Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, als we in dit land onze mobiliteit willen aanpakken, als we in dit land een bedrijf willen uitbreiden, welvaart creëren, werkgelegenheid creëren, als we in dit land ooit nog een kerncentrale willen bouwen of iets anders, collega’s, dan hebben we milieueffectrapporten (MER) nodig. Vandaag lijken die MER-studies eerder op obstakels, terwijl het eigenlijk hefbomen zouden moeten zijn om te komen tot betere projecten, tot goede projecten die ons in Vlaanderen effectief vooruithelpen.
We hebben daarover in het regeerakkoord afspraken gemaakt, minister. U hebt die vertaald in uw beleidsnota, en u hebt vorig jaar ook een conceptnota naar de Vlaamse Regering gebracht. Daarin hebt u gezegd dat u begin 2023 komt met zeer concrete vertalingen om die MER-procedure soepeler en eenvoudiger te maken, makkelijker te hanteren, maar wel met de juiste doelstellingen om te zorgen dat de projecten waarover het gaat beter worden en beter onderbouwd zijn, en dat het draagvlak bij de bevolking vergroot.
Ik heb gewoon een opvolgvraag, minister: hoever staat u, en wanneer kunnen we die soepelere regels verwachten?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, ik denk dat de vergunningsprocedures in de eerste plaats vooral rechtszeker moeten zijn. Dat is een belangrijk punt. En als het snel kan gaan, dan ook zo snel mogelijk. Dat is ook de reden waarom we deze legislatuur een vereenvoudigingsplan hebben goedgekeurd dat we ook aan het uitvoeren zijn. Ik denk daarbij aan een aantal administratieve beroepen die werden ingeperkt en aan een aantal zaken die we gedigitaliseerd hebben. Ik denk ook aan de behandelingstermijn van de Raad voor Vergunningsbetwistingen die we verlaagd hebben naar 12 maanden. We komen van 18 maanden en u weet dat het mijn ambitie is om naar 9 maanden te gaan. Vergelijk dat met de Raad van State waar het op dit moment gemiddeld 26 maanden is. Ook voor windturbines hebben we een aantal zaken sneller laten gaan.
De MER-rapportage moet inderdaad een modern instrument zijn dat zich heel duidelijk focust op de effecten op het milieu. We hebben daarvoor een ontwerptekst van de administratie en de juristen ontvangen. In het najaar hebben we daarover alle stakeholders geraadpleegd. Het is de bedoeling om tegen het voorjaar met een ontwerptekst naar de Vlaamse Regering te gaan.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Dank u wel voor het antwoord, minister. Dat is ook fijn nieuws over de timing. We kunnen niet wachten, dus hoe sneller hoe beter. Het voorjaar klinkt alleszins goed. We hebben die soepele MER-procedures inderdaad nodig. U hebt het zelf gezegd: als we in dit land nog windturbines willen zetten of zonnepanelenparken, als we willen dat de energieproductie op eigen grondgebied gebeurt, dan hebben we een juiste inschatting nodig van de milieueffecten, maar ook een soepele, snelle procedure die zorgt dat we die projecten van de grond krijgen.
Ik denk ook aan doelstellingen die we samen delen, bijvoorbeeld rond de bouwshift. Als we willen dat de open ruimte beschermd wordt en dat daar ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) voor gemaakt worden en dat de verdichting effectief in de praktijk vorm krijgt, dan moeten we aan initiatiefnemers, ontwikkelaars, bedrijven en overheden een procedure geven en een instrument dat makkelijk hanteerbaar is, maar dat wel juridische robuustheid en zekerheid garandeert. Dank u wel voor uw antwoord.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, het voorstel dat op tafel ligt, heeft als bedoeling om de administratie bevoegd voor de milieueffectrapportage – het zogenoemde team MER – om te vormen tot een expertisecentrum, waarbij de beslissing niet bij hen ligt, maar zij louter een adviserende en begeleidende taak krijgen. De Groenfractie vindt dat alvast geen goed idee. Want we weten wat er gebeurt met adviesverlening in Vlaanderen: hoe groter de besparingen op personeel, hoe minder adviesverlening, kortom hoe slechter die milieueffectrapporten gecontroleerd zullen worden. En slechte MER’s, minister, leiden tot rechtsonzekere vergunningen. En ik vraag mij af wie in Vlaanderen zit te wachten op rechtsonzekere vergunningen? Ik las vandaag in de wensen van Voka voor 2023 dat Vlaanderen zich met vijf topprioriteiten zou bezighouden, onder andere rechtszekere vergunningen. Ik roep u dan ook op, minister, om te behouden wat goed is, namelijk een administratie die die MER’s goedkeurt. Zult u op mijn oproep ingaan?
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, een belangrijke hefboom voor de modernisering van de milieueffectrapportage is de digitalisering. Die digitalisering omvat een aantal ondersteunende tools die zullen toelaten om in te schatten hoever zo’n MER moet gaan – de scopingsondersteuning –, maar er is ook de inhoudelijke ondersteuning van: moet er nu effectief een MER worden opgemaakt? Maar het was ook de bedoeling om een platform te ontwikkelen waarin kennisopbouw en kennisdeling kon plaatsvinden, en waar ook kon worden samengewerkt. Die digitalisering moeten we echt zien als een hefboom om die MER eenvoudiger en transparanter en vlotter te maken. Vandaar mijn vraag, minister: zal het digitaal platform en de verdere digitalisering effectief ook dit jaar kunnen worden gerealiseerd?
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Minister, het is goed dat u aan een vereenvoudigingsagenda werkt. Ik denk dat dat ook nodig is. De regels en procedures zijn zodanig ingewikkeld dat de mensen niet meer mee zijn. Ook lokale besturen die ze moeten toepassen, worstelen ermee. Op den duur schieten de regels hun doel zelfs voorbij. Ik denk dus dat het goed is dat u die conceptnota’s heeft gebracht en dat u die zult omzetten in wetgevend werk. Het is inderdaad nodig dat het juridisch robuust is. Als dat enige tijd vraagt, is het nodig die tijd te geven.
Collega’s, MER of ‘milieueffecten’ is iets wat we niet in Vlaanderen hebben uitgevonden maar wat ons ook gedeeltelijk vanuit Europa is opgelegd.
Minister, vandaar mijn vraag aan u: bent u bereid om dit op Europees niveau aan te kaarten zodat we die MER-richtlijnen pragmatischer kunnen invullen, uiteraard zonder afbreuk te doen aan de bescherming van onze natuur?
Minister Demir heeft het woord.
Collega De Roo, ik geef mee dat de digitaliseringsprojecten al zijn opgestart, zodat een MER-screening en het MER-kenniscentrum al digitaal toegankelijk zijn op het moment van de uitrol van de MER-hervorming. We zijn er dus mee gestart en het is inderdaad de bedoeling dat ook verder te zetten.
Mevrouw Schauvliege, wat u zegt, is eigenlijk wat mevrouw Larmuseau zegt. U zegt altijd exact hetzelfde. Er is nog niets beslist, er is nog niets definitief. We hebben overlegd met verschillende stakeholders, ook met de milieuorganisaties. We zullen dus een instrumentarium kiezen dat ons leefmilieu zo goed mogelijk beschermt.
Want inderdaad, zoals de MER vandaag de dag bestaat: rapportering, administratie enzovoort … Ik denk dat het niet slecht is om zaken af en toe met een open-minded blik te bekijken en te zien wat we kunnen verbeteren. Daar kunt u ook niet tegen zijn. De focus moet uiteraard liggen op de effecten op het milieu, het woord zegt het zelf. Maar vandaag de dag zien we toch dat de slinger soms wat te veel is doorgeslagen en dat dat niet effectief is wat eruit komt en dat ook niet altijd goed is voor het milieu. Vandaar dus dat we dat inderdaad bekijken, en zoals ik gezegd heb: we willen een modern instrument, een goed instrument.
De stakeholdersbevraging is gebeurd, ze zijn geconsulteerd, ook de milieubewegingen. We hebben nog eens gekeken naar het eindrapport van de PFAS-onderzoekscommissie (poly- en perfluoralkylstoffen). Daar stonden ook een aantal zaken in over het MER dat in dit parlement goedgekeurd was. Ik hoop inderdaad in het voorjaar met een ontwerptekst naar de Vlaamse Regering te gaan.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Voorzitter en minister, dank u wel. Ik hoorde collega Schauvliege zeggen om vooral niks te veranderen want alles loopt geweldig. Dat is natuurlijk vanuit het perspectief dat als het land blokkeert en er geen enkele investering nog mogelijk is, het allemaal veel beter zal gaan in dit land. (Opmerkingen van Chris Steenwegen)
Ik ben daar absoluut niet van overtuigd, integendeel. Minister, vanuit onze fractie hebt u de steun om van de MER-procedure, die vandaag toch vooral gezien wordt als een obstakel, een echte hefboom te maken om tot betere projecten, snellere realisaties te komen en om op die manier onze regio, ons land vooruit te helpen op het vlak van energie en op het vlak van economie. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.