Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, goede collega’s, technologie kan de wereld redden, of op zijn minst verbeteren. Er is een akkoord gesloten tussen de federale en de Vlaamse overheid. Wij hebben dat samenwerkingsfederalisme graag. Daarbij wordt de toepassing van de tonnagebeperkingsborden gekoppeld aan de intelligente camera’s, de zogenaamde ANPR-camera’s (Automatic Number Plate Recognition). We kennen allemaal de situatie in onze stedelijke centra, in de dorpen en ook rond schoolomgevingen. Daar staan tonnagebeperkingsborden. Toch wurmen vrachtwagens zich daardoorheen, heel vaak straffeloos, want welke politiezone heeft nu de capaciteit om daarop te handhaven? Daar moet je dan kunnen rekenen op burgerzin. Sommige chauffeurs hebben dat en andere niet. Minister, in dezen doet u nu eigenlijk iets heel performants. U zorgt ervoor dat die tonnagebeperkingsborden ook doeltreffend worden in de toepassing in het dagelijkse verkeer.
Minister, ik denk dat ik deze vraag, de vraag der vragen, stel namens alle lokale bestuurders: wanneer zal dat nieuwe systeem van toepassing worden?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Keulen, dank u wel voor deze vraag. U hebt het duidelijk geschetst. Heel wat lokale besturen hebben een tonnagebeperking in dorpskernen en schoolomgevingen, maar de handhaving was tot voor kort een groot probleem, vooral omdat er enerzijds een fout was in het reglement inzake het verkeersbord C23 en anderzijds de handhaving voorheen niet kon met de moderne apparatuur, met de ANPR-camera’s. Daarom heeft men eerst op ons initiatief bij de federale overheid het verkeersbord C23 aangepast. Het gaat niet meer over de massa in beladen toestand, dus hoeveel de vrachtwagen daadwerkelijk weegt, maar over de maximaal toegelaten massa. Men hoeft het voertuig dus niet meer te wegen.
Dat is enerzijds de aanpassing vanuit de federale overheid die in de zomer van 2022 werd doorgevoerd. Daarnaast hebben wij nu heel recent, op de ministerraad van 13 januari, bijkomend de mogelijkheid gecreëerd dat een inbreuk op de tonnagebeperking met een anoniem toestel, met de ANPR-camera's, gedetecteerd kan worden.
Wanneer wordt dit van kracht? Zodra dit gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad, zal dit tien dagen later automatisch van kracht zijn. De brief naar het Belgisch Staatsblad is vertrokken. Ik hoop dat dat zo snel mogelijk gepubliceerd wordt, zodat zo snel mogelijk van die handhaving bij de lokale besturen effectief gebruik kan worden gemaakt. Nadat wij het hele verhaal van GAS 5, de GAS-boetes in de zones 30 en zones 50, hebben mogelijk gemaakt, zetten heel veel lokale besturen daarop in. Door deze nieuwe aanpassingen in de regelgeving en door het feit dat GAS 5 en dergelijke mogelijk zijn, zullen heel veel lokale besturen sowieso gebruikmaken van bijkomende ANPR-camera's en zodoende effectief kunnen handhaven inzake de tonnagebeperkingen.
De heer Keulen heeft het woord.
Dat belooft dus op relatief korte termijn te zijn. Minister, wat vaak het geval is bij dergelijke maatregelen, is: ‘the devil is in the detail’. We moeten natuurlijk wel zorgen voor een draagvlak en dat degenen die dan toch met dat zwaar verkeer in de verboden zones moeten komen, geen boete in de bus zullen vinden. Ik denk aan de leveranciers van stookolie, degenen die bouwmaterialen moeten brengen op een bouwwerf in ontwikkeling of ook wanneer aan die weg zelf werken moeten gebeuren, dus degenen die daar met recht en rede zijn. Ik denk ook nog aan verhuiswagens. Hoe kunnen we nu vermijden dat er onterecht wordt beboet en op die manier het draagvlak voor deze goede maatregel wordt ondergraven?
Mevrouw Moors heeft het woord.
Collega Keulen, dank u wel voor uw vraag.
Het is inderdaad een gekend probleem, het sluipverkeer langs de dorpskernen en schoolomgevingen om de files op drukke wegen en autosnelwegen te vermijden. Ik denk dat het een stap vooruit is om dat nu te handhaven aan de hand van anonieme camera's.
Uit ervaring weten we dat de verwerking van nieuwe regelgeving op lokaal niveau – ik verwijs ook naar de GAS 5-regelgeving – niet altijd van een leien dakje loopt en dat de lokale besturen een beetje terughoudend zijn en niet vanzelfsprekend de implementatie kunnen doen. Minister, gaat u proactief aan de lokale besturen nog richtlijnen geven?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, dat zwaar vervoer in de dorpskernen en bij de schoolomgevingen zorgt inderdaad voor heel wat terechte ergernis, zowel bij de omwonenden als bij de lokale bestuurders die daar al heel lang hun tanden op stuk bijten. Het zorgt vooral voor heel wat verkeersonveiligheid. We moeten dat zoveel mogelijk weren uit de schoolomgevingen en de dorpskernen. Het is positief dat u hier nu op papier alleszins, in theorie, een mogelijk kader geeft om er effectief mee aan de slag te gaan. De vraag is natuurlijk hoe we de lokale besturen gaan overtuigen om dat effectief toe te passen en hoe we hen gaan stimuleren en ondersteunen en er eventueel middelen voor voorzien. Want een theoretisch kader is natuurlijk een zaak. Maar als het dan is van ‘trek uw plan’ en het bij theorie blijft en in de praktijk dode letter is, dan helpt het de verkeersveiligheid niet vooruit. Ik zou toch willen oproepen – en we rekenen daarvoor op u – dat het in de praktijk overal uitvoering krijgt. Dan komt het de verkeersveiligheid in de dorpskernen echt ten goede. (Applaus bij Vooruit en van Johan Danen)
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik sluit mij heel graag aan bij – zoals hij altijd zelf zegt – mijn goede collega de heer Keulen. Alles wat de verkeersveiligheid ten goede komt, kan onze fractie alleen maar toejuichen. Minister, men ziet dat er in een samenwerking tussen de federale, de Vlaamse en de lokale overheden toch wat mogelijk is en dat dit efficiënt kan zijn.
Anderzijds moeten we er toch wel voor zorgen dat de vrachtwagens ook op hun locatie kunnen geraken, zoals collega Keulen ook al zei. Al jaren is er sprake van een vrachtroutenetwerk, ook bij uw voorgangers. Ik heb daar ook al heel veel vragen over gesteld in de commissie. Minister, u zegt dat de vrachtroutenetwerken door de vervoersregio’s moeten worden bepaald.
Maar, minister, ik stel mij toch de vraag of er voor die vrachtroutenetwerken niet meer coördinatie nodig is vanuit het Vlaamse niveau.
De heer Bex heeft het woord.
Collega Keulen, minister, als het goed is, zeggen wij dat met Groen met veel plezier: onze felicitaties voor deze maatregel. Het is heel belangrijk dat we vrachtwagens uit de dorpscentra, en zeker uit de buurt van scholen, kunnen weren. In goede samenwerking met de Federale Regering kan deze maatregel daar zeker toe bijdragen.
Minister, het vrachtverkeer blijft stijgen. Dat zagen we vorig jaar, maar dat zien we ook in de prognoses van het Planbureau. Zoals collega Fournier zegt is het inderdaad bijzonder belangrijk dat we het niet bij deze maatregel laten. Dat vrachtroutenetwerk, waarbij we vrachtwagens zoveel mogelijk uit de dorpskernen houden, is heel belangrijk. U legt die verantwoordelijkheid inderdaad bij de vijftien vervoerregio’s. U hebt gezegd dat u verwacht dat ze met hun mobiliteitsplannen komen in het voorjaar. Maar in welke mate gaat u ervoor zorgen dat dat gecoördineerd verloopt en dat daar inderdaad stevige resultaten uit naar voren komen? Dat is de aanvullende vraag die ik hier vandaag wil stellen.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen.
Ten eerste, wat betreft die dorpskernen: als daar toch zwaar vervoer moet zijn, wegens bouwwerven of welbepaalde leveringen, kan men twee dingen doen. Ofwel gaat men vooraf naar de lokale politie, naar het gemeentebestuur en vraagt men toelating om toch die zone binnen te rijden om die welbepaalde, gefundeerde reden – via de ANPR-camera’s kan dat. Een tweede optie is om niet proactief maar reactief, wanneer men een boete heeft gekregen omdat men in een zone is geweest waar een tonnagebeperking geldt zonder een vrijgeleide vooraf, nog altijd in verweer te gaan en te zeggen dat men zich om die welbepaalde reden toch ter plaatse moest kunnen bevinden.
Ten tweede: wat gaan we doen om die lokale besturen te stimuleren om hier concreet gebruik van te maken? Ik heb wat dat betreft, collega's, alle vertrouwen in die lokale besturen. Ze waren mee vragende partij voor een oplossing voor dit probleem. Want we weten allemaal – iedereen die lokaal actief is – dat de handhaving van een tonnagebeperking moeilijk is. Je kunt niet in elke straat, op elke hoek een politieagent zetten om die handhaving mogelijk te maken. Wel, door deze gezamenlijke aanpassing op federaal en Vlaams niveau, is die handhaving een pak makkelijker geworden en kan ze met anonieme toestellen ook effectief gebeuren. We weten allemaal dat onze lokale politie over ANPR-camera’s beschikt. We weten ook dat heel veel lokale besturen ze nu zelf massaal aan het installeren zijn. In die zin heb ik er dus alle vertrouwen in dat die lokale besturen er ook en masse gebruik van gaan maken. Tegelijkertijd zullen we, samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), zeker nog een briefing doen om dit op grote schaal kenbaar te maken. Het kan officieel natuurlijk pas wanneer het verschenen is in het Belgisch Staatsblad. Tien dagen later is het dan ook formeel in voege.
Ten derde: de vraag naar een vrachtroutenetwerk komt regelmatig terug. Maar daarover hebben we heel duidelijk gezegd dat al die vervoerregioraden, waar alle lokale besturen ook in participeren, op dit ogenblik bezig zijn met hun mobiliteitsplannen. Ze hebben hun openbaarvervoerplannen al afgeklopt en zijn nu bezig met de mobiliteitsplannen, waarbij zij ook een circulatieplan opmaken voor het zwaar vrachtvervoer. We kijken dan in eerste instantie of de vervoerregioraden daar hun plannen hebben uitgedokterd samen met de lokale besturen.
Ik hoor hier een aantal collega’s zeggen dat dat grensoverschrijdend moet zijn, want een vrachtwagen stopt natuurlijk niet aan de grens met een bepaalde vervoerregio. Dat klopt natuurlijk wel, maar we weten ook dat in elke vervoerregio naast een politieke ook een ambtelijke voorzitter zit van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW). Die zal er sowieso voor zorgen dat er een overeenstemming is aan de grenzen van de verschillende vervoerregio’s. Wat dat betreft is ook onze wegencategorisering van essentieel belang. Die bepaalt wat de hoofd- en ontsluitingswegen zijn om te gebruiken voor verder transport.
In die zin heb ik alle vertrouwen in de lokale besturen dat dat goed gaat komen. Ik denk dat we met deze aanpassing van de regelgeving de lokale besturen faciliteren en tegelijkertijd zorgen voor meer verkeersveiligheid in de dorpskernen en de schoolomgevingen. Tegelijkertijd zorgen we ook voor meer leefbaarheid. Men weet dat men op die plaatsen niet kan komen met zwaar vrachtvervoer. Dat zal zorgen voor veel meer verkeersveiligheid en zal ervoor zorgen dat het allemaal beter is voor de mensen in de onmiddellijke omgeving.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, ik denk dat u hier heel veel supporters voor deze maatregelen bent tegengekomen en nog zult ontmoeten. Ik zou u het advies willen geven om zo snel mogelijk met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) rond de tafel te zitten, zowel wat betreft het bestuurlijke gevolg in de richting van steden en gemeenten, alsook naar de politiezones, want die hebben daar ook alle belang bij.
Individueel kan het natuurlijk verschillen, maar we zijn in Vlaanderen intussen vooral in detail samenleving geworden. Als je aan mensen vraagt wat het grootste probleem is, heeft dat op de eerste plaats alles te maken met snelheid en verkeersveiligheid. En met deze maatregel zit u daar middenin om daar het hoofd aan te bieden en daar sanctionerend tegen op te treden. Ten tweede: zwerfvuil. Ten derde: dierenleed. Dat is vandaag de staat van Vlaanderen. Het zegt iets over ons ontwikkelingspeil.
Het sluitstuk van elk veiligheidsbeleid, ook van verkeersveiligheid, is handhaving en sanctionering. Vandaag is het nog te vaak zo in het verkeer dat degenen die hun voeten vegen aan de regels, ontsnappen aan de verdiende sanctionering. Dat mogen we niet doen, zowel voor het draagvlak als voor de burgerzin die we met zijn allen moeten uitdragen. (Applaus van Freya Saeys)
De actuele vraag is afgehandeld.