Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Brouns. De regering beslist altijd zelf wie er antwoordt, het is een collectief orgaan. (Opmerkingen van Bruno Tobback en minister Jo Brouns)
Collega Tobback is blijkbaar niet tevreden met u, maar bon.
De heer Tobback heeft het woord.
De minister moet het niet persoonlijk nemen, natuurlijk, we hebben het er daarnet al over gehad. Maar het verwondert mij een beetje, want mijn vraag was eigenlijk bedoeld om zijn geld aan minister Demir te geven. (Gelach van minister Jo Brouns)
Ik vind het een beetje jammer dat ze daar niet enthousiaster op inpikt, maar kijk, ze is toch hier.
Mijnheer de minister, en ook mevrouw de minister, de Vlaamse Regering besliste eind vorig jaar om een pakket van 250 miljoen euro vrij te maken als energiesteun voor bedrijven die het moeilijk hadden door de zwaar uit de hand lopende energieprijzen. Dat was ook logisch, dat was een maatregel waarover heel weinig discussie bestond in het parlement, waar ook mijn fractie in principe achter stond, maar dan wel voor die bedrijven die konden aantonen dat ze inderdaad verlies lijden door de ongecontroleerd stijgende energieprijzen. We zijn ondertussen al een aantal maanden verder, ongeveer aan het einde van de aanvraagperiode. Vorige week bleek, ook in de commissie, na een vraag van collega Vande Reyde, denk ik, dat een zeer, zeer klein deel van de bedrijven een beroep doet op die steun, en dat van de voorziene 250 miljoen euro, nog meer dan 245 miljoen euro ligt te wachten op een bestemming.
De werkgeversorganisaties deden dan de suggestie om de criteria uit te breiden en het gemakkelijker te maken. Op zich vind ik dat een beetje bizar, want dat komt dan neer op het geven van een subsidie voor bedrijven die blijkbaar geen problemen hebben met de energieprijzen. Dat kan perfect: nogal wat bedrijven hebben jaarcontracten, en hebben dus weinig ondervonden van de stijgende prijzen, en zij krijgen vandaag opnieuw, net zoals iedereen, voorstellen voor veel betere prijzen omdat de tarieven alweer fel gezakt zijn.
En dus leek me de suggestie van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) gisteren logischer, namelijk om die overgebleven miljoenen – en dat is dan toch bijna 245 miljoen euro – nog altijd voor energiesteun te gebruiken, maar dan energiesteun voor gezinnen die met hoge facturen worden geconfronteerd, of – en dat vind ik zelfs nog een beter idee – om die te helpen met toekomstige besparingen door woningen te renoveren en energiezuinig te maken.
Mijn vraag is dus heel simpel: staat de Vlaamse Regering open voor de mogelijkheid om die middelen te heroriënteren? En heeft de minister van Energie ideeën om die middelen te besteden, zodat ze gezinnen en onze energiezuinigheid structureel ten goede komen?
Minister Brouns heeft het woord.
Het is inderdaad zo dat wij in het kader van de begrotingsopmaak 2023 hebben afgesproken om onze gezinnen, bedrijven en overheden te ondersteunen en door die energiecrisis te loodsen. Een van die maatregelen was de directe steun aan onze bedrijven voor die hoge energiefactuur. Er is vandaag inderdaad geen stormloop. Ik zie daar een aantal redenen voor. Door de dalende energieprijs is het aantal bedrijven waarbij de verdubbeling van de factuur wordt vastgesteld, inderdaad niet groot. Daarnaast is er de vaststelling dat heel wat bedrijven vandaag de kosten toch voldoende kunnen doorrekenen, waardoor er geen operationeel verlies is.
Dat neemt niet weg dat heel wat kmo’s het vandaag niet onder de markt hebben en we toch nog altijd in het oog van de storm zitten. Heel wat bedrijven hebben te kampen met heel wat moeilijkheden. Je hebt niet alleen de energiekost, maar ook de grondstofkosten en de loonkost. We zien helaas dat ook het aantal faillissementen toeneemt. We maakten de afspraak om in het eerste kwartaal van 2023 nog steun te voorzien aan bedrijven die dat nodig hebben. Op dit ogenblik evalueren we ook die maatregelen en de voorwaarden. We kijken natuurlijk ook naar de ons omliggende landen en houden rekening met het door Europa aangepaste kader om dat gelijk speelveld te bewaken.
Het is natuurlijk ook niet onwaarschijnlijk dat we dit jaar nog prijsschokken gaan ervaren. Het is dan ook niet uitgesloten dat bedrijven opnieuw in moeilijkheden komen. Het blijft voor ons belangrijk om het doel voorop te stellen dat bedrijven – van de bakker tot de meest energie-intensieve bedrijven – kunnen rekenen op steun als zij dat nodig hebben. De koopkracht van onze gezinnen behouden is uiteindelijk het allerbelangrijkste. Op dit ogenblik is het inderdaad zo dat die herbestemming niet wordt bekeken door ons.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, het zal u niet verwonderen dat ik dit een teleurstellend antwoord vind. Nog eens, er zijn best wel bedrijven die met problemen geconfronteerd worden. Die zijn er altijd en dat zal in deze moeilijke tijden nog meer het geval zijn. Ik heb er ook niets op tegen dat er gezocht wordt naar manieren om die te steunen. Maar er zijn voor alle verschillende problemen allerlei steunmechanismen. Ook voor loonkosten zijn er bijvoorbeeld massa’s steunmogelijkheden en -mechanismen en subsidies. Ja, collega Schiltz, Vlaams en federaal zijn er nogal wat steunmaatregelen voor bedrijven die het gemakkelijk of moeilijk hebben met bijvoorbeeld loonkosten.
Dit was een specifieke maatregel naar energiekosten. Blijkbaar is die energiekostproblematiek bij de bedrijven veel lager dan men had ingeschat, ‘fair enough’. Maar besteed die middelen die er zijn voor energie, en die daarvoor voorzien zijn, ook binnen structureel beleid, dan voor energiebesparing. Dat komt iedereen ten goede. Hoe meer energie we kunnen besparen, hoe meer we bestand zijn tegen toekomstige schokken, minister.
Is het dan niet minstens logisch dat de regering garandeert dat die middelen gereserveerd blijven voor energiebeleid? En dat ze niet verdwijnen in de bredere pot van allerlei andere bedrijfssubsidies?
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, collega Tobback, de riante subsidies waar Vlaanderen mee zou strooien, om de loonhandicap aan te pakken, die moet ik nog eens bekijken, eerlijk gezegd. Ik vind het net heel verstandig. We hebben gezien hoe federaal de impact van de energieprijzen op de gezinnen absorbeert, zeker de kwetsbare gezinnen, onder andere mede door toedoen van uw partij. Ik vind het ook heel logisch dat wij vanuit Vlaanderen – via minister Demir – enerzijds inzetten op de versterkte renovatiepremie, waardoor effectief uitgaven rond energie voor gezinnen kunnen worden ingeperkt in de toekomst. En anderzijds hebben we in Vlaanderen ook oog voor de kwetsbaarheid van ons economisch weefsel. Voor de ondernemers en kmo’s – u hebt het gezegd, minister –, en van de kleine zelfstandige tot het energie-intensieve bedrijf, dat in afwachting van een energiesysteem dat ons minder afhankelijk maakt van die prijsschokken, kijken we ook hier hoe we de rendabiliteit van die economie overeind kunnen houden.
Bedrijven worstelen vandaag met hoge loonkosten. We zijn een van de drie landen ter wereld die een automatische index hebben. Ik vind het niet meer dan normaal dat we dat mechanisme hebben. Minister, u hebt aangehaald dat we dat moeten herbekijken. Ondertussen is Vlaanderen een beetje heiliger dan de paus en gebruiken we het strenge eerste Europese kader. Ondertussen is duidelijk dat Europa dat heeft bijgesteld. Hoe snel kunnen de bedrijven bij ons uitzicht krijgen op een ondersteuningskader dat gericht en efficiënt de grootste klappen van de energiecrisis voor hen zal milderen? (Applaus bij Open Vld)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik zal eerst even het massale applaus bij Open Vld laten uitsterven. (Applaus bij Open Vld)
Terecht applaus uiteraard.
Voorzitter, minister, collega Tobback, u stelt een beetje een rare vraag. We zitten in de situatie waarbij onze Europese industrie wordt geconfronteerd met een van de grootste crisissen en uitdagingen ooit. De energieprijzen zijn weliswaar de laatste weken een beetje gezakt maar zitten nog altijd op een historisch hoog niveau. De impact daarvan op onze industrie en tewerkstelling is groot. Bovendien zweven er concurrenten vanuit China en de VS rond onze industrie om hier tewerkstelling weg te nemen en mee te nemen naar hun continent. Dat heeft onder andere de socialisten in Duitsland ertoe gebracht om miljarden steun vrij te maken om hun industrie hier te houden, om de jobs hier te beschermen, om te zorgen dat energie-intensieve bedrijven hier kunnen blijven bestaan, en op een efficiëntere manier kunnen omgaan met energie.
Dat is ook de doelstelling die achter het mechanisme dat deze regering heeft gemaakt om bedrijven te gaan ondersteunen, schuilgaat. De doelstelling is om onze bedrijven hier te houden en hen aan te zetten om investeringen te doen, om energie-efficiënter te gaan werken. Die doelstelling is nog altijd bijzonder belangrijk. Naïviteit daarrond is absoluut uit den boze.
Minister, op welke manier kunnen we onze bedrijven en vooral de energie-intensieve kmo’s nog beter begeleiden richting energiebesparingen? (Applaus bij cd&v en Open Vld)
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Tobback, op de eerste plaats herhaal ik dat de crisis niet voorbij is. We zijn ‘de kwaaie nog niet door’, zoals wij dat zeggen. Wat onze gezinnen betreft, wat daar qua energietransitie belangrijk is, is inderdaad Mijn VerbouwLening, waarvoor 1 miljard euro is voorzien en dat wel een succes is. Dat loopt dus nog.
Collega Bothuyne, u stelde een vraag over de energietransitie voor bedrijven. Daarvoor hebben we 100 miljoen euro voorzien, omdat we vanaf de eerste dag hebben gezegd dat we de energiecrisis moeten aangrijpen om die transitie te versnellen, met energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Ik hoef u daar niet van te overtuigen. Ook daarvoor is dus in de middelen voorzien.
Collega Schiltz, terecht, we moeten inderdaad altijd het gelijke speelveld in Europa goed bewaken. We zien dat de Europese Commissie het tijdelijk crisiskader heeft aangepast. Ook wij kijken naar die aanpassingen, om de competitiviteit van onze bedrijven te bewaken.
De heer Tobback heeft het woord.
Ook uit de antwoorden van de collega’s kan ik eigenlijk maar één conclusie trekken, namelijk dat deze maatregel blijkbaar deel uitmaakt van een soort wafelijzerverdeling binnen de Vlaamse Regering waarbij men de potjes onder elkaar heeft verdeeld. Collega’s, er zijn immers steunmaatregelen voor energie-intensieve bedrijven. We hebben ‘carbon leakage’-steun, we hebben een hoop andere steunmechanismen voor bedrijven, waarover je kunt discussiëren, maar daar gaat het in dezen niet over. Dit gaat over 250 miljoen euro die bedrijven die echt in de problemen zaten, zelf konden aanvragen – het was niet eens zo’n gigantisch ingewikkelde procedure – en waarvan we vaststellen dat ze die niet nodig hebben en niet aanvragen. (Opmerkingen van Willem-Frederik Schiltz)
Collega’s, ik kan nu al voorspellen wat u doet. Uw hardnekkigheid bestaat er gewoon in te kunnen zeggen dat u niet bereid bent om ook maar 1 cent van die 250 miljoen euro waarvan u hebt afgesproken dat u die aan bedrijven cadeau gaat geven, terwijl die bedrijven zeggen dat ze die niet moeten hebben, want anders zouden ze het toch wel vragen, nuchter te heroverwegen en te bekijken waar u gezinnen kunt helpen die zich vandaag bijvoorbeeld geen renovatie kunnen permitteren. Dat is de politieke hardnekkigheid, de ideologische wafelijzers waarop deze Vlaamse Regering steunt en ik kan u zeggen dat noch de bedrijven, die uw geld blijkbaar niet nodig hebben, noch de gezinnen daar beter van worden. Dat is bijzonder jammer. (Applaus bij Vooruit en van Jos D’Haese)
De actuele vraag is afgehandeld.