Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Een aantal maanden geleden waren er een aantal collega’s in dit huis die informatie van de minister en VDAB verkeerd hebben geïnterpreteerd – bewust of onbewust. Ze hebben verspreid dat er in de eerste helft van 2022 – houd u vast – slechts twee mensen die pertinent weigerden mee te werken met VDAB, hun dop definitief verloren hebben.
Dat was voor belgicisten een fantastische hoogdag: “Vlaanderen werkt niet. Zie je, wat je Vlaams doet, doe je niet beter.” De Standaard: de hele voorpagina. De Morgen: voorpagina. Joël De Ceulaer, Marc Reynebeau: het was een hoogdag voor iedereen die Vlaanderen verafschuwt.
Collega's, we hebben heel snel geduid dat die cijfers totaal verkeerd geïnterpreteerd waren. Meer nog, we hebben nu de definitieve cijfers voor 2022. Houd u vast, collega's. Van de 116.000 mensen die volledig uitkeringsgerecht werkzoekend zijn, hebben bemiddelaars van 32.000 gezegd dat ze de kantjes eraf rijden, dat ze niet meedoen aan opleidingen, dat ze niet op sollicitatiegesprek gaan wanneer het hen gevraagd wordt. 24.000 daarvan hebben een sanctie gehad, 8000 daarvan hebben tijdelijk hun uitkering verloren en 1600 van hen hebben definitief hun uitkering verloren. Ik heb in de krant eens opgezocht waar dat stond en of dat in verhouding stond met de mate waarin onze belgicistische vrienden dat gebracht hebben. Je moest al heel lang op het toilet zitten om die berichtgeving te lezen, en dan kwam je terecht tussen het opiniestuk van Marc Reynebeau, Joël De Ceulaer en een of ander kruiswoordraadsel. Ik vond dat dus wel een beetje buiten verhouding.
Minister, mijn vraag is: we zijn goed bezig, maar we kunnen niet zelf de strafmaat bepalen, dat wordt nog altijd federaal bepaald. Bent u bereid om dat bij het federale niveau aan te kaarten om die strafmaat zelf te kunnen bepalen? (Applaus bij de N-VA)
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega, we hebben inderdaad de ambitie om zo snel mogelijk naar die werkzaamheidsgraad van 80 procent te gaan die absoluut noodzakelijk is om ons sociale welvaartsmodel in stand te houden. We hebben daar VDAB voor, die vandaag meer dan ooit aanklampend werkt.
Ik denk dat die aanklampende aanpak noodzakelijk is. U hebt daarnaar verwezen: het is een verhaal van rechten en plichten om mensen te activeren. Ja, het sanctioneren is daarbij het sluitstuk, nooit een doel op zich, maar een middel om mensen te activeren, om mensen naar die vele Vlaamse vacatures toe te leiden. Het klopt inderdaad dat het normatief kader vandaag een federale bevoegdheid is, waarbij wij gevraagd hebben om daar een meer regionale invulling aan te kunnen geven die op maat is van ons bemiddelingsbeleid.
In die context is er het interfederaal platform asymmetrisch beleid, waar we – met alle bevoegde ministers rond de tafel – gevraagd hebben aan de Raad van State om ons advies te geven omtrent die bevoegdheidsverdeling. De Raad van State heeft gezegd dat we met de deelstaten hen eerst een wettelijke basis moeten geven, een tekst die zij kunnen beoordelen, en dat zij ons daarover zullen adviseren. Het is dus mijn ambitie om zo snel mogelijk met een tekst te komen, een wettelijke basis, die ons veel meer instrumenten geeft om dat normatief kader te regionaliseren, om dat normatief kader inderdaad op maat van het Vlaams bemiddelingsbeleid te kunnen gaan invullen.
De heer Ronse heeft het woord.
Dat is heel technische materie, collega’s, maar wat betekent dat eigenlijk zeer concreet? Dat VDAB vandaag niet van een werkzoekende kan vragen dat die actief op zoek moet gaan naar werk. VDAB mag voor gelijk welke werkzoekende niet bepalen dat dat zo hoort.
Ten tweede: als iemand echt de kantjes eraf loopt en zegt geen zin te hebben in die opleiding, geen zin te hebben in sollicitaties, dan is VDAB met handen en voeten gebonden aan wat Vivaldi zelf zegt over hoe die gesanctioneerd mag worden. En geloof mij, dat is een gigantische cascade.
Minister, ik hoor u graag zeggen dat het uw ambitie is, en dat u dit en dat wilt, maar ik hoor ook alweer de woorden interministerieel comité, juridisch advies, enzovoort. Dat is een liedje dat we al vier jaar horen. Mijn vraag is of u daar nog in gelooft.
De heer De Witte heeft het woord.
Collega Ronse, ik ben eigenlijk een beetje in de war. Twee dagen geleden zei u nog dat boetes slechts zijn, dat boetes een soort van communisme light zijn, dat de Federale Regering alleen maar boetes kan opleggen. Dat zijn tweets en Facebookberichten van u die ik zelf gelezen heb, maar toen ging het natuurlijk over boetes voor bedrijven. Boetes voor bedrijven die oudere of zieke werknemers discrimineren.
Als het gaat over boetes voor werknemers, dan kan de N-VA niet streng genoeg zijn. Welnu, ik vind dat een klein beetje hypocriet. Nu roept u dus: “boetes, boetes, boetes.” Maar dan zegt u: “neen, dat kan niet.”
Minister, ik heb een vraag voor u. U zegt dat de boetes geen doel op zich zijn. U zegt dat ze een sluitstuk zijn om mensen aan een job te helpen. Hoe gaat u er concreet over waken dat – als ik het hier goed lees gaat het om 24.000 sancties op iets meer dan 100.000 werkzoekenden – die sancties worden uitgedeeld zonder effect op de activering, zodat ze dus niet louter en alleen zorgen voor miserie, maar ook voor extra jobs. (Applaus bij de PVDA en van Hannelore Goeman)
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Collega’s, laat het duidelijk zijn: voor wie kan werken, en manifest weigert te werken, past inderdaad een sanctie. Maar, collega Ronse, in tegenstelling tot u wil ik daar niet vooraan gaan staan iedere keer dat u kunt zeggen hoeveel mensen er gesanctioneerd zijn. Ik wil vooraan gaan staan om te kunnen zeggen hoeveel mensen er aan de slag geholpen worden, want daar moet het uiteindelijk over gaan. Mensen die gesanctioneerd worden, dragen niet meer bij aan onze welvaartstaat. Mensen die geactiveerd worden, die dragen bij. En daar moet het debat over gaan: hoe we er vandaag met VDAB beter in slagen om mensen te activeren.
En met alle respect, als u vandaag daar staat te beweren dat dat het bewijs is dat VDAB werkt, dan zou ik u toch aanraden om in de commissie wat beter op te letten. Want de realiteit is dat VDAB vandaag nog steeds onvoldoende doet om mensen aan de slag te krijgen.
En dus is mijn vraag aan u, minister: hoe gaat u ervoor zorgen dat iedereen die in de actieve beschikbaarheid zit, sneller een formele afspraak krijgt, een formeel afsprakenkader in die richting naar een activering? Want dat helpt ons vooruit: mensen aan de slag. Zo beschermen we onze welvaartsstaat. (Applaus bij Vooruit en de PVDA)
De heer Ongena heeft het woord.
Collega Ronse, als er ooit een vacature komt voor woordvoerder van VDAB: u hebt net een heel goed sollicitatiegesprek afgeleverd.
Het spijt me, ik ga niet mee in het hoeraverhaal alsof alle problemen bij VDAB zijn opgelost. Ik denk ook, als ik kijk naar de cijfers: het zou er nog aan moeten mankeren. Na alle druk die wij hier in het parlement – ook u, minister – hebben gezet op het feit dat we vandaag, met zo’n grote arbeidsmarktkrapte, toch mogen verwachten dat mensen die werkzoekend zijn, die een uitkering krijgen, ook effectief inspanningen leveren om een job te krijgen en dat, als ze dat niet doen, ze ook gesanctioneerd worden, zou het er nog aan moeten mankeren dat de cijfers niet omhoog zouden gaan zoals ze omhoog zijn gegaan.
Maar ten tweede: ik ben ook achterdochtig, want er is gefoefeld aan de tabellen. Ik zie nergens in de tabellen de cijfers over controle op actief zoekgedrag. En daar zit natuurlijk het probleem – dat heeft uw voorganger in de commissie trouwens ook al erkend –: dat is veel te laag. Men kijkt er vooral naar of mensen komen opdagen, wat belangrijk is bij een VDAB-bemiddelaar. Maar of iemand voldoende inspanningen levert, de controles daarop, die zitten op 6 procent. Dat is heel laag.
Daarom is mijn vraag, minister: wat gaat u daaraan doen? Gaat u ervoor zorgen dat er ook actief gecontroleerd wordt op actief zoekgedrag van mensen die werkzoekend zijn en een uitkering krijgen? (Applaus van Willem-Frederik Schiltz)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Inderdaad, collega’s, sancties voor werkzoekenden die niet ingaan op een opleidingsaanbod, een werkaanbod, zijn een sluitstuk van een sterk activeringsbeleid. Ik denk dat de cijfers aantonen dat er in Vlaanderen wel degelijk een sterk activeringsbeleid is.
Collega De Witte, dat is een vorm van solidariteit, want wie profiteert van het systeem, wie onterecht werkloosheidsuitkeringen opstrijkt, doet dat ten koste van wie wel werkt en wie wel bijdraagt. Diegenen die er de kantjes vanaf lopen, doen dat ten koste van wie hard werkt en wie zich inzet om een eigen inkomen te verwerven en bij te dragen aan onze sociale zekerheid. Wie profiteert van onze sociale zekerheid, vliegt er onherroepelijk uit.
Collega’s van Vooruit, ik denk dat jullie dringend eens met jullie voorzitter moeten gaan spreken, want een paar weken geleden was dat de man die zei dat we dringend meer sancties moesten hebben, dat er maar twee werkzoekenden in Vlaanderen gesanctioneerd waren en dat VDAB veel harder moest optreden. En nu komt u hier het omgekeerde beweren, collega Verbeurgt. Een beetje geloofwaardigheid, het zou u sieren, het zou u deugd doen. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
Uiteraard, collega’s, sancties zijn een sluitstuk van een sterk activeringsbeleid, maar het begint met kansen geven. Vandaar, minister, is mijn vraag: op welke manier zult u ervoor zorgen dat we werkzoekenden niet laten wachten, maar sneller een aanbod op maat gaan formuleren – van opleiding, van vorming of van passende vacatures –, zodat er geen tijd wordt verloren?
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Collega Ronse, ik vermoed dat u met uw betoog op mij doelde. Want ik heb die cijfers inderdaad ook gezegd, en ik baseer mij op vraag nummer 6 van 27 september 2022. U zegt dat de cijfers verkeerd geïnterpreteerd zijn. Ik denk het niet, want dan heeft het kabinet van de minister mij de verkeerde cijfers bezorgd. Dat er sancties zijn, dat klopt, en er zijn er wel heel veel, dat klopt, inderdaad. Maar de cijfers zoals ik ze hier lees, mijnheer Ronse, dat is: derde keer verlies van het recht op uitkering. Want daar ging het voor ons over: mensen die definitief uitgesloten zijn van een werkloosheidsvergoeding. Zo zijn er wel degelijk maar twee. De informatie die werd verspreid, is dus gebaseerd op vraag nummer 6 van september 2022.
Maar los daarvan zijn wij ook voorstander van sanctioneren, want het is effectief wel nodig dat we soms gaan kijken of mensen die langdurig werkloos zijn, wel voldoende inspanningen hebben gedaan om aan een job te geraken.
Maar mijn vraag is, minister: als u sanctioneert, los van de uitsluitingen op de uitkering, in welke mate bent u nagegaan of er wel effectief een match is tussen de vacature en alle aanbiedingen die een persoon krijgt? Want ik hoor getuigenissen van mensen die heel veel aanbiedingen krijgen die totaal niets te maken hebben met dat profiel. Ziet u daar een match en wordt dat voldoende menselijk begeleid? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Annouri heeft het woord.
Ik moet zeggen dat ik het nieuws van 23.000 sancties toch wel met een heel wrang gevoel heb gelezen. Ik deel de euforie niet van sommigen die het keigoed vinden dat er zoveel sancties zijn gevolgd. Ik ben het eens met de collega’s en met u, minister, die zeggen dat het sanctioneren geen doel is, maar een middel, een sluitstuk. Wat mij betreft, moet die maatregel dan beoordeeld worden op zijn effectiviteit. Als er 23.000 mensen zijn die gesanctioneerd worden, dan neem ik aan dat het de bedoeling is om meer mensen naar een job te doen zoeken. Om ze een schop onder hun kont te geven, zoals sommigen zeggen, in de hoop dat ze daardoor meer werk gaan zoeken of actiever gaan zoeken.
Dan is mijn vraag: hoeveel van die 23.000 hebben daarna een job gevonden? Hoeveel hebben er, nadat ze een waarschuwing hebben gekregen of nadat hun leefloon is ingetrokken, effectief een job gekregen? Heeft dat effectief nut, die sanctionering, of is het een soort van politieke trofee, een pluim die men op zijn hoed wil steken om te kunnen zeggen: kijk eens hoe streng wij zijn. Waarbij men effectief het doel dat men voor ogen heeft – zo veel mogelijk mensen op een gezonde arbeidsmarkt aan de slag krijgen – gewoon vergeet. (Applaus bij Groen)
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Ik herhaal dat de werkloosheidscijfers vandaag bijzonder laag zijn. Die zijn bijzonder goed, de werkzaamheidsgraad is nog nooit zo hoog geweest. Maar tegelijk zitten we met een ongelooflijke krapte, met heel veel vacatures. Ik kan nergens komen of men zegt mij: “Minister, geef ons volk.” Er is dus nog een weg af te leggen.
VDAB werkt aanklampender dan ooit. De cijfers bewijzen dat, collega’s. De contactstrategie is aangescherpt, jullie weten dat – drie weken sneller dan in het verleden. Er wordt dus zeer aanklampend gewerkt, collega Verbeurgt en collega Bothuyne. Maar elk traject naar werk blijft een traject van rechten en plichten. Afspraken die je moet nakomen, afspraken rond je sollicitatie, afspraken rond je opleiding: kom je die niet na, dan is er inderdaad een sluitstuk van sanctioneren, dat klopt collega’s.
Collega Annouri, die cijfers zal ik u bezorgen, maar ik ga ervan uit dat dat inderdaad de stok achter de deur is. Voor zij die dat nodig hebben, moet je dat kunnen gebruiken.
En wat de ‘matchmaking’ betreft, collega: dat is natuurlijk de essentie van VDAB. Zij zien erop toe dat de meest gepaste vacature inderdaad bij die kandidaat terechtkomt.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega’s, ik krijg hier altijd ‘op mijn doos’ van de communisten, omdat ik hier over federale thema’s begin. Nu stel ik een actuele vraag over een puur Vlaams thema en wat doen de communisten? Ze beginnen zélf over een federaal thema: over het voorstel van de PS om bedrijven te verplichten – ten aanzien van boetes – om zestigplussers aan te werven. Ik kan u zeggen: elke zestigplusser die ik ken, heeft mij gezegd: “Laat dat niet doorgaan, want dat is super, super vernederend. Wij als zestigplussers willen aangeworven worden voor wat we kunnen en niet omdat het bedrijf anders een boete zou krijgen.” Dus beste communisten, dat is een schandalig voorstel dat wij met de N-VA met hand en tand en veel vuur te allen tijde zullen bestrijden.
Maar we zijn hier in het Vlaams Parlement en het ging over werkzoekenden, uitkeringsgerechtigden. Wel, als er zoveel vacatures zijn en je krijgt een volwaardige dop en je gaat niet in op een sollicitatietraining, een opleiding of een opdracht om te gaan solliciteren, dan loop je er de kantjes van af en moet je gesanctioneerd worden. Dit is wat VDAB doet, hulde daarvoor. Ik hoop dat de kranten dat tenminste ook even hard op de voorpagina’s gaan brengen als het fake news dat vroeger gebracht werd. Dank u wel. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.