Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, lange tijd leek de grensoverschrijdende spoorwegverbinding Antwerpen-Hamont-Weert hoog op de politieke agenda te staan. Vlaanderen en de federale overheid hebben hun deel gedaan, met de elektrificatie van de spoorlijn Mol-Hamont. Bij de Nederlandse collega’s was er aanvankelijk ook veel animo. Het was opgenomen in het eerste regeerakkoord van Rutte III. Maar we zagen dat de animo verdwenen was bij het regeerakkoord van Rutte IV, en het niet meer opgenomen was. Dat was naar aanleiding van een studie waaruit zou moeten blijken dat de kosten hoger liggen dan het potentieel dat eruit zou komen.
De Nederlandse staatssecretaris Vivianne Heijnen zei dat de studies misschien te voorzichtig waren en kondigde een plaatsbezoek aan en een nieuwe studie. Dat plaatsbezoek heeft eergisteren plaatsgevonden. U was daar ook, samen met uw collega Gilkinet van het federale niveau. Ook ProRail was daar, de Nederlandse tegenhanger van Infrabel. ProRail stelde dat het essentieel was dat de lijn apart zou worden binnengetrokken in het station van Weert, om enerzijds geen vertragingen te bekomen, en anderzijds het spanningsverschil te overbruggen. Als dat plan van ProRail zou doorgaan, zou dat betekenen dat er een nieuwe brug zou worden geplaatst over de Zuid-Willemsvaart, en er zou ook een nieuw perron moeten worden aangelegd, en ook een tunnel onder de sporen. Heijnen zegt dat ze van mening is dat dat kostenefficiënter kan gebeuren, en ze zou daartoe een nieuwe studie bestellen, die zou landen in april. Op basis daarvan zou in Nederland de regering beslissen of ze al dan niet meegaan in het project.
Minister, mijn vraag aan u is: hoe kijkt u terug op het plaatsbezoek en op de plannen van Nederland?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u, mevrouw Moors, voor uw vraag. Ik moet u zeggen dat ik met een zeer positieve blik terugkijk naar het plaatsbezoek dat we afgelopen maandag hadden. U hebt dat inderdaad terecht geschetst. We hebben al het nodige werk dat op Vlaams grondgebied moet gebeuren voor die lijn 19 van Antwerpen-Mol tot Hamont, gedaan. Die resterende 8 kilometer op Nederlands grondgebied, daarvoor kijken we inderdaad naar Nederland, om daar ook de nodige en nuttige investering te doen, zodat we van Hamont tot in Weert, en zodoende richting Eindhoven, richting Venlo kunnen gaan sporen. Ik denk dat dat op zich een heel belangrijk aspect is.
Ik ben heel blij, alleszins, dat de Nederlandse staatssecretaris Vivianne Heijnen afgelopen maandag gezegd heeft dat ze sowieso ook veel belang en veel geloof hecht aan die grensoverschrijdende hoogwaardige openbaarvervoersverbindingen, en dat zij alles op alles zal zetten om verder te onderzoeken of het toch niet mogelijk is om een goedkopere variant uit te voeren, met name met het uitsparen van de brug over de Zuid-Willemsvaart, en met een zijspoor in het station van Weert, om zodoende toch een doorbraak te kunnen krijgen in dit dossier.
We kunnen natuurlijk het vel van de beer niet verkopen voor hij geschoten is, maar je kunt alleszins zeggen dat ik er een positief gevoel aan overhoud, aan het plaatsbezoek dat afgelopen maandag plaatsvond.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, dank voor uw antwoord. Er wordt al decennialang gesproken over betere verbindingen tussen de beide Limburgen. De Limburgers zijn ook een beetje wereldburger, minister. We willen een kennisregio zijn, maar daarvoor is natuurlijk de nodige infrastructuur nodig, die daarop afgestemd is. Op dat vlak is er in de grensregio veel potentieel. We hebben enerzijds nu de grensoverschrijdende treinverbinding. We hebben ook Spartacus 1, van Hasselt naar Maastricht.
Mijn vraag aan u, minister: zijn er nog bijkomende grensoverschrijdende opportuniteiten waarop Vlaanderen in feite concreet kan inzetten?
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, het is zoals net gezegd decennialang dat men daarnaar streeft, om die spoorverbinding naar Nederland, naar Weert te bekomen. Nu, het hoeft daar niet te stoppen natuurlijk, maar als we dat stuk al in gang kunnen trekken, zou dat al heel veel verbetering met zich meebrengen.
Ik weet dat daar langs Nederlandse kant ook heel wat protesten tegen zijn, maar de laatste jaren zijn de geesten daar wat gerijpt om daar toch werk van te maken.
Minister, de bevoegdheid van het spoor ligt niet direct bij u. Maar dit verdient bij u als minister van Mobiliteit de nodige aandacht, en er moet een grotere inzet gebeuren om dat toch tot stand te brengen.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, goede collega’s, we moeten inderdaad alle zeilen bijzetten om de verbinding Hamont-Weert te realiseren en te elektrificeren. Maar ook de randinfrastructuur moet in orde komen, want dat is een aantakking op de hoofdas Amsterdam-Eindhoven-Maastricht. Minister, het zal vooral zaak zijn om de Nederlanders duidelijk te maken ‘what’s in it for them’. Zij zijn altijd zeer sceptisch over grensoverschrijdende samenwerking. We moeten hier de meerwaarde voor de Nederlandse partners in kaart brengen. Vivianne Heijnen is een Maastrichtse, ze was daar wethouder. Ze is iemand waar de lijnen heel kort mee zijn. Minister, we moeten dat nu zien te forceren. Dat moet een absolute prioriteit zijn.
De heer Danen heeft het woord.
Het gaat niet zozeer over de lijn Hamont-Weert, maar over de lijn Antwerpen-Hamont-Weert. Het is dus een veel breder perspectief dan we eerst zouden denken. Inderdaad hebben België en Vlaanderen hun ding al gedaan. Het station van Hamont is vernieuwd of opnieuw geopend in 2014. De elektrificatie van de lijn Mol-Neerpelt-Hamont is uitgevoerd. Eigenlijk ligt alles klaar om de volgende stap te nemen. Ik spreek van een hink-stap-sprong. De hink-stap is genomen. De sprong moet nu nog gebeuren. In het dossier worden we steeds van wanhoop naar hoop geslingerd. Als ik de pers erover nalees – minister, ik heb u er ook al een paar keer over bevraagd – dan gaat het van: ‘Treinverbinding Hamont-Weert van de baan’, ‘Op de lange baan’ en onlangs nog ‘Nieuwe baan, nieuwe hoop voor de spoorlijn’ en ‘Alles wat nodig is, is een draad hangen’. Dat laatste is misschien een beetje simplistisch. Maar minister, wat gaat u doen, naast wat minister Gilkinet gaat doen, om dit dossier in de goede richting te laten evolueren?
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Ik was zeer tevreden toen ik las dat er opnieuw beweging in dit dossier zit. Ik denk dat ik mag spreken voor vele anderen. Mijn eerste werkbezoek als parlementslid was niet toevallig naar Hamont-Achel, waar ik een bezoek bracht aan burgemeester Theo Schuurmans. Het belang van de treinverbinding Hamont-Weert kwam toen uitvoerig aan bod. Collega’s, als het over treinen gaat, gaat het vaak over binnenlands vervoer. Het gaat zeer zelden over grensoverschrijdende verbindingen. Het dossier Hamont-Weert leek even begraven, maar het komt dan nu opnieuw naar boven. Aan beide kanten van de grens is de wens voor deze verbinding al langer, al vaker uitgesproken. Helaas blijft de kleine missing link van 8 kilometer tussen de verbinding van beide landen staan. Iedereen is wel overtuigd van het belang van deze verbinding, zeker in het verhaal van de modal shift. Ik kijk uit naar het einde van deze en hopelijk laatste studie die nodig zal zijn om deze treinverbinding te realiseren.
Minister, in de commissie werd op 27 oktober, in een antwoord op mijn vraag, gesproken van een einddatum van de studie in 2024. Nu lezen we in diverse kranten dat die in april beëindigd zal worden. Klopt dat?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ook namens onze fractie wil ik uiteraard het belang van die verbinding benadrukken. En we hebben deze week het positieve en hoopvolle nieuws vernomen dat er opnieuw een opening/beweging is langs Nederlandse zijde. We moeten inderdaad, zoals collega Keulen zegt, alle hens aan dek slaan en over alle partijgrenzen heen de krachten bundelen om de Nederlanders te overtuigen van het potentieel en de meerwaarde.
Minister, mijn vraag is dezelfde als die van collega Mertens: wanneer mogen wij daar vanuit Nederlandse zijde nieuws over verwachten?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de bijkomende vragen. Er is hier sowieso al een heel breed draagvlak voor. Het is de vraag van alle fracties om er zeker voor te zorgen dat dit gerealiseerd kan worden. Zoals ik daarstraks al zei hebben we van Vlaamse zijde al een en ander gedaan. Een aantal collega’s vragen wat we specifiek vanuit Vlaanderen doen. Op elk overleg dat we met de Nederlandse partners hebben, brengen we telkens het hele 3RX-verhaal, maar zeker ook deze specifieke verbinding, het doortrekken van Lijn 19, op de agenda. Dat komt op elk politiek overleg met onze Nederlandse collega’s aan bod.
Het zal ook op de Nederlands-Vlaamse top die begin volgend jaar plaatsvindt, weer op de agenda komen. Tegelijk kan ik nog meegeven dat we in het kader van de Vlaamse spoorprioriteiten specifiek voor Lijn 19 een bedrag van ruim 21 miljoen euro hebben uitgetrokken om te investeren in deze lijn, de lijn van Antwerpen tot Hamont en straks hopelijk tot in Weert. Dat is wat Vlaanderen doet. Daarom vond ik het belangrijk om daar afgelopen maandag bij aanwezig te zijn om het belang daarvan te onderstrepen.
De burgemeester van Hamont, de burgemeester en de wethouders van Weert waren aanwezig, en zij zijn allemaal overtuigd van het belang van die grensoverschrijdende verbinding. Zij houden mee een pleidooi, alsook de TreinTramBusvereniging, die daar ook bij aanwezig was. Iedereen houdt mee een pleidooi om dat te doen. Maar we weten allemaal dat de maatschappelijke kosten-batenanalyse die in het verleden werd opgemaakt ten behoeve van het wegwerken van de missing link van die laatste 8 kilometer, toen negatief was. Nu wordt eens te meer het belang onderstreept, nu wordt gezegd dat waarschijnlijk geen rekening werd gehouden met een enorm extra potentieel aan reizigers zodra die lijn er effectief ligt, zeker inzake het woon-werkverkeer, aan beide kanten van de grens. Tegelijk werd vanuit Nederland heel duidelijk aangegeven dat waarschijnlijk de infrastructuurkosten enorm verminderd zouden kunnen worden als enerzijds de extra brug over de Zuid-Willemsvaart niet nodig is en als anderzijds het zijspoor gebruikt kan worden in het station van Weert. Ook dat zou een meerwaarde kunnen betekenen. Als die twee kostendrijvers enorm in mindering kunnen worden gebracht op de totale infrastructuurkosten, zou dat een enorm pluspunt kunnen betekenen met het oog op een potentiële realisatie.
Het is dat precies wat staatssecretaris Heijnen, die inderdaad een grensbewoner is afkomstig uit het Limburgse, ziet als een enorm potentieel in die grensoverschrijdende verbindingen. Zij wil een nieuwe studie bestellen om te bekijken hoe we de totale kosten kunnen downsizen om deze belangrijke infrastructuurwerken in overweging te nemen.
Dat stemt me blij, dat stemt me hoopvol. Ik hoop dat de studie, volgens Nederland door Rebel, tegen april 2023 beëindigd wordt en vervolgens tegen april, mei bij ons komt. Ik hoop op een positieve beslissing aan Nederlandse kant in dit dossier, waar we allemaal al heel lang naar uitkijken.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Het is belangrijk dat we over de partijgrenzen heen blijven inzetten op de realisatie van dat traject Hamont-Weert. Dat is belangrijk voor iedereen: dat is belangrijk voor Limburg, voor Vlaanderen, voor de Kempen en voor de Euregio. Het is hoog tijd om actie te ondernemen. Daarbij overwegende dat de overheid de taak heeft om openbaar vervoer aan te bieden, kwalitatief openbaar vervoer bij voorkeur: op die manier vangen we twee vliegen in één klap. Enerzijds verlagen we de verkeersdrukte en anderzijds verhogen we onze economie.
De actuele vraag is afgehandeld.