Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de toekenning van coronasteunmaatregelen in het kader van innovatie
Actuele vraag over de aanwijzingen van politieke druk bij de verdeling van coronasubsidies
Actuele vraag over de toekenning van innovatiesteun via Vlaamse Veerkracht
Verslag
De heer Rzoska heeft het woord.
Collega’s, minister, het parlement heeft in mijn ogen heel terecht na corona heel veel middelen vrijgemaakt om de economie en de samenleving in een relance te steken. Die relancemiddelen waren echt wel nodig om de economie er terug bovenop te helpen: 4,3 miljard euro, waarvan 120 miljoen euro voor onderzoek en ontwikkeling, en ook innovatie. Ik ga ervan uit dat, op een moment dat het parlement zoiets goedkeurt en dat ook het besluit van de Vlaamse Regering komt over hoe we die middelen zullen verdelen, het huiswerk eigenlijk een stuk voorbij is voor de politiek, en dat dan de administratie binnen de goedgekeurde kaders middelen begint toe te kennen.
Ik moet eerlijk zeggen, zeker gezien de laatste weken, waarin de politiek – laat ons zeggen – geen al te beste beurt maakt als het aankomt op lobbyen, op verschillende niveaus, dat ik gisteren toch wel behoorlijk geschrokken ben over wat ik gelezen heb in Het Laatste Nieuws, over de manier waarop toch ten minste een deel van die onderzoeksmiddelen door de Vlaamse Regering zijn verdeeld.
Heel specifiek stond gisteren het dossier van het waterstoflabo in Genk in de krant, dat daar, los van de procedure die blijkbaar door de administratie wordt gevoerd, door uw kabinet of het kabinet van uw voorganger doorgeslopen is, en daar is op een of andere manier – zo lijkt het toch – vriendjespolitiek aan te pas gekomen, om toch nog 3 miljoen euro uit die Vlaamse Veerkrachtmiddelen tot bij het waterstoflabo in Genk te krijgen. Er is niet gewerkt met een open oproep, wat ik vreemd vind. En dan kunnen we, collega’s, heel veel woorden besteden aan politieke deontologie, maar dan denk ik toch dat we een huizenhoog probleem hebben. We hebben in Vlaanderen ook een subsidieregister. Blijkt ook nog eens dat dat waterstoflabo langs twee kanten wordt gesubsidieerd.
Ik denk dat hier toch wel een pak vragen vanuit het parlement komen aan uw adres, toevallig, minister, omdat u de bevoegdheden hebt overgenomen. Ik heb één vraag voor u: kunt u toelichten hoe die procedure is gelopen, en heeft uw kabinet wel degelijk in die procedure actief ingegrepen? (Applaus bij Groen)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, wij bij Vooruit geloven in een sterke overheid, en een sterke overheid helpt burgers, maar zeker ook bedrijven door een crisis. Vandaag geeft deze Vlaamse Regering minder thuis. Gelukkig was dat in de coronacrisis wel anders. Toen heeft deze Vlaamse Regering wel haar portemonnee opengetrokken, in alle eerlijkheid ook met de steun vanuit Europa. We hebben toen altijd gezegd dat we dat een goede zaak vonden, subsidies om bedrijven recht te houden, maar ook om hen te helpen om door te groeien. Collega’s, er waren natuurlijk wel regels. Er waren procedures om ervoor te zorgen dat dat geld ook eerlijk verdeeld werd. Dat is, denk ik, ook niet meer dan logisch. Ik hoop dat we het daar over eens zijn.
Als ik de pers mag geloven, collega’s, dan zijn die regels, die procedures niet altijd gevolgd. Als het ging over de verdeling van 60 miljoen aan innovatiemiddelen in het kader van dat Veerkrachtfonds, dan was eigenlijk afgesproken – of zo heb ik het toch begrepen – dat de administratie eigenlijk het speurwerk mocht doen over welke projecten interessant zijn, en had toenmalig bevoegd minister Crevits ook plechtig gezworen dat dat allemaal neutraal ging gebeuren.
Maar nu lees ik in de krant dat er in een specifiek dossier – dat van het waterstoflabo van het Interuniversitair Micro-elektronicacentrum (imec) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), waar 3 miljoen euro steun voor is toegekend – mails zijn vertrokken vanuit het kabinet van toenmalig bevoegd cd&v-minister Crevits naar de top van de administratie, met de boodschap dat dat project zeker goed genoteerd moest worden op de shortlist, en dan twee uur later een mail van de top van de administratie naar medewerkers, waarin stond te lezen: “steun van kabinet voor dossier, niets beslist, maar …” Dat zijn veelbetekenende puntjes, die, denk ik, ook door de administratie werden gezien als een specifieke vraag vanuit het kabinet om dat project nog op de shortlist te zetten. De dossiers voor heel dat Veerkrachtfonds waren toen eigenlijk al afgerond. Plots moest het allemaal snel gaan en is dat toch nog op de lijst gezet van dossiers die in aanmerking moesten komen voor dat geld.
Ze hebben het geld uiteindelijk ook gekregen, hoewel in de buurt, door de universiteit van Hasselt, ook middelen gekregen zijn voor een waterstoffonds. Minister, het klinkt allemaal zeer zorgwekkend. Als dat klopt, zijn de procedures hier overboord gegooid en gaat het hier, wat ons betreft, over directe politieke inmenging. Dat kan natuurlijk niet. Minister, kunt u de echtheid van die mails in ieder geval bevestigen? (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, uit het mailverkeer van Het Laatste Nieuws is inderdaad gebleken dat er bij de verdeling van 120 miljoen euro aan coronasubsidies voor universiteiten en onderzoekscentra sprake was van intens lobbywerk en zelfs tussenkomsten van het kabinet van uw voorganger, minister Crevits. Straffer nog, minister Crevits bleek de toegangspoort te zijn tot coronasubsidies. Dat zou onder meer het geval geweest zijn bij de financiering van het nieuw waterstoflabo in Genk. Het kabinet verstuurde de boodschap dat het dossier toegevoegd moest worden aan de shortlist voor de overige middelen, een instructie vanuit het kabinet van de minister naar de administratie om 3 miljoen euro aan subsidies toe te kennen. Eenzelfde scenario heeft zich voorgedaan voor de toekenning van 1 miljoen euro aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde. De boodschap was dus zeer duidelijk: passeer eerst het kabinet en dien dan pas een dossier in.
Professor Bestuurskunde Van de Walle is alvast duidelijk. Hij zei hier dat het kabinet de lijnen qua beleid uitzet en de administratie moet uitvoeren. Maar hier is die scheiding duidelijk niet gerespecteerd. Dat is op zijn minst problematisch te noemen.
Minister, hoe reageert u op die berichten? Welke initiatieven zult u desgevallend nemen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, minister, stel dat je als overheid 120 miljoen euro aan eenmalige middelen te verdelen hebt. Wat doe je dan? Ik zou zeggen: je lanceert een oproep. Je maakt een reglement. Je kiest een commissie om dat toe te wijzen en je zorgt dat dat allemaal transparant verloopt. Dat is blijkbaar allemaal niet gebeurd bij deze Vlaamse overheid. Er was geen oproep maar een vage procedure. De administratie moest maar wat gaan rondzoeken. En dan weten ze natuurlijk heel snel waar ze moeten zijn bij deze Vlaamse Regering. Dat is niet bij de administratie want die hebben toch niks te zeggen. Je gaat direct naar het kabinet.
Minister, wat er dan allemaal in de krant verschijnt van mailverkeer van het kabinet: “Dit dossier moet zeker ook goed genoteerd worden op de shortlist.” Dan denk ik dat er waarschijnlijk ook een longlist is, maar het kabinet zegt om maar rechtstreeks naar de shortlist te gaan. De topman van het agentschap: “Hierbij steun vanuit het kabinet voor onderstaand dossier. Nog niks beslist, maar …” – drie veelzeggende puntjes. Een ambtenaar: “Ik ben pas vorige week op de hoogte gebracht dat het kabinet ook dit dossier goedgekeurd heeft.” Blijkbaar keuren kabinetten hier dossiers goed. Een aanvrager: “We willen u en uw team” – voor alle duidelijkheid: dat is het kabinet, niet de administratie – “bedanken voor de steun.”
Minister, dossiers die al besproken worden op kabinetten voor de spelregels voor de administratie duidelijk zijn. Dossiers die ingediend worden weken nadat andere dossiers allang afgehandeld zijn. Tips voor hoe je een dossier moet schrijven om ervoor te zorgen dat het goedgekeurd kan worden. Vinden jullie dat normaal? Ik vind dat niet normaal.
Wie zeker wilde zijn van zijn dossier, moest blijkbaar even naar Hilde bellen of even naar het kabinet bellen. Gaat dat zo overal in deze Vlaamse Regering? Even met Jo bellen? Ik ken Jan Jambon – ik zeg maar iets. Minister, vindt u dat hier correct gehandeld is door het kabinet van uw voorganger?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega’s, sta me toe inleidend te starten met het weerleggen van de belangrijkste onjuistheid in de desbetreffende gepubliceerde artikels. Het toewijzen van de vermelde subsidies betrof geen gedelegeerde bevoegdheid van minister Crevits. De beslissing van de verdeling van die middelen lag bij de voltallige Vlaamse Regering en niet bij de minister. Uiteraard is het wel de minister die de verantwoordelijkheid had om dossiers voor te bereiden en ter besluitvorming voor te leggen aan de Vlaamse Regering.
Dat is ook wat gebeurd is, volledig conform de regels van deugdelijk bestuur. Minister Crevits deed, zoals altijd en zoals het hoort, een beroep op haar administratie, die uiteraard haar beleidsvoorbereidende rol actief opnam. Bij de begrotingsopmaak 2021 heeft deze Vlaamse Regering op aanbeveling van de relancecomités een relanceplan opgemaakt, met een aantal belangrijke pijlers zoals duurzaamheid, zorg en digitalisering. Het Departement Economie, Werk en Innovatie (EWI) heeft daar belangrijke projectlijnen in voorzien, met name de versterking van onderzoek & ontwikkeling en de onderzoeks- en ontwikkelingsinfrastructuur ten belope van 160 miljoen euro.
Op advies van de administratie is er in het najaar van 2020 al voor gekozen om inderdaad niet te werken met een open oproep maar via de techniek van de strategische deal. In samenspraak met de instellingen werden projecten voorgedragen. Het is belangrijk, collega’s, dat die werkwijze is afgetoetst, gevalideerd en goedgekeurd door de Europese Commissie, want, inderdaad: het gaat over Europees geld dat vanuit het Europees Herstelfonds is ingezet. De administratie zou instaan voor de uniforme, inhoudelijke en kwalitatieve beoordeling van die dossiers. Voor die aanpak zijn er in hoofdzaak drie argumenten. Op de eerste plaats wilden we ons richten op alle universiteiten en onze top- en onderzoeksinstellingen in Vlaanderen. Dat is inderdaad een beperkte groep. Twee, we wilden de grote strategisch belangrijke dossiers, die projecten die bij hen lopen, ondersteunen in functie van de valorisatie van de Vlaamse technologie en om die nog sterker vooruit te helpen. Drie, wegens relanceredenen moesten projecten snel kunnen worden beslist, dat spreekt voor zich, en geïmplementeerd.
Alle aanvragers van de middelen uit de enveloppe voor onderzoeksinfrastructuur moesten voldoen aan – ook belangrijk – dezelfde regels als die van de aanvraagprocedure zoals bekend bij het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). De middelen komen finaal uit het Europees Herstelfonds en de Europese Commissie kijkt, volkomen terecht, over onze schouders mee naar de besteding. De Commissie kent de EFRO-werkwijze bijzonder goed. Elke geïnteresseerde instelling werd gevraagd een gedetailleerd project in te dienen op basis van die uniforme template.
Op 11 juni 2022 wordt dit advies ingewonnen over de twee door EWI afgewerkte dossiers – dat betrof 23 besluiten van de Vlaamse Regering – bij de inspecteur-generaal van Financiën. Op 23 juni verleende die tweemaal een gunstig advies, zonder enige opmerking, noch over de wettigheid, noch over de doelmatigheid. Het begrotingsakkoord werd aangevraagd en de dossiers werden toegelicht op de interkabinettenwerkgroep op 29 juni 2021. De Vlaamse Regering besliste positief over de dossiers op 9 juli 2021. Ook het Rekenhof analyseerde de gehanteerde aanpak van alle Vlaamse Veerkrachtdossiers over onder andere het beleidsdomein EWI in een publiek rapport van maart 2022 en formuleerde daarbij geen enkele kritische bedenking.
Specifiek wat het investeringsproject rond waterstoftechnologie van imec en VITO betreft: dat werd inderdaad geïnitieerd bij zowel het departement als het kabinet in september en oktober 2020. VITO en imec moet ik niet meer voorstellen: het zijn zeer gerenommeerde instellingen in Vlaanderen, imec is zelfs wereldtop. Ze wilden dit project toptechnologie combineren: een unieke samenwerking en gemeenschappelijke infrastructuur. Dat project past strategisch perfect in de doelstelling van de Vlaamse waterstofvisie, u ongetwijfeld bekend. Er is overwogen om het project na positieve evaluatie te steunen binnen de lijn Waterstof, een aparte lijn binnen de Vlaamse Veerkracht, maar gezien de vele omvangrijke projecten in het kader van de Important Projects of Common European Interest (IPCEI) werd er in het voorjaar van 2021 toch voor geopteerd om het bij positieve evaluatie binnen de projectmiddelen voor onderzoeksinfrastructuur te ondersteunen. Daarover gaat het.
Het project werd net als de andere 22 inhoudelijk en kwalitatief gunstig beoordeeld door de administratie en de Inspectie van Financiën. Het project is complementair aan andere waterstofinitiatieven waar ook naar verwezen is, in het bijzonder dat van de universiteit van Hasselt.
Collega's, er is ook helemaal geen sprake van een dubbele financiering via VLAIO. Op 11 februari 2021 is er het gesteunde onderzoeksproject van DEME en partners, waarbij VITO en imec optreden als onderaannemer. Dit project werd beslist door het onafhankelijke beslissingscomité bij het Fonds voor Innoveren en Ondernemen. De ondernemingen verkregen voor hun onderzoek 50 procent steun, onder andere circa 1,9 miljoen euro. En in dit onderzoeksproject worden dus geen infrastructuurkosten gefinancierd.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ik hoor u eigenlijk op de eerste vraag twee antwoorden geven. U schuift onmiddellijk de hete aardappel door naar de hele Vlaamse Regering. U zegt dat de beslissing van de Vlaamse Regering komt, en dat u de beslissing hebt bekeken. Die zit ook gewoon in de databank. Maar uw collega's in de Vlaamse Regering hebben absoluut geen weet, op basis van die nota die er op de Vlaamse Regering komt, hoe de toewijzing is gebeurd.
Ten tweede hoor ik u zeggen dat dit perfect normaal is. Dit is perfect normaal? Collega's, ik vind dit niet perfect normaal. Want de dossiers die u oplijst, of diegene waarover het gaat, hebben niet de geijkte procedure gelopen. Die zijn wel degelijk eerst op het kabinet geweest, of zelfs te laat in de procedure. En die worden door het kabinet in de procedure geduwd. Vindt u dat echt normaal, dat wij miljoenen euro’s subsidie, belastinggeld van Vlamingen, op deze manier verdelen over projecten? Gewoon, via diegenen die toegang hebben tot het kabinet? Ik vind dit du jamais vu.
Dus u blijft daarachter staan – zeker op basis van de mails die we dan zien in de krant – dat dat eigenlijk een perfect normale procedure is? Ik kan daar niet bij. Ik kan dat niet. (Applaus bij Groen en van Kurt De Loor)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, u komt hier zeggen dat de administratie dus eerst een lijst moet voorbereiden met kwalitatieve projecten, en daarna moet de voltallige Vlaamse Regering die goedkeuren. Maar zo is het niet gegaan. Wat er eigenlijk gebeurd is, is het volgende, en ik citeer opnieuw een mail. Een ambtenaar van EWI schrijft op 2 juni dat die pas eind vorige week op de hoogte is gebracht dat het kabinet ook het VITO-imec-dossier heeft goedgekeurd. Op dat moment, dus op 2 juni, was er bij de administratie eigenlijk nog helemaal geen dossier voor dat imec-dossier. Er moest dus snel-snel nog een dossier worden voorbereid zodat dat aan de lijst kon worden toegevoegd, die inderdaad daarna pas door de voltallige regering werd goedgekeurd.
Maar als je die mail goed leest, collega’s, dan staan daar twee woorden in die mij grote zorgen baren: die ambtenaar schrijft ‘goedgekeurd’. Dat geeft toch heel duidelijk aan dat ze op de administratie in ieder geval heel duidelijk het signaal denken gekregen te hebben dat ze daar weinig keuze hadden, en dat de minister daar een duidelijke instructie heeft gegeven. En dan is er het woordje ‘ook’. Dat laat mij minstens vermoeden dat het niet de eerste keer is dat er vanuit het kabinet instructies waren gekomen over projecten die al dan niet op die shortlist moeten worden gezet. Ik sluit mij volmondig aan bij minister Rzoska. Ik vind dat ook niet normaal, collega's. (Applaus bij Vooruit en Groen. Gelach)
Minister Rzoska? Proficiat!
Wij bewijzen dat het soms snel kan gaan.
Dus ik vraag mij af of u weet hebt van meer gevallen, of bent u in ieder geval bereid om dat te onderzoeken? Kunt u ook nog eens uitleggen waarom er niet gekozen is voor een open call? Dat lijkt mij logisch, dat lijkt mij een normale manier van werken. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, u hebt met uw ellenlange uitleg toch wel goed geprobeerd om ons af te leiden, maar het is niet gelukt om ons af te leiden van de essentie van de zaak. U kunt dan wel beweren dat dit normaal is en dat uw kabinet bijvoorbeeld enkel een doorgeefluik was voor informatie, en dat er dus alleen informatie werd doorgespeeld, maar het feit is wel dat al die dossiers die door de handen van uw kabinet zijn gegaan, wel degelijk de subsidie uit dat fonds Vlaamse Veerkracht hebben gekregen.
Ten tweede schuift u het inderdaad af op de Vlaamse Regering, want u zegt dat het de Vlaamse Regering is die beslist. Maar u vergeet er wel bij te zeggen dat de Vlaamse Regering beslist op advies van dat kabinet. Het is natuurlijk hier in dezen dat het kabinet die bedrijven wel degelijk op die lijst heeft gezet, dus die politieke inmenging was er.
Ten derde heeft collega Janssens onlangs ook de vraag gesteld aan minister Diependaele over de eindontvangers van dat fonds Vlaamse Veerkracht. Het antwoord dat wij daarop kregen was dat we die lijst niet krijgen omdat die niet kan worden opgemaakt omdat de verschillende systemen op dit moment niet compatibel zijn om een volledig overzicht te geven. Volgens minister Diependaele zou er wel gewerkt worden aan een register van eindbegunstigden, maar daar moet dan rekening gehouden worden met de GDPR-wetgeving (General Data Protection Regulation).
Een democratische controle op het aantal ontvangers is dus niet mogelijk.
Mijn vraag aan u is, minister, op welke manier u een democratische controle van die lijst van eindbegunstigden van subsidies mogelijk zult maken. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Wil er nog iemand aansluiten?
Collega D’Haese, het is al de tweede keer dat ik u vergeet. Hoe kan dat?
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, ik denk dat u een probleem hebt en u hebt er zonet een groot probleem voor deze volledige Vlaamse Regering van gemaakt. In de krant staan zwart op wit mails waaruit blijkt dat er beïnvloeding is van de politiek op de administratie. De hele keten van minister naar kabinet, van kabinet naar administratie, van administratie naar de aanvrager en van de aanvrager weer terug: overal blijkt politieke beïnvloeding.
Mevrouw Goeman vroeg of u de authenticiteit daarvan kon bevestigen. U antwoordt niet op die vraag. Ik neem aan dat dat wil zeggen dat de authenticiteit bevestigd kan worden. En vervolgens doet u zelfs geen poging om uit te leggen waarom dat door de beugel zou kunnen, maar zegt u gewoon – ik heb het genoteerd omdat ik het niet kon geloven –: “Dit is volledig conform de regels van deugdelijk bestuur.”
Minister, als dat deugdelijk bestuur is, dan heeft deze Vlaamse Regering een heel groot probleem. U zegt dat het allemaal is goedgekeurd door de Vlaamse Regering, door het Rekenhof, door de Inspectie van Financiën. Ik heb een heel duidelijke vraag: hadden die inzage in die mails? Wisten zij daarvan? Het is gemakkelijk om iets goed te keuren, maar dat wist niemand, minister, dat het kabinet er op die manier was tussengekomen. Er was helemaal geen uniforme aanpak. Het staat zwart op wit in de krant.
Ik heb een zeer duidelijke vraag: bent u bereid om de volledige communicatie van het kabinet met alle mogelijke actoren over de toewijzing van deze middelen, vrij te geven?
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, vooreerst dank voor de volledige transparantie in de dossiers die hier aan de orde zijn. (Opmerkingen en gelach bij Groen)
Uit de uitgebreide tijdslijn blijkt duidelijk dat deze dossiers geheel conform de regels zijn behandeld.
Er is vooreerst een controle vooraf gebeurd door de Inspectie van Financiën, die duidelijk heeft gezegd dat de dossiers conform verlopen zijn. Ze zijn goedgekeurd zonder enige bemerking. Er is ook een controle achteraf gebeurd. Dat is een controle door het Rekenhof die ik zelf heb gevraagd. Niet de oppositie, maar ik heb in het parlement het initiatief genomen om alles te laten doorlichten door het Rekenhof. Dat is gebeurd zonder enige kritische bemerking.
Tot slot wil ik nog zeggen dat dit niet over coronageld gaat. Dit gaat over relancemiddelen na corona. Dat zijn middelen die in dit geval specifiek bedoeld zijn voor onderzoek en ontwikkeling voor onze kennisinstellingen. Onze publieke topinstellingen nemen daarin een hoofdrol op, en dat is niet meer dan logisch. Het is een logische politiek om Vlaanderen aan de top te houden op het vlak van innovatie in Europa. (Applaus bij cd&v)
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik kan begrijpen hoe er wordt gereageerd op wat men leest in de krant. Maar ik hoor ook andere vragen bij de leden van de oppositie, waar ik van de minister nog geen antwoord op heb gekregen.
Als we kijken hoe de call naar bedrijven in het verleden werd gedaan, zou het dan niet nuttig zijn dat we in de toekomst meer inzetten om te werken met een open oproep met heel klare, duidelijke doelstellingen in de tijdslijn? Dat zijn de key performance indicators (KPI’s), zoals men dat noemt. Kunnen we daarop meer inzetten? Dat is mijn bijkomende vraag.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega’s, het is onze taak als parlementsleden om ervoor te zorgen dat het belastinggeld van 6 miljoen Vlamingen en vele ondernemers goed wordt besteed. Als je kijkt naar de relancemiddelen, gaat het over meer dan 4 miljard euro. Het is zeker een belangrijke brok om te bekijken of de dingen goed gaan.
Dat wil niet zeggen dat die projecten op zich niet goed zijn, of dat het allemaal vriendjespolitiek is en dergelijke. Maar als ik kijk naar de manier waarop dat nu gebeurd is, dan stel ik mij daar als lid van de meerderheid ook enkele vragen bij, en ik heb daar enkele gedachten bij.
Waarom wordt er niet gewerkt met open calls? Dat wil eigenlijk gewoon zeggen dat iedereen gelijke toegang heeft, en dat je geen mailtjes naar kabinetten moet sturen, maar dat bedrijven en zelfs individuen gelijke toegang hebben tot die oproepen, die waarschijnlijk heel nuttig zijn. We weten allemaal dat het bij de Vlaamse Relance allemaal snel snel moest gaan. Maar als er geen tijd voor was, waarom was er dan niet ten minste een beoordelingscomité met onafhankelijke experten? Ofwel kon men er op andere manieren voor zorgen dat de middelen met gelijke toegang werden uitgegeven, bijvoorbeeld door met een shortlist te werken. Dat zijn allemaal gedachten die ik heb, minister, maar ik heb twee concrete vragen. Of beter één, want ik mag maar één vraag stellen.
U zegt dat er geen probleem is in de huidige werkwijze. Ik wil u wel geloven, maar bent u misschien bereid dat nader te onderzoeken? U zegt dat het Rekenhof daar al onderzoek naar gedaan heeft, maar ik denk dat dat niet specifiek over de toewijzingsprocedure ging. Zou het misschien nuttig zijn om een soort van audit te doen op de manier waarop de Vlaamse Relancemiddelen besteed zijn, niet enkel in uw domein, maar in het algemeen? We moeten niet zozeer in de schandaalsfeer blijven steken, maar we moeten leren over dingen die misschien op zich niet slecht waren, maar die in de toekomst wel beter kunnen om dat geld op een efficiënte manier te besteden. (Applaus van Steven Coenegrachts)
Minister Brouns heeft het woord.
Collega’s, ik zal in eerste instantie ingaan op het thema van de openbaarheid. Die gegevens werden opgevraagd door een journalist in de context van de openbaarheid van bestuur. Hij heeft dus alle informatie daarrond gekregen.
Wat de vragen van collega’s Gryffroy en Vande Reyde betreft: inderdaad, er is ook een mogelijkheid om met oproepen te werken, dat spreekt voor zich. De beoordeling is gedaan door de administratie, zowel op inhoud als op kwaliteit. Maar, collega’s, weet u tot wat die goede samenwerking tussen onze kennisinstellingen, de Vlaamse Regering en de administratie geleid heeft? Die heeft ertoe geleid dat wij vandaag enkele van de allerbeste onderzoekscentra in de wereld hebben. Laat ons imec nog maar eens vermelden, en laat ons het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) nog maar eens noemen. (Opmerkingen bij Groen)
Daar heeft die goede samenwerking toe geleid, collega’s. Het feit dat wij vandaag op het vlak van onderzoek en ontwikkeling (O&O) tot de besten in Europa behoren, dat is dankzij die goede samenwerking, collega’s. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
Wij staan vandaag voor zeer grote uitdagingen op het vlak van klimaat, op het vlak van gezondheidszorg, en dat vraagt strategische keuzes. Dat zijn keuzes die wij als Vlaamse Regering moeten durven te maken. Daarvoor moeten wij ons beleidsinstrumentarium optimaal inzetten, en dat is wat wij hier gedaan hebben, met die keuzes voor deze belangrijke projecten. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
De heer Rzoska heeft het woord.
Collega’s, eerst een opheldering: dit was voor later bedoeld, tijdens een persmoment. Collega Goeman heeft me zonet gevraagd om Frank Vandenbroucke te vervangen in de Federale Regering, en ik heb nederig aanvaard. (Opmerkingen. Gelach)
Waarschijnlijk voor heel korte tijd, ik weet het. Maar af en toe moet je eens durven te springen, collega Daniëls.
Alle gekheid op een stokje, minister, het gaat niet over de kwaliteit van die onderzoeksinstellingen. Het gaat niet over de kwaliteit van die projecten. Het gaat over de manier waarop de middelen zijn toegekend. U hebt niet geantwoord op de vraag van collega Gryffroy, u hebt niet geantwoord op de vraag van collega Vande Reyde. Ik vind dat u, samen met uw fractie, probeert om de camera weg te krijgen omdat het lastig is om toe te geven dat er rechtstreeks naar een kabinet wordt getrokken om middelen binnen te halen.
Collega’s, wij kunnen hier ook de kracht van het parlement laten zien. Voorzitter, bij deze vraag ik alle dossiers op die binnen die 120 miljoen euro zijn toegekend, om deze naar het parlement te laten komen, inclusief alle interne en externe briefwisseling en mails die daaraan vasthangen. Zodoende kan dit parlement zijn controlerende taak naar behoren uitvoeren. (Applaus bij Groen en Vooruit en van Maurits Vande Reyde)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, natuurlijk trekken wij imec hier niet in twijfel. Zij leveren fantastisch werk. Wat wij hier vandaag in vraag stellen is het werk van uw voormalige collega minister Crevits. U kunt hier komen beweren dat er niets mis is met de procedures en dat de adviezen allemaal positief waren, maar heeft het Rekenhof die mails ooit gezien?
U hebt mij in ieder geval totaal niet overtuigd. Want lobbying, minister Brouns, is één zaak, maar directe inmenging vanuit een kabinet waarbij procedures worden overruled en subsidies worden uitgedeeld ‘à la tête du client’, is iets helemaal anders. Dat ruikt naar vriendjespolitiek en dat kan niet.
Daarom vragen wij dat dit hier verder wordt uitgezocht. We zijn er niet van overtuigd dat de procedures werden gevolgd, we zijn er zelfs niet van overtuigd dat dit een eenmalig foutje was. Wij vragen dan ook een audit door Audit Vlaanderen om te onderzoeken hoe de toekenning van al die innovatiesteun is gebeurd. Dat gaat om belastinggeld, ik vind dat burgers het recht hebben om te weten dat die correct werd toegekend en besteed. (Applaus bij Vooruit en Groen en van Maurits Vande Reyde)
Mevrouw Malfoot heeft het woord.
Minister, elke schijn van politieke inmenging moet bij de verdeling van dergelijke gigantische budgetten worden vermeden. En dat is hier duidelijk niet gebeurd. Want elk dossier dat door de handen van het kabinet is gepasseerd, heeft wel degelijk die veerkrachtsubsidie gekregen. Dergelijke budgetten moeten worden verdeeld aan de hand van objectieve en meetbare criteria.
Ten tweede, er is voor een totaalbudget van 1,7 miljard euro aan Europees geld verdeeld. Maar wanneer wij dan vragen om ons een lijst te geven, een overzicht van wie wat heeft gekregen, dan kunnen we die niet krijgen. Met andere woorden, een democratische controle op die eindbegunstigden is hier niet mogelijk.
Minister, het is ook uw taak om er bij uw collega's op aan te dringen om 100 procent transparantie te geven in die dossiers en over de verdeling van die subsidies, zodat openbaar wordt wie wat en hoeveel krijgt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, ik denk dat u wat op te helderen hebt, en de hele Vlaamse Regering met u. Daarom stel ik effectief de vraag om alle communicatie vrij te geven die er gebeurd is over dossiers over het relancegeld. Ik hoop dat die kan worden overgemaakt aan het parlement en dat we daar zelf geen openbaarheid van bestuur voor moeten inroepen.
Wij steunen absoluut de vraag voor een onderzoek van Audit Vlaanderen naar de toekenning van deze subsidies. Want ik heb het daarnet al gezegd: de Vlaamse Regering, Audit Vlaanderen en het Rekenhof, heeft een van deze instanties deze mails gezien? Mijnheer Van Rompuy, hebben zij die mails gezien? Ik denk het niet, hé? Ik denk het niet. Natuurlijk zijn er geen opmerkingen als het allemaal in mailboxen blijft zitten.
Beste collega's, we hebben hier al vaker debatten gehad over de statuten van ambtenaren. Vaak zijn dat wat stoffige debatten waarin er over grote ideologische punten wordt gediscussieerd. Maar als het gaat over het statuut van de ambtenaren, de onafhankelijkheid daarvan en de bescherming van het ontslag, wel, dit is waarvoor dat nodig is. Zodat ambtenaren niet onder druk kunnen worden gezet door politici en kabinetten, zoals in dezen overduidelijk wel is gebeurd. Dat is waarom we de onafhankelijkheid van ambtenaren moeten garanderen. (Applaus van Lise Vandecasteele en Björn Rzoska)
De actuele vragen zijn afgehandeld.