Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de aangekondigde sluiting van woonzorgcentra
Verslag
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, help, het rusthuis van mijn oma is failliet.
Vier jaar na het faillissement van Senior Assist, met 23 zorgcentra in Vlaanderen, zitten we nu bij Orpea. Orpea zit in grote financiële moeilijkheden, en heeft beslist om tien van de zestig woonzorgcentra in België te sluiten. Dat wil zeggen, minister, dat bewoners op hoge leeftijd moeten verhuizen. En ik kan u zeggen, minister, dat dat niet zo evident is. Dat zijn mensen die de laatste jaren van hun leven willen verblijven in een woonzorgcentrum, en die plots, buiten hun wil om, verplicht worden om te verhuizen naar een ander woonzorgcentrum, een andere omgeving, andere gezichten, ander personeel. Ik kan u zeggen dat dat bijvoorbeeld ook voor mensen met dementie een zeer grote moeilijkheid is. Maar ook voor het personeel, dat plots hoort dat het naar een ander woonzorgcentrum moet gaan.
Dat toont, minister, het failliet van een businessmodel. Het businessmodel bij Orpea betekent ondermaatse zorg, maar tegelijkertijd grote winsten maken. Grote winsten maken, die via allerhande constructies, via vastgoedconstructies, via management fees, doorgesluisd worden naar het moederhuis in Parijs, naar de zakken van de aandeelhouders in Parijs. Dat is het businessmodel, en dat faalt vandaag, minister. Dat faalt.
Maar terwijl de bewoners en het personeel het slachtoffer zijn, vandaag, van die financiële problemen, staan de mensen die de crisis veroorzaakt hebben helemaal buiten schot. Dat gaat bijvoorbeeld om Jean-Claude Marian. Dat is de oprichter van Orpea, de oprichter van dit businessmodel op de ouderenzorg. Die heeft ondertussen kunnen cashen op de ouderenzorg. Hij heeft vandaag een vermogen van 400 miljoen euro, waar hij rustig en weelderig mee kan leven in een villa in Brussel. Die heeft net voor de coronacrisis, minister, al zijn aandelen verkocht. Zijn schaapjes staan vandaag op het droge. Maar ondertussen betalen de bewoners en het personeel daar de gevolgen van.
Minister, de sector trekt in een open brief aan de alarmbel, en vraagt het stoppen van die commercie in de ouderenzorg, en vraagt om een snelle uitvoering van het woonzorgdecreet, zijnde financiële transparantie in die sector om die geldstromen te kunnen blootleggen. Mijn vraag is: u zegt dat u dat wilt doen, wanneer zal dat tot uitvoering komen? (Applaus bij de PVDA)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, het is inderdaad al jaren dat mijn fractie, maar ook andere fracties in het parlement, bij minister Vandeurzen nog in de tijd, bij minister Beke, nu bij u, waarschuwen voor een doorgeslagen commercialisering van de zorg. En we doen dat niet uit onze eigen naam. We doen dat in naam van bewoners en van personeelsleden in die commerciële woonzorgcentra, die voor en achter de schermen signaleren dat dit niet langer zo kan. Wat we vandaag zien bij Orpea, is inderdaad wat we in het verleden al hebben gezien. We zien keer op keer de uitwassen van die doorgeslagen commercialisering.
Een paar weken geleden kondigde het Franse Orpea – een bedrijf dat in de problemen gekomen is door wantoestanden in Frankrijk, die in een boek terecht zijn gekomen, waarna de beurskoers van het bedrijf is gecrasht, een bedrijf met meer dan duizend woonzorgcentra wereldwijd in handen – aan dat ze tien woonzorgcentra zullen sluiten in België, waarvan drie in Vlaanderen. We weten intussen van Orpea Group dat er intussen vijf woonzorgcentra zijn die onder verhoogd toezicht staan. Verleden week kwamen opnieuw dezelfde schandalen naar boven, deze keer uit Brugge, waarbij opnieuw zorgcentra in de scope komen van Zorginspectie, en waar er eigenlijk vastgesteld wordt dat er ook daar wantoestanden zijn.
Minister, we zien hier de limieten en de uitwassen van een model waar deze Vlaamse Regering, waar de vorige Vlaamse Regering, waar de regering daarvoor, consequent voor gekozen heeft. Het is een beleid om te kiezen voor commercialisering van onze woonzorg, van de zorg voor onze ouderen. Dan dringt zich eindelijk fundamenteel het debat op, minister: hoe ver laat u het gaan? Hoe lang mogen ouderen in Vlaanderen het slachtoffer zijn van doorgeslagen commercialisering, van onbetaalbare woonzorgprijzen en aan de andere kant van ondermaatse zorg, van wantoestanden op het terrein zelf, van personeelsleden die er de brui aan geven, of die het degoutant vinden om in die sector op die manier actief te moeten zijn?
Minister, de limieten zijn bereikt, en we hebben eigenlijk maar één heldere vraag: wat zijn voor u de lessen die u trekt uit deze uitwassen van doorgeslagen commercialisering van de woonzorg, en een grote dominantie van commerciële spelers op de woonzorgmarkt en het aanbod naar onze ouderen toe?
Minister Crevits heeft het woord.
(Opmerkingen)
Ik kan mijn microfoon niet zelf aanzetten. Ik probeer hier altijd op dat knopje te duwen, maar dat is blijkbaar het stemknopje en dat genoegen heb ik hier niet.
Eerst en vooral, ik kan me niet ontdoen van de indruk dat ik hier twee of drie weken geleden op exact dezelfde vragen heb geantwoord. Er is nu een brief, dus er is een nieuw feit: de brief van Zorgnet en een aantal andere organisaties. Maar ere wie ere toekomt, het was collega Anaf die me de vraag initieel gesteld had, en ik heb toen ook een aantal initiatieven aangekondigd die ik zou ondernemen.
Nu, het is niet enkel stikstof wat de klok slaat. Gisteren heb ik een zeer uitgebreide meeting gehad met onze koepels ouderenzorg, omdat er een aantal artikels uit het Woonzorgdecreet zijn die nog niet uitgevoerd zijn, die mij hefbomen geven om tot veel grotere financiële transparantie te komen, en die op korte termijn tot resultaten moeten leiden.
Daar zijn evenwel een aantal knelpunten, en u zult zeggen dat ik voor de transparantie de knelpunten moet wegwerken. Ik ben het daarmee eens, ik ben het daarmee eens, maar ik wil dat het haalbaar is. Ik kan niet alleen voor de commerciële sector zeggen dat zij nu iets moeten doen. Ik moet ook de sector van de lokale besturen en de vzw’s aan dezelfde regels onderwerpen. Dus wij zijn nu aan het zoeken. Samen met hen werd gisteren gekeken hoe we ervoor kunnen zorgen dat de dagprijs, de infrastructuurkost en de woonkost helder en transparant geafficheerd worden, dat iedereen weet dat het bedrag dat je betaalt uit die componenten bestaat. En als we dat dan helder geafficheerd hebben, kunnen we dan ook absoluut ingrijpen op een aantal mechanismen.
Collega Anaf gaf het voorbeeld van de wederzijdse leningen, waar de ene lening aan een hoge rentevoet is, en de andere aan een lage rentevoet. Ik kan perfect een besluit nemen om dat te verbieden. We hebben dat gisteren ook besproken, net zoals een aantal extra maatregelen die we op korte termijn willen nemen. Wij hebben ook afgesproken dat we elkaar binnen enkele weken terugzien. Men gaat nu technisch kijken wat kan: wat kan ik ook op basis van het decreet nu al ondernemen? Het was een goed overleg, een goed voorbereid overleg, waarop ook de administratie aanwezig was. Dus dat betreft de maatregelen over de financiële transparantie en over het verbod van winsten op zorg, en hoe we dat het best kunnen realiseren.
U hebt het ook over financiële malversaties. Ik vind dat zelf bijzonder vervelend, zeker als er geen transparantie is. Dat is een moeilijke zaak, maar er zijn ook andere problemen in onze Vlaamse woonzorgcentra. Ik heb in de voorbije week gevallen gezien waar ook mensen in kwetsbare situaties niet goed behandeld werden, niet goed verzorgd werden en dat is niet altijd in commerciële woonzorgcentra, dat zijn soms ook andere woonzorgcentra. Ook die zaken baren mij wel zorgen, bekommeren mij. Daar heb ik ook met de administratie en de inspectie een overleg over gehad.
– Joke Schauvliege, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Maar dat neemt niet weg dat onze expertise in Vlaanderen rond financiële transparantie en controles een stuk beter kan. Het is nu toevallig – u had uw vragen nog niet ingediend, ze waren zeker niet getelefoneerd – dat we er gisteren heel uitgebreid over overlegd hebben, om ook het traject rond de transparantie dat we al – ook door mijn voorganger – aan het bewandelen zijn, te voleindigen. Er is ook een bureau aangesteld om zo’n sjabloon te maken, om te kijken of men akkoord is dat we dat nu afronden en dan tegen de zomer daar ook de resultaten van zien, of ziet men nog andere problemen om dat traject te voleindigen.
Dus wat aanvullende antwoorden op deze vraag, die ik eigenlijk een paar weken geleden ook al gegeven heb.
Dank u wel.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw antwoorden.
De regels in het Woonzorgdecreet over financiële transparantie kwamen er op dat moment – in 2019 – naar aanleiding van het faillissement van Senior Assist, waarbij er 23 woonzorgcentra opeens met sluiting bedreigd werden. Dat wil zeggen dat in 23 woonzorgcentra de ouderen plots riskeerden van op straat te belanden. Toen kwam er een aanwijzing dat er iets moest gebeuren. In het Woonzorgdecreet van 2019 werd gezegd dat er werk moest worden gemaakt van financiële transparantie.
We staan vandaag – vier jaar later – opnieuw voor een dreigend faillissement van zestig woonzorgcentra in België, en nu hoor ik jullie opnieuw spreken over dat jullie er toch maar werk van zullen maken, dat jullie onderzoeken gaan plannen.
Minister, mijn vraag was wanneer dat er komt. Wanneer komt dat er? Want ondertussen zien we een groeiend aandeel van die grote commerciële spelers in de Vlaamse ouderenzorg. Steeds meer en meer zijn het die grote spelers – die vaak beursgenoteerd zijn – die zich opwerken in de Vlaamse zorg, waarbij we duidelijk zien dat zij veel vaker slechte zorg geven, dat zij veel vaker op de lijst van verhoogd toezien van Zorginspectie staan, en dat er ondertussen wel mooie winsten gemaakt worden.
Dus mijn vraag is: hoe gaat u ingrijpen? Wij vragen een moratorium op commerciële zorg vandaag. Laat ons investeren. In Wallonië bestaat wel een moratorium op nieuwe bedden in de commerciële sector. Mijn vraag is hoe u de Vlaamse ouderenzorg ziet, hoe u die wilt u organiseren en of u die commercie een halt zult toeroepen. (Applaus bij de PVDA)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik hoor wel graag dat er eindelijk werk wordt gemaakt van die transparantie. Maar transparantie alleen zal het niet oplossen. U kunt zeggen dat u hier twee weken geleden dezelfde vragen hebt beantwoord, maar zes dagen geleden is er gebleken dat er in Brugge opnieuw wantoestanden in een woonzorgcentrum van Orpea zijn. Financiële malversaties zijn één ding, maar ouderen die lijden onder wantoestanden op gebied van zorg is iets anders en is nog veel fundamenteler. We weten dat commerciële woonzorgcentra duurdere prijzen hanteren, maar dat daar vooral meer wantoestanden zijn waar de ouderen het slachtoffer van zijn. Uit binnenlands en buitenland onderzoek blijkt consequent dat de zorgkwaliteit daar lager ligt. Als u één iets moet dan, dan is het eindelijk luisteren naar de weken-, maanden- en jarenlange oproep van een aantal fracties in het parlement. Stop die ongebreidelde commercialisering, want u weet wie daar de slachtoffers van zijn, namelijk de ouderen waarvoor u verantwoordelijk bent. Hoe zult u daar eindelijk werk van maken en hoe gaat u ervoor zorgen dat er de komende weken concrete stappen gezet zullen worden?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Bedankt, minister, om heel actief werk te maken van die financiële transparantie. Onze bijkomende vraag ging vooral over de bewoners zelf. Vaak gaat het om kwetsbare mensen, wier belangen altijd voorop moeten staan. Alle verhalen in de media brengen bijzonder veel onzekerheid met zich mee. Het gaat hier over de thuis van die mensen en we stellen ons de vraag of het mogelijk of reeds voorzien is dat men bij de koepel, bij het agentschap of bij uw administratie richtlijnen kan krijgen om de communicatie met die bewoners heel actief te voeren, niet door middel van een brief aan de familie of een mail aan iedereen, maar wel met tijdige communicatie op maat. Bestaat daarvoor een beleid?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Het is natuurlijk goed dat er normen en regels zijn die door de Vlaamse overheid opgelegd zijn en dat die gecontroleerd en nageleefd worden. Maar door de klaagzang die ik hier hoor van beide vraagstellers over een hele sector, namelijk de commerciële, en de bewering dat alles kommer en kwel is voor zowel de bewoners als voor het personeel, zou je je afvragen waarom mensen nog naar die woonzorgcentra gaan, want het is precies de hel op aarde.
Het is een schande dat jullie dat zo overdrijven. Jullie zeggen dat de kwaliteit en zorg minder zijn, maar dat is gewoon een pertinente leugen. We gaan dat factchecken, want dat is gewoon pertinent onwaar. Ik vind jullie houding enorm hypocriet, want er gaat geen dag voorbij of jullie zeggen iets over een gebrek aan plaats in de zorg, wat een terechte vraag is. Maar als er dan een nieuw initiatief komt, in dit geval vanuit de private sector of sociale ondernemers, dan mag dat allemaal niet en is het allemaal horror. Dan is dat commercie, slecht en zijn dat beursmagnaten en wat weet ik nog allemaal. Dat vind ik gewoon niet kunnen. Er zijn heel veel commerciële woonzorgcentra die ook met hart en ziel zorg geven. Mijn vraag voor u, minister, is of u zult blijven garanderen dat, ongeacht de vorm waarin men opereert, iedereen in het landschap van de woonzorgcentra gelijk wordt behandeld, zijn kansen krijgt en dat we niemand op basis van een of andere ideologisch principe uitsluiten.
De heer Rousseau heeft het woord.
Collega Vande Reyde, ik kijk met anderen uit naar die factcheck bij de instellingen van Orpea. (Applaus bij Vooruit en van Jeremie Vaneeckhout)
Ik zou opletten voordat we de fraude daar proberen goed te praten.
Minister, u hebt een paar keer collega Anaf vermeld. Ik moet u teleurstellen, want u moet het vandaag met mij doen, maar net zoals Hannes Anaf strijden wij met de Vooruitfractie voor betaalbare rusthuizen met voldoende personeel en de beste zorg voor onze ouderen. We zien wel in die doorgeslagen commercialisering en bij die rusthuizen van Orpea dat die mindere kwaliteit bieden – ik factcheck graag – maar ook dat die duurder zijn dan vele anderen. Die behoren vaak tot de duurste, met het geld van de mensen en dat van de overheid. En dan frauderen ze daar ook nog eens mee.
Dus mijn vraag is heel concreet: u hebt deels een antwoord gegeven op het voorval van vorige week, maar we hebben nog andere woonzorgcentra in het vizier die overkop dreigen te gaan. Wat gaat uw regering ondernemen om dat te voorkomen en om het doorgeslagen winstbejag op kap van de mensen en hun rusthuisfactuur te voorkomen en wat gaat u ondernemen om die rusthuisfacturen mee te helpen drukken? (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Ook wegens onze fractie, minister, wil ik toch een korte tussenkomst houden. Want inderdaad, de vrije val van Orpea is toch zorgwekkend, aangezien we hier over zwakke personen spreken. Maar wij volgen u zeker ook in een belangrijk punt dat de bewoners de dupe niet mogen worden van wanbeheer binnen een groep. De vrije keuze van de bewoner van een ander woonzorgcentrum of een andere plaats om te verblijven is toch ook wel zeer belangrijk.
U hebt de verschillende maatregelen die twee weken geleden ook al zijn aangekondigd en nu lopende zijn vermeld. Maar een bijkomende vraag daaromtrent, ook in naam van de collega die niet aanwezig kon zijn, is op welke manier, minister, u onze ouderenzorg robuuster zult maken in al uw hervormingen, zodat we sneller signalen kunnen detecteren en ingrijpen om een Orpea 2.0-scenario te vermijden.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Ik weet dat de collega’s van de commissie Welzijn in Helsinki verblijven op dit ogenblik, maar misschien moeten we daar toch eens een themazitting aan wijden, want het gras van de hele sector is hier door de diverse vraagstellers afgereden. Het is wat moeilijk om alles te beantwoorden binnen de korte tijd die mij is gegeven. Maar ik zal toch een paar opmerkingen geven.
Eerst en vooral, collega Vandecasteele, is het onmogelijk om een totaalverbod in te voeren op de commerciële sector. We hebben een vrije markt, vrije mededinging. Dat is Europese regelgeving. U hebt het over een moratorium, maar als ik mij niet vergis – ik ga mij niet over de kwaliteit uitspreken – hebben Wallonië en Brussel een veel, veel grotere commerciële sector dan Vlaanderen. En in Brussel is ook de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) bevoegd, waar de groene minister ook een belangrijke rol in heeft te spelen. Bovendien is de non-profitsector in Vlaanderen veruit de grootste, niet de commerciële sector. Dat is ook gewoon een factcheck, u mag dat allemaal gaan bekijken. Om maar mee te geven dat het niet zo is dat Vlaanderen het mekka is van de commerciële sector, en dat het elders zo veel anders is. En u mag mij verwijten dat het decreet al bestaat sinds 2019, maar corona is ook gepasseerd.
Collega Vande Reyde, onze mensen zijn zeer ernstig bezig met gelijke regels voor alle spelers op te leggen, het is voor mij van belang dat dat gebeurt. Als daar fraudes zijn, dan moeten die uiteraard naar boven komen. Maar ik wil vooral in eerste instantie – ook om een zicht te hebben op die prijzen – een heel transparant zicht op de diverse bouwstenen binnen die dagprijzen. Voor mij is het eigenlijk iets heel simpels: maak een sjabloon en zeg dat iedereen zijn dingen daarin steekt. Maar als je dan met de voorzieningen spreekt, blijkt dat niet zo gemakkelijk te zijn. De kleinere voorzieningen hebben het over overlast, en de grotere zeggen het misschien wel te kunnen, maar dat het samenhangt met hun boekhouding. Bij het OCMW zegt men dat ze al boekhoudkundige regels hebben, en dat we ze niet zo’n sjabloon kunnen opleggen. Er wordt daar dus wel wat gediscussieerd. Maar we moeten niet te lang kakelen, we moeten eieren leggen in dit dossier. Ik heb weinig geslapen, vandaar mijn vreemde beeldspraak. Maar het is mij menens om die transparantie te verhogen.
Wij kunnen vandaag voorzieningen onder een verhoogd toezicht plaatsen als wij zien dat de zorgkwaliteit lager is. Voor de andere collega’s: wij kunnen absoluut – ik heb dat ook in mijn vorig antwoord gezegd – kijken of wij vanuit het agentschap iemand in het dagelijks beheer moeten laten meedoen. Bewindvoerder zijn is niet zo gemakkelijk, dat heb ik jullie ook uitgelegd, maar het is mijn bedoeling om op korte termijn tot meer transparantie te komen, om gelijke regels op te leggen, en die bepalingen absoluut te gaan uitvoeren.
Tot slot, collega’s: ik denk dat het collega Jans was die het had over de zorgen naar de communicatie en de richtlijnen. Die bestaan inderdaad. We moeten die misschien ook eens wat opfrissen, of kijken op welke manier we daar beter mee kunnen omgaan. Maar voor mij is het vooral van belang – en dat is echt geen zaak van de commerciële sector alleen – dat, ongeacht of je nu actief bent in de commerciële sector, in de sector van de openbare besturen, of in de sector van de vzw’s van de social profit, we er echt maximaal voor zorgen dat we ouderen, die in de meest kwetsbare fase van hun leven zijn, goed verzorgen, dat we daarop kunnen rekenen, en dat onze administratie en inspectie, maar ook het management van de voorzieningen zelf, daar de grootste prioriteit aan geven. Daar zal ik mij de komende periode voor inzetten.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, ondertussen is de commercie in de zorg in Vlaanderen aan het groeien. We zien in het jaar 2000 dat nog 14 procent van de woonzorgcentra in handen waren van commerciële spelers. Vandaag is dat 28 procent. Vandaag is bijna een op drie van de woonzorgcentra in Vlaanderen in handen van voornamelijk die grote, commerciële, beursgenoteerde spelers. U kunt dat een halt toeroepen. U kunt perfect zeggen: “We willen vandaag een moratorium op nieuwe bedden in die commerciële zorg. Wij willen een maximaal percentage van commerciële zorg in Vlaanderen.” U kunt dat doen als u dat wilt.
Want dat is de vraag, hoe wij de zorg zien. Daar zit inderdaad een verschil in ideologie. In de zorg moet de mens centraal staan. Zorg moet een zorgmodel zijn. En vandaag wordt die ouderenzorg gebruikt als cashkoe in een winstmodel, waarbij er winst gemaakt wordt op ouderenzorg, die in de handen van aandeelhouders in Londen en Parijs belandt. Dat is vandaag het geval. En die zorg, minister, laat u rustig groeien. U zet zelfs de deur meer open. Deze Vlaamse Regering zorgt ervoor dat u gemakkelijker lokale zorg kunt privatiseren, waardoor die ook openstaat voor commerciële spelers.
En ik wil dan enkel nog collega Rousseau iets vragen. In Antwerpen wil het bestuur, met Vooruit, het openbare zorgbedrijf privatiseren, waarbij het ook de deuren zal openzetten naar commerciële spelers. (Opmerkingen van Connor Rousseau)
Mevrouw Vandecasteele, u moet afronden.
Ik vraag u: zorg samen met Vooruit voor publieke zorg, voor sterke publieke zorg, en stop met de privatisering van ons zorgbedrijf in Antwerpen. (Applaus bij de PVDA)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega's, minister, collega Sleurs zei daarnet: “Voor ons staat centraal dat de bewoners niet het slachtoffer mogen worden.” Ik ben het daar helemaal mee eens, maar de pijnlijke vaststelling vandaag is, minister, dat de bewoners het slachtoffer zijn. Een groep als Orpea heeft 5 procent van het Vlaams woonzorgaanbod in handen. Dat is een gigantische machtspositie. En nee, collega's, er is voor ons niets mis met privaatinitiatief in de zorgsector. Er is wel iets mis met ongebreidelde commercialisering van internationale concerns, die geen enkele rem hebben, die geen enkele incentive hebben om te investeren in zorgkwaliteit. En als er uit onderzoek in Vlaanderen en daarbuiten keer op keer blijkt dat ongeremde commercialisering – collega Vande Reyde, doe de factcheck maar – leidt tot lagere zorgkwaliteit en op dit moment, minister, onbetaalbare prijzen voor de woonzorgcentra, dan zeggen wij: ja, we moeten dat een halt toeroepen. En wij moeten dat stopzetten. En wij moeten daarop dus sneller ageren, en niet vier jaar na datum nog altijd dezelfde aankondigingen doen. Wij vragen dus een versnelling. Wij vragen: houd een halt.
En doe dat niet voor ons, doe dat niet voor de schone ogen van dit parlement. Maar doe het voor onze ouderen en het zorgpersoneel in die woonzorgcentra, die beter verdienen dan wat ze vandaag van uw beleid krijgen. (Applaus bij Groen, van Bruno Tobback en van Onno Vandewalle)
Dank u wel.
De actuele vragen zijn afgehandeld.