Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, het zal binnenkort ongeveer een jaar geleden zijn dat minister-president Jambon hier stond om te zwaaien met een ‘historisch akkoord’, het historische stikstofakkoord. U zult zich dat ongetwijfeld nog herinneren.
Sedertdien is het protest gestart, in eerste instantie bij de landbouworganisaties. Het is sindsdien alleen maar gegroeid, niet alleen bij de landbouworganisaties, maar ook bij de bevolking. De bevolking begreep niet waarom een landbouwbedrijf zoals de abdij van Averbode plotseling moest sluiten. Want daarover ging het: het ging over bedrijven die moesten sluiten, bedrijven die zich moesten verplaatsen, bedrijven die moesten inkrimpen. En dat was allemaal zonder ook maar enige juridische basis. Dan startte de procedure, en kwamen er ongeveer 20.000 bezwaren binnen. Zodra de datum verstreken was voor het indienen van die bezwaren hebben uw beide administraties, die van u en die van minister Brouns, zich daarover gebogen. De bezwaren werden verwerkt en sindsdien zijn uw communicatie en die van minister Brouns eigenlijk altijd tegenstrijdig geweest. Iemand in de commissie noemde het een ‘open oorlog’ tussen u en minister Brouns.
U gaf als uitleg dat die bezwaren niet zoveel voorstelden, dat het niet allemaal individuele bezwaren waren, en dat er misschien wat kleine aanpassingen moesten gebeuren. Minister Brouns zei dat hij het heel ernstig ging nemen en dat er fundamentele aanpassingen moesten komen aan het stikstofakkoord.
Zo is dat altijd maar doorgegaan, totdat we plotseling dachten dat er een kerstbestand zou komen: een kerstbestand, een kerstakkoord, waar eindelijk het definitieve stikstofakkoord zou vastliggen. Dan was er ook nog het voorstel van de Boerenbond, dat u weglachte, en dan was er ook de aankondiging van de Verenigde Veehouders, die dreigden met juridische stappen. Ik zou van u vandaag graag een stand van zaken willen weten inzake het stikstofakkoord.
Minister Demir heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, net zoals u heb ik in de kerstvakantie vernomen dat een aantal mensen zich gegroepeerd hebben om naar de rechtbank te gaan. Ik vind het bijzonder en speciaal omdat vandaag de dag nog geen decreettekst voorligt. U zegt ook dat er bedrijven moeten sluiten, maar u weet ook dat wij niet zomaar bedrijven kunnen sluiten: daar moet altijd een juridische basis zijn. Ik neem ook akte van het feit dat de mensen zich hebben gegroepeerd en zich juridisch laten ondersteunen door advocaat Walter Van Steenbrugge. Sta mij wel toe dat ik dat bijzonder cynisch vind gezien zijn optreden in dezelfde sector vele jaren geleden.
Wat de stand van zaken betreft, weet u ook, mijnheer Sintobin, dat het aan ons is, aan de Vlaamse overheid, om een stikstofkader te maken dat juridisch robuust is. Dat is voor mij essentieel. Dat is ook net de reden waarom u mij bekritiseert. U zegt: “Ja, maar neen, moet dat allemaal?”, enzovoort. Ik denk dat de drie partijen in de regering, alle drie zeggen dat het kader juridisch robuust moet zijn. We hebben een stikstofakkoord gemaakt. Dat is ook passend beoordeeld. Er is een MER op toegepast en er is een openbaar onderzoek gebeurd. Dat zijn de stappen die we moeten overlopen. Daar zijn heel wat bewaren ingediend. Die bezwaren zijn nagekeken. We hebben voor de kerstvakantie, bilateraal, maar ook bij het laatste regeringsoverleg, besproken hoe we de bezwaren verder gaan aanpakken. Dat loopt ook de komende weken en maanden. Daarna hoop ik zo snel mogelijk met een decreet en uitvoeringsbesluiten dit dossier, dat al twintig jaar dwarrelt in de Wetstraat, kunnen oplossen waardoor er rechtszekerheid is en ook duidelijkheid is voor eenieder.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik heb van in den beginne gezegd dat we een decreet nodig hadden, dat er een juridisch basis nodig was voor dat stikstofakkoord. Ik heb altijd gezegd : “Hoe kun je in godsnaam tegen 42 bedrijven, zonder ook maar enige juridische basis, zeggen dat ze moeten sluiten?” U zegt nu zelf dat er decreten nodig zijn, en dat er een juridische basis nodig is. Maar u hebt jaren aan een stuk gezegd: “Die bedrijven moeten sluiten. Die bedrijven moeten verhuizen. Die bedrijven moeten inkrimpen.” Nu komt u zelf zeggen dat er decreten nodig zijn. Mij interesseert het niet wie advocaat is van die Vlaamse veehouders. We staan aan de vooravond van Agriflanders, u allicht bekend: een landbouwbeurs van vier dagen. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) doet zelfs de moeite niet om daar met een stand te gaan staan. Kunt u mij zeggen waarom de VLM niet op Agriflanders staat? Ik ga zelf naar die beurs, en ik wil aan iedere landbouwer die mij vraagt hoe het zit met het stikstofakkoord, een duidelijk antwoord geven, een timing geven. U doet dit vandaag opnieuw niet. De rechtsonzekerheid neemt altijd maar toe, en dat is uw schuld. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. We zijn het er inderdaad volledig over eens – en ik hoop eigenlijk iedereen hier in dit parlement – dat we moeten komen tot een juridisch robuust kader dat rechtszekerheid geeft aan de ondernemers en onze hele welvaart in Vlaanderen. Tegelijkertijd roepen sommigen heel graag dat het akkoord heel snel en integraal moet worden uitgevoerd. Collega’s, het is niet de snelheid die zal bepalen of de regelgeving juridisch robuust is, wel de degelijkheid waarmee er rekening wordt gehouden met juridische en wetenschappelijke opmerkingen die in de bezwaarschriften zijn opgenomen, alsook met de knelpunten die voortvloeien uit nieuwe arresten en nieuwe wetenschappelijke inzichten.
Dus bij dezen, minister, mijn blijvend pleidooi om al deze elementen au sérieux te nemen om inderdaad tot een juridisch robuust kader te komen. (Applaus van Peter Van Rompuy)
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Collega Sintobin, ik kan u geruststellen: wij hebben alvast een stand op Agriflanders. U bent zeer welgekomen. (Opmerkingen)
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Dat is niet de plaats van de politieke partijen? Daarjuist zei u dat u zelf aanwezig gaat zijn. Ik begrijp niet goed waar het hierover gaat.
Collega Sintobin, iedereen in dit land, elke burger heeft het recht om beslissingen van de overheid aan te vechten, gelukkig maar. Dat heet een rechtsstaat. Dat recht zullen wij verdedigen tot het einde. Maar minister, de aankondiging verplicht ons vooral om te zorgen voor dat juridisch robuust kader. Dat is onze verantwoordelijkheid, de verantwoordelijkheid van deze regering. Dit is een signaal om in eigen boezem te kijken en de eigen verantwoordelijkheid te nemen en te zeggen: “Wat ik hier oplever, is een juridisch robuust stikstofkader dat de aanvallen van de burgers eventueel kan weerstaan. Dat is onze verantwoordelijkheid, daar moeten wij op letten.” En wie daar inderdaad, collega Sintobin, de advocaat van is, ‘je m’en fous’, het maakt niet uit. Wij moeten naar onszelf kijken. Wij zorgen voor dat juridisch robuust kader. Minister, dat is de opdracht van deze regering. Ik kijk ernaar uit dat daarvoor een compromis op tafel komt. (Applaus bij Open Vld en van Tinne Rombouts)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, de Groenfractie dringt al jaren aan op een juridisch robuust en definitief PAS-kader (Programmatische Aanpak Stikstof), niet alleen de laatste maanden, maar al jaren. Op dit moment zijn ook de landbouw- en natuurorganisaties aan het onderhandelen over stikstofafspraken om tot proper water te komen, want de bron van beide problemen is dezelfde: de intensieve veeteelt.
Minister, als we aan de landbouwers een duidelijk juridisch robuust en definitief en toekomstgericht kader willen bieden, dan zullen die afspraken die in het PAS-akkoord en in het mestactieplan (MAP) gemaakt worden op elkaar afgestemd moeten worden. Zult u de resultaten van beide processen op elkaar afstemmen? Welke invloed kan dat hebben op de timing van een definitief stikstofkader?
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, als het binnen de regering al niet lukt om na toch ettelijke jaren daarover te praten, te onderhandelen en oplossingen te zoeken, om daar snel een oplossing in te vinden ondanks het feit dat de minister-president nog altijd aankondigt dat we dat stikstofakkoord snel gaan uitvoeren, dan moet niemand zich de illusie maken dat dit niet het terrein gaat worden van een hoop procedurele, juridische veldslagen. Het is al heel duidelijk dat dat, hoe dan ook, zal gebeuren. Er is namelijk nogal wat kwade wil in dit dossier aanwezig, voornamelijk gedreven door financiële rendementen. De grondproblematiek van dit hele dossier is natuurlijk dat we geconfronteerd zijn met de industrie die haar uitstoot niet onder controle heeft omdat de marges die men kan realiseren niet toelaten om rendabel te werken op een schaal die niet de draagkracht van dit land overschrijdt. De Vlaamse Regering moet in de eerste plaats de verantwoordelijkheid nemen om ervoor te zorgen dat die draagkracht niet overschreden wordt, inderdaad op een juridisch sluitende manier. Maar maak u niet de illusie dat dat ooit zal zijn zonder procedures. Daarvoor is er te veel geld mee gemoeid. (Applaus van Kurt De Loor)
De heer Vandaele heeft het woord.
Collega Sintobin, u stelt hier eigenlijk altijd dezelfde vraag in een andere verpakking. Wij antwoorden dus altijd hetzelfde: er is een openbaar onderzoek geweest. De bezwaren uit dat openbaar onderzoek zijn intussen verwerkt. Nu gaat de regering richting een Stikstofdecreet. U vindt – zo meen ik toch te begrijpen – dat het allemaal iets te lang duurt. Mijn mening zou zijn: we weten dat het een heel complex dossier is en we hebben er alle belang bij dat dit zo stevig mogelijk in mekaar getimmerd wordt. En als er wat extra tijd voor nodig is: graag.
Minister Demir heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, ik geef even mee dat het arrest dateert van februari 2021. Een jaar later – er is een jaar heel hard gewerkt – hadden we een ontwerp van stikstofakkoord. Dat is niet beslist na één nacht onderhandelen. Er zijn echt wel meermaals verschillende vergaderingen geweest. Er is heel wat informatie opgevraagd. Vervolgens is er een openbaar onderzoek. Dat is de procedure.
We hebben altijd gezegd dat als er juridische elementen zijn zodat we het akkoord verder kunnen dichttimmeren, we dat dan ook gaan doen. Dat is ook de bedoeling van dat openbaar onderzoek. Er zijn heel wat bezwaren ingediend. Er zijn er die zeggen dat men dat akkoord helemaal niet ziet zitten, zoals u ook zegt. Als ik u moet volgen, mijnheer Sintobin, sorry, dan wordt het decreet dat ik dan zou indienen volgens wat u zegt, onmiddellijk neergeslagen door de rechtbanken. Dat gaan we niet doen. Maar het is wel de taak van de Vlaamse overheid om een juridisch robuust kader te maken, zoals collega Coenegrachts heel duidelijk zegt. Wij denken dat dat er is met het stikstofakkoord dat we hebben onderhandeld. We gaan nu verder kijken wat we nog kunnen meenemen uit het openbaar onderzoek om het verder juridisch dicht te timmeren want als het wordt aangevallen, hebben wij het liefst dat het standhoudt.
We leven in een rechtsstaat. De toegang tot de rechter is er voor eenieder. Maar het is aan ons om ervoor te zorgen dat het decreet standhoudt. Mag ik er even naar verwijzen dat er de afgelopen drie jaar al verschillende procedures zijn geweest tegen beslissingen die ik heb genomen samen met het parlement. In de meerderheid van de zaken, namelijk in achttien procedures, heeft het Grondwettelijk Hof gezegd dat de beslissing correct is. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de aanval van de fossiele sector op het decreet over de uitfasering van de stookolie. Dat decreet heeft standgehouden. Ook voor de 50 meterregel rond planschade is men naar het Grondwettelijk Hof gegaan en ook die heeft standgehouden. Heel wat energieprojecten die we hebben geweigerd en waarvoor de grote reuzen naar het Grondwettelijk Hof zijn gegaan, hebben standgehouden. Als minister, als beleidsmaker maar ook als jurist vind ik het onze taak naar heel de samenleving toe, naar de landbouw, naar de economie en naar eenieder die een vergunning aanvraagt, om ervoor te zorgen dat het juridisch robuust moet zijn. Daar zullen wij inderdaad voor zorgen, mijnheer Sintobin. Dat betekent ook dat ik al zeker niet ga doen wat u vraagt. Dat gaan we niet doen.
Het is heel belangrijk dat u conceptnota's goed leest. De conceptnota rond stikstof die door de regering is goedgekeurd, zegt heel duidelijk dat we decreten nodig hebben. We leven in een rechtsstaat, collega's. Natuurlijk hebben we decreten nodig. Die komen naar hier. Hier zullen ook discussies over gevoerd worden. Niemand heeft ooit gezegd dat we zomaar bedrijven gaan sluiten. Dat gaat niet. U moet de conceptnota lezen. U bent parlementslid. Het is uw taak, mijnheer Sintobin, potverdikke, om dat te lezen en om te zien dat we met decreten en uitvoeringsbesluiten werken.
Waarom is de VLM niet aanwezig met een stand? Omdat de VLM daar een studienamiddag gaat houden. Wij vinden het inderdaad belangrijker dat de VLM informatie geeft, want er zijn heel wat vragen op het terrein vanuit de landbouw, en dat de VLM in plaats van met een stand daar aanwezig is, daar een studienamiddag heeft en informatie geeft, de juiste informatie, mijnheer Sintobin. Geen fake nieuws maar de juiste informatie op basis van wetenschap. Dat zal wel gebeuren want er zijn inderdaad nog wat vragen op het terrein.
Collega Rombouts, er is altijd beslist in functie van de beschikbare informatie. Dat is essentieel. We gaan dat ook blijven doen.
Collega Schauvliege, het is logisch dat mest en stikstof op elkaar afgestemd zijn. Dat zijn communicerende vaten. Dat is de reden waarom we samen met de varkenssector hebben gezegd dat we de afbouw van de varkensstapel gaan doen. Heel de regeling ligt momenteel voor bij de Europese Commissie. Wij hopen dat we binnenkort daarvoor groen licht krijgen zodat we onze varkensboeren correct kunnen uitbetalen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Eerst ten aanzien van de heer Coenegrachts: ik zal u zeker een bezoek brengen. Ik zou trouwens graag een vlieg zijn op jullie stand om u te horen zeggen tegen de landbouwers dat jullie het stikstofakkoord hebben goedgekeurd.
Collega Vandaele, ik zeg niet dat dat direct, direct is. Ik heb dit nog nooit gezegd trouwens. Ik heb dat nog nooit gezegd, ook tegen u, minister. Ik was de eerste en de enige die altijd gepleit heeft voor een juridische basis voor dat het stikstofakkoord. Nu komt u hier vertellen dat u nooit gezegd hebt dat er 42 bedrijven moesten sluiten en dat de andere moesten inkrimpen! Maar wat een leugen, zeg! Wat een leugen! Het is een jaar lang over niets anders gegaan dan over het sluiten van die bedrijven! Dat was net de aanleiding van de protesten van de landbouworganisaties! Waar haalt u het om nu te zeggen dat u geen bedrijven hebt genoemd om te sluiten!
Wat was heel dat verhaal dan over de abdijhoeve in Averbode? Was dat dan allemaal niet waar? Was dat dan allemaal fake news of zo? Neen toch? Nu komt u dat allemaal zeggen. Ik was de eerste die pleitte voor decreten. Ik weet ook wel dat dat tijd kost, maar het enige wat wij vragen en wat jullie niet geven, is duidelijkheid, transparantie en rechtszekerheid voor de landbouwers, en wat misschien nog belangrijker is, niet alleen rechtszekerheid voor de landbouwers, maar gemoedsrust voor de landbouwers en hun families. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.