Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot aanvulling van de agenda
Dames en heren, zonet heeft mevrouw Freya Saeys bij motie van orde een voorstel gedaan tot aanvulling van de agenda met de motie van Freya Saeys, Katrien Schryvers, Veerle Geerinckx, Koen Daniëls, Maaike De Rudder en Hannes Anaf tot instelling van een onderzoek door het Rekenhof naar de financiering van en de financiële stromen binnen alle Vlaamse woonzorgcentra en groepen van Vlaamse woonzorgcentra.
Vraagt hierover iemand het woord? (Neen)
Is het parlement het eens met dat voorstel tot aanvulling van de agenda? (Instemming)
Dan stel ik voor dat de motie onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de motie van Freya Saeys, Katrien Schryvers, Veerle Geerinckx, Koen Daniëls, Maaike De Rudder en Hannes Anaf tot instelling van een onderzoek door het Rekenhof naar de financiering van en de financiële stromen binnen alle Vlaamse woonzorgcentra en groepen van Vlaamse woonzorgcentra.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
We hebben hier al heel wat discussies gevoerd over de financiële transparantie van de woonzorgcentra, gisteren ook in commissie. We hebben daar al beslist om hoorzittingen te houden, maar we denken dat het ook heel belangrijk is om in de tussentijd alleszins een goed zicht te krijgen op de financiële weerbaarheid en duurzaamheid van het gevoerde financiële beleid van onze Vlaamse woonzorgcentra en vooral ook belangrijke aandacht te hebben voor de verschillen naargelang het beheerstatuut, zijnde zowel de publieke, de private non-profitsector en de private for-profitsector, en ons niet alleen te specificeren op één bepaalde sector. Dat is heel belangrijk.
We weten dat Pacolet al in 2015 een studie heeft gedaan, onder meer over de kost en de opbrengststructuur van woonzorgcentra, en dat was toen naargelang het beheersstatuut. Die studie is echter gedateerd en een actualisatie dringt zich op. Op dit moment is er toch wel onduidelijkheid over financiële verhoudingen tussen individuele woonzorgcentra enerzijds, zowel wat betreft de publieke sector als de private non-profitsector als de private for-profitsector en de overkoepelende groepen, vzw’s of openbare besturen waar zij eventueel deel van uitmaken of toch mee verbonden zijn.
Daarom willen wij aan het Rekenhof vragen om de kost-, inkomsten-, uitgaven- en opbrengststructuur van de woonzorgcentra in kaart te brengen, naargelang het beheersstatuut, en ook om de financiële stromen tussen Vlaamse woonzorgcentra en de rechtspersonen waarmee ze gelieerd zijn dan wel ook preferentiële samenwerkingsverbanden in kaart te brengen, ongeacht de juridische organisatievorm.
We willen ook de evolutie zien sinds de laatste tien jaar van de belangrijkste posten en hun respectieve deelposten van geconsolideerde, ingediende jaarrekeningen, en daar ook in begrepen, die van overkoepelende groepen, vzw’s of openbare besturen waar ze eventueel deel van uitmaken of mee gealigneerd zijn, ook dit weer ongeacht de juridische organisatievorm.
Ten slotte willen we ook weten wat de verhouding is tussen het aantal voltijds werkende verzorgende verpleegkundige personeelsleden op de loonlijst van een woonzorgcentrum en hun effectieve aanwezigheid op de werkvloer, en ook dat weer opgedeeld volgens verschillende juridische organisatievormen.
De heer Anaf heeft het woord.
U herinnert zich nog dat ik vorige week hier in de plenaire vergadering een actuele vraag heb gesteld, op basis van een analyse die we gemaakt hebben door doorheen alle financiële verslagen van de commerciële woonzorgcentra te gaan, omdat we gemerkt hadden dat er daar toch wel een aantal zaken fout zaten. Het ging over een aantal structuren waarbij geschoven werd, waarbij er financiële middelen uit de zorg werden getrokken om uiteindelijk toch bij aandeelhouders te belanden.
We hebben dat toen op de agenda gezet, natuurlijk met de bedoeling om iets in beweging te brengen. Daarom hebben we ook een voorstel van resolutie ingediend, dat we gisteren in de commissie een eerste keer hebben besproken. Er zullen hoorzittingen rond worden georganiseerd, en dat is een goede zaak. Extra initiatief dat ervoor kan zorgen dat we meer klaarheid krijgen in hoe die geldstructuren lopen, juichen we uiteraard toe, en zeker als er dan ook een onafhankelijke blik als het Rekenhof naar ken kijken, lijkt me dat zeker iets wat wij kunnen steunen.
Het is alleen zo dat we die motie nu net tien minuten geleden hebben gekregen. Ik vind dat niet echt een heel ernstige manier van werken. We zouden nog een paar amendementen willen voorstellen, maar dan hebben we toch echt wat tijd nodig om amendementen neer te schrijven. Ik vind het heel jammer voor de collega’s die dit thema niet volgen, maar dit is echt een heel rare manier van werken. We willen het gewoon nog beter maken en ervoor zorgen dat we zeker geen dingen vergeten. Als de collega’s dat iets vroeger hadden bezorgd, bijvoorbeeld aan de mensen die die hele oefening gedaan hebben, dan was dat wel fijn geweest, gelet ook op het feit dat wij, in alle openheid, zelfs op het kabinet onze bevindingen zijn gaan presenteren, zonder dat we daar iets rond wilden verkopen. Het ware fijn geweest als we iets vroeger deze motie hadden gekregen. Samenwerking in dit parlement zou soms plezant zijn. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter en collega’s, de woonzorgcentra vormen natuurlijk een ontzettend belangrijke welzijnssector. Ouderen met een grote zorgnood moeten er een thuis kunnen vinden, terwijl ze de nodige kwalitatieve zorg krijgen. Vlaanderen investeert heel veel in die woonzorgcentra. De bewoners betalen ook zelf een hoge dagprijs. We zien dat de sector onder grote druk staat. Dat was natuurlijk in de coronaperiode al zo. We zien dat er grote personeelstekorten zijn. We hebben het er hier vaak over. We horen ook berichten over financiële problemen in bepaalde woonzorgcentra of bij bepaalde groepen.
Collega Anaf, u hebt dat inderdaad vorige week in de plenaire vergadering aangekaart. Nu, Vlaanderen heeft al een aantal concrete maatregelen genomen, onder meer rond die transparante boekhouding en de sectorspecifieke boekhouding. Als er bepaalde problemen zijn, dan is het natuurlijk ongelooflijk belangrijk dat de continuïteit verzekerd is. Dat onderschrijven we allemaal. In dat kader is financiële weerbaarheid natuurlijk ook een belangrijk element.
Collega Anaf, u hebt hier vorige week gevraagd een voorstel van resolutie bij hoogdringendheid te bespreken. Ik heb toen gezegd dat we het een heel belangrijk thema vinden en voorgesteld het in de commissie te bespreken. U hebt gisteren daar een toelichting gedaan en we hebben afgesproken om daar hoorzittingen over te organiseren. We denken dat ze inderdaad heel belangrijke info kunnen geven om mogelijk nadien een aantal beleidsmaatregelen te kunnen nemen. Maar ondertussen weten we dat het heel moeilijk is om een goed zicht te krijgen op hoe de financiële positie van de woonzorgcentrum nu eigenlijk is, binnen de verschillende structuren, binnen de verschillende beheersstructuren.
Daarom vragen wij ondertussen ook al een onderzoek van het Rekenhof, zodat we ook die informatie hebben, om nadien met meer informatie, met meer kennis van zaken en met een onafhankelijke blik op de verschillende financiële stromen die er zijn, verdere beslissingen te kunnen nemen.
Collega, u zult ook hebben gezien dat de formulering zoals we die hebben opgenomen, toch wel zeer breed is. We hebben dat bewust gedaan, zodat we een goed beeld krijgen.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Beste collega’s, het is niet alleen vorige week of gisteren, maar eigenlijk al meerdere jaren dat wij vanuit de oppositie de problematiek van de woonzorgcentra en de winst op zorg aankaarten. Elke keer worden we gesust: er zou een onderzoek naar sectorspecifieke boekhouding en extra inspectie worden ingesteld. Ik ben blij dat wij die druk zijn blijven zetten en dat wij dat ook verder in de commissie hebben opgenomen, maar het volgende vind ik wel heel raar. Na het antwoord van de minister van vorige week ben ik gaan zoeken naar het eindrapport van het onderzoek dat was ingesteld naar de sectorspecifieke boekhouding voor de residentiële ouderenzorg. Ik moet eerlijk zeggen dat ik schrok toen ik deze week mijn computer opende en zag dat die studie al in februari 2019 was opgeleverd door professor Christiaens en professor Vanhee. Voor het verslag en voor de aanbevelingen van het Rekenhof, waar we zeker achter zullen staan, denk ik dat het toch belangrijk is dat die studie ook wordt meegenomen. Ik vind het wel uiterst eigenaardig dat we vandaag, in 2023, dus bijna drie jaar later, van die studie eigenlijk niets hebben gehoord in de commissie, noch van het feit dat er aanbevelingen en stappen zijn geformuleerd. Ik ben dus eigenlijk ook heel nieuwsgierig naar wat het Rekenhof zal zeggen over de mate waarin er iets is gedaan met deze studie en over de resultaten. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik ben zeer tevreden dat deze motie hier vandaag voorligt, maar ik moet zeggen dat ik het eens ben met de collega’s dat het lang heeft geduurd. Het heeft jaren geduurd. Wijzelf hebben vorig jaar ook een studie naar voren gebracht. We hebben toen zelf gevonden dat er bijvoorbeeld binnen Orpea via dividenden 2 miljoen euro wegvloeit uit onze Vlaamse woonzorgcentra en dat er maar liefst 4 miljoen euro aan managementfees wordt betaald, waarbij heel onduidelijk is waarvoor dat geld dient. We kaarten dus al heel lang aan dat er bedenkelijke geldstromen zijn binnen die grote commerciële ketens. Ik vind het ook frappant dat men hier zegt geen specifieke structuur te willen viseren. Mijn excuses, maar dan moet je daar echt wel blind voor zijn: in die commerciële zorg zijn er zorgvastgoedmultinationals, zijn er aandeelhouders die daar zeer rijk door worden, die multimiljonair worden gewoon door ouderenzorg uit te baten. Pas als die commerciële instelling dan failliet gaan, raakt deze overheid blijkbaar in paniek en wordt er nu een motie voorgelegd, als men ziet dat het helemaal fout gaat. Ik denk dus dat het belangrijk is om die stromen voornamelijk binnen de commerciële sector bloot te leggen. Ik hoop dat deze motie daartoe kan bijdragen. We zullen de motie steunen, alhoewel ik het eens ben met de kritiek van collega’s hier dat de motie zeer laat komt en we dan ook geen kans krijgen om nog amendementen in te dienen om het voorstel te verbeteren. Het is echter een belangrijke stap in de goede richting. Die komt veel te laat, maar goed, die is er vandaag. We zullen dit dus steunen.
Mevrouw Geerinckx heeft het woord.
Ik wil toch eventjes benadrukken dat onze fractie zeker en vast alle stromen in beeld wilde helpen te brengen, en dat dat bij dezen ook gebeurt, en dat het belangrijk is dat we niet één sector onder de loep nemen, maar het gehele spectrum. Dat wordt in deze motie onderstreept en duidelijk gemaakt. Dat zal het debat ook voor iedereen transparant en duidelijk maken.
De heer Anaf heeft het woord.
Voorzitter, wij zouden toch graag nog een amendement indienen. Het wordt momenteel ingediend en we proberen zo snel te werken als we kunnen. Het zal wellicht al doorgestuurd zijn. Het zal straks rondgedeeld kunnen worden. Ik denk dat het belangrijk is om dat toch nog mee te nemen om het beter te maken.
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over de motie houden.