Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Koen Daniëls, Loes Vandromme, Jean-Jacques De Gucht, Annabel Tavernier, Hilâl Yalçin en Arnout Coel tot het nemen, naar aanleiding van de Oekraïnecrisis, van dringende maatregelen in het onderwijs voor kleuters, leerlingen en cursisten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (IV)
De algemene bespreking is geopend.
De heer Daniëls heeft het woord.
Voorzitter, het is Oekraïnedecreet IV. Gelukkig zijn er geen coronadecreten meer, maar helaas wel dit voorstel van Oekraïnedecreet. Ik denk dat velen van ons hadden gehoopt dat de mensen in Oekraïne in normale omstandigheden het jaareinde en kerst zouden hebben kunnen vieren, maar dat is zeker niet het geval. Als de president vandaag naar de VS gaat voor extra Patriotraketten, dan denk ik dat dat niet is omdat het conflict ten einde is.
Collega’s, er moet vandaag dus een vierde Oekraïnedecreet zijn. Een aantal collega’s, ook van de oppositie, hadden erop gewezen dat een aantal maatregelen aflopen en dat het toch goed zou zijn om ervoor te zorgen dat die worden verlengd, ten eerste voor zowel de leerlingen als de ouders in kwestie, ten tweede voor die steden en gemeenten die grote inspanningen doen, onder andere met nooddorpen, en ten derde voor onze scholen, die inderdaad ook extra inspanningen doen. Ik wil van deze gelegenheid gebruikmaken om namens de N-VA-fractie te wijzen op de grote inspanningen die de steden Antwerpen en Mechelen – en binnenkort ook Gent, met een nooddorp – doen, maar ook op de inspanningen van alle organisaties en scholen die in een heel bijzonder situatie zitten wat de opvang van deze leerlingen betreft.
Wat zit er nu in dit voorstel van decreet? Ik vat het kort samen. De vorige decreten waren altijd gericht op terugkeer. Dat horen we nog altijd bij de meeste ouders, dat ze absoluut willen terugkeren naar Oekraïne. Daar zetten we verder op in. Dat wil heel concreet zeggen dat de lokale besturen worden gefaciliteerd om de leerlingen onderwijs te bieden. Veelal is dat zeer degelijk afstandsonderwijs vanuit Oekraïne. Maar, collega’s, de eerlijkheid gebiedt ons ook te zeggen dat de kans reëler wordt dat een aantal van die leerlingen en hun gezinnen hier zullen blijven. Dat is de reden waarom we de lessen Nederlands expliciet opnemen.
Het tweede punt dat we aanscherpen houdt – en dit is wat technischer – verband met het OKAN-statuut (onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers). Dat zijn de leerlingen die in een nooddorp hun verblijfsduur op Belgische bodem opbouwen. Om het OKAN-statuut te kunnen hebben, is er een maximum verblijfsduur van een jaar. Stel dat die leerlingen uit dat nooddorp toch willen instromen in het reguliere onderwijs, dan zouden zij dat OKAN-statuut niet meer hebben omdat zij onderwijs hebben genoten in een nooddorp. Om ervoor te zorgen dat die scholen toch extra middelen krijgen, voorzien wij de aanpassing in vooral het decreet Basisonderwijs, omdat in het decreet Secundair Onderwijs die toelatingsvoorwaarde al mogelijk is.
Het tweede punt rond OKAN betreft de mogelijkheid voor een klassenraad om een afwijking te voorzien voor wie in het basis- dan wel het secundair onderwijs inschrijft. Het hoeft geen betoog dat er, zeker en vast in Antwerpen maar ook in Mechelen en andere steden, heel veel druk is op de OKAN-plaatsen. Die zijn er veelal niet, ze moeten gezocht worden. Als er dan nog eens leerlingen van leeftijdscategorie beginnen te switchen, zeker in het secundair onderwijs, dan loopt dat vast. Om die reden stellen we dat de klassenraad niet meer kan afwijken op de leeftijdsvoorwaarden voor leerlingen zodat ze in het secundair onderwijs kunnen starten als zij de leeftijdsvoorwaarden voor het lager onderwijs zouden hebben, behalve voor die leerlingen die in de loop van het jaar 11 jaar worden. Voor hen kan dat wel nog.
Collega’s, dat zijn de voornaamste maatregelen. Tot wanneer lopen ze? Zoals alle voorgaande Oekraïnedecreten en op basis van de Europese richtlijn 2001/55/EG die van toepassing is: tot het einde van het schooljaar. Stel dat de oorlog stopt in het voorjaar en stel dat die richtlijn wordt opgeheven, dan blijven die leerlingen wel tot het einde van het schooljaar hieronder zitten. Dat biedt ook zekerheid voor die scholen.
U zult hebben opgemerkt hebben dat we een aantal keren het woord ‘geressorteerd’ gebruiken. Dat is voor het geval de richtlijn die van toepassing was op die leerlingen, zou ophouden te bestaan; dan blijft dat van toepassing op die leerlingen.
Voorzitter en collega’s, tot daar in een notendop deze toelichting. Ik wil nog collega Krekels bedanken, die dit ook had voorbereid voor het geval ik door omstandigheden te laat zou zijn geweest.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, ik wil ook nog kort tussenkomen, al was het maar om ook onze steun te betuigen aan iedereen die zich binnen het onderwijs inzet voor mensen die hier door de omstandigheden in hun thuisland voor even hun thuis vinden. Wij vinden het belangrijk dat in kritische omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne, er ook uitzonderingen kunnen worden toegekend. We zijn ook zeer tevreden dat er blijvend kan worden ingezet op het terugkeren naar het eigen land. Maar wij willen er ook op wijzen dat het voor ons zeer belangrijk is dat we inzetten op het kennen van het Nederlands, om daar ook een onderscheid te maken met andere vluchtelingen die uit andere landen naar ons land komen om hier voor even veilig te zijn. Het kan niet dat leerlingen die hier afstuderen, na twee jaar nog geen letter Nederlands kennen. Vandaar de oproep om er blijvend aandacht voor te hebben. Het moge duidelijk zijn dat we dit voorstel van decreet zullen goedkeuren.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, ik kan natuurlijk niets anders dan eerst nog eens een opmerking te maken over de timing. Collega Daniëls, het is ook niet de eerste keer. Wij hebben ons in het verleden altijd heel constructief opgesteld bij die Oekraïnedecreten voor het onderwijs, omdat wij het zo belangrijk vinden dat kinderen uit Oekraïne – en trouwens alle kinderen uit andere landen die hier op zoek zijn naar bescherming – inderdaad hun recht op onderwijs kunnen uitoefenen. Ik heb ook de vorige keren telkens opnieuw de opmerking moeten maken dat het toch niet kan dat wij zo lang moeten wachten op de teksten om ons werk serieus te kunnen doen. Dat is deze keer opnieuw het geval, hoewel u de vorige keren al had beloofd dat dat niet meer zo zou zijn. Ik weet niet hoe vaak ik het hier nog ga moeten herhalen, collega Daniëls. Maar als wij ons parlement au sérieux nemen, dan moeten we ons werk toch ook serieus kunnen doen. Ik wil dus nogmaals een oproep doen om daar in de toekomst echt wel rekening mee te houden.
Wat de inhoud van het decreet betreft, collega, ben ik tevreden dat u wel beter geluisterd hebt naar onze inhoudelijke opmerkingen de vorige keer. Zoals ik toen ook gezegd heb, stelden wij ons wel wat vragen over wat er moest gebeuren met de kinderen die vandaag schoollopen in nooddorpen. Natuurlijk kan niemand voorspellen wanneer de oorlog in Oekraïne voorbij zal zijn. Wij vrezen dat dat helaas niet snel het geval zal zijn. Ik zei toen dat het goed is dat er een oplossing gezocht wordt in die nooddorpen, maar dat we ons natuurlijk moesten beginnen voor te bereiden, zodat kinderen daarna ook zouden kunnen instromen in ons regulier onderwijs. Daarom vinden wij het zeker een goede zaak dat dat nu ook heel expliciet is opgenomen in dit voorstel van decreet, dat er inderdaad ook werk gemaakt wordt van lessen Nederlands in het onderwijs in de nooddorpen en dat er expliciet zal worden ingezet op toeleiding naar het reguliere onderwijs.
We zijn positief over wat er in voorstel van decreet staat over OKAN: dat er rekening wordt gehouden met kinderen die eerst in de nooddorpen naar school zijn geweest en dat het niet meetelt dat zij hier al een tijdje verblijven voor de werkingsmiddelen voor scholen voor kinderen die dan in OKAN-onderwijs beginnen in een gewone school.
We moeten het natuurlijk ook wel hebben over het feit dat er wellicht nog altijd een probleem is met de wachtlijsten van het OKAN-onderwijs. We willen ook de goede dingen benoemen: in Antwerpen is er een ongelooflijke inhaalbeweging gebeurd, dankzij – en dat mag gezegd worden – de Vlaamse Regering en ook dankzij het Antwerpse bestuur, met Jinnih Beels. Er zijn 700 extra plaatsen gecreëerd. Dat neemt niet weg dat er begin december nog altijd 317 kinderen uit Oekraïne en uit andere landen – want wij vinden het natuurlijk belangrijk dat er een oplossing komt voor alle kinderen – op de wachtlijst stonden, kinderen die dus eigenlijk niets te doen hebben overdag. Dat kan natuurlijk niet. Ik wil dus oproepen om extra werk te maken van bijkomende plaatsen. Daarnaast moeten de kinderen die in OKAN zitten, op een bepaald moment natuurlijk ook een plaats vinden in ons gewoon onderwijs. Het baart ons zorgen hoe we dat gaan doen. Dat gaat dus over 700 kinderen die vandaag in OKAN zitten en die volgend schooljaar of het schooljaar daarna een plaats moeten vinden in een reguliere richting. Wij zijn een beetje bang dat dat allemaal opnieuw op de Antwerpse scholen of die van de andere centrumsteden gaat terechtkomen, die vandaag al kampen met capaciteitsproblemen. Hoe is deze regering daarmee bezig? Zijn jullie al heel proactief aan het zoeken naar oplossingen?
Tot slot hebben we begrip voor die beperking op de afwijkingsmogelijkheid op de toelatingsvoorwaarden met betrekking tot leeftijd, zoals u daarnet uitlegde, maar wij vragen ons wel af of meerderjarige leerlingen wel nog altijd terecht zullen kunnen in het volwassenenonderwijs of de centra voor basiseducatie. Is er daar dan ook gedacht aan voldoende capaciteit?
Het is duidelijk, we hebben nog een aantal vragen en een aantal warme oproepen om nog extra inspanningen te leveren, zeker op het vlak van capaciteit, zowel in OKAN als het regulier onderwijs. Maar het mag duidelijk zijn dat wij dit voorstel van decreet opnieuw gaan steunen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik was er bijna door, maar ik heb uiteraard, zoals altijd, zeer aandachtig geluisterd naar de heer Daniëls, die dit voorstel van decreet uitvoerig en goed heeft toegelicht. Wij zullen de zaken die erin staan, dus zeker steunen. Dat is heel belangrijk, denk ik, nu jammer genoeg steeds meer mensen hier permanent of toch voor langere tijd zijn en er niet onmiddellijk een perspectief is om terug te keren. Ik wil nog een oproep doen – en ik zeg niet dat het niet gebeurt – om zeer goed samen te werken met de Oekraïense diaspora, ook degene die al gepland was voor de oorlog in Oekraïne. Ik denk dat zij heel goed kunnen helpen om ervoor te zorgen dat we dat onderwijs op een goede manier kunnen organiseren, en natuurlijk ook de andere zaken die moeten gebeuren. Wij zullen dit voorstel van decreet dus steunen.
De heer Laeremans heeft het woord.
Voorzitter, wij gaan dit voorstel steunen. Ik stem in met wat mevrouw Goeman heeft gezegd over de laattijdigheid. Het zou eigenlijk een stukje sneller moeten kunnen, want het is vervelend dat men dat zo snel op het einde nog moet gaan beginnen te lezen in plaats van het in de commissie te kunnen bespreken.
We vinden het ook goed dat er lessen Nederlands worden ingebouwd. Ik kan me vergissen – misschien heb ik te snel gelezen –, maar ik heb nergens iets gelezen over een bepaald minimum. Wat is dat, ‘een beetje Nederlands geven’? Is dat een dagje met tien woordjes of streeft men toch een bepaald minimumniveau of aantal lestijden na? Dat zal toch nodig zijn om onze taal een beetje onder de knie te krijgen. Kunt u cijfers plakken op de uitzonderingen voor OKAN? Men zegt dat de volwassenen daar niet meer terecht kunnen, wat ik begrijp, want dat is daar de plaats niet voor; OKAN is voor mensen uit het middelbaar. Hoeveel van die volwassenen zouden daardoor getroffen zijn? Kunnen die dan terecht bij de alternatieven, namelijk volwassenenonderwijs of centra voor basiseducatie (CBE's)?
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ook vanuit de Groenfractie hebben wij er geen enkel probleem mee om dit goed te keuren. Wij sluiten ons wel aan bij de kritiek die geformuleerd is. Het is niet de eerste keer dat we deze maatregel moeten verlengen. Dit zou men vanuit de meerderheid beter kunnen plannen. Men weet dat dit op een gegeven moment op ons afkomt.
Voor de rest sluit ik mij aan bij de vragen die de collega's hebben gesteld.
De heer Schiltz heeft het woord.
Ik denk dat de oppositie een aantal terechte bezorgdheden heeft geformuleerd die ongetwijfeld een vervolg zullen kennen in de commissie Onderwijs.
Voor het overige denk ik dat het aflopen van de maatregelen in het Oekraïnedecreet op 31 december ons nopen om voor het einde van het jaar nog een nieuw decreet aan te nemen. Mijn fractie is uiteraard ook een grote voorstander van het aanbieden van lessen Nederlands, te meer omdat de situatie voor de kinderen die hier verblijven, er zo uitziet dat ze niet spoedig zullen kunnen terugkeren. Het introduceren van lessen Nederlands zorgt ervoor dat zij hun recht op onderwijs kunnen genieten en opgeleid kunnen worden tot waardige medeburgers van dit continent. Het creëert kansen voor kinderen en dus zullen wij dit voorstel volmondig steunen
De heer Daniëls heeft het woord.
Eerst en vooral dank aan alle collega's. Als ik het goed genoteerd heb, zal dit kamerbreed gedragen worden, waarvoor dank.
Wat betreft de opmerking over de tijd, durf ik het bijna niet meer te zeggen. Op 13 december hebben wij het voorstel ingediend. Dan is het beginnen te stroppen. Ik zou in uw plaats net hetzelfde gezegd hebben.
Ik overloop een aantal vragen en opmerkingen. Collega Goeman, het is waar. Ik heb het daarnet gezegd maar ik wil het nog eens zeggen dat in Antwerpen inderdaad door het bestuur maar ook door scholen gigantische inspanningen zijn geleverd om extra OKAN-plaatsen te realiseren. Ik denk dat we niet genoeg ‘dank u wel’ kunnen zeggen. Antwerpen en Mechelen hebben een nooddorp. Gent zal nu ook een nooddorp inrichten, als ik goed geïnformeerd ben. We mogen niet onderschatten wat voor druk dat legt. Andere steden of zelfs landsgedeelten kunnen daar een voorbeeld aan nemen. Maar dit terzijde.
Wat betreft de wachtlijst voor OKAN weten we dat die traditioneel nog aangroeit. We moeten daar niet flauw over doen: die groeit nog aan naarmate het jaar vordert. Het is niet alleen een kwestie van plaatsen, maar ook van leerkrachten vinden. Dat is een collectieve inspanning die we moeten verderzetten.
De doorstroom van de OKAN-leerlingen kadert in de totale capaciteitsuitdagingen die we in Vlaanderen hebben, ook in de steden. U hebt gezien in de begroting, die u helaas niet hebt goedgekeurd – vergeef me dat ik dat toch zeg –, dat daar extra middelen in zitten om aan capaciteitsuitbreiding te doen, ook in die steden. Dat wordt inderdaad een belangrijk punt om verder te zetten, niet alleen voor OKAN-leerlingen maar ook voor alle andere leerlingen. We weten dat die golf eraankomt. Dat hebt u allemaal gezien in de monitor.
Het samenwerken met de Oekraïense diaspora gebeurt volgens de info die ik heb, al vrij uitgebreid, om ervoor te zorgen dat die lessen er zijn. Er is ook de verbinding met het Oekraïens afstandsonderwijs. Ik weet dat dat er is. Dat staat er ook in. Er staat in het decreet om maximaal samen te werken en dat gebeurt ook.
U hebt ook gezien dat we daar een aantal administratieve vereenvoudigingen hebben in gestoken. Een aantal zomerscholen worden ook verlengd. Voor diegenen die te laat waren, hebben we de datum gecorrigeerd, zodat ze toch ook nog meegenomen worden voor een indiening.
Wat betreft de vraag om de minimumnorm: er staat inderdaad geen A1, A2, B1, B2 in. Dat klopt, omdat op dit moment de facilitering van het onderwijs er in de nooddorpen is. Het is iets anders, natuurlijk, als die leerlingen effectief doorstromen in het reguliere onderwijs, als ze hier meer permanent blijven. Het Nederlands is dan wel cruciaal, zoals collega Schiltz en collega Vandromme zegden. Dan zit je wel met die verschillende niveaus die we daar naar voor schuiven.
Ondanks de korte tijd wil ik de collega’s feliciteren dat ze het zo vlot gelezen hebben, en zo in detail bijkomende vragen hebben kunnen stellen. Dat strekt u tot eer, mevrouw Goeman.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2022-23, nr. 1512/1)
– Artikel 1 tot en met 21 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.