dankzij deze doelgroepkorting aan de slag kunnen, en kunnen zij ook meteen de begeleiding krijgen waaraan ze nood hebben.
Minister, u weet dat wij u steunen, maar we zullen het kritisch blijven opvolgen. De Vooruitfractie zal dit ontwerp van decreet steunen, maar het vanzelfsprekend kritisch blijven opvolgen.
De heer Buysse heeft het woord.
De geschetste doelgroep de grote afstand helpen overbruggen die er is tot de arbeidsmarkt, is een doelstelling die wij als fractie zeker kunnen onderschrijven. Maar toch, in tegenstelling tot het enthousiasme van andere collega’s vragen wij ons wel af of wat hier voorligt, de beste manier is om de doelstelling te bereiken. Er zal natuurlijk altijd wel resultaat zijn, maar de inzet van middelen moet natuurlijk altijd afgewogen worden aan de te verwachten resultaten.
Uit eerder onderzoek, collega Ronse verwees ernaar, bleek dat bepaalde financiële maatregelen – weliswaar in een andere vorm, in een andere verpakking – niet altijd het verhoopte resultaat kenden.
In de huidige arbeidsmarkt, met de vele openstaande vacatures, mag men toch wel veronderstellen dat het merendeel van de mensen die willen werken ook effectief een job zouden moeten kunnen vinden. Dus dat betekent dat als bepaalde groepen nu geen werk vinden, men moet durven te zoeken naar de echte oorzaak daarvan en daaraan proberen te remediëren, en niet al te veel te rekenen op de financiële incentives voor de werkgevers.
Want de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) stelt in zijn advies op dit ontwerp van decreet terecht dat een gedegen doelgroepenbeleid uit een tweeluik moet bestaan. Ten eerste de financiële incentive voor de werkgever, en ten tweede het verhogen van de trajecten voor jobcoaching. Vooral het feit of dat tweede luik, de voor deze groep zo belangrijke jobcoaching, ook effectief vorm zal krijgen, is toch wel de vraag.
Ik lees in het ontwerp dat de maatregel na twee jaar zal worden geëvalueerd. Ik verwijs opnieuw naar het advies van de SERV waarin gepleit wordt dat naast de post-factumevaluatie ook een permanente monitoring zou moeten worden georganiseerd. In de commissie heeft de minister dit idee gesteund, maar echte garanties van hoe dit in de praktijk zal verlopen, zijn er volgens ons nog niet.
Tot slot merk ik op dat het ontwerp van decreet een algemeen kader bevat met, volgens ons, te weinig voorwaarden. De beslissingen over het bedrag, de doelgroep en de leeftijd worden aan de Vlaamse overheid gedelegeerd. De enige voorwaarde die vastligt is dat de persoon bij VDAB is ingeschreven als niet-werkende werkzoeker. Het komt ons dan ook over als een blanco cheque, en om al deze redenen zal onze fractie zich straks bij de stemming onthouden.
De heer Ongena heeft het woord.
De collega’s hebben al heel veel gezegd, en ik ga niet te veel in herhaling vallen. Maar het is wel een feit dat onlangs de nieuwe lijst van knelpuntberoepen bekend werd. Er kwam weer een hele reeks knelpuntberoepen bij. Ondertussen zitten we in de situatie dat in Vlaanderen een op de drie van de beroepen een knelpuntberoep is geworden. Een op de drie. Dat betekent duizenden, tienduizenden openstaande vacatures die niet of moeilijk ingevuld geraken. En daarnaast hebben we nog altijd 180.000 werkzoekenden in Vlaanderen, van wie ook een op de drie – ook toevallig een op de drie, dus afgerond zestigduizend mensen – al langer dan twee jaar werkzoekend is. Dus ik denk we er alles moeten aan doen om zeker die mensen opnieuw naar de arbeidsmarkt te krijgen, hoe moeilijk dat ook soms is.
Daarnaast hebben we nog vele tienduizenden, honderdduizenden Vlamingen zelfs, die niet werkzoekend zijn, die niet werken en ook geen uitkering krijgen. Of de mensen met een leefloon, die zitten hier ook tussen. Allemaal mensen die niet formeel werkzoekend zijn en soms ook al jaren inactief zijn. Deze mensen moeten we natuurlijk ook proberen te motiveren om aan de slag te gaan, om die vele openstaande vacatures ingevuld te krijgen. Dat doen we met een hele resem aan maatregelen, u ook, minister, dat is evident.
Eén van die maatregelen die we nu gaan nemen, herformuleren voor een stuk, is het ontwerp van decreet dat nu voorligt. Dit ontwerp van decreet zal, zoals collega’s al hebben gezegd, het werkgevers veel gemakkelijker maken. Het zal ervoor zorgen dat als ze iemand aannemen die al twee jaar of langer werkzoekend of inactief is, ze daarvoor automatisch een RSZ-korting (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) krijgen, en niet meer de omslachtige procedure moeten volgen om een aanwervingspremie aan te vragen, die, zoals reeds gezegd, in de praktijk nooit werd gebruikt.
Dit is dus een zeer goede zaak, zowel naar de fond van de maatregel – alles in het werk stellen om zoveel mogelijk mensen die al twee jaar of langer inactief of werkzoekend zijn opnieuw aan de slag te krijgen – en langs de andere kant is dit toch een belangrijke administratieve vereenvoudiging voor de werkgevers.
Ik heb wel nog twee bekommernissen. Het is iets waar ik regelmatig op aandring, maar ook hier zal VDAB opnieuw een heel cruciale rol spelen in het welslagen. Zij bepalen of men die RSZ-korting kan geven. Natuurlijk, het zal hier weer staan of vallen met de rol die VDAB op zich neemt. Ook sociale partners hebben al duidelijk aangedrongen dat er heel snel een plan van aanpak moet komen waarbij men die doelgroep gaat afbakenen, en vooral ook, waarbij men aangeeft hoe men die inactieven gaat trachten te bereiken, iets wat voor VDAB niet evident is.
Daar moeten we met de sociale partners echt wel uitkijken naar het plan van aanpak waarmee VDAB snel naar voren zal treden.
En dan een tweede bekommernis. We moeten altijd opletten als we maatregelen nemen waarbij we aan wie twee jaar of langer werkzoekende is een RSZ-korting (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) geven, dat de mensen die tussen de een en twee jaar werkzoekend zijn niet tussen wal en schip vallen. Meestal wordt er – en terecht – veel gedaan om diegenen die nu zonder job vallen snel opnieuw aan de slag te krijgen. Nu doen we iets voor diegenen die al meer dan twee jaar werkzoekend zijn. We moeten ervoor zorgen dat de tussengroep niet tussen wal en schip valt en verloren geraakt. En vooral ook dat VDAB niet gaat zeggen dat we gewoon moeten wachten tot ze twee jaar werkzoekend zijn. Dat zou een zeer pervers gevolg zijn, dat we absoluut in de gaten moeten houden.
Minister, ik neem aan dat die twee bekommernissen ook uw bekommernissen zijn. We zijn er vrij gerust op dat dat goed wordt opgevolgd. Daarom zal mijn fractie deze belangrijke administratieve vereenvoudiging en maatregel goedkeuren. (Applaus bij Open Vld)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Als aanvulling bij de andere collega’s probeer ik toch nog een andere invalshoek te vinden. Dat is niet evident.
Dit is een heel belangrijk decreet, een heel belangrijke stap om een hiaat te dichten in ons Vlaamse arbeidsmarktbeleid. In 2015 hadden we een discussie over ons doelgroepenbeleid. Collega Ronse, toen is er inderdaad, op voorzet van de sociale partners, gekozen om te werken met een premie voor langdurig werkzoekenden. Dat is een wat omslachtig systeem. Maar het is wel belangrijk dat we voor deze groep een financiële incentive in het leven roepen die efficiënt kan werken, niet alleen voor werkzoekenden trouwens maar ook voor niet-actieven. Dat is een belangrijke oefening, die VDAB en u, minister, de komende maanden moeten doen: de afbraak van de groep van niet-actieven die een beroep kunnen doen op deze premie, zodat we de vijver waarin onze werkgevers vissen om hun knelpuntvacatures in te vullen ook daadwerkelijk kunnen vergroten.
Dit instrument kan daarbij een belangrijke financiële incentive zijn, gecombineerd met het aanbod van jobcoaching dat vanuit VDAB wordt ontwikkeld. Daarrond wordt op dit moment volop promotie gemaakt. Zowel met de financiële incentive als met de kwaliteitsinstrumenten die VDAB nu kan hanteren ontstaat een heel belangrijk beleidsinstrument om mensen die te lang langs de kant van onze arbeidsmarkt hebben gezeten opnieuw bij die arbeidsmarkt te betrekken en een duurzame job te geven. Wij zullen dit ontwerp van decreet dus ten volle steunen. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2022-23, nr. 1544/3)
– Artikel 1 tot en met 12 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.