Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023
Ontwerp van programmadecreet bij de begroting 2023
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn het ontwerp van decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023, het ontwerp van decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2023 en het ontwerp van programmadecreet bij de begroting 2023.
Het Uitgebreid Bureau stelt voor om de algemene besprekingen van de drie ontwerpen van decreet samen te voegen tot één enkele algemene bespreking.
Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
De algemene bespreking is geopend.
Algemene beschouwingen
Voor de leden van de regering en voor de anderen hier aanwezig die geen deel uitmaken van het Uitgebreid Bureau, maar dat wellicht via de fracties hebben gehoord: we hebben een kleine aanpassing gedaan aan de manier van werken. Bij de algemene beschouwingen komen de fracties eerst tussen voor tien minuten waarbij er niet mag worden onderbroken. Vervolgens is er een tweede ronde waarbij er wel mag worden onderbroken. Het doel daarvan is dat de eerste spreker geen drie uur op het spreekgestoelte staat.
De heer Vandaele heeft het woord.
Collega's, goeiemorgen. We laten 2022 stilaan achter ons. In het voorjaar van 2022, uitgerekend op het ogenblik dat we de coronamaatregelen konden versoepelen, startte Poetin met zijn nietsontziende wreedheden in Oekraïne. Dat het Oekraïense volk in zulke barre omstandigheden, collega’s, vaak zonder elektriciteit of drinkbaar water en met temperaturen onder het vriespunt, zo weerbaar blijft, dwingt groot respect af. Het staat in schril contrast met het geklaag over kleinigheden waaraan wij ons maar al te graag bezondigen.
Het comfort en de luxe waarvan wij al decennialang kunnen genieten en die wij zo vanzelfsprekend vinden, blijken ineens bijzonder broos. We voelen de gevolgen van een conflict dat zo nabij is. En wie had ooit kunnen denken dat, in tijden waarin economieën zo met elkaar verstrengeld zijn, een dergelijk conflict nog mogelijk was?
We beseffen weer ten volle, collega's, waarom onze voorouders in vier talen ‘Nooit meer oorlog’ op de IJzertoren beitelden. We kunnen alleen maar hopen – al zal dat wel naïef zijn – dat het conflict niet meer verder escaleert en dat er snel een vreedzame oplossing komt, een einde aan het nodeloze geweld, een einde aan het nodeloze menselijke leed.
Als gevolg van de oorlog is 2022 ook het jaar geworden van een nieuwe energiecrisis met zware economische gevolgen: uit de pan rijzende gasprijzen en een inflatie die we in Europa sinds 1980 niet meer hebben gekend.
Voorzitter, ik vind dat er wat te veel wordt gebabbeld. (Opmerkingen)
De energiecrisis toont nog eens aan hoe belangrijk energiezekerheid en energiebevoorrading zijn. De crisis versterkt ook het pleidooi voor hernieuwbare en niet-fossiele energie. Persoonlijk ben ik nooit voorstander geweest van kernenergie. Maar op een scharniermoment als vandaag, met de opwarming van de aarde, met gaskranen die worden dichtgedraaid, mensen die weer meer hout gaan stoken en een nog steeds stijgende energievraag, vormen kerncentrales wel degelijk een deel van de oplossing. Ook Nederland maakte die analyse en plant twee nieuwe kernreactoren in Borssele.
Periodes van grote droogte, afgewisseld door zware neerslag, nopen ons ertoe de maatregelen van de Blue Deal van minister Demir onverkort uit te voeren. Deze Blue Deal krijgt ook extra investeringen: 100 miljoen euro extra in 2023, en nog eens 50 miljoen euro in 2024. Er is ook 60 miljoen euro extra voor het Sigmaplan en 20 miljoen euro voor stroomgebiedsbeheersplannen.
Deze Vlaamse Regering, onder leiding van minister-president Jan Jambon, doet inspanningen voor de Vlaamse gezinnen, op het gebied van welzijn, loon naar werken en wonen. We investeren meer dan ooit in welzijn en zorg. De begroting stijgt met 2,4 miljard euro ten opzichte van 2022, of plus 17 procent. Het totale budget zal 16 miljard euro bedragen in 2023. Sinds het begin van deze legislatuur is er 3,5 miljard euro budget bij gekomen, of een stijging met 28 procent.
Het totale bedrag voor het groeipakket – we hebben het er hier al vaak over gehad – stijgt tot 4,6 miljard euro in 2023. We zetten daarbij in op de kwetsbaarste groep door de sociale toeslag met 15 euro per maand per kind te verhogen, door de doelgroep uit te breiden die recht heeft op deze toeslag, en door aan deze groep twee keer het bedrag van 100 euro uit te keren, dit jaar en volgend jaar.
We versterkten de jobbonus. De ondergrens verhoogt, de bovengrens verhoogt. In totaal zullen naar schatting 900.000 werkenden in Vlaanderen de verruimde jobbonus krijgen. We hoorden vanochtend nog op de radio hoe succesvol die maatregel eigenlijk al is. Werken moet lonen. Wie werkt grijpt vaak naast tal van sociale voordelen, en daarom kozen we ervoor om wie werkt een extra duwtje in de rug te geven. Iedereen die recht heeft op een jobbonus krijgt daarom eind dit jaar 100 euro extra.
De middelen binnen de bevoegdheid Onderwijs van minister Weyts namen deze legislatuur al flink toe, en daar komt in 2023 opnieuw, ondanks enkele besparingen, netto 1,5 miljard euro bij, dacht ik.
Collega’s, de temperaturen gaan onder het vriespunt, en tegelijk blijft de gasprijs vijf tot zes keer hoger dan twee jaar geleden. De goedkoopste energie blijft de energie die we niet verbruiken, en daarom werden Mijn VerbouwPremie en Mijn VerbouwLening in het leven geroepen, met een budget van maar liefst 1 miljard euro, om de Vlaming te ondersteunen in energetische renovaties. Het systeem was meteen een succes. In de eerste maand al werden er 23.000 aanvragen gedaan voor een premie. Alleen moet dringend bekeken worden, denk ik, hoe de extra werklast die hierdoor bij de gemeenten komt, gelenigd kan worden.
De regering besteedt ook aandacht aan wie het moeilijk heeft om de energiefactuur te betalen. Netbeheerders kunnen mensen moeilijker afsluiten van energie. De minimale levering van aardgas werd versterkt. De inkomensgrenzen om in aanmerking te komen voor premies werden verhoogd. Minister Demir haalde ook al honderden miljoenen uit de energiefactuur.
Minister Diependaele waakt over de centen, dat weten we. De centen van de Vlaamse Regering, maar vooral de centen van alle Vlamingen. Hij bevestigt dat door zijn geknik, collega’s. Een duurzaam begrotingsbeleid is buitengewoon belangrijk. Het is immers de beste garantie op de toekomst.
De voorbije jaren hebben ons geleerd hoe snel en onverwacht een crisis kan toeslaan – denk aan corona – en dat een ongeluk nooit alleen komt – denk aan Oekraïne en de crisis die daarop volgde. Een gezonde begroting moet ons wapenen tegen onverwachte gebeurtenissen, met onvoorziene crisissituaties.
Onze Vlaamse begroting is structureel gezond. Er is inderdaad een put geslagen, dat weten we, maar de Vlaamse Regering is de enige in dit land die al een pad heeft uitgetekend naar een evenwicht in 2027. Het verschil met de andere deelstaten en met de Federale Regering is hemelsbreed. Met een tekort van 5 procent van het bbp is de federale begroting de slechtste van de hele eurozone. Dat roept geen leedvermaak op, collega’s, en dat roept geen triomfalisme op. Want het zijn hoe dan ook wij, de Vlamingen, die het Belgische gelag uiteindelijk zullen betalen.
Dat anderen minder zorgvuldig omspringen met onze centen, mag ons uiteraard niet beletten om hier, in ons Vlaams Parlement, met onze Vlaamse Regering, wel correct om te gaan met de middelen. En als mijn fractie de cijfers en de begroting bekijkt, dan zijn wij ervan overtuigd dat dat inderdaad gebeurt. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Minister, we zitten met een probleem, een ‘Guy Mathotprobleem’. De Belgische begrotingsminister Guy Mathot verklaarde ooit: “De schuld is vanzelf gekomen, ze zal vanzelf ook weer verdwijnen.” Schulden maken vond PS’er Mathot geen probleem, aangezien de schuld zou verdwijnen bij een heroplevende economie. De overheid zou dan een primair overschot hebben, een milde inflatie zou de schuld herverdelen en – oeps – ze zou verdwijnen. Maar dat is evenwel nooit zo opgelost, wel integendeel.
De vorige collega wees er al op dat het zeer slecht gaat met de Belgische begroting. Niemand kent de toekomst. Er is Oekraïne, de energiecrisis, de galopperende inflatie, de waanzin van de groene ayatollahs … Crisissen zijn als De Zwarte Zwaan van Nassim Nicholas Taleb, plots zijn ze er.
Maar u, minister, gaat ervan uit dat het, zoals Guy Mathot destijds zei, wel vanzelf zal goedkomen. Dus blijft u jaar na jaar schulden maken, waardoor we volgens uw algemene toelichting volgend jaar afstevenen op een put van ruim 45 miljard euro, en volgens uw meerjarenraming van ruim 52 miljard euro in 2027. Ik kom daar later op terug. Het lijkt alsof u de Mathotdoctrine volgt, minister. Die is mede de oorzaak van de desastreuse Belgische begrotingstekorten en de ontsporing in Wallonië. En dat willen we in Vlaanderen absoluut niet.
De huidige Vlaamse Regering trad aan met een schuld van 24 miljard euro eind 2019. Eind 2023, eind volgend jaar, zal volgens de algemene toelichting de schuld meer dan 45 miljard euro bedragen. De vorige Vlaamse Regering maakte ‘maar’ een bijkomende schuld, uitgedrukt in Maastrichttermen, van ongeveer 500 miljoen euro. Deze regering zal tegen eind 2023 al een bijkomende schuld opgebouwd hebben van maar liefst 21 miljard euro. Zelfs wanneer we er de door het Rekenhof becijferde kost van de coronacrisis van 5 miljard euro uitlaten, is dit een aangroei van 16 miljard euro.
Gelet op een financieringsbehoefte van 6,5 miljard euro dit jaar, zoals blijkt uit de administratieve middelenbegroting bij actief schuldbeheer, en een geraamde aangroei van de schuld van ruim 5 miljard euro per jaar, is het zeer waarschijnlijk dat deze Vlaamse Regering in 2024 eindigt met een schuld van iets over de 50 miljard euro. Dat vind ik wel heel hallucinant. De schuldopbouw komt vooral door de opeenvolgende begrotingstekorten van deze Vlaamse Regering. En ook de begroting voor 2023, die hier vandaag ter goedkeuring voorligt, vertoont opnieuw zo’n begrotingstekort, ditmaal van maar liefst 2,9 miljard euro.
De Vlaamse Regering heeft een structureel uitgavenprobleem van ongeveer 2 à 2,5 miljard euro per jaar. Dat is bevestigd, door zowel het Rekenhof als de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Dit wordt nu nog een beetje gemaskeerd door de hoge inflatie en de daaruit volgende hogere inkomsten, maar ik klaag met mijn partij al jaren aan dat dit structureel tekort wordt veroorzaakt door de uitgavendynamiek van deze Vlaamse Regering. Het is die uitgavendrift, die volgens mij trouwens het enige bindmiddel is in deze regering, en de onmogelijkheid om te besparen en echt prioriteiten te stellen, die de oorzaak zijn van de opbouw van de schuld.
U weet dat, minister, – collega’s, we weten dat allemaal – dat hoe meer geld er naar onze schuldeisers vloeit, hoe minder er overblijft voor de Vlamingen. En de Vlamingen, hebben echt wel financiële hulp nodig in deze tijden van hoge inflatie, waarin we ons van crisis naar crisis slepen. De rentekosten, die nu al 394 miljoen euro voor 2023 zijn, gaan de komende jaren zeer snel stijgen. Ook het Rekenhof maakt zich hierover zorgen. Het Rekenhof stelt dat de rentekosten verdubbelen ten opzichte van de begroting 2022 en het Rekenhof raamt dat we in 2027 al 1,2 miljard euro rente op de schuld zullen moeten betalen. Dat is bijna drie keer zo veel als vandaag. Zoals het er nu uitziet worden er tekorten geboekt tot 2026, en tot dan blijft de schuld ook stijgen, evenals de rentekosten. “Er is een steeds groter aandeel van de ontvangsten nodig om de rentekosten te kunnen betalen”. Dat zei het Rekenhof letterlijk in zijn analyse van deze begroting voor 2023.
Maar wij zijn als Vlamingen niet van plan om nog meer belastingen op te hoesten. Daar zal het Vlaams Blok zich met hand en tand blijven tegen verzetten. (Opmerkingen)
De ontvangsten, de belastingen die deze regering nu al ontvangt, zijn trouwens door de hoge inflatie al toegenomen met 4,9 miljard euro. Als we daar de bijkomende uitgaven door inflatie van aftrekken, dan heeft deze regering een inflatiebonus gekregen van meer dan 2 miljard euro. Dat zijn allemaal belastingen die wij betalen. Dat is de inflatiebonus, de netto bijkomende belasting die door ons wordt opgehoest.
Dat wordt door de regering in deze begroting met 1 miljard euro gemaskeerd door de provisie met 1 miljard euro voor leningen voor de Oekraïnecrisis onder ‘Ongewijzigd beleid’ te plaatsen, terwijl dit duidelijk nieuw beleid is.
Het is netjes om in tijden van energiecrisis en hoge inflatie die extra belasting terug te geven aan de Vlamingen. Gelukkig gebeurt dat ook. Helaas is het vooral schijn. Het gebeurt maar ten dele. De Vlaamse Regering herverdeelt de bijkomende middelen uit belastingen van de Vlamingen als crisissteun, maar helaas niet voldoende.
Jullie lanceren een crisispakket, dat ongeveer klopt met de inflatiebonus van rond 2 miljard euro, maar daarvan is eigenlijk slechts 812 miljoen euro echte crisissteun, namelijk 261 miljoen euro voor de gezinnen, 250 miljoen euro voor bedrijven en 301 miljoen euro crisissteun voor gesubsidieerde entiteiten. Om als Vlaming kans te maken op een klein aandeel van die 261 miljoen euro voor gezinnen, moet je al in een bijzondere doelgroep zitten want anders krijg je niets. Er is natuurlijk wel voor iedereen de opschorting van de Vlaamse energieheffing. Dat zal iedereen per jaar ongeveer 5,5 euro opleveren. Al de rest steekt deze regering op zak, om haar uitgaven te financieren. Versta mij niet verkeerd. Sommige beslissingen, zoals het groeipakket en de Blue Deal, zijn terechte uitgaven. Maar die zouden moeten worden gecompenseerd in het bestaande beleid.
Minister, daarvoor was er toch, dacht ik, de Vlaamse Brede Heroverweging? Of niet soms? Ik wacht er nog altijd op, hoe dat wordt gecompenseerd.
Ik begrijp dat het voor deze regering na de coronacrisis natuurlijk moeilijk is om te worden geconfronteerd met een energiecrisis. Maar in crisissen is het, zoals het moet zijn first things first. Dan kan een regering tonen dat ze goed kan besturen.
Reeds in het najaar van 2020, in volle coronacrisis, heeft het Vlaams Belang gepleit om het nieuwe beleid dat u wilde voeren even on hold te zetten en first things first te doen, namelijk prioriteit geven aan het bestrijden van die crisis. Dat is niet gebeurd. U bent dat beleid blijven uitvoeren. En bij deze nieuwe crisis doet u opnieuw niet first things first.
Constructief als we zijn willen we een voorzet geven naar een pad met een begrotingsevenwicht. Dat is natuurlijk belangrijk om in de toekomst andere crisissen te bestrijden. Ik vind dus dat de begroting ieder jaar zou moeten worden gebouwd op een ‘zero based budgetting’-basis. Iedere uitgave en ook de decretaal onderbouwde uitgaven staan daarbij ter discussie. Vanuit een zero based budgetting en, jawel, de Brede Heroverweging waar we echt wel in geloven maar waar dringend werk moet van worden gemaakt, kunnen we ruimte vinden voor nieuwe initiatieven die u als regering wilt aanpakken. Wordt er door de regering ruimte gevonden, dan komt u gewoon naar het parlement met een begrotingsvoorstel om uitgave X of Y te schrappen of te verminderen, en dan kunt u daar de nieuwe uitgave Z mee financieren.
Is die ruimte er niet, dan is er nog een optie. Dan kunt u eventueel schuld aangaan voor de financiering van het nieuwe initiatief. Dat moet dan ook zo aan het parlement worden voorgelegd. Dan kunnen wij als parlementsleden heel duidelijk beslissen om de verantwoordelijkheid te nemen om de nieuwe uitgaven goed te keuren, wetende dat die financiering dan met schuld zou gebeuren. Nu is dat volgens mij voor veel collega’s niet heel duidelijk en komt die schuld er zonder dat zij goed beseffen wat er aan de hand is.
Dat is belangrijk want de schuldnorm, die nu nog 65 procent bedraagt, wordt volgens de meerjarenraming in 2027 serieus overschreden met 80,2 procent van de ontvangsten. De uitgavennorm bepaalt de maximale groei van de overheidsuitgaven en dient nu echt wel eens met de Vlaamse schuldnorm te worden geïntegreerd.
Ook het Rekenhof wees al op het belang van de uitgavennorm voor een meerjarig begrotingstraject voor het bereiken van een begrotingsevenwicht en vooral het bereiken van een houdbare schuld.
Het federale België en de andere deelentiteiten, zoals Brussel en Wallonië, mogen dan al een ernstig schuldprobleem hebben, deze Vlaamse Regering heeft er ondertussen ook een van formaat.
U zult willen begrijpen, minister, dat wij koude rillingen krijgen van de Mathotdoctrine en dat het Vlaams Belang deze begroting voor 2023 absoluut niet zal goedkeuren. Maar, constructief als we zijn, zijn we altijd bereid om ook in 2023 onze steun te geven aan structurele maatregelen op weg naar een begrotingsevenwicht. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Collega's, de voorbije weken werd vanop de oppositiebanken weleens beweerd dat er zogezegd bespaard zou worden op de zorg in Vlaanderen. Wel, niets is minder waar. Het budget voor welzijn en zorg stijgt het komende jaar van 13,2 naar 15,6 miljard euro. Dat is een groei van 18 procent. (Applaus bij cd&v en Open Vld)
Dat in amper een jaar tijd. Dat is de grootste stijging ooit. Nooit eerder nam het budget voor zorg in Vlaanderen zo snel toe. Om de oppositie een beetje een beeld te geven van welk type stijging dat echt is, heb ik het eens vergeleken met het federale budget voor volksgezondheid. Wat blijkt? Het budget voor het RIZIV stijgt volgend jaar met 10 procent. In Vlaanderen stijgt het budget voor welzijn en zorg met 18 procent. Ik heb het al gezegd bij de Septemberverklaring, beste collega’s: wij hebben geen socialisten nodig om fors te kunnen investeren in het sociaal beleid in Vlaanderen. (Opmerkingen bij Vooruit. Applaus bij de meerderheid)
Collega's, belangrijker dan de stijging van de budgetten is natuurlijk wat we ermee gaan doen. In de eerste plaats gaan de extra middelen natuurlijk naar de kinderopvang. Het budget voor kinderopvang stijgt met 30 procent in een jaar tijd. Ook dat is een nooit geziene investering. Daarmee geven we uitvoering aan de resoluties van de onderzoekscommissie. Het aantal inspecteurs wordt verdubbeld. Daarmee wil men die plekken waar het misloopt, sneller kunnen detecteren, maar de extra budgetten gaan natuurlijk vooral naar die kinderopvanginitiatieven waar het wel goed gaat. Laten we vooral niet vergeten dat het in 97 procent van de kinderopvanginitiatieven wel goed gaat. Die steunen wij.
Concreet komt er voor 30.000 plaatsen in de kinderopvang een verdubbeling van de subsidie. De initiatieven kunnen zelf beslissen wat ze daarmee doen: de lonen verhogen of de werkdruk naar beneden halen. Op de lange termijn wil men stapsgewijs komen tot een verlaging van de kindratio. De enige manier om dat doel te bereiken op lange termijn, is meer mensen overtuigen om te kiezen voor de job van kinderbegeleider door de arbeidsvoorwaarden te verbeteren of de werkdruk naar beneden te halen.
Naast kinderopvang gaan er in deze begroting ook heel wat extra middelen naar mensen met een beperking. Deze legislatuur stijgt het budget voor gehandicaptenzorg met 30 procent. Voor het eerst zijn we erin geslaagd om de wachtlijst voor prioriteitengroep 1 helemaal weg te werken. (Applaus bij cd&v en Open Vld)
Vervolgens laten we ook de ouderen niet in de kou. Recent heeft de oppositie nog kritiek geuit op het feit dat de zorgpremie wel geïndexeerd wordt maar het zorgbudget niet. Wel, collega's, dat is slechts een halve waarheid. Ten eerste stijgt het zorgbudget voor alle zorgbehoevenden met 60 euro per jaar vanaf volgend jaar, maar de extra middelen gaan vooral naar ouderen met een laag inkomen in een woonzorgcentrum. Hun zorgbudget stijgt gemiddeld met 120 tot 205 euro extra, boven op de index voor alle duidelijkheid.
Ik heb het eens bij elkaar geteld. In totaal ontvangen zorgbehoevende inwoners van een woonzorgcentrum tot 818 euro per maand aan Vlaamse sociale beschermingen boven op hun pensioen. (Applaus van Vera Jans)
En om te voorkomen dat de energieprijzen volledig onverkort zouden worden doorgerekend aan de bewoners, werd vorige week daarenboven een energiepremie toegekend aan de woonzorgcentra ten bedrage van 364 euro per bewoner.
Collega’s, niet alleen in de woonzorgsector of in de zorgsector, maar zowat in alle sectoren is er een tekort aan personeel. Om iets te doen aan die acute krapte, ook in de private sector, gaan we de kloof vergroten tussen werken en niet werken door de jobbonus met 100 euro op te trekken. De minister heeft dat vandaag aangekondigd. Een half miljoen Vlamingen hebben intussen de jobbonus aangevraagd. Voor hen komt er tot 700 euro extra netto bij. Op die manier willen we net die groep steunen die het sociaal tarief vandaag niet geniet en waarvan het loon niet hoog genoeg is opdat een indexering de volledig gestegen energiefactuur zou kunnen dekken. Dus voor die groep hebben we specifiek de jobbonus versterkt.
Collega’s, met deze begroting blijven we ook de gezinnen volop steunen. Naast de investeringen in kinderopvang en de verhoging van de jobbonus komt er ook een versterking van het groeipakket. Zoals u weet, bleek de volledige indexering van het groeipakket niet haalbaar, maar voor meer dan 400.000 gezinnen met een laag inkomen zal het groeipakket volgend jaar wel degelijk welvaartsvast blijven. Vorige maand hebben we reeds 100 euro extra uitbetaald, volgend jaar komt daar nog eens 280 euro bovenop en de groep die een sociale toeslag geniet, zal met 50.000 gezinnen uitgebreid worden. Op dit punt zitten we met meerderheid en oppositie op dezelfde lijn, want de voorstellen die de oppositie hier in het parlement over het groeipakket ingediend heeft, focussen ook op die sociale toeslagen.
Daarenboven doen we opnieuw voor alle gezinnen een indexering van 2 procent. Voor een gezin met 2 kinderen betekent dat volgend jaar 165 euro extra en voor de halfwezen stijgt het groeipakket met 620 euro per jaar vanaf volgend jaar. Daarmee verwezenlijken we de wens van 10.000 weduwen en weduwenaren in Vlaanderen. Ook de jeugdhulp en de jeugdverenigingen krijgen in deze begroting extra impulsen.
Collega’s, ondanks die forse stijging voor welzijn en zorg, ondanks de honderden miljoenen aan energiesteun voor ondernemingen, sociale organisaties en verenigingen, zal de begroting in Vlaanderen tegen 2027 structureel opnieuw in evenwicht zijn. Dat neemt niet weg dat het tekort in de begroting een zorg is en blijft van ons allen. Het tekort zal volgend jaar nog altijd 2 miljard euro zijn. Deze legislatuur zal de schuld ongeveer verdubbelen. We hebben gezien dat de komende jaren de rente-uitgaven zullen verdriedubbelen. Ik moet dan ook zeggen dat ik een beetje verbijsterd was toen ik recent las dat een collega van Groen dat begrotingstekort afdeed als een intellectueel zwaktebod. Op dat punt zijn we het oneens met de oppositie, oneens met Groen. Als cd&v investeren we meer dan ooit in zorg, maar dit zonder de begroting te laten ontsporen. Een begroting die structureel op orde is, is trouwens de enige garantie om ook in de toekomst te kunnen blijven investeren in maatschappelijke noden zoals zorg of hernieuwbare energie.
Tot slot, collega’s, voor cd&v zitten in deze begroting drie belangrijke speerpunten. Ten eerste gaan de middelen voor kinderopvang in één jaar omhoog met bijna een derde. Dat is een nooit eerder geziene investering. Ten tweede, het groeipakket voor de kwetsbare gezinnen blijft welvaartsvast. En ten derde, voor zorgbehoevende ouderen in een woonzorgcentrum stijgt het totale Vlaamse zorgbudget tot 800 euro per maand boven op het pensioen. Deze begroting zal straks dan ook op de goedkeuring van onze fractie kunnen rekenen. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ministers, collega’s, de Vlaamse begroting staat er eigenlijk zeer goed voor. Zeer goed. Er is zo veel geld dat minister Demir zelfs wil investeren in een buitenlandse kerncentrale die er ten vroegste in 2035 zal staan. Niet dat ze bevoegd is, maar dat houdt een ballonnetje natuurlijk niet tegen. En ik die dacht, collega’s van de N-VA, dat jullie tegen transfers waren. Ik die dacht: Vlaams geld in Vlaamse handen. Toch? Neen? Minister Demir, ik doe u een voorstel: laten we het geld investeren in zonnepanelen. Die leggen we vandáág, en de goedkope, propere energie is er morgen. (Opmerkingen bij de meerderheid en van minister Zuhal Demir)
Minister Demir!
Ik weet niet of u het weet, maar u mag mij niet onderbreken. Ik vind het jammer, maar u mag mij niet onderbreken. (Gelach. Applaus bij Groen en Vooruit)
Collega Demir, er zijn in Vlaanderen duizenden daken die ideaal liggen maar om allerlei redenen nog geen zonnepanelen hebben. Dat weten we dankzij de Zonnekaart. Steek uw energie daarin, in plaats van in communicatieve stunts.
Collega’s, 2023 is het laatste volledige kalenderjaar van deze legislatuur. Ja, collega Van Rompuy, ondanks het feit dat u daar anders naar kijkt, blijft het mantra van deze Vlaamse Regering “besparen, besparen, besparen”. Ik leg het u uit. De eensgezindheid om te besparen is toch iets wat deze Vlaamse Regering bindt. Dat dan wel, blijkbaar. De kinderopvang, het onderwijs, de jeugdzorg, de ouderenzorg, de mensen die wachten op sociale woningen, jongeren die wachten op klimaatactie, De Lijn: allemaal kunnen ze in mijn ogen en die van mijn fractie fluiten naar de broodnodige investeringen. In plaats daarvan krijgen ze een begroting à la Diependaele.
Ik leg u uit hoe zo’n begroting à la Diependaele eruitziet. (Opmerkingen van minister-president Jan Jambon)
Minister-president, voor mij is het veeleer Diependaele. Ik denk dat Mathot hier weinig mee te maken heeft.
Terwijl er vroeger nog sprake was van een kaasschaaf, kunnen we intussen spreken van een kettingzaag. De inflatie – ik moet u dat toch niet uitleggen, collega Van Rompuy – wordt schaamteloos misbruikt om bikkelharde, structurele besparingen door te voeren. Terwijl overal de kosten stijgen, laat deze regering werkingsmiddelen voor heel wat sectoren níet mee stijgen. Structureel betekent dat een verdunning van de middelen, en die verdunning werkt door. Die zal nog lang nazinderen in de samenleving. Ja, ik geef toe dat er premies hier en daar zijn, maar dat is dan vooral om jullie imago op te poetsen. Het is camouflage, die moet verbergen dat jullie eigenlijk een platte besparingspolitiek voeren. En dan een premietje voor een wielercentrum links, voor een weet ik wat voor bezoekerscentrum aan een of andere universiteit rechts: strooigeld dat jullie strooien en dat moet camoufleren dat jullie aan de andere kant eigenlijk gewoon de begroting gebruiken voor platte besparingspolitiek.
Zo’n systeem zet de deur open voor willekeur. Elke minister zijn eigen strooigeld. Het beleid van deze regering presenteren jullie als een goednieuwsshow: de begroting is op orde, in 2027 is er zelfs een overschot. Applaus. De regering deelt een pluim uit aan zichzelf. Mocht het dan nog door verstandig beleid komen, dan zou ik mee applaudisseren, maar dat is niet zo. Naast de besparingen is de oorzaak het oppotten van geld, geld dat blijft plakken, van investeringen die niet worden gedaan. Dit wordt vervolgens dan gewoon gebruikt om het resultaat op te poetsen.
Ik sta stil bij hetgeen toch zichtbaar is in deze begroting, de inflatie. Die inflatie brengt voor de gewone Vlaming kopzorgen met zich mee, elke maand opnieuw. In uw begroting ziet u dat eigenlijk als een cadeau, een opportuniteit om te besparen.
De middelen die Vlaanderen ontvangt van het federale niveau, zoals vastgelegd in de Financieringswet en zoals ook te zien in de tabellen in de begroting, stijgen netjes mee met de levensduurte, om te garanderen dat er degelijk beleid gevoerd kan worden in de deelstaten. Maar in plaats van dat geld in te zetten voor de samenleving, houden jullie een deel achter. Geld dat de Vlamingen toekomt, blijft eigenlijk bij jullie plakken. Het duidelijkste voorbeeld, collega Van Rompuy, is wel degelijk die kinderbijslag. Een half miljard van de federale dotatie voor de kinderbijslag stroomt in 2023 niet door naar het groeipakket. U indexeert van een schamele 1 naar 2 procent. Van 1 naar 2 procent, terwijl de inflatie boven de 10 procent ligt. (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
Dat half miljard zou een wereld van verschil maken in – ik noem maar iets – de strijd tegen kinderarmoede. Die middelen oppotten terwijl heel wat gezinnen het water aan de lippen staat, ‘il faut le faire’.
En dan kom ik aan een tweede punt dat werkt in deze begroting, maar ook in het oppoetsen van uw begrotingsresultaat, minister. Dat zijn de zogenaamde onderbenuttingen, de dingen die we niet uitgeven, de onderuitgaven. Jullie riedeltje over goed bestuur zou geloofwaardig zijn, mocht er überhaupt beleid worden gevoerd. Maar in de realiteit – en dat is dus wat het laatste monitoringrapport heel duidelijk aantoont – zijn er honderden miljoenen – jawel, honderden miljoenen – die voorzien waren voor 2022, maar die u simpelweg niet uitgeeft. Budgetten voor klimaatbeleid, meer dan 65 miljoen euro extra inkomsten, worden niet uitgegeven. Een aantal investeringen in De Lijn worden niet uitgegeven, dienen eigenlijk om uw resultaat op te poetsen. De renovatiepremie, de provisie voor de versnelling – de versnelling, weet u nog, hier aangekondigd in het parlement – waarvoor dit jaar 65 miljoen euro werd voorzien, wordt niet uitgegeven. Tot daar uw versnelling. Dat die budgetten niet geïnvesteerd zijn, doet u af als een meevaller voor de begroting. Het tekort is 720 miljoen euro minder dan voorzien.
Ik vind dat op zijn zachtst gezegd opmerkelijk, dat jullie stilstand en non-beleid eigenlijk een goede zaak vinden en zelfs vermarkten als goed beleid. Ik vind dat bizar, ik vind dat cynisch. Als boodschap naar de Vlamingen kan dat tellen. Zij krijgen geen beter openbaar vervoer van deze Vlaamse Regering, geen klimaatbeleid, geen veilige en kwalitatieve kinderopvang, en ik kan nog wel even doorgaan. Wat ze wel krijgen, is een Excelbestand met cijfers boven de nul. Beste regering, wat stelt dat laatste voor wanneer ondertussen fundamenten waarvoor jullie verantwoordelijk zijn in de samenleving aan het afbrokkelen zijn?
Niet alleen fundamenten van onze samenleving staan voor een stuk op instorten, maar – ik pik er twee dingen uit – het klimaat is, wat ons betreft, nog altijd iets wat iedereen zorgen zou moeten baren. De klimaatconferentie heeft op dat punt heel wat zaken duidelijk gemaakt. VN-secretaris-generaal António Guterres schuwde de grote woorden daar niet: “We bevinden ons op de snelweg richting de klimaathel, met de voet nog steeds op het gaspedaal.” Maar deze Vlaamse Regering gaf niet thuis op de klimaatconferentie. Minister Demir vond het zelfs niet nodig om de VN-top bij te wonen, vanwege mensenrechten. Het zijn dubbele standaarden die jullie daar hanteren, beste Vlaamse Regering. Handelsreizen naar Dubai, China en Egypte zijn voor de minister-president wel geschikt om problemen rond mensenrechten aan te kaarten. Maar verschijnen op een klimaatconferentie, om te kijken wat we samen kunnen doen, dat laat minister Demir gewoon aan zich voorbijgaan. (Applaus bij Groen en de PVDA)
Het gebrek aan daadkracht en ambitie in het klimaatbeleid is niet meer of niet minder, collega’s, dan schuldig verzuim. Onder het motto ‘haalbaar en betaalbaar’ wordt elke ambitie naar beneden gehaald, terwijl investeringen zo nodig zijn en deze regering ook de instrumenten in handen heeft. We zitten niet op schema, we zitten echt niet op schema. De Commissie Vlaams Energie- en Klimaatplan laat zien dat we van bijvoorbeeld de eigen gestelde doelstelling, beste Vlaamse Regering, om CO2-broeikasgassen naar beneden te halen, zeer ver af zitten. We zijn aan het stagneren in de industrie. We zijn aan het stagneren en eigenlijk aan het stijgen bij kleine ondernemingen, terwijl we in 2040 een reductie van 40 procent moeten halen.
En dan, klimaatmiddelen niet uitgeven in 2022? U moet dat toch eens uitleggen aan de vele klimaatjongeren. Wat ons betreft is er een ambitieuze totaalstrategie nodig. In plaats van vooral aan communicatie te doen, zou het goed zijn dat er eindelijk – maar goed, we zijn in het laatste jaar – eens een deftig beleid komt.
Voorzitter, collega’s, ik vat samen: of het nu gaat om klimaat, om openbaar vervoer, om onze zorgsectoren, om sociale woningen of om onderwijs: deze Vlaamse Regering laat de mensen aan hun lot over. Warm Vlaanderen? Niet met deze regering. Het is terecht dat hier vandaag heel wat meerderheidsparlementsleden en ook ikzelf en mijn fractie met dat vlammetje voor de warmste week opgespeld zitten, om zogezegd mee te vlammen tegen kansarmoede, maar eigenlijk zou de oproep aan jullie moeten zijn: zet jullie macht in om echt iets te doen aan de kansarmoede en echt werk te maken van een warme samenleving. Dat is blijkbaar te veel gevraagd. Jullie spelden een heel klein vlagje op voor een liefdadigheidsactie, maar het is jullie job om ervoor te zorgen dat we deze acties niet langer nodig hebben. (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Wat zijn onze plannen voor het komende jaar? Wat doet Vlaanderen voor u in 2023? Dat bespreken we hier vandaag samen. Meerderheid tegen oppositie. Met woord en wederwoord. Argument en tegenargument, enfin straks toch. Maar het is goed dat dat kan. Want terwijl overal ter wereld de democratie onder vuur ligt, mogen wij hier nog van mening verschillen. Jullie kennen mij. Ik doe dat regelmatig, van mening verschillen. Ik nodig jullie uit om hetzelfde te doen, zolang we het maar over de grond van de zaak kunnen hebben. Onze fractie gelooft in gezonde confrontaties. ‘Du choc des idées jaillit la lumière’. Samen ideeën uitwisselen leidt tot betere resultaten.
Niemand van ons heeft de waarheid hier helemaal alleen in pacht. Daarvoor is de wereld te onzeker en te onvoorspelbaar geworden. Een jaar geleden wisten we niet dat het vandaag oorlog zou zijn in Europa. Een jaar geleden wisten we niet dat de energieprijzen de pan zouden uit swingen. Vorig jaar stonden we hier nog allemaal met mondmaskers. Vandaag staan we hier met dikke truien, enfin het is me opgevallen, de vrouwen toch, minister Crevits en minister Demir. De mannen hebben blijkbaar iets warmer bloed. Maar van gezondheidscrisis naar energiecrisis in één jaar tijd: het kan verkeren.
Minister, trek uw vest uit. U hebt een trui aan.
Collega’s, ik ga geen technische uiteenzetting doen van de begroting. Daar dienen straks alle themadebatten voor. Ik sta hier voor u om te vertellen waarom wij deze begroting, minister-president, met overtuiging zullen steunen en zullen goedkeuren. Tegelijk geef ik u mee wat onze bedenkingen zijn en wat er volgens ons nog beter kan, ‘plus est en nous’. Want dat is wat wij straks allemaal – als we thuis zijn en met vrienden en familie aan tafel zitten en naar kerstmarkten gaan – zullen moeten uitleggen: wat doen wij voor Vlaanderen en wat kan er nog beter?
Ik begin met onze allerhoogste prioriteit: werk, werk en nog eens werk. Er moeten meer mensen aan de slag en de mensen die aan het werk zijn, moeten meer overhouden. Werken is de beste sociale zekerheid. Dat is de beste bescherming tegen armoede. Werken zorgt voor een netwerk, voor sociale contacten, voor persoonlijke ontplooiing. We zitten met een paradox want het aantal werklozen in Vlaanderen daalt niet en toch hebben we overal mensen tekort.
Winkels en horecazaken moeten sluiten omdat ze geen personeel hebben. De kinderopvang heeft een tekort aan verzorgenden, leerlingen zitten in de studie of blijven thuis omdat we leerkrachten te weinig hebben. De hele zorgsector kraakt in zijn voegen. De lijsten met vacatures voor technische en digitale beroepen zijn bijzonder lang.
De boodschap is heel duidelijk: alleen dankzij meer werkende mensen kan Vlaanderen vooruitgaan en blijven zorgen. Daarom hebben we met de liberalen gestreden voor die heel belangrijke maatregel: de jobbonus. Dat is een nagel waarop wij al jaren kloppen. Aan iedereen die er soms moedeloos van wordt, kan ik zeggen dat het helpt om koppig vol te houden. Werken moet lonen. Wie elke dag opstaat, aan het werk gaat, bijdraagt, moet méér overhouden dan iemand die dat – door omstandigheden – niet doet. Het moet de moeite zijn om ‘uwe frak af te draaien’. Dat klinkt logisch maar dat is het niet. Het verschil tussen werken en niet-werken is te klein. Het kan toch niet zijn dat het voordeliger is om van de staat te leven dan voor jezelf of je eigen gezin te zorgen? Dan zit er iets niet juist. Met die jobbonus pakken we dat aan. Tot 600 euro extra per persoon en dit jaar nog eens een bijkomende bonus van 100 euro extra. Dat is een succes. We hoorden de minister vanmorgen op de radio. Meer dan 500.000 mensen, een half miljoen Vlamingen, heeft de bonus al aangevraagd. Meer dan 115.000 mensen hebben die vandaag al op de rekening gekregen, extra, netto, met de groeten van onder meer Open Vld.
Tegelijk pakken we de werkloosheid aan. Vanaf januari wordt de gemeenschapsdienst ingevoerd voor wie meer dan twee jaar werkloos is. Meer werkenden en meer loon voor wie werkt, is de eerste reden waarom de liberalen deze begroting met overtuiging zullen goedkeuren. (Applaus bij Open Vld)
Dank u wel, allebei.
Het waren er drie.
Dank u wel, alle drie.
Tegelijk moeten we kritisch blijven. Wat kunnen we nog doen, nog beter doen om nog meer mensen aan het werk te krijgen? Kunnen we niet meer pragmatisch zijn? Wat minder log en ambtelijk? Minder centraal aangestuurd, maar meer zoals minister Somers het ziet, vanuit de lokale besturen, dichter bij de mensen? Zijn alle opleidingen even zinvol en bruikbaar op de arbeidsmarkt? Moet VDAB dat nog wel doen? Lukt dat met vakbonden in de raad van bestuur? Is arbeidsbemiddeling wel een kerntaak van de overheid? We hebben bijzonder veel knowhow in ons land als het om tewerkstelling gaat in de private sector. Wat als we de private sector zouden vergoeden per persoon die opnieuw aan de slag kan en blijft? Zou het dan beter gaan? We moeten ons die vraag durven te stellen.
De tweede goede reden om deze begroting te stemmen is dat Vlaanderen probeert mensen te helpen die het echt nodig hebben. Kan iedereen geholpen worden? Neen. We maken keuzes. We breiden het aantal gezinnen uit dat van het verhoogd kindergeld kan genieten. Al zeker een kind op de vier krijgt nu verhoogd kindergeld boven op de algemene indexering van 2 procent. In dit moeilijke crisisjaar is er ook nog een bonus van 100 euro extra.
We geven meer geld aan kinderopvang. Dat is van levensbelang voor mensen die werken en kinderen hebben. De sector kreunt en ook al kunnen we niet alle noden in een keer opvangen, we zetten de aanbevelingen van dit parlement stap voor stap om.
Voor personen met de zwaarste handicap is de wachtlijst weggewerkt. Nieuwe aanvragen worden nu binnen het jaar behandeld.
We helpen Vlaanderen door de energiecrisis. Federaal beschermt men mensen door de energiefactuur te verlagen. Vlaanderen zorgt voor meer geld zodat de scholen, de woonzorgcentra, de instellingen voor personen met een handicap hun gas- en elektriciteitsrekening kunnen betalen. Zo vullen we elkaar aan.
We grijpen gericht in op huurprijzen. Van woningen die niet goed geïsoleerd zijn, mag de huurprijs niet stijgen. We helpen bedrijven en zelfstandigen. Het moet me wel van het hart dat de energiesteun, zoals die nu is uitgewerkt, niet werkt. Dat kan en moet beter. Ik zeg dat aan de regering. Vlaamse kmo’s kreunen onder de energielast en dus moet er nu, en snel, bijgestuurd worden voor het te laat is.
Dat brengt me ook bij introspectie, ook op dit thema. Wat we in Vlaanderen zelf doen, moeten we opnieuw echt heel goed willen doen. Meer hernieuwbare energie, betere kwaliteit van het onderwijs, en vooral een veilige zorg. Mensen helpen wil in de eerste plaats zeggen dat we kinderen, ouderen en zwakkeren moeten beschermen en dat we hun veiligheid moeten kunnen bieden. Dat zou eigenlijk de kern van het beleid moeten zijn. Laten we eerlijk zijn: dat is ons de voorbije jaren niet gelukt. Ondanks een groot en log ambtenarenapparaat en misschien door een kluwen van regels, lijken bijzaken soms belangrijker dan de hoofdzaak.
Een samenleving die wel regeltjes heeft voor lavabo’s en pispotten, maar niet kan voorkomen dat ouderen of kinderen worden vastgebonden en opgesloten, faalt in haar opdracht. Het is dus onze taak, van meerderheid en oppositie samen, om dat vertrouwen te herstellen.
Onze laatste prioriteit, voorzitter, is investeren: we stemmen in met deze begroting omdat ze investeert in infrastructuur, in mobiliteit, in hernieuwbare energie, in ruimtebeleid, in vergroening, in klimaatverandering en het Sigmaplan, bebossing, waterbeleid, de Blue Deal, energiebesparingen en in eigendom.
De registratierechten zijn omlaag gegaan, premies om te renoveren gaan omhoog, eigendomsrecht wordt gerespecteerd. Er wordt een record aan fietspaden gelegd, brokkelbruggen worden aangepakt, verkeersknooppunten vernieuwd en verbeterd. In Vlaanderen is Bob de Bouwer een vrouw en ze heet Lydia Peeters. (Gelach. Opmerkingen. Applaus bij Open Vld)
Overal langs Vlaamse wegen zie je haar staan met een gele helm op haar werf.
Investeren kost geld, en dus: ja, ook Vlaanderen heeft in deze crisistijd een begrotingstekort. Het is onze bedoeling om ten laatste in 2027 opnieuw in evenwicht te zijn. De schuld loopt op, dat weten we, minister van Begroting, maar er staan wel harde en broodnodige investeringen tegenover die uitgaven. Dat zijn investeringen die de economie doen draaien.
Ik ga mijn volgende vijf minuten niet gebruiken, maar ik rond hier af …
Maar u bent ook niet ingeschreven voor de volgende vijf minuten … (Opmerkingen van Gwendolyn Rutten)
Neen, neen.
O, jawel. Excuus.
Freedom of speech!
… maar regels van het parlement.
Ja, voorzitter, u laat me eindigen met een kritische noot.
Minstens even belangrijk om economisch krachtig te kunnen besturen, is een goed ondernemersklimaat. Als de rechtszekerheid in Vlaanderen niet gegarandeerd kan worden en onder druk komt te staan, dan is al de moeite om investeringen te doen voor niets. Investeringen hebben rechtszekerheid nodig. Het kan dus niet zijn dat regels voortdurend veranderen en dat afspraken en vergunningen zomaar worden ingetrokken. Hoe groot de uitdagingen ook zijn, op het vlak van energie, milieu of landbouw: Vlaanderen moet een betrouwbare economische partner zijn en blijven.
En nu rond ik af. We geven dus meer loon aan mensen die werken, we kiezen voor een Vlaanderen dat mensen helpt die dat het meest nodig hebben, en dat rechtszeker investeert in de toekomst. Onder die drie grote prioriteiten zetten wij graag onze schouders. We doen dat met nieuwe ideeën, met optimisme, en met een kritische blik om het nog beter te doen. Daarom zal onze blauwe fractie straks met plezier op de groene kop duwen. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, laat mij meteen met de deur in huis vallen: een begroting moet de mensen dienen. Daar zijn we het over eens, hoop ik. En dus is de enige vraag die vandaag voor ons telt heel simpel: welke Vlamingen zijn straks beter af dan tien jaar geleden? Welke Vlamingen zijn er dankzij deze meerderheid van Open Vld, cd&v en de N-VA op vooruitgegaan? En eerlijk, collega’s, dan oogt jullie bilan, na negen jaar, gewoon bedroevend. Het onderwijs: in crisis. De kinderopvang: stuikt ineen. Het openbaar vervoer: draait vierkant. De wachtlijsten in de zorg: langer dan ooit. Wonen: onbetaalbaar. Dat zijn stuk voor stuk exclusieve bevoegdheden van Vlaanderen waar jullie een zootje van hebben gemaakt.
Ik daag jullie uit, collega’s: noem mij straks één groep Vlamingen die vindt dat jullie de voorbije jaren voor hen hebben gevochten, die vindt dat jullie hun leven écht beter hebben gemaakt, met uitzondering natuurlijk, collega’s van Open Vld, van een aantal rijke grondspeculanten die straks verdienen aan jullie royale betonstopregeling of de Vokavrienden (Vlaams netwerk van ondernemingen) van de N-VA en de bonzen van Boerenbond dankzij cd&v.
Maar dat riedeltje van deze meerderheid over hardwerkende Vlamingen vooruithelpen, dat klopt voor geen meter. De waarheid is dat Vlamingen vandaag slechter af zijn dan toen jullie eraan begonnen. Misschien nog erger: het ziet er helemaal niet naar uit dat het morgen beter wordt, want deze regering doet niet alleen weinig tot niks om de koopkracht van mensen te beschermen, op langere termijn slaagt ze er ook niet in om de toekomst voor te bereiden.
En ja, mevrouw Rutten, het zijn inderdaad geen evidente tijden om te besturen, na de coronacrisis, een ongeziene energie- en koopkrachtcrisis en torenhoge energie- en winkelrekeningen. Maar net dan verwacht je toch dat een overheid tot het uiterste gaat om de koopkracht van haar burgers te beschermen, dat ze mensen helpt om deze crisis door te komen? Niet volgens deze Vlaamse Regering. Die vindt haar eigen portemonnee belangrijker dan die van haar burgers.
Wat hebben jullie gedaan om de koopkracht van de Vlaming te beschermen? Wees eerlijk: weinig tot niks. De inflatie staat op 11 procent en jullie proberen ouders te paaien met een indexering van het kindergeld van 2 procent en twee keer 100 euro om Vlamingen te doen vergeten dat Sammy Mahdi graag een show geeft als het over het kindergeld gaat, maar plooit als het erop aankomt. Alsof gezinnen niet voelen dat ze gewoon minder kunnen kopen voor hun kinderen op het einde van de maand. Aan de collega’s van cd&v die hier week na week durven te beweren dat jullie niet besparen op kinderen, toon mij één ouder die dat nog gelooft.
Dan zwijg ik nog over de alleenstaanden, de koppels zonder kinderen, de gepensioneerden, want die moeten al helemaal niet rekenen op deze Vlaamse Regering. Een paar eurootjes uit de energiefactuur en huurders met een slecht geïsoleerd huis zien hun huur niet stijgen, in het beste geval.
Het verschil, collega’s, met de Federale Regering kon niet groter zijn. (Opmerkingen. Applaus bij de N-VA)
Socialisten in de regering laten lonen en pensioenen stijgen – check –, beschermen de index – check – en verlagen de btw op gas en elektriciteit – check. (Applaus bij Vooruit. Opmerkingen bij de N-VA)
Ja, dat kost geld, minister Diependaele, maar dankzij die federale maatregelen is de koopkracht nergens beter beschermd dan in België. (Opmerkingen)
Honderden euro’s federale steun per maand die Vlamingen helpen om hun facturen te kunnen betalen.
En wat is het antwoord van deze Vlaamse Regering? “We mogen nu geen geld uitgeven, zodat we klaar zijn voor de volgende crisis.” Als jullie wat vaker buitenkwamen, collega’s, dan zouden jullie zien dat het nú crisis is! Niet morgen, maar vandaag. (Applaus bij Vooruit)
Wat nog erger is, collega’s: deze Vlaamse Regering lost het koopkrachtprobleem van veel Vlamingen niet op, ze maakt het alleen maar groter. Een ticket bij De Lijn wordt alleen maar duurder, terwijl je intussen blij mag zijn als er überhaupt nog een bus komt. De schoolfactuur stijgt, terwijl de kwaliteit van ons onderwijs alleen maar blijft dalen. Gewoon al inschrijven voor hoger onderwijs kost intussen meer dan 1000 euro, terwijl studenten vaak moeten vechten voor een plaatsje in de aula. De rusthuisfactuur loopt op, terwijl je er tegenwoordig zelfs niet meer gerust op kunt zijn dat uw dierbaren veilig zijn.
Idem voor de kinderopvang. Want dan kent deze Vlaamse Regering de index natuurlijk wel: ouders kregen de voorbije weken allemaal een brief van Kind en Gezin in de bus betreffende de indexering van de prijzen voor kinderopvang met 10 procent.
Intussen blijft het vertrouwen, collega's, van veel ouders in het agentschap onder nul.
Altijd hetzelfde: meer betalen voor minder kwaliteit. Dat bedreigt niet alleen de portemonnee van de Vlaming, collega’s, het bedreigt ook onze toekomst. Want hoe willen jullie de files korter maken, als er geen waardig alternatief is voor de auto? Hoe willen jullie dat kinderen zo vroeg mogelijk Nederlands leren, als de kinderopvang voor steeds meer Vlamingen gewoon onbetaalbaar is? Hoe willen jullie onze kenniseconomie doen draaien als vandaag zo veel kinderen niet de richting volgen die bij hen past, maar wel die hun ouders überhaupt kunnen betalen? Jullie morsen gewoon met talent.
Dan kunnen wij alleen concluderen dat deze regering er op geen enkele manier in slaagt om Vlaanderen klaar te maken voor de toekomst. Daarvan getuigt ook deze begroting: geen spoor van de broodnodige en gerichte investeringen waar wij met Vooruit al zo lang voor pleiten, in betaalbaar en sterk onderwijs, in betaalbare en kwalitatieve kinderopvang, in performant en betaalbaar openbaar vervoer. Hoe staat het trouwens nog met die 1 eurotickets, minister Peeters? Investeringen die renderen, die onze economie morgen doen draaien, die onze welvaartstaat financieren. Investeringen die zichzelf dubbel en dik terugbetalen omdat het op termijn gewoon meer kost om niks te doen, meer kost aan steun voor jongeren die hun plaats niet vinden, meer kost aan gezondheidszorg als de kwaliteit van de lucht zo slecht blijft, meer kost aan bedrijven omdat iedereen in de file staat.
En nu hoor ik u al denken dat er in deze begroting extra geld wordt vrijgemaakt. Dat klopt. Dat kan absoluut niemand ontkennen. Maar ofwel, collega’s, krijgen jullie het geld niet uitgegeven, of het nu gaat over betaalbare woningen of fietspaden, ofwel hebben jullie het zover laten komen dat het geld dat er nu bij komt zelfs geen begin van een oplossing biedt voor wat jullie de voorbije negen jaar hebben afgebroken.
Neem nu de Lijn. Daar zullen de bijkomende middelen net volstaan om te zorgen dat de boel niet finaal in elkaar stuikt, minister Peeters. Dat er überhaupt nog trams kunnen rijden op rails die intussen zo schandalig versleten zijn, dat je in sommige steden tegenwoordig sneller bent met paard en kar dan met de tram. We kennen uw nostalgie voor het verleden, collega’s van de N-VA, maar dit is er toch echt een beetje over? (Opmerkingen van Karl Vanlouwe. Applaus bij Vooruit en Groen)
Zelfde verhaal in de kinderopvang, maar evengoed de jeugdhulp. Daar zit het personeel na jaren van besparingen en efficiëntiewinsten dusdanig op zijn tandvlees, dat er gewoon niemand meer wil werken. En ook uw 112 miljoen extra, minister Crevits, zullen daar niks aan veranderen. Want alle mooie woorden en beloftes ten spijt moet dat geld blijkbaar vooral dienen om een aantal kindplaatsen betaalbaarder te maken. Een goede zaak natuurlijk, maar dat heeft niks te maken met het Marshallplan dat nodig is om de sector te redden na jaren van verwaarlozing. Jaren onder de onafgebroken bevoegdheid van cd&v, minister Crevits, de zelfverklaarde gezinspartij. Verbaast het u dan dat de sector u niet meer vertrouwt? Want u kunt zelfs vandaag geen perspectief bieden op betere kwaliteit, op minder kindjes per begeleider, op betere verloning. U voert een deel van het huiswerk van de onderzoekscommissie uit, maar van een cd&v-visie op kinderopvang is al lang geen sprake meer.
Want het is niet alleen een kwestie van geld, collega’s. Deze regering slaagt er ook gewoon niet in om structurele hervormingen door te voeren en beleid te voeren dat de uitdagingen van de toekomst echt aanpakt, omdat jullie ministers meer ruzie maken dan besturen. Een nieuwe week, een nieuw rondje vechten over het stikstofbeleid, minister Brouns en minister Demir. En intussen leven veel boeren in vreselijke onzekerheid en gaat de natuur verder achteruit.
Omdat ministers ook liever twitteren blijkbaar, dan besturen – over Vlaams geld voor Nederlandse kerncentrales – in plaats van een geloofwaardig isolatie- en renovatiebeleid te voeren dat ervoor zorgt dat alle Vlamingen, ook die niet veel centen hebben, morgen gewoon minder energie nodig hebben.
Het ontbreekt deze regering ook gewoon vaak fundamenteel aan ideeën, aan visie. Hoe schrijnend, minister Weyts, dat u nu nog een Commissie van Wijzen moet samenroepen om te vertellen wat u moet doen. Bijna tien jaar nadat Bart De Wever beloofde dat met de N-VA alles anders werd op Onderwijs, vier jaar nadat u minister van Onderwijs werd, en intussen hebben nog nooit zo veel kinderen in de studie gezeten, nog nooit zo veel leerkrachten en directeurs afgehaakt, nog nooit zo veel ouders zich grote zorgen gemaakt over de toekomst van hun kinderen … Wat zegt dat over uw partij, minister Weyts? Wat zegt dat over uw fractie, mijnheer Vandaele? Als jullie na negen jaar roepen dat jullie het onderwijs gaan redden eigenlijk moeten toegeven dat je simpelweg niet weet hoe. Dat zijn negen verloren jaren voor ons onderwijs. (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)
Voorzitter, ik rond af en ik zal mijn tien minuten straks ook niet nodig hebben.
Collega’s, ik besluit. Al negen jaar lang duwen jullie hier elke week op het groene knopje voor alle voorstellen die de regering jullie hier voorschotelt. Maar de vraag is: wat heeft dat de Vlamingen eigenlijk al opgeleverd?
Na negen jaar Zweeds beleid worden mensen elke dag geconfronteerd met de realiteit van jullie beleid: stijgende facturen en toenemende stilstand, crisis in het onderwijs, crisis in de kinderopvang, crisis op de woonmarkt.
En eigenlijk is er ook geen hoop op beterschap, met een ruziënde regering zonder ambitie, zonder ideeën om wie zijn best doet vooruit te helpen, om Vlaanderen beter te maken. Daar is deze begroting opnieuw het beste bewijs van.
Wat er overblijft, is een Vlaanderen dat achteruitgaat. Dat is de erfenis van tien jaar N-VA, CD&V en Open Vld. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Beste regering, beste ministers, we gaan vandaag door de grootste koopkrachtcrisis van de eeuw. Het zijn uitzonderlijke tijden, en dat vraagt ook om uitzonderlijke maatregelen. Maar deze regering heeft er expliciet voor gekozen om dat niet te doen. Jullie kiezen voor de begrotingscijfertjes, omdat dat het enige is waarmee jullie nog naar de verkiezingen durven te gaan. Maar ondertussen laten jullie de werkende mensen, de kleine zelfstandigen, de kleine bedrijven in de kou staan.
Tijdens de coronacrisis hebben jullie miljarden euro’s uitgegeven om de bedrijven te ondersteunen. Vaak was dat terecht – ik zie u kijken, minister-president Jambon –, maar vaak ook onterecht, zo blijkt vandaag. Want vandaag mogen jullie honderden miljoenen euro’s aan coronasteun terugvorderen.
Maar nu de mensen hun energiefactuur niet kunnen betalen, nu gaat ineens de vinger op de knip. De regering laat de mensen vandaag letterlijk in de kou staan. Vivaldi laat de mensen vandaag in de steek, dat is zeker. Maar wat Vlaanderen doet, doet het killer en nog kouder. Jullie kiezen voor een begroting in evenwicht, maar een samenleving in het rood.
En de temperaturen zakken, de energiefacturen gaan omhoog. En wat doet deze Vlaamse Regering? Wie gaat deze Vlaamse Regering helpen om de energiefactuur te betalen? Dat zijn niet de werkende mensen, dat zijn niet de kleine zelfstandigen. Zij krijgen 6 euro korting op een heel jaar. Daar kun je vandaag zelfs nog geen douche van nemen. Maar aan wie gaan jullie 20 miljoen euro steun geven? Aan wie? Aan ExxonMobil, aan BP en aan Total, de energiemultinationals die vandaag nota bene miljarden winst boeken op deze crisis. Dat kun je gewoon niet begrijpen. (Opmerkingen van Karl Vanlouwe)
En het gaat zelfs verder. Jullie misbruiken de gierende inflatie om een nieuwe besparingsronde door te voeren, alsof die besparingsronde van 2019 nog niet genoeg was. Want terwijl jullie eigen middelen wel netjes de inflatie volgen, blokkeren jullie de werkingsmiddelen van organisaties, van zorginstellingen, van de openbare diensten die afhangen van de Vlaamse Regering, van de Vlaamse overheid. Jullie blokkeren het kindergeld van de gezinnen die het vandaag zo hard nodig hebben. Een tweede besparingsronde midden in deze crisis, dat is totaal onverantwoord.
En in 2019 durfden jullie daar nog voor uitkomen. Jullie durfden toen nog te zeggen dat Cultuur het met iets minder zou moeten doen, dat er met 6 procent zou moeten worden bespaard op de werkingsmiddelen, dat de openbare diensten het met 1440 mensen minder zouden moeten doen.
Maar vandaag verzwijgen jullie gewoon wat er aan het gebeuren is. Jullie besparen vandaag geen 6 procent, maar 10 procent, 10 procent structureel! Dat zijn middelen waarmee scholen lesmateriaal moeten kopen, waarmee voorzieningen voor personen met een handicap hun gebouwen moeten verwarmen, waarmee sociale werkers ondersteuning moeten krijgen om al die mensen te helpen die het vandaag moeilijk hebben.
En inderdaad, jullie geven wat compensaties. Maar, ministers, die volstaan vandaag totaal niet. En vooral, die zijn eenmalig, dat zijn geen structurele maatregelen, maar eenmalige cheques en premies. Het lijkt de Vivaldiregering wel.
Maar, beste regering, die inflatie komt niet uit de lucht vallen. Dat is het gevolg van energiemultinationals die dankzij de vrije energiemarkt monsterwinsten boeken op onze rug, en monopoliebedrijven die prijzen omhoogdrijven, van voeding tot benzine. Daar steken jullie vandaag geen vinger naar uit – niet deze Vlaamse Regering, niet de Federale Regering, en niet de Europese regering. Op al die niveaus zijn de verschillende partijen hier in dit halfrond aan de macht. Maar nergens wordt die gasten een strobreed in de weg gelegd. Ze kunnen zich vandaag blijven verrijken tegen een tempo dat we in de geschiedenis van de mensheid nog nooit gezien hebben.
Ondertussen kunnen er gezinnen hun energiefactuur niet betalen, en ondertussen is er geen geld om de kinderopvang te redden. Kinderen zitten vandaag in de kou in de klas, omdat Engie en co. vinden dat ze nog niet genoeg winst hebben kunnen maken. Jullie laten dat allemaal maar gebeuren, we moeten dat allemaal maar slikken, we moeten dat allemaal maar zien gebeuren. Er gebeurt niets tegen.
Dat is ook zo voor het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs. Het inschrijvingsgeld wordt volgend jaar 1100 euro. En u, minister Weyts, vindt dat dat maar moet kunnen. U vindt dat normaal. Ik vraag mij af: hoort u dat niet? Hoort u niet al die studenten die vandaag aan de alarmbel trekken, die zeggen dat ze er vandaag een extra studentenjob moeten bij nemen om hun kot nog te kunnen betalen? En waarom? Waarom eigenlijk? Dat komt omdat Engie en al die andere energiemultinationals vinden dat ze nog meer winsten moeten kunnen cashen. Minister Weyts, uitzonderlijke tijden vragen om uitzonderlijke maatregelen. Ik vraag u om het inschrijvingsgeld vandaag te bevriezen.
We staan voor grote uitdagingen, niet alleen om een antwoord te bieden op de dalende koopkracht, maar ook om de kinderopvang te redden, om onze mobiliteit vlot te trekken, om onze energievoorzieningen te vergroenen en ook om onze zorg opnieuw kwaliteitsvol en aantrekkelijk te maken, op maat van de mensen die de zorg nodig hebben, op maat van de ouderen, op maat van de mensen met een beperking, op maat van de kinderen.
Maar deze regering slaagt erin om een aantal van die uitdagingen gewoon vierkant te negeren. Ze zorgt enkel voor een doekje voor het bloeden. Deze regering, deze begroting weerspiegelt een stuitend tekort aan ambitie, en dat is een begroting die maar voor één groep in deze samenleving een goede zaak is, en dat is deze regering zelf. Daarom zullen wij deze begroting niet goedkeuren en zullen we tegen stemmen. (Applaus van Kim De Witte)
De heer Vandaele heeft het woord.
Nu mag er wel onderbroken worden, collega’s. Het hoeft niet, maar het mag.
Het hoeft inderdaad niet, voorzitter, daar hebt u gelijk in.
Collega’s, 2022 is het jaar van de oorlog in Oekraïne en van de energiecrisis, dat zeiden we al. Maar 2022 is ook het jaar van de 8 miljardste mens. Toen ik het levenslicht zag, inderdaad, enige tijd geleden, bewoonden amper 2,8 miljard mensen onze aardbol. Heeft de aarde de draagkracht om zoveel mensen op een duurzame manier te herbergen? De opwarming van de aarde en de vele andere milieuproblemen geven in ieder geval aan dat het niet kan op de manier zoals we het de voorbije decennia hebben gedaan. En daar volg ik collega Rzoska.
Maar hij hangt een veel te negatief beeld op wat de inspanningen van deze regering betreft. Deze regering voert wel degelijk een milieubeleid dat krachtiger is dan ooit tevoren. Rekening houdend met het aantal inwoners, collega Rzoska, staan we wat zonne-energie betreft op de derde plaats in Europa, na Duitsland en Nederland. Wat windenergie betreft staan we op de vierde plaats, na Duitsland, Nederland en Denemarken. België haalde in 2020 zijn doelstellingen wat energie-efficiëntie betreft dankzij Vlaanderen. Vlaanderen was de enige regio die beter deed dan de doelstellingen; de andere regio's deden slechter.
Een ander symbooldossier – nu zou collega Mieke Schauvliege mij meteen onderbreken – is de bebossing. In 2019 plantten we 2.645.316 bomen, collega’s. En als je de pers gelooft, dan lijkt het alsof minister Demir die grotendeels zelf, persoonlijk heeft geplant.
Er kwamen 736 hectare nieuw bos bij en 420 hectare compensatiebos. Voor het eerst komt er in Vlaanderen meer bos bij dan er verdwijnt.
Er ligt voor 2023 nog heel wat werk op de plank. Het stikstofakkoord moet in decretale teksten worden gegoten, we werken voort aan de bouwshift, het zevende mestactieplan (MAP 7) moet vorm krijgen. Het stikstofakkoord, dat weten we, wil onze waardevolste natuurgebieden vrijwaren en herstellen, maar tegelijk ook een duurzame toekomst bieden aan onze Vlaamse landbouw, met een pakket aan flankerend beleid ten belope van 3,6 miljard euro tussen vandaag en 2030. Het MAP moet eindelijk de oppervlaktewaterkwaliteit garanderen die wij al jaren geleden moesten bereiken. En de bouwshift moet een halt toeroepen aan de extra verharding en ruimte-inname. Vandaag, collega’s, is er nog 5 hectare ruimte-inname per dag, 33,3 procent ruimtebeslag, 15 procent verharding.
Collega Sintobin wil u onderbreken.
Ik dacht al: waar blijft die Sintobin? (Gelach)
Ik zal dit ook herhalen tijdens mijn tussenkomst over het beleidsdomein Landbouw. U hebt het over het stikstofakkoord, collega Vandaele, en u hebt het over het pestactieplan – euh, het mestactieplan. Als ik de laatste dagen en weken verschillende leden van de meerderheid en verschillende ministers – om minister Brouns en minister Demir niet te noemen – hoor, dan vraag ik me af of er eigenlijk nog een stikstofakkoord is. Is er binnen de Vlaamse meerderheid nog een akkoord over dit stikstofdossier? En met wat er allemaal gezegd is over het mestactieplan en de verwijten heen en weer tussen minister Brouns en minister Demir, vraag ik me af waar we naartoe gaan met dit mestactieplan. Is daar nog een akkoord over? Is er nog overeenstemming? Over deze twee dossiers is het mij niet duidelijk of er nog eensgezindheid is binnen de Vlaamse meerderheid. Ik wil verwijzen naar collega’s van de meerderheidspartijen. “Wat zal de Vlaamse Regering voor u doen?”, zei u daarjuist, mevrouw Rutten. Ik vraag me af wat de Vlaamse Regering in 2023 zal doen voor de boeren.
U hebt ook de tussenkomsten gehoord van mevrouw Rutten, van mevrouw Rombouts en collega Van Hulle. Dat zijn allemaal leden van de meerderheid die het stikstofakkoord tot op de grond afbraken en heel wat kritische noten hadden bij het mestactieplan. U zegt dat u een akkoord hebt en dat u een decretale basis zult maken in 2023. U zegt dat u het mestactieplan zult opmaken in 2023. Maar is er wel een akkoord over?
Collega Goeman wil tussenkomen. Mag collega Vandaele eerst hierop antwoorden?
De heer Vandaele heeft het woord.
Collega Sintobin, we hebben jarenlang noodzakelijke milieumaatregelen voor ons uit geschoven. Daar moeten we eerlijk in zijn. Of we hebben ze maar mondjesmaat uitgevoerd. Ook de N-VA zat mee aan de knoppen. Waarom was er die aarzeling? U weet dat. Omdat het maatregelen zijn die zeer ingrijpend zijn, die niet populair zijn, die lastig zijn. Dat zijn ze vandaag nog altijd. Maar vandaag is uitstel geen optie meer. Europa herinnert ons daar op tijd en stond en misschien veel te vaak aan. Er loeren fikse boetes. Maar als u het mij vraagt, collega Sintobin: ik ben er in elk geval van overtuigd dat deze regering ook die aartsmoeilijke dossiers tot een goed einde zal brengen. Ik heb daar vertrouwen in, en mijn fractie ook.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Uiteraard, collega’s, wil ik met jullie uitgebreid discussiëren over de details van de stikstofdeal. Dat interesseert ons ook bijzonder. Maar laat ons dat in commissie doen. Dit is een begrotingsplenaire. Wat mij vandaag interesseert, is wat de Vlaamse Regering gaat doen met haar centen om het leven van de mensen beter te maken. Daar slaagt ze, voor alle duidelijkheid, niet in, collega’s. Niet om hun portemonnee te beschermen, en niet om de toekomst voor te bereiden. De Vlamingen zien toch wat wij zien? Er is crisis in de kinderopvang, er is crisis in het onderwijs. Dat zijn cruciale sectoren om onze toekomst voor te bereiden. Het zijn allemaal ook domeinen waar de Vlaamse Regering exclusief voor bevoegd is, waarover jullie al tien jaar de lakens uitdelen. En dan is het telkens opnieuw: “Ja maar, we gaan nu geen geld uitgeven zodat we voorbereid zijn op de volgende crisis.” Mijn vraag aan u, minister, is: hoe kunnen de Vlamingen erop vertrouwen dat jullie de volgende crisis gaan oplossen, als jullie de huidige crisis niet opgelost krijgen? (Applaus bij Vooruit)
De heer Sintobin heeft het woord.
Collega Goeman, ik vind uw vragen terecht, maar ik vind het toch wel straf dat u hier komt zeggen dat wij bijvoorbeeld niet mogen spreken over het stikstofprobleem, dat dat iets is voor de commissie. Dat gaat over de toekomst van onze landbouw, dat gaat over de toekomst van duizenden jobs, dat gaat over de toekomst van een belangrijke economische sector in Vlaanderen. Ik zal er straks nog wel op terugkomen.
De heer Muyters heeft het woord.
Ik wil wat dieper ingaan op de schuld, de tekorten en dergelijke dingen. Ik begin bij de schuld.
Daarnet is gezegd dat collega Van dermeersch een doembeeld naar voren heeft gebracht over onze schuld en over het oplopen van onze schuld tot 80 procent van de lopende ontvangsten. Ik wil wel nog eens benadrukken dat dit gaat over de lopende ontvangsten en niet over het bruto binnenlands product (bbp). Sommigen verwarren dat al eens. Ik denk bewust, maar het kan ook onbewust zijn.
Ons dan vergelijken met Mathot, dat vind ik hilarisch. Er is geen commissievergadering geweest waarin minister Diependaele niet over de schuld heeft gesproken en zich ook zorgen maakte over het oplopen van de schuld. Hij heeft er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat de schuld minimaal oploopt: met de begrotingsaanpassing (BA) light, met ‘spending reviews’, met de Brede Heroverweging. En ja, met een pad naar evenwicht, nu al, naar 2027. Met maatregelen die onder meer met die Brede Heroverweging zijn genomen. Dus ik denk, collega’s van het Vlaams Belang, dat we u niet nodig hebben voor een pad naar evenwicht. Deze regering heeft dat pad al uitgetekend.
Wat ik opvallend vind aan de tussenkomst van collega Goeman, is dat zij zegt – en ze heeft dat nog eens herhaald – dat wij geen beleid voeren en dat het federale niveau dat beter doet. Als beter doen is: meer tekort realiseren, meer schuld opbouwen, veel meer schuld opbouwen, dan hebt u gelijk, collega Goeman. Als in 2023 8,1 miljard euro van de middelen van de Belgen aan intresten geven een beter beleid is dan 700 miljoen euro van de Vlamingen aan intresten betalen, dan hebt u gelijk. (Applaus bij de N-VA)
Maar die 8,1 miljard euro aan middelen die aan intresten worden gegeven, kun je niet geven aan beleid dat nodig is op het federale niveau. Ik hoop dat we in Vlaanderen niet die weg opgaan. Ik ben er zeker van dat dat met deze regering niet zal gebeuren. (Applaus bij de N-VA en van Bart Dochy)
En dan kom ik bij collega Rzoska. Ik vind het spijtig dat ik kritiek op u moet geven, want ik vind dat u altijd heel sterk bent in de begrotingsbesprekingen in de commissie. Maar zeggen dat we geld oppotten op een moment dat er een begrotingstekort is van 2 miljard euro, dat begrijp ik niet. Dat is zogenaamd federaal geld dat we achterhouden omdat het geoormerkt is voor de kinderbijslag. Maar dat klopt natuurlijk niet! U weet dat, want bij elke staatshervorming is er minder geld dan bevoegdheden overgekomen. Wat hadden we moeten doen? Stoppen met het uitoefenen van die bevoegdheden? Neen. Keuzes maken! Dat heeft deze regering op een verstandige manier gedaan. (Applaus bij de N-VA en van Bart Dochy)
Ik sluit af met een opvallende tegenstelling. Collega Van dermeersch zei dat meer uitgaven deze regering binden. Collega Rzoska zei dat meer besparen deze regering bindt. Ik kan maar één ding besluiten. Dat gezonde evenwicht tussen gericht steunen voor wie het echt nodig heeft en ervoor zorgen dat de toekomst niet wordt belast, dat bindt deze regering, en daar sta ik achter. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik zie een Federale Regering die de koopkracht het beste beschermt van alle landen in heel Europa. En, collega’s, moet er worden hervormd, ook federaal? Absoluut! Pensioenen, fiscale hervorming … Zodat we ervoor zorgen dat de sterkste schouders opnieuw de zwaarste lasten dragen. Absoluut! Maar, collega’s, het gaat hier vandaag over Vlaanderen. (Opmerkingen bij de N-VA)
Jullie antwoorden niet op mijn vragen. Waar is jullie onderwijshervorming? Waar is de hervorming in de kinderopvang? Ik luister.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik was blij met de tussenkomst van collega Goeman toen ze zei: “Laat het ons over de begroting hebben.” Ik heb haar daarnet op het spreekgestoelte eigenlijk alleen horen spreken over de taart verdelen. Op geen enkel moment, mevrouw Goeman, heb ik u horen spreken over wie die taart moet bakken en hoe die taart moet worden gebakken. Ik had het eerlijk gezegd ook niet verwacht van u.
U zegt zelf dat we het hier over Vlaanderen zouden moeten hebben, maar u hebt het over het federale niveau gehad. U zegt dat u daar het beste bent van heel Europa inzake koopkracht. Ik ken maar één prijs die Europa aan het federale niveau heeft uitgedeeld en dat is dat daar de slechtste maar dan ook de allerslechtste begroting voorligt, waarover zelfs ons eigen Rekenhof zich niet wil uitspreken.
Als we het hebben over de koopkracht doen stijgen, dan zeg ik u dat u zich moet vasthouden voor de automatische index want het zal opnieuw deze Vlaamse Regering zijn die een volgende crisis mag gaan bezweren wanneer er jobverlies komt. Het is deze Vlaamse Regering die via slimme leningen, slimme participaties en slimme investeringen ervoor heeft gezorgd dat we zowel tijdens de coronacrisis als nu ondernemingen die gezond waren voor de crisis maar het nu moeilijk hebben, erdoor trekken. Dit allemaal via slimme maatregelen. Wat u federaal doet, is uitkeringen verhogen en ervoor zorgen dat er minder mensen gaan werken. Wij zijn tegen uw stroom in aan het doorknallen om ervoor te zorgen dat er toch minstens nog middelen zijn om te herverdelen naar wie ze nodig heeft. Ik hoop dat we het vanmiddag ook kunnen hebben over hoe we de taart kunnen bakken en dat er uit u niet alleen platitudes komen maar ook concrete voorstellen daartoe. (Applaus bij de N-VA)
De heer Veys heeft het woord.
We moeten hier het begrotingsdebat voeren. Ik denk dat politici de taak hebben om dat in mensentaal uit te drukken. Collega Muyters had het over tekorten, maar ook in Vlaanderen hebben jullie bewust gekozen voor tekorten: een tekort aan betaalbare woningen – woningen zijn nog nooit zo duur geweest–, een tekort aan voldoende en veilige kinderopvang, een tekort aan plaatsen in de jeugdhulp. Dat is de reden waarom wij jullie de vraag stellen: noem ons één groep Vlamingen die erop vooruitgegaan is, want wij vinden die niet. Voor wie zijn jullie beleid aan het voeren, behalve voor de vrienden die vlot kunnen komen lobbyen op de kabinetten? Wat doen jullie voor de gewone Vlaming zodat die beter rondkomt en vooruit kan gaan? Het is een zeer simpele vraag, collega's. (Opmerkingen bij de N-VA en van minister Zuhal Demir en minister Matthias Diependaele. Applaus bij Vooruit)
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega, er zijn vandaag geen camera's aanwezig, geen analisten die ons zeggen hoe het allemaal zit. Dat is wel handig want dan moeten we beter luisteren naar elkaar. Ik heb goed geluisterd, vooral naar wat de oppositie heeft gezegd. Ik heb twee dingen gehoord. Ik heb langs de ene kant Groen en de PVDA gehoord die een heel verhaal hebben gebracht over dat we te weinig uitgeven. Zelfs in deze crisistijden geven we nog veel te weinig uit. We zijn te voorzichtig. Langs de andere kant is er het Vlaams Belang dat zegt dat we veel te weinig voorzichtig zijn, dat we veel te veel uitgeven en onze schuld stilaan in de regionen van een PS-beleid komt.
Collega's, als ik nu kijk naar wat hier echt voorligt in de begrotingsdocumenten, dan komen die twee dingen terug. Er wordt volop ingezet op kerntaken. Ja, dat kost geld. Dat zijn extra uitgaven. Dat gaat bijvoorbeeld naar de zorg, naar mensen met een beperking. De wachtlijst voor de mensen die het het meeste nodig hebben, is helemaal weggewerkt. Dat is ongezien. Daar hebben we jaren over gedebatteerd. Nu is dat eindelijk in orde. Weinigen zijn daar precies tevreden mee, maar voor mij is dat een serieuze prestatie. We geven extra uit aan werk, activering en mobiliteit en dat soort dingen. Dat zijn de echte kerntaken van de overheid. Langs de andere kant is er inderdaad nog altijd een tekort van 2 miljard euro alles bij elkaar genomen. Er is een schuld die inderdaad nog altijd naar 80 procent van de ontvangsten gaat. Als we die twee samen nemen, de synthese van wat de twee oppositieblokken zeggen, dan kom ik tot het beleid van de regering. Ik reken eigenlijk op een absolute meerderheid voor de goedkeuring van de begroting straks. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Collega Ronse, kunt u op dit moment echt zeggen dat de Vlaamse Regering straks niet weer een crisis zal moeten bezweren? Als u iets gedaan hebt deze legislatuur, dan is het crisissen uit de hand laten lopen, crisissen waarvoor u al jaren werd gewaarschuwd dat ze uit de hand zouden lopen. (Opmerkingen bij de meerderheid)
Wat de crisis in de kinderopvang betreft, schreef de kinderrechtencommissaris al in 2013 een advies dat zei dat het onhoudbaar was om met acht kinderen per persoon te werken. Wij willen naar een norm van een op vier, zoals het middenveld vraagt. U hebt altijd de mond vol van activering. Vorig jaar al schreef Stijn Baert dat de reden waarom mensen niet gaan werken, is dat ze geen kinderopvang hebben. Twintigduizend deeltijdse vacatures zouden vorig jaar al op VDAB niet hebben moeten openstaan. Weet u wat 42 procent van de deeltijds werkende vrouwen tussen 25 en 49 jaar als hoofdreden opgeven? Ze hebben geen kinderopvang. En dat was in 2020. We zijn één jaar later en wat hebt u gedaan? U hebt brandjes geblust, en daar hebt u geld aan uitgegeven. U schept op dat uw begroting op orde is. Weet u op wie u lijkt? U lijkt op ouders die in de vrieskou zien dat hun kind geen wintermantel heeft, en die op dat moment zeggen dat ze er geen gaan kopen, omdat ze eens onder nul zouden kunnen gaan op het einde van de maand. Daar lijkt u op. En de mensen staan inderdaad letterlijk en figuurlijk in de kou.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik wou toch nog even terugkomen op collega Goeman. U hebt zelf verwezen naar die federale begroting, niet wij. Ik hoor u hier opnieuw zeggen – en dat is de riedel die ik al jaren van de socialisten hoor, dat u nu wilt investeren en dan later hervormen om het recht te trekken. Die later gaat altijd maar verder en verder en die put wordt altijd maar dieper en dieper. Hier in Vlaanderen doen we niet aan dat socialistisch beleid van een put die dieper en dieper wordt en uitgestelde hervormingen.
Maar wat we wel doen – ik vind het straf dat u dat vergeet te zeggen in een begrotingsdebat –, is dat er bij de begroting voor welzijn in 2023 2,4 miljard euro bij komt. Deze legislatuur is het budget voor welzijn met 3,5 miljard gestegen. Voor onderwijs komt er dit jaar, na BA 23, 1,5 miljard bij. Deze legislatuur is het budget voor onderwijs gestegen met 2,3 miljard. Maar, zoals collega Muyters zegt, dat is niet alleen extra geld. We sturen op bepaalde punten ook bij.
Dat maakt het verschil tussen een Vlaamse begroting en een federale begroting. U verwijst naar later, maar ‘later’ gaat over onze kinderen en onze kleinkinderen die in die kinderopvang zitten, die in die scholen zitten. U schuift een factuur naar hen door die ze niet kunnen betalen. Dat is het failliet van onze toekomst, van dit land, en in Vlaanderen moeten we zorgen voor een gezonde begroting, maar ook met investeringen in onderwijs en in welzijn, en dat is een gezond evenwicht. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Die riedel over het onderwijsbudget dat stijgt, horen we natuurlijk ook al een hele legislatuur, mijnheer Daniëls. Maar we weten allemaal hoe dat dat komt. Dat is omdat er meer leerlingen bij komen. De financiering volgt omdat de lonen van de leerkrachten ook moeten worden geïndexeerd.
Maar iedereen ziet hier in het parlement wat ik zie: duizenden vacatures staan open, leerlingen zitten uren in de studie, de kwaliteit van het onderwijs – de peilingstoetsen komen straks uit – blijft achteruitgaan en onderwijs is voor veel kinderen onbetaalbaar. Van jullie regering komt er geen plan en er is geen hoop op beterschap. En kom me niet vertellen, mijnheer Daniëls, dat de Vlaamse Regering ook geen geld uitgeeft. Jullie geven ook geld uit: aan structureel verlieslatende regionale luchthavens, aan een Vlaamse canon, aan een Vlaams museum, aan muziektherapie voor varkens. (Opmerkingen bij de meerderheid)
Als we dan toch het debat gaan voeren over wat de kerntaken van een overheid, van een Vlaamse Regering, zijn, hoop ik dat we het erover eens zijn dat onderwijs er daar een van is, en dat elke euro die je daarin investeert, zichzelf dubbel en dik terugverdient, omdat het dan over onze toekomst gaat. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Als we het onderwijsdebat al even aanvatten ... Ik wilde de heer Vandaele daar toch ook wel over ondervragen. Hij heeft daar inderdaad één zinnetje over gezegd, zeer algemeen: de middelen stijgen. Meer dan dat was het niet. Een begroting gaat over de middelen, maar natuurlijk ook over wat je met die middelen doet. Mijnheer Vandaele, wat dat betreft, zou ik u toch wel eens willen vragen wat u vindt van de resultaten op het vlak van onderwijs. Dat is altijd het paradepaardje geweest van de N-VA. De N-VA had dé recepten om ons onderwijs beter te maken. Het was voor de heer De Wever ook dé inzet van de verkiezingen. Waar staan we vandaag? We moeten dan toch echt die vraag durven te stellen. Wat mogen we nog verwachten van deze regering en van deze legislatuur? De kwaliteit van ons onderwijs heeft nog nooit zo onder druk gestaan. Deze week was er nog eens het bericht dat het nog slechter gaat met het lezen bij onze leerlingen. Vorige week: het mentale welzijn van de leerlingen staat onder druk. De week daarvoor ging het over de schoolkosten. Vandaag gaat het over het feit dat er nog nooit zo veel is gespijbeld. En dan hebben we inderdaad dat ongelooflijke lerarentekort. Minister Weyts moet eigenlijk ocharme een beroep doen op een ex-cabinetard van de socialisten om het probleem van het lerarentekort aan te pakken. (Opmerkingen)
Mijnheer Vandaele, dat is toch wel bijzonder beschamend. U kunt toch niets anders dan dat toegeven. Hoe kijkt u daarnaar als fractieleider van een partij die vond dat ze met “de kracht van verandering” de problemen in het onderwijs zou oplossen?
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Collega Daniëls, ik wil me tot u richten. Ik heb veel waardering voor u en uw kennis in het parlement. Ik begrijp dat u altijd de minister moet beschermen, maar help me eens te begrijpen waarom u, als verstandig man, die toch een heel brede kennis heeft, het zonlicht loochent. Kijk naar de praktijk. Wij kunnen hier uren samen debatteren onder deze koepel, maar ik en onze fractie kijken naar wat er in de praktijk gebeurt. Elk dag spreek ik met directeurs, van zowel het basisonderwijs als het secundair onderwijs en het bijzonder onderwijs. Dat is voor mij de hartslagmeter. Niet dit hier, waar wij elkaar proberen te overtuigen dat de ene beter is dan de andere. Wat stellen we vast? Mijn vrouw geeft les in het secundair onderwijs. Daar worden alweer maanden vele vakken niet gegeven, en als ze worden gegeven, dan is dat door iemand die die materie niet beheerst. Leerlingen zitten uren in de studie. Wat stel ik vast in diverse basisscholen, in mijn omgeving alleen al, want je moet zelfs niet ver gaan in West-Vlaanderen of Vlaanderen? Dat directeurs geen leerkrachten vinden, dat er klassen zijn waar graden worden samengevoegd. Mijnheer Daniëls, wat stel ik vast? Dat leerkrachten echt wel inclusief onderwijs willen geven in het gewoon onderwijs, maar daar de middelen niet voor hebben. Ik geef een concreet voorbeeld van een derde leerjaar. Daar zijn 6 leerlingen die inclusief perfect kunnen renderen, maar de leerkracht heeft amper tijd om met die kinderen bezig te zijn omdat hij er nog 24 anderen in de klas heeft. Wat stel ik vast? Dat heel wat directeurs nog steeds aan hun lot worden overgelaten, geen tijd hebben voor dat beleidsvoerend vermogen en veelal ook uitvallen.
Minister, ik herinner me uit een van de eerste commissievergaderingen dat jullie zeiden na mevrouw Crevits de lat voor het onderwijs zo hoog mogelijk te willen leggen. Ze heeft nog nooit zo laag gelegen. Kijk naar de PISA-resultaten (Programme for International Student Assessment). Ze gaan achteruit. De leerkrachten stellen het vast, en we gaan niet beginnen met de schuld te steken op de leerkrachten en de directeurs. Directeurs zeggen dat zij gewoon geen tijd hebben om met hun leerkrachten bezig te zijn. Leerkrachten hebben geen tijd om zich bij te scholen en onvoldoende tijd om met hun materie bezig te zijn. Dat is het zonlicht niet loochenen. Alles wat jullie hier vertellen, dat is praat voor de vaak. Wij stellen alleen vast wat er in de praktijk gebeurt, en dat is niet oké. (Applaus bij Vooruit)
De heer Anaf heeft het woord.
Ik was getriggerd door de tussenkomst van collega Vande Reyde. Collega Vande Reyde en een heel aantal mensen van de meerderheid hebben het altijd over de kerntaken, over deze Vlaamse overheid, deze Vlaamse Regering die erin slaagt om haar kerntaken te vervullen. Het afgelopen jaar hebben we echter net vastgesteld dat deze Vlaamse overheid zelfs niet slaagt in haar meest elementaire kerntaak. Ik heb dat niet alleen als oppositielid vastgesteld. We hebben dat allemaal samen vastgesteld in dit parlement, in twee onderzoekscommissies. Er zijn twee onderzoekscommissies geweest. Dat was historisch. Dat was al twintig jaar geleden. Er zijn er twee geweest, wellicht door het goede beleid van deze Vlaamse Regering.
We hebben daar allemaal samen vastgesteld, en ook in die verslagen geschreven, dat door de besparingen van deze Vlaamse Regering, van deze Vlaamse meerderheid, de Vlaamse Regering er niet meer in slaagt om haar burgers te beschermen in de omgeving van Zwijndrecht, en er ook niet meer in slaagt om de veiligheid in de kinderopvang te garanderen. En daarom komen er nu ook extra middelen bij om in Zorginspectie en in het agentschap te steken, omdat er te veel bespaard is op dat agentschap om zijn kerntaken nog te kunnen vervullen. U slaagt er dus zelfs niet in om de meest elementaire kerntaken, het beschermen van uw burgers, te kunnen vervullen.
En dan is de vraag natuurlijk: wat zijn nog meer kerntaken? U hebt het over de wachtlijsten in de zorg die nu weggewerkt zijn. Daar ben ik het niet mee eens. Het is toch een kerntaak van deze Vlaamse overheid om zorg te dragen voor haar kwetsbare burgers? In prioriteitengroep 3 is er zelfs geen enkel perspectief op zorg, terwijl die mensen daar nood aan hebben, terwijl dat een kerntaak van ons moet zijn, om die nood te vervullen en ervoor te zorgen dat die mensen hun hulp krijgen. Het is toch een kerntaak van de Vlaamse overheid om niet alleen de veiligheid van kinderen in de kinderopvang te beschermen, maar er ook voor te zorgen dat er voldoende en kwaliteitsvolle kinderopvang is, met mensen die ook tijd kunnen maken om op een goede manier voor die kinderen te zorgen?
Dus kom hier alstublieft niet zeggen dat deze Vlaamse overheid, deze Vlaamse Regering, haar kerntaken vervult, want zelfs daarin slagen jullie niet. (Applaus bij Vooruit en van Chris Steenwegen)
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Collega’s, ik hoorde daarnet een verwijzing naar varkens. Blijkbaar worden die vandaag wel meer uit de context gebruikt, in ongepaste vergelijkingen. Ik zou zeggen: stop daarmee.
Maar mijn opmerking gaat ten gronde over het tekort aan arbeidskrachten. Het werd daarjuist gezegd op de tribune: we hebben mensen te kort in de zorg, we hebben mensen te kort in de kinderopvang, we hebben mensen te kort in het onderwijs, we hebben mensen te kort in technische beroepen. Die analyse delen we. Maar mijn uitnodiging en mijn opmerking gaat naar mijn linkerzijde. Als jullie dat menen van meer mensen aan de slag te willen helpen, stap dan over die rabiate weigering heen om de werkloosheidsuitkeringen te beperken in de tijd. (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
We zijn nu al met drie. Wij waren ervoor, N-VA is ervoor, nu is ook cd&v ervoor. Als de linkerzijde meedoet, dan ben ik er zeker van dat we er in het hele land geraken. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Ronse heeft het woord.
Ik ben heel blij met de tussenkomst van collega Rutten, want ik had een tijdje geleden mijn hand opgestoken over het ding van collega Groothedde.
Ja, maar iedereen steekt zijn hand hier op. Ik heb hier een hele lijst.
Maar dan ging het over onderwijs. En ik ben op veel terreinen beslagen, maar over onderwijs hou ik beter mijn mond en beperk ik me beter tot te zeggen dat mijn fractieleider altijd gelijk heeft.
Maar in dezen wil ik collega Rutten ook gelijk geven. (Applaus van Maurits Vande Reyde)
En ik wil nogmaals ons aanbod doen om hier, vanuit het hele Vlaams Parlement, minister Brouns unaniem – want ik hoor de linkerzijde inderdaad ook meer en meer klagen over tekorten in bepaalde sectoren – te steunen via een resolutie, om aan het federale beleid te vragen om de werkloosheidsuitkering in de tijd te laten beperken. Unanieme steun. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
Collega’s, ik heb het voorrecht om al sinds 2014 in het parlement te zitten – volgens sommigen veel te lang, volgens anderen veel te kort –, maar er zijn vandaag 1,6 miljoen mensen in dit land die beroepsactief zijn qua leeftijd en niet aan het werk zijn. Dat zijn allemaal mensen, waarvan, voor alle duidelijkheid, een groot deel om juiste redenen een voltijdse vergoeding ontvangt van de overheid. Bedenk eens, collega’s, wat wij zouden kunnen doen met die middelen, in Welzijn, in Onderwijs, in opvang, noem maar op. Collega’s, dat zou gigantisch zijn, en ik begrijp niet waarom continu pertinent geweigerd wordt om maatregelen in te voeren waarover wij hier op Vlaams niveau eigenlijk nagenoeg unaniem akkoord gaan. Want het probleem zit niet op het Vlaamse niveau. Ik heb het probleem gezien in De Afspraak of Terzake, dat zit in het zuiden van het land bij de peter of de vrienden of de broer of de weet-ik-wat van collega Goeman haar partij – de PS –, die alle mogelijke hervormingen blokkeert. En ook dat werpt een schaduw op deze begroting. En ook dat moeten we hier durven te benoemen. Als we echt welvaart willen en al de dromen die jullie hier opsommen, dan is er maar één ding mogelijk: dat is Vlaams zelfbestuur, confederalisme. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Mijnheer Ronse, ik ben onlangs een hele dag geen meehelpen in de kinderopvang. Ik kan u verzekeren dat acht uur lang voor, in mijn geval, zeven huilende baby’s zorgen bijzonder intensief werk is. Ik heb met die vrouwen gesproken en gevraagd hoeveel het verdient om acht uur te zorgen voor het belangrijkste dat wij hebben. Het antwoord was 1400 euro netto. Dan moest de kinderbegeleidster natuurlijk ook nog betalen voor de opvang van haar eigen kinderen en de zorg voor haar eigen moeder. (Opmerkingen bij de N-VA)
Collega Ronse, zou u voor 1400 euro een hele dag voor die kinderen gaan zorgen? Zouden we er al niet eens mee beginnen om de kinderbegeleiders deftig te betalen voor het belangrijke werk dat zij doen?
De heer Ronse heeft het woord.
Het doet misschien niet ter zake, collega Goeman, maar ik denk dat de ouders van die kindjes er meer dan 1400 euro voor zouden overhebben dat juist ik daar niet sta om hen op te vangen.
Maar collega Goeman, ik zou het zelf ook moeilijk hebben om dat te doen. Weet u waarom? Omdat onder meer uw partij ervoor zorgt dat het alternatief, namelijk niet gaan werken en thuiszitten, keer op keer voordeliger wordt en meer betaald wordt. (Applaus bij de N-VA)
Dus collega Goeman: stop met die uitkeringen te verhogen en ervoor te zorgen dat niet werken interessanter wordt dan werken. Zorg ervoor dat werken interessanter wordt en niet door een automatische indexering waar Vadertje Staat beter van wordt, maar wel door mensen netto meer koopkracht te geven, door ervoor te zorgen dat niet 54 procent van wat iemand verdient … want ik hoop dat u ook aan die kinderoppas gezegd hebt dat u een regering vertegenwoordigt die meer dan 54 procent van haar loon afroomt om net uitkeringen elders te gaan verhogen. Mevrouw Goeman, als u er goed op doordenkt, hebt u nog heel veel werk voor de boeg en dan kunt u opnieuw die persoon in de ogen kijken. (Applaus bij de N-VA en van Bart Dochy)
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Ik vind het zo verbazend dat wanneer er gezegd wordt dat iemand in de kinderopvang voor 1400 euro per maand gaat werken en dan nog zelf kosten heeft om het eigen kind te laten opvangen, u denkt dat de oplossing is om andere mensen nog minder te geven. Is de essentie van het probleem niet dat mensen met een laag loon een te laag loon krijgen in dit land? Moeten we niet vooral zoeken naar manieren om werken te doen lonen, eerder dan te kiezen voor het alternatief, nog meer mensen in armoede te laten storten? (Opmerkingen bij de N-VA. Applaus van Axel Ronse)
Ik begrijp uw manier van redeneren niet. (Applaus van Katia Segers)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Het is heel erg stuitend wat hier gezegd wordt. Hier wordt eigenlijk gezegd dat de lonen niet omhoog moeten, maar wel dat werklozen minder betaald moeten worden. (Opmerkingen bij de N-VA)
Beste mensen, jullie verhogen de lonen niet structureel. Dat is geen bruto loonsverhoging. Het is bijzonder pijnlijk dat de mensen die vandaag in de kinderopvang werken, die keihard werken, geen loon naar werk krijgen. Zij vragen dat de lonen structureel omhooggaan, wat ook effect heeft op hun pensioen. Laat de lonen structureel omhooggaan, want vandaag wordt de zorg onderbetaald. We zien dat vandaag mensen de zorg verlaten om in fabrieken te gaan werken. Daar verdienen ze meer, moeten ze minder flexibel werken en hebben ze dubbel loon als ze in het weekend werken. Wat er moet gebeuren, is het werken in de zorg aantrekkelijker maken. Het is pijnlijk dat jullie gewoon durven te zeggen dat jullie dat niet gaan doen. Loon naar werk in de zorg is wat er hier moet gebeuren. Dat wil zeggen: een structurele verhoging van de lonen met 10 procent. Dat gaat het werken aantrekkelijker maken. Het is pijnlijk dat er gezegd wordt dat men werklozen minder gaat betalen, omdat ze dan wel zullen moeten werken in de zorg. Nee, dat zijn mensen die loon naar werk moeten krijgen, net zoals iedereen in deze samenleving. (Opmerkingen van minister Matthias Diependaele)
Minister Diependaele, u mag onmiddellijk tussenkomen. Onmiddellijk is veel gezegd, toch nadat iedereen over het onderwerp ‘Werk’ aan bod geweest is.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Collega’s, werken moet lonen. Hoe gaat de N-VA dat oplossen? Door de index af te schaffen. Hoe zou Vooruit dat oplossen? Wel, federaal, door een werkbonus die al sinds 2021 op de rekening staat van de mensen met de laagste lonen. Door in Vlaanderen effectief, als jullie bevallen van een deftig idee, zoals de verhoging van de nettolonen via een jobbonus, dat ook op een constructieve manier te steunen voor iedereen die aan het werk zou willen in Vlaanderen om die duizenden vacatures in te vullen. Ook mensen die van over de taalgrens komen, ook Brusselaars die in Vlaanderen komen werken, ook zij verdienen deftige nettolonen om onze welvaart mee te creëren. Waarom blijft de Vlaamse Regering daar dan in gebreke?
Ik vind het heel goed, minister Brouns, dat u al 500.000 brieven hebt geschreven en dat 500.000 mensen hun bankrekeningnummer hebben gecommuniceerd. Zij komen in aanmerking voor de jobbonus. U hebt zelf aangegeven dat er met de verruiming meer dan 800.000 mensen recht hebben. Hoe gaan we ervoor zorgen dat die laatste 300.000 ook de jobbonus toegekend krijgen?
Drie – en daar zitten we toch wel met een paradox, collega Ronse –: de beperking van de werkloosheid in de tijd als oplossing voor de vacatures. Wel, Vlaanderen is ten volle bevoegd om iedereen die niet wil werken vanaf dag één te schorsen. Ik stel voor dat u dat doet, dat u de profiteurs en de luieriken en de werkonwilligen uit het systeem haalt, want profiteren is slecht voor de sociale zekerheid en voor onze welvaartsstaat. Maar daar zien we dat het toch tergend langzaam gaat, omdat VDAB zijn data niet op orde krijgt. Laten we in Vlaanderen de hand aan de ploeg slaan zodat er federaal niet gepleit moet worden voor schijnoplossingen.
Weet u wat ervan aan is? De beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd is een mythe. Ik zou willen dat de werkloosheid beperkt wordt, die mag zelfs worden afgeschaft. Hoe doen we dat? Het is heel simpel: door in Vlaanderen maximaal in te zetten op flankerend beleid, op betaalbare flexibele kinderopvang, op bussen die rijden, ook vanuit Brussel naar de luchthaven, door langdurig werklozen een opleiding te geven naar de meer dan tweehonderd knelpuntberoepen, namelijk in de horeca, in de zorg, bij de leerkrachten. Doe vooral met onze eigen bevoegdheden waar wij vanuit Vooruit al dertig jaar lang aan meewerken om ze regionaal te krijgen. Doe in godsnaam wat moet met de bevoegdheden die u hebt. Op alle andere niveaus zult u steun vinden bij Vooruit om meer mensen aan de slag te krijgen. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De heer Ronse heeft het woord.
Ik wil twee dingen zeggen. Eén, fantastisch, echt fantastisch: Vooruit vindt onze Vlaamse Regering zo goed, Vooruit vindt onze Vlaamse Regering zo excellerend dat ze vragen om ons Vlaams beleid op plaatsen waar wij niet besturen maar ze wel zelf besturen, Brussel en Wallonië, te gaan installeren. Eigenlijk zegt Vooruit dat onze jobbonus zo fantastisch is dat ze niet de moed of middelen hebben om de bonus in te voeren waar zij regeren, dat we hem daar zelf maar moeten invoeren. Dus eigenlijk applaudisseert Vooruit voor onze regering.
Twee, wat ik bijzonder cynisch vind, collega Gennez, is dat wij met VDAB eigenlijk te weinig doen. Er zijn 794 mensen in 2022 wier uitkering permanent is afgenomen omdat ze te weinig zochten naar een job. Maar uw partij, federaal, beperkt VDAB enorm in wat ze maar doen. Als minister Brouns een uitkeringsgerechtigde werkzoekende krijgt bij VDAB, dan bepaalt uw regering of VDAB mag verwachten of die actief op zoek mag gaan naar werk. Uw Federale Regering bepaalt dat. Actieve beschikbaarheid is niet bij iedereen zo. Uw regering bepaalt welk type job VDAB maar mag aanbieden aan die persoon, hoe ver die persoon mag wonen. Het moet in de lijn liggen van ouderwetse criteria zoals diploma en eerdere beroepservaring. Wij vragen al, sinds dit parlement is samengesteld, unaniem met dit parlement, om dat af te schaffen, en het wordt niet afgeschaft.
Dus alstublieft, haal die strop van rond de nek van VDAB. (Applaus bij de N-VA)
Collega’s, ik stel voor dat we ons beperken. Er zijn nog veel sprekers die willen tussenkomen, en bovendien komt het thema ‘Werk’ straks nog uitvoerig aan bod.
De heer Annouri heeft het woord.
Ik wou even reageren op de uitgestoken hand van collega Rutten, die het had over de linkse collega’s – ik denk dat ze de linkse partijen bedoelde – om mee de werkloosheidsuitkering in de tijd te beperken. Maar, collega’s, ik heb het gevoel dat we hier bliksemafleiders aan het gebruiken zijn, dat we symbolen, trofeeën als pluimen op onze hoed willen steken – althans jullie van de meerderheid – om het niet te moeten hebben over de essentie.
Wanneer het gaat over werkloosheidsuitkeringen beperken in de tijd, geeft collega Ronse aan dat we eigenlijk overheidsmiddelen aan het geven zijn aan mensen die niet aan een job geraken. Waar zit dan het voordeel van die mensen gewoon door te sluizen naar een leefloon, naar het OCMW? Dat is gewoon om toch maar een trofee binnen te halen en om het niet te hebben over de essentie van de arbeidsmarkt, namelijk de bevoegdheden die jullie hebben, en om daar effectief ook iets aan te doen. Want als je op dit moment naar de arbeidsmarkt kijkt, collega Rutten, wat zijn dan de grootste problemen in de zorg en in het onderwijs? De werkbaarheid. De mensen bezwijken onder de last, ze worden niet voldoende verloond. Dat zijn zaken die deze Vlaamse Regering zou kunnen aanpakken.
Of kijk bijvoorbeeld naar de mensen die langdurig ziek zijn: er zijn in Vlaanderen 234.000 mensen die langer dan een jaar ziek zijn. Dat zijn zaken die deze Vlaamse Regering zou kunnen aanpakken. En wat VDAB betreft: in plaats van u te focussen op de werkloosheidsuitkering te beperken in de tijd, zorg dat je meer mensen aan de slag krijgt. Dat zijn zaken die VDAB kan doen, maar daar kreunt het personeel zelf ook onder de werklast. In plaats van al die discussies over wat je meer kunt doen … We krijgen altijd te horen dat er binnen het budget voor Gezondheid stappen vooruit worden gezet, maar dat is niet voldoende, collega’s. De arbeidsmarkt is momenteel aan het kruipen, mensen zijn aan het uitvallen. De arbeidsmarkt is niet gezond, los van alle ambities die we hier uitspreken. In plaats van die moeilijke debatten te voeren en die handschoen op te nemen, verschuilt u zich achter een trofee van het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd, alsof dat iets zal oplossen aan de problemen die we vandaag kennen.
Ja, collega Rutten, we delen allemaal de ambitie voor een gezonde arbeidsmarkt, maar kom niet af met symbooldossiers terwijl er zoveel andere zaken zijn die de Vlaamse Regering zou kunnen doen. Die discussies probeert u nu blijkbaar te ontwijken, om het toch maar te hebben over die symbolische trofeeën en met de vinger te wijzen naar de andere kant. Wat Vlaanderen doet, doet het beter? Dat vind ik duidelijk niet! (Applaus bij Groen en Vooruit)
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Collega Annouri, wij zijn het enige land ter wereld waar werkloosheidsuitkeringen een leven lang kunnen doorlopen. Iedereen snapt dat, heel Vlaanderen snapt dat je niet je hele leven lang op de dop kunt staan, en dat dat dus een aberratie is. Iedereen, behalve de linkerzijde in dit halfrond. Ik zou zeggen, alstublieft, zet u daarover en stap mee.
Ik ga u tegelijkertijd ook gelijk geven, want ik richt mij tot collega Ronse: ‘Plus est en nous’! U moet ook stoppen met te doen alsof alles wat niet ideaal is, de schuld is van het federale niveau. Wij kunnen ook zelf meer doen. (Applaus van Steven Coenegrachts)
Wij hebben in ons regeerakkoord bijvoorbeeld afgesproken dat we de werkloosheidsvallen die er zijn, zullen aanpakken. Zo geeft Vlaanderen bijvoorbeeld premies die nog altijd gekoppeld zijn aan statuten, en we zouden die gaan koppelen aan lage inkomens. Dan kunnen mensen die werken, daar ook van genieten en zullen die werkloosheidsvallen verdwijnen. We hebben plannen om te kijken of VDAB, dat een nogal groot en log orgaan is, niet beter en effectiever kan werken. Er zijn 3,5 procent sancties op het aantal werkzoekenden, en twee schorsingen. Laat ons wel wezen: dat is wat weinig, dat kan stukken beter. Als we langs twee kanten een klein beetje willen samenwerken, en als we langs twee kanten ons best willen doen, dan krijgen we die arbeidsmarkt in gang. Maar ook alleen dan. (Applaus bij Open Vld)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik wil kort ingaan op de dame die in de kinderopvang voor 1400 euro aan de slag is. Wel, die dame krijgt straks de kans om via de jobbonus extra netto te verdienen via deze Vlaamse begroting. Er komt via deze Vlaamse begroting ook een uitbreiding van inkomensgerelateerde kinderopvang. Er zijn nooit geziene budgetstijgingen in de welzijnssector, die ervoor zorgen dat ook daar de lonen fors verhoogd zijn in vergelijking met vorige legislaturen.
Dan kom ik bij het arbeidsmarktbeleid.
Inderdaad, samenwerking is belangrijk, omdat Vlaanderen op dat vlak het uiterste doet om meer mensen aan de slag te krijgen – het uiterste, collega’s. Dat wil inderdaad ook zeggen dat we niet alleen de wortel maar ook de stok durven te hanteren. Collega Ronse had het al over de meer dan 700 mensen die hun uitkering verloren hebben en er zijn bijna 12.000 werkzoekenden in Vlaanderen die dit jaar een verwittiging of een sanctie hebben gekregen omdat ze niet voldoende meewerken aan het traject richting een nieuwe job dat VDAB hun aanbiedt. Dat is voor alle duidelijkheid, collega’s, geen cijfer om trots op te zijn. Ik heb soms de indruk dat de collega’s aan de linkerzijde, van Vooruit – en vooral de voorzitter van Vooruit blijkbaar –, het een doelstelling vinden om meer sancties te geven aan werkzoekenden. Voor ons is het de doelstelling om meer mensen richting een duurzame job te gaan begeleiden. En inderdaad, collega’s van Vooruit en Groen, we rekenen ook op jullie om aan de overkant van de straat mee te werken aan de fiscale hervorming die cd&v op tafel heeft gelegd. Alleen zo kunnen we er structureel voor zorgen dat werken meer zal lonen. Ook de arbeidsmarkt op federaal niveau, het kader waarbinnen wij in Vlaanderen werken en waarbinnen ook Wallonië en Brussel zouden moeten werken, moet mee evolueren met zijn tijd. Collega’s, stop dus met te doen alsof deze Vlaamse Regering niet het uiterste doet om meer mensen aan het werk te krijgen en werk mee om werken echt lonend te maken en de arbeidsmarkt structureel te hervormen. (Applaus van Bart Dochy)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Ik hoor het hier allemaal graag zeggen. We moeten inderdaad meer mensen aan het werk krijgen. Dat hebben we hier al ontelbare keren gezegd. Maar ik wil toch even reageren op mevrouw Gennez. Waarom? Ofwel verdienen ze te weinig, ofwel is de uitkering te hoog, het is een van de twee, maar ik vermoed dat het tweede, die uitkering, daar toch wel in meespeelt. Als je nagaat wie niet werkt, dan stel je vast dat wie getrouwd is, de partner, iemand ten laste heeft en dus een hoger loon krijgt. Als je niet aan het werk bent, heb je misschien wel recht op een sociale woning of eender wat, dus je woont goedkoper. Je hoeft geen kinderopvang te regelen of te betalen. Dat is een grote kost. Ik begrijp ten volle waarom mensen thuis blijven, maar het punt is dat we de mensen aan het werk moeten krijgen en dat we ervoor moeten zorgen dat zij die te weinig verdienen, meer verdienen. Daar heeft VDAB een belangrijke rol te spelen.
Ik heb de cijfers opgevraagd: er zijn er maar twee van wie de uitkeringsvergoeding is geschorst of ingetrokken. Ik hoor u zeggen, mevrouw Gennez, dat het nu aan VDAB is en dat jullie dat sanctioneringsbeleid kordater willen voeren, maar waarom houden jullie dat dan telkens tegen, op eender welke manier? De voorwaarden zijn niet ingevuld, er is altijd wel een reden om ervoor te zorgen dat er toch maar niet gesanctioneerd wordt. Sanctionering mag inderdaad niet het doel op zich zijn, maar we moeten het wel toepassen, of we blijven in het straatje waar we nu zitten, en dat is dat er heel veel vacatures openstaan die niet ingevuld raken, om welke reden dan ook, maar vaak heeft het te maken met te weinig verdienen alsook met een te hoge uitkering.
Nu, wat betreft het personeel in de kinderopvang: ik heb al heel vaak aangehaald dat zij te weinig verdienen, niet alleen de kinderbegeleiders, ook de uitbaters. Die uitbaters krijgen heel lage subsidies en kunnen het daardoor financieel niet leefbaar houden. Zij hebben zelfs geen 1400 euro. Als ze 1400 euro zouden verdienen, dan zouden ze nog iets overhouden op hun rekening, maar die 1400 euro die ze krijgen van ouderbijdragen, gaat op dit ogenblik integraal naar de huur van hun woning, naar energie, naar pampers, naar voedsel. Kinderbegeleiders die op zelfstandige basis werken, houden vandaag de dag 0 euro over. Dat is de realiteit. Dat is de bevoegdheid van minister Crevits. Daar moeten we vandaag ook iets aan doen. De reden om niet te gaan werken, is heel duidelijk, denk ik.
We moeten ervoor zorgen dat we maatregelen nemen, vooral Vlaamse maatregelen. Daar steun ik de heer Ronse in: we moeten ervoor zorgen dat het arbeidsmarktbeleid Vlaams wordt, zodat Vlaanderen kan doen wat het moet doen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik geef nu het woord aan verschillende leden van de regering die op hete kolen zitten.
Minister Diependaele heeft het woord.
Er is natuurlijk al heel wat discussie en tijd voorbijgegaan sinds ik het woord gevraagd heb om te reageren, om aan te vullen op de tussenkomst van collega Muyters. En ik dank jullie trouwens allemaal om te bevestigen dat begroting wel degelijk over alles gaat. Dat streelt mijn ego, en het is goed dat de collega’s dat ook beseffen.
Ik worstel nog een beetje met de vergelijking met Mathot. De collega’s weten dat ik uitermate sociaalvoelend ben, maar om nu te gaan vergelijken met een PS’er, dat is misschien nog een beetje betwijfelachtig.
Ik ben heel blij dat we jullie een begroting kunnen aanbieden om over te discussiëren die op zich betrouwbaar en voorzichtig is opgesteld, en die probeert om alle factoren die op dit moment nog zeer onduidelijk zijn, in een wereld die ook zeer onduidelijk is, correct in te schatten. Dat is het debat dat vandaag gevoerd wordt. We gaan kijken naar de toekomst. Waar moeten we het meest op inzetten? Wat zijn de grootste noden in Vlaanderen, en hoeveel kunnen we investeren om te zorgen dat we voorzichtig zijn?
Ik heb het nog maar zelden meegemaakt, in alle eerlijkheid – en ik zit hier toch al een tijdje – dat van in het begin van het debat zeer duidelijk is waarover het precies gaat. Dan heb je de twee extremen. Van de ene kant het Vlaams Belang, dat zegt dat we lijden aan uitgavedrift, dat we te veel uitgeven, dat het strooigeld wordt en wat allemaal, en dat het heeft over de schulden – een bezorgdheid die we delen, trouwens – waar er teveel van zijn. En dan heb je de andere kant, die zegt dat de Vlaamse overheid een zak geld heeft staan waar onuitputtelijk uit gegraaid kan worden om aan alles en nog wat uit te geven. Ik denk dat het feit dat de twee uitersten vanuit de oppositie in het debat die tussenkomst gebracht hebben, perfect aantoont dat wij met deze meerderheidsploeg de juiste keuzes maken. Want in die begroting worden natuurlijk een pak keuzes gemaakt, maar dat ligt daar net mooi tussen.
Enerzijds is de bewering dat we te veel geld hebben, of zoals de heer Rzoska zegt, dat we zakken geld op overschot hebben, helemaal niet waar. En de verwijzing naar de monitoring vond ik zeer jammer, want daar zit het bewijs in. De monitoring heeft aangetoond dat we waarschijnlijk 718 miljoen euro minder zullen uitgeven in 2022. Dat is nog met een grote slag om de arm. Dat is een beetje vooruitkijken. Maar we gaan 718 miljoen euro minder uitgeven. Waaraan ligt dat? Onder andere omdat we voor corona nog heel grote uitgaven ingeschreven hebben die we niet moeten doen. Dat is dus heel positief: 400 miljoen euro. Ten tweede hadden we ook voor dienstenchequeondernemingen veel meer uitgaven verwacht, maar waarschijnlijk zullen we, door thuiswerk en zo meer, minder moeten doen. Dus we hebben een zeer degelijke, voorzichtige begroting, en dat is ook belangrijk. Maar om nu te gaan zeggen dat we nog zakken geld hebben … We hebben nog altijd een tekort dat zal uitkomen op 1,9 miljard euro dit jaar, en ook volgend jaar zou dat op 1,9 miljard euro uitkomen.
Nu, we maken wel degelijk keuzes, en de belangrijkste keuzes die we maken zijn om, ten eerste, mensen te helpen. We steken bij in de jobbonus, we steken bij in de kinderopvang, we steken bij in het kindergeld. We zullen ook effectief veel investeren op lange termijn, en dat is een tweede keuze die gemaakt wordt. Als we mensen ondersteunen, proberen we dat te doen op lange termijn, met name voor energie, om minder te gaan verbruiken, en niet zomaar de energiekost op ons te nemen als overheid. Neen, we zorgen dat er minder verbruikt wordt.
Een derde keuze is dat we ons specifiek richten op kwetsbaren in de samenleving. De uitgaven die we doen, zijn geen strooigeld, absoluut niet, maar zijn heel gericht naar die mensen die het het meeste nodig hebben. En ten vierde: we gaan ons ook specifiek richten op werkenden. Zoals de Nationale Bank uitdrukkelijk bevestigt heeft, is dat de groep, is dat het derde inkomensdeciel – u kent het wel –, zijn dat diegenen die het meest onze steun nodig hebben. Wel, dat is precies de groep waar we het meest op inzetten.
Maar de vijfde keuze is even belangrijk als alle voorgaande. En dat is inderdaad dat wij ervoor kiezen om onze begroting op zich structureel gezond te houden. Een begroting dient om op het juiste moment, ten tijde van crisis, in te zetten om mensen te ondersteunen. Maar dat betekent niet dat je die helemaal tegen de muur kunt rijden, om te zorgen dat je in de toekomst geen enkele marge meer hebt. En dat is een zeer duidelijk evenwicht waar wij voor kiezen: zorgen dat we mensen ondersteunen, maar ook met één oog op de begroting, om te kijken dat we terug naar een evenwicht kunnen. Want we zullen die begroting ook in de toekomst nog nodig hebben, niet alleen om crisissen mee op te vangen, maar evengoed om de grootste noden die er in Vlaanderen ook in de toekomst nog zullen zijn, aan te pakken, om ruimte te hebben voor uitbreidingsbeleid in de toekomst.
Ik denk in alle eerlijkheid – om de cirkel rond te maken – dat het debat dat hier tot nu toe gevoerd is, erop wijst dat onze keuzes daar heel mooi in het midden zitten, en dat we daar heel mooi het evenwicht houden tussen enerzijds die begroting gezond houden en anderzijds de keuzes maken om mensen te ondersteunen, en vooral die mensen die het het meest nodig hebben. (Applaus bij de meerderheid)
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Gennez, weet u, ik stel vast dat u op het federale niveau té passief beschikbaar bent. Ik stel voor dat u die passieve beschikbaarheid achterwege laat en ons actief steunt in die broodnodige federale hervormingen op het vlak van fiscaliteit. Want werken moet meer lonen, daarover zijn we het eens. Werken moet meer lonen en die arbeidsmarkthervorming moet daar ook gebeuren om ons op Vlaams niveau alle middelen in handen te geven die wij vandaag niet hebben. De federale overheid moet hervormen op het vlak van beschikbaarheid, op het vlak van de hoogte van de sancties zodat wij in Vlaanderen met VDAB meer tools in handen krijgen.
Wat die jobbonus betreft, gaat het over 500.000 mensen op minder dan 1 maand tijd. We zullen niemand, geen enkele rechthebbende loslaten tot die laatste eurocent wordt uitbetaald. Dat is meer loon voor werken en dat verschil vergroten wij op Vlaams niveau op die manier. Wij geven tot 700 euro extra aan diegenen die werken in Vlaanderen. Dat willen wij maximaal ondersteunen en ik vraag daar ook úw steun voor. Verlaat die passieve beschikbaarheid op het federale niveau en steun ons op het Vlaamse niveau. (Applaus bij de meerderheid)
Minister Somers heeft het woord.
Collega's, er wordt hier veel gepraat over andere parlementen. Ik heb altijd de neiging om vooral te kijken naar wat we zelf kunnen doen. Dat vind ik heel belangrijk. En we steken ter zake ook de handen uit de mouwen.
Een van de grote uitdagingen waar Vlaanderen, maar eigenlijk heel West-Europa voor staat, is zoeken naar mensen die mee onze welvaart willen versterken. Er zijn heel veel vacatures, publiek en privé. We moeten mensen vinden om die in te vullen, we moeten onze activiteitsgraad verder omhoog krijgen. Vlaanderen doet het op dat vlak in België veruit het best, maar zoals altijd kan het nog beter. We hebben nog werk aan de winkel.
Ten tweede, deze regering wil geen Vlaanderen van ‘working poor’. Wij willen dat mensen die werken op het einde van de maand kunnen rondkomen. Die twee problemen los je niet op door mensen die van een uitkering leven in armoede te storten, maar wel door ervoor te zorgen dat mensen die werken wezenlijk meer verdienen dan zij die passief blijven. Een van de belangrijke maatregelen die we op dat vlak hebben genomen, is de jobkorting. De jobkorting, vrienden van de jobbonus. (Opmerkingen)
Ja, ik speel al wat langer mee. Maar ik wil dat punt over de jobkorting wel maken. Want de collega’s van de socialistische partij Vooruit hebben die, toen zij in de regering stapten, onmiddellijk geschrapt. Wij hebben die nu weer ingevoerd. Die maatregel bestaat nu weer en richt zich heel expliciet tot de lagere middenklasse. Dat is geen maatregel voor de happy few, dat is een maatregel voor mensen die een inkomen hebben tot 2900 euro. Het inkomen van die mensen versterken we met 700 euro per jaar. Collega Brouns heeft er al naar verwezen. Kan dat meer zijn? Ja, dat kan meer zijn. Maar dat is een belangrijke maatregel ter ondersteuning van de kleine inkomens van mensen die werken. Daar maakt Vlaanderen een verschil.
Het tweede dat we doen, is samen met collega Brouns ervoor zorgen dat nieuwkomers in onze samenleving binnen de twee maanden naar VDAB worden toegeleid, om hen sneller te begeleiden naar een job, naar emancipatie, naar activiteit, om opnieuw de activiteitsgraad te verhogen. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om dat mogelijk te maken. Noch collega Brouns noch ikzelf zijn tevreden met het aanvinken van dat iemand is langsgekomen bij VDAB. Wij willen monitoren en opvolgen dat die activiteitsgraad ook daadwerkelijk omhoog gaat, in het belang van die mensen zelf, maar ook in het belang van de welvaart van Vlaanderen.
Ik kom tot het derde element dat we doen. De mensen die vandaag van een leefloon leven, worden begeleid door lokale besturen. Lokale besturen kunnen daar ook een verschil maken. We hebben hen nodig. Er zijn heel wat goede praktijken waarbij lokale besturen erin slagen om mensen die vandaag van een uitkering leven of mensen die een leefloon hebben te activeren. Die groepen moeten we bereiken. Dat zal opnieuw een samenwerking zijn tussen VDAB en lokale besturen om die groepen meer aan de slag te krijgen. Er is dus heel veel nodig om dat te doen. Alle overheden hebben daarin een verantwoordelijkheid: de federale overheid – en ik ben het volledig eens met het debat dat daarover werd gevoerd –, maar ook Vlaanderen en lokale besturen kunnen heel veel doen. Maar deze regering dóét ter zake ook heel veel, maakt ook een verschil, zorgt er ook voor dat de mensen met het kleinste inkomen actief op de arbeidsmarkt beter worden ondersteund. Het is de fierheid van deze regering dat we dat doen. (Applaus bij Open Vld en cd&v)
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Somers, mijn rechteroor doet een beetje pijn. (Opmerkingen van minister Bart Somers)
Dat is duidelijk, ja. Maar ik onderschrijf uiteraard volledig uw pleidooi.
En collega's, u zult het mij niet kwalijk nemen dat ik toch een paar kleine reflecties wil geven. Eerst en vooral wil ik toch nog eens helder voor iedereen de algemene budgetten in welzijn toelichten, de algemene budgetten. Wij investeren in 2023 2,4 miljard euro extra in welzijn. Dat is 18 procent extra, zoals onze fractieleider van cd&v zei. Maar dat is veel, veel meer dan de inflatie. Dus wie hier komt zeggen dat we besparen, of dat we inflatie in onze zakken steken, die liegt. Dat is punt één. (Applaus bij de meerderheid)
Wat mij ook bijzonder interesseert, dat is het verleden – de toekomst ook, maar gelet op mijn leeftijd is het verleden ook interessant. En sommige collega's zijn zelf gaan kijken naar het verleden, om te zeggen wie wat heeft gedaan in de voorbije jaren. Wel, ik heb er eens de verkiezingsprogramma’s bij gehaald, collega's. U weet dat die zijn doorgerekend door het Planbureau. En ik heb eens laten bekijken wie wat voorgesteld heeft om te laten doorrekenen. Weet u wat de partij Groen voorgesteld heeft aan extra budgetten in de kinderopvang? 0 euro, collega's. (Opmerkingen bij de N-VA. Applaus bij de meerderheid)
En dan vandaag doen alsof je tien jaar geleden al beter wist. Weet u wat de partij Vooruit voorgesteld heeft? 170 miljoen euro. Proficiat, maar die was volledig voor gratis kinderopvang, er kwam niks van extra capaciteit. Bij cd&v ging het om 200 miljoen euro.
En weet u wat we in werkelijkheid deze legislatuur investeren in kinderopvang? 441 miljoen euro, collega’s. (Applaus bij de meerderheid)
Ik zou graag toch ook ingaan op de problemen die er zijn. Begrijp mij niet verkeerd, ook niet de collega's van Groen en Vooruit. Ik erken absoluut dat er grote zorgen zijn in de kinderopvang. Dus u hoort mij niks anders zeggen. Maar ik wil ook meegeven wat we daaraan doen. Want sommigen geven de indruk dat we onze ogen sluiten en niks doen.
Ten eerste is er het personeel. Collega’s, de mensen in de kinderopvang, en zeker een aantal kinderbegeleiders, verdienen te weinig. Ik ben het daarmee eens. Maar dat is net de reden waarom de lonen in een bepaalde trap, in trap 2A, van 2000 euro bruto naar 2600 euro bruto gaan, dus plus 25 procent. Dat is ook de reden waarom we die voor de zelfstandigen, mevrouw Malfroot, inderdaad, en ook voor de basissubsidie, optrekken vanaf volgend jaar met 50 procent – geen 10 maar 50 procent. En dat is ook de reden waarom we dat hele amalgaam van diverse financieringsmethodes in de kinderopvang grondig willen veranderen. We vinden dat elk kinderopvanginitiatief eigenlijk volwaardig gefinancierd moet worden, het liefst op die trap 2, zodat er maar één trap 2 meer blijft. En dat zal dan tot gevolg hebben dat als je beter financiert, de uitbaters meer geld krijgen en dat ze ook hun personeelsleden een beter loon kunnen geven. Dat zijn elementair noodzakelijke stappen.
We willen ook investeren in de leefbaarheid. Want ik erken absoluut de workload voor de mensen. Ik vind ook dat de kindratio naar beneden mag. Maar ik ga dat maar doen op het moment dat de lat gelijk ligt, dat je weet dat men gelijk gefinancierd wordt, en dat ik weet dat onthaalouders, als je de ratio naar beneden laat gaan, niet massaal stoppen, waardoor er duizenden plaatsen minder zijn. Dus de eerste stap is die financiering op punt zetten.
En wat dan de capaciteit betreft: deze legislatuur zullen we erin geslaagd zijn om 5500 extra inkomensgerelateerde plaatsen te creëren. Ik vind dat eigenlijk fantastisch werk. En ik hoop oprecht dat het debat over de kinderopvang, waarbij ik absoluut de problemen erken, ook kan gaan over de fantastische inspanningen die kinderbegeleiders elke dag leveren voor ons aller welzijn. Het helpt ook niet om altijd negatief te zijn. Je moet wel de problemen benoemen, laat mij dat duidelijk erkennen. Maar je moet ook erkennen dat er zuurstof gegeven wordt straks, dat we werken aan een gestructureerd plan om onze kinderopvang sterker te maken, maar dat dit echt nu tegemoetkomen is aan de noden die er zijn, en dat dit ook het erkennen is van het werk dat door duizenden en duizenden mensen gedaan wordt. Dank u wel. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik ben bijzonder blij dat mijn bescheiden inleiding van een paar uur geleden, geleid heeft tot zoveel reacties, de ene al boeiender dan de andere.
Ik heb wat dingen opgeschreven. Vooraf wil ik dit nog zeggen. Collega Goeman heeft op een bepaald moment gezegd dat ze voor zeven huilende baby’s heeft gezorgd. Ja, collega Goeman, wat moet ik dan zeggen? Ik heb een fractie van 35 parlementsleden. (Gelach. Applaus van Philippe Muyters)
Collega Goeman gedraagt zich natuurlijk zelf een beetje als een huilende baby, als zij voortdurend blijft zeuren om voorbeelden te krijgen van concrete maatregelen die de regering neemt. Ik denk, collega’s, dat we in de Septemberverklaring die concrete voorbeelden opsommen en aan elkaar rijgen. Dat is ook vandaag gebeurd door collega’s en door regeringsleden. Welzijn gaat deze legislatuur plus 3,5 miljard euro. Voor Onderwijs is dat plus 3,2 miljard euro. Er zijn energiepremies of energieleningen voor 1 miljard euro. Er is de verlichting van de energiefactuur. Het ongeziene budget voor sociale huisvesting is hier vandaag nog niet aan de orde geweest. De concrete voorbeelden zijn er echt wel, collega Goeman.
Collega Veys, u hebt het over lobbyen bij politici. Het is een beetje pijnlijk voor uw socialistische collega’s in het Europees Parlement dat u dat hier aanbrengt. Maar misschien hebben ze het niet gehoord. (Applaus bij de N-VA)
Collega Anaf vond dat het hele PFAS-dossier bewijst dat deze regering de mensen niet beschermt tegen dat soort problemen. Ik zou durven denken, collega, dat het traject dat is gelopen in het PFAS-dossier het omgekeerde bewijst. Minister Demir is erin geslaagd om, in het kader van ‘de vervuiler betaalt’, alvast 100 miljoen euro los te peuteren bij 3M. Dat lijkt me al het vermelden waard.
Voorzitter, ik ga besluiten als ik hier niet nog heel lang wil staan. Ik zei al, collega’s, dat deze Vlaamse Regering naar een budgettair evenwicht gaat in 2027. Ze is de enige regering in België die een dergelijk pad naar herstel heeft uitgetekend. Maar we moeten er meteen bij zeggen – daar heeft collega Muyters me op gewezen – dat we vanaf 2027 meteen 1 miljard euro per jaar aan intresten gaan betalen. Dat zijn geen aflossingen, maar intresten.
Conclusie: voorzichtigheid blijft geboden als we de komende generaties niet voor een onmogelijke opgave willen plaatsen. Dat laatste, collega’s, is en blijft voor mijn fractie, de N-VA, het kompas. We moeten zorgen voor onze kinderen en onze kleinkinderen. We willen ons land en onze samenleving in een goede staat overdragen. Dat is wat dit beleid volgens ons beoogt en doet. Om die reden steunt onze fractie deze begroting. (Applaus bij de N-VA en cd&v)
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik wil aansluiten waar collega Vandaele eindigde. Wij delen de bezorgdheid omtrent het kompas. Dat kompas geeft alle kansen aan onze kinderen en jongeren, aan de toekomstige generaties.
Ik wil even terugkomen op Onderwijs. Alle kinderen kansen geven op een gepaste opleiding en onderwijs is een kerntaak, maar daar slagen jullie niet in. Collega Vandenberghe zei het heel treffend. Jullie sommen op wat jullie doen, maar wij kijken naar wat er gebeurt op het terrein. En op het terrein is de situatie dramatisch. De kinderopvang, het lager en secundair onderwijs zijn dramatisch. Ooit konden wij ons erop beroemen dat ons onderwijs de democratiseringsmotor was. Sommigen van ons zijn het resultaat van die democratisering van het onderwijs. Maar die tijd is voorbij. Vandaag is ons hoger onderwijs – daar wil ik toe komen – steeds minder en minder toegankelijk voor jongeren wier ouders het niet breed hebben. Vandaag publiceert de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) ontstellende cijfers. 35 procent van de studenten doet een beroep op financiële ondersteuning. Het aantal voorschotten op studietoelagen stijgt met 16 procent. Vragen naar ondersteuning voor de aankoop van een laptop stijgen met 35 procent.
Dat zijn ontstellende cijfers want ze tonen aan dat jullie niet slagen in jullie ambities, namelijk onze jongeren kansen geven. Want wat gaan jullie doen? Vanaf volgend academiejaar stijgt het inschrijvingsgeld. Dat stijgt wel! Naar meer dan 1100 euro. Collega Vandaele, als u echt meent, zoals u in uw laatste zin zegt, dat u kansen geeft aan onze kinderen en jongeren, waar zijn jullie dan in godsnaam mee bezig? Wij zien op het terrein andere zaken. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, van u, als fractievoorzitter van de N-VA, wil ik graag horen hoe u mensen aan de slag wilt hebben, als vandaag, vorig jaar zelfs, bijna de helft van de deeltijds werkende vrouwen zeggen dat ze niet fulltime gaan werken omdat ze geen kinderopvang hebben. Als ik vandaag van een alleenstaande mama, die werk heeft, hoor dat ze niet kan gaan werken omdat de kinderopvang sluit en dat ze – zo zegt ze het letterlijk – haar facturen wil kunnen betalen …
Ten tweede, dit is de toegang van het kinderopvanggebruik op dit moment in Vlaanderen. (Celia Groothedde toont een blad met tabellen)
Op dit moment, pardon, tot 2020 zelfs! U hebt nog 2 jaar respijt gekregen. Dit is berekend door de KU Leuven. Dit zijn de laagste 25 inkomens en hier is 2020. Dat hebt u met uw Vlaamse Regering gedaan gekregen: dat in 1 jaar de toegang van de laagste 25 inkomens, met andere woorden de armste gezinnen in Vlaanderen, is gehalveerd. Hoe wilt u die mensen aan het werk helpen? Hoe wilt u hen zonder uitkering zetten als zij letterlijk niet kunnen gaan werken? Waar is dan de toegang voor de kwetsbaarsten? Waar is dan de bekommernis voor de kwetsbaarsten, minister Diependaele?
Op dit moment zorgt u ervoor dat mensen letterlijk niet kunnen gaan werken. Laat staan dat ze werkbaar werk krijgen. Want collega Annouri heeft gelijk: ook die tienduizend mensen in de kinderopvang zeggen dat ze het niet meer houden. Het gigantische ziektecijfer in de kinderopvang is problematisch voor wat u met de Vlaamse Regering ook in Werk aan het doen bent.
Dan heb ik een laatste vraag voor minister Crevits. Minister, u zegt dat er 5000 plekken bij komen. Laat mij u er dan wel aan herinneren – ik neem er de cijfers bij – dat er dit jaar 35 schorsingen zijn en 27 sluitingen. Maar vooral dat er 434 initiatieven zelf zijn gestopt omdat het in de kinderopvang op dit moment onwerkbaar is. En dan heb ik de laatste maanden nog niet meegerekend. Dat kunt u op uw conto schrijven. Die 5000 plaatsen erbij, hoe praktisch zijn die? Het enige wat we de afgelopen jaren hebben gezien, is dat er minder plaatsen in de kinderopvang zijn. We zitten niet eens meer op de norm van kwaliteitsvolle kinderopvang voor iedereen, vooral voor de kwetsbaarsten. Niet op de norm van kwaliteitsvolle kinderopvang, niet op veilige kinderopvang, op geen kinderopvang.
Mevrouw Groothedde, u bent al meermaals aan bod gekomen. Dat is uw democratisch recht, ik zal u dat niet ontnemen. Maar ik wil u eraan herinneren dat er hierna nog algemene beschouwingen en een heel blok Welzijn, waar kinderopvang thuishoort, aan bod komen.
Zeker, voorzitter, maar kinderopvang zorgt ervoor dat mensen aan het werk kunnen gaan, en op dit moment kunnen ze niet aan het werk.
U mag tussenkomen, maar u herhaalt zichzelf altijd. Maar bon.
Ik heb geen antwoord gekregen.
Dat is niet mijn verantwoordelijkheid.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Ik wil even aansluiten bij een van de laatste dingen die collega Vandaele zei. Deze regering pronkt ermee dat zij geen schuld wil achterlaten voor de volgende generaties. “Wij willen onze jongeren niet belasten met een financiële schuld.” Maar wat deze Vlaamse Regering er altijd bij vergeet te vertellen, is dat wij onze jongeren met een enorme ecologische schuld opzadelen. Waarom komen jongeren op straat? Jongeren voelen zich bedreigd omdat ze geen toekomst zien door de klimaatdreiging. Wat doet deze Vlaamse Regering? Constant op de rem staan en zeggen dat het betaalbaar en haalbaar moet blijven. Maar die kosten, beste collega’s van de meerderheid, zullen betaald moeten worden! Hoe langer we inzake klimaatbeleid op de rem staan, hoe groter die kost zal zijn. Dat is, collega’s van de meerderheid, een enorme schuld, die deze regering doorschuift naar onze kinderen en kleinkinderen. Daar moet u absoluut niet trots op zijn. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister Crevits, de ouders die vandaag hun kind niet meer naar de crèche kunnen sturen of die zien dat de openingsuren van de crèche ingekort worden waardoor ze niet kunnen gaan werken of korter kunnen gaan werken, de kinderbegeleiders die vandaag keihard moeten werken, die verzuipen en zien dat collega’s de sector verlaten, hebben echt niets aan al dat ‘gestoef’. (Opmerkingen)
Minister Demir, ik val van mijn stoel van uw uitspraak vandaag in Knack. U zegt daar letterlijk: “Eerlijk gezegd, volgens mij gaan er al erg veel financiële middelen naar de kinderopvang.” Ik vind dat werkelijk stuitend. De kinderopvang zit vandaag in een ongelooflijk diepe crisis. Minister, Vlaanderen is al sinds de jaren 80 bevoegd voor de kinderopvang. Wat zien we vandaag? We zien vandaag een probleem van mishandeling in de kinderopvang, we zien plaatstekort in de kinderopvang, we zien ouders die moeten thuisblijven omdat ze hun kind niet naar de kinderopvang kunnen sturen.
Wat we vandaag hopelijk ook nog zien, is het debat over Welzijn, dat hierna volgt. Ik heb mevrouw Groothedde ook op de vingers getikt.
Minister Crevits heeft juist uit de doeken gedaan waarom de Vlaamse Regering zoveel investeert in de kinderopvang. (Opmerkingen)
Ik wil dat toch wel doorprikken, want dat voelt men niet op het terrein. Minister, u zegt dat er geen besparingen zijn. Ik vind het echt wel stuitend. Geen besparingen, zegt u. De werkingsmiddelen van de kinderopvang worden al tien jaar niet geïndexeerd. Dat is een besparing door deze Vlaamse Regering op de kinderopvang van 40 miljoen euro. Die organisaties moeten dat ondertussen wel neertellen. Die moeten vandaag hun facturen wel betalen.
Minister, u zegt dat er geen besparingen zijn, maar de gelijktrekking van de subsidiecategorie van 2B was eigenlijk al beloofd in 2020. Dat was een besparing die uitgevoerd werd in 2020 om de mensen geen loonopslag te geven. Nu wordt die doorgevoerd, veel te laat, zo blijkt. Het is het terugdraaien van de besparingen. Wat u doet met de middelen, is geen investering in de sector die hij vandaag nodig heeft.
Mevrouw Vandecasteele, u staat ook ingeschreven op de sprekerslijst voor Welzijn.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Het is inderdaad zo dat mensen die aan het werk moeten gaan, gebruik moeten kunnen maken van kinderopvang. Belangrijk daarbij is vooral dat de kinderopvang betaalbaar is. Betaalbaar wil zeggen dat die ook het IKT-systeem (inkomenstarief) gaat volgen. Dat wil zeggen dat men een dagbijdrage betaalt volgens het inkomen, wat mij het eerlijkst lijkt.
Minister, u maakt zich sterk dat u 441 miljoen euro investeert, en dat is goed. Het is goed dat u investeert. Het is inderdaad een goede aanzet, maar het is natuurlijk nog te weinig. Want als we de concrete cijfers bekijken, dan zegt u dat het in de laagste trappen met 50 procent omhooggaat. Wel, ik hoor het graag zeggen. Het is inderdaad zo dat de laagste trappen, in T1, per jaar 875 euro krijgen. Ze krijgen daar nu een extraatje bij. Ze krijgen nu 437 euro erbij, vanaf januari weliswaar. Dat komt op 1312 euro. Maar als ik dat omreken naar het aantal werkdagen, dan krijgen die mensen nu nog geen 4 euro per dag per kind. Dan maakt u zich sterk dat u bij de hoogste gesubsidieerde, de T2’s, er ook gaat bij doen, want die zitten ook in T1, dus gaat dat mee naar omhoog. Zij krijgen bij. Zij krijgen nu, in plaats van gemiddeld 1328 euro per jaar, bijna 1300 euro. We gaan daar dus naar 60 tot 70 euro per dag, terwijl we bij de andere aan nauwelijks 4 euro zitten, wat nu 6 euro gaat worden.
Dan zegt u dat u de kinderopvang gelijk gaat waarderen, want elk opvanginitiatief moet evenveel krijgen. Maar dan stel ik mij de vraag waarom mijn voorstel van resolutie, dat ik hier al ter stemming heb gebracht, is afgekeurd. Waarom hebt u dat allemaal weggestemd? Dat was een voorstel van resolutie waarin staat dat we gaan zorgen voor gelijke financiering van alle kinderdagverblijven en alle kinderopvanginitiatieven, zodat iedereen op een gelijke manier kan werken en elke ouder gaat betalen volgens het inkomenstarief.
Ik denk dat de mensen niet doorhebben wat er nu gebeurt. U zegt dat u het geld niet gekregen hebt, dat u niet geïnvesteerd hebt en dat u te veel investeert. Alle excuses zijn goed om goed te praten dat er de voorbije jaren niet werd geïnvesteerd in kinderopvang. Maar als ik dan kijk naar wat er zich vandaag afspeelt binnen de kinderopvang, stel ik vast dat de ene na de andere opvang wordt gesloten. Hoe hebt u dat opgelost?
En als ik kijk naar de sprekerstijd …
Neen, voorzitter. Hoe is dat opgelost?
Collega Malfroot, ik bepaal nog altijd …
We richten ons op de T1’s, die met de laagste …
We zijn hier al bijna anderhalf uur een debat over kinderopvang aan het voeren en iedereen herhaalt zich.
Het is een belangrijk debat dat we hier moeten kunnen voeren.
Straks komt er nog een heel blok daarover.
Ja, inderdaad.
En weet u waar die plaatsen nu naar toe gaan? (Opmerkingen van de voorzitter)
Maar ik mag daar niet spreken. Nu wel.
U mag daar wel spreken. U had zich gewoon op de sprekerslijst moeten inschrijven.
We gaan naar 70 euro per dag, minister. Plaatsen die nu maar 3 of 4 euro krijgen, gaat u nu sluiten, en dan zegt u dat we noodopvang gaan creëren en dat we die meteen 70 euro geven. Dan wil dat toch zeggen dat er geld is. Hoe komt het dan dat dat geld, dat er nu is, niet vroeger werd geïnvesteerd in de opvang? (Opmerkingen van de voorzitter)
U zei daarstraks dat u ging investeren, en het andere gelijk ging trekken. Waarom hebt u dat niet onmiddellijk gedaan? Gaat u dan voorrang geven aan de reeds bestaande?
Collega Malfroot, zou u willen afronden? Neen? Dat is dan heel simpel. (De voorzitter schakelt de microfoon van Ilse Malfroot uit.)
Dank u, voorzitter, ik was het niet van plan, maar ik heb de indruk dat er nu wel al een stuk debat over welzijn wordt gevoerd. (Gelach. Opmerkingen)
Voorzitter, excuses, maar ik wil toch wel eventjes reageren op een paar dingen. (Opmerkingen van Celia Groothedde)
Ik heb al de hele tijd gezwegen, misschien een beetje noodgedwongen en misschien lukt het straks ook niet meer. Ik wil toch wel even zeggen dat er toch wel ontzettend veel geld wordt geïnvesteerd in kinderopvang en ook bijkomend geïnvesteerd in kinderopvang: in totaal volgend jaar meer dan 800 miljoen euro, 230 miljoen meer dan in 2022. Dat is een stijging van maar liefst 40 procent. Dat is toch ontzettend veel.
We weten dat het nodig is. Dat is nodig voor de uitvoering van de aanbevelingen van de onderzoekscommissie naar de veiligheid. Dat is ook nodig om met de hele sector verder te werken aan een toekomstplan waarin we het hebben over de gelijkschakeling van de verschillende initiatieven en de gelijke subsidiëring van de verschillende initiatieven, waarbij we idealiter moeten evolueren naar een volledig IKT-systeem voor elke ouder, zodat het er niet van afhangt in welke kinderopvang je terechtkomt, hoeveel je betaalt. Dat wordt samen met de sector, samen met iedereen die daarbij betrokken is, uitgewerkt in een toekomstplan. Dat is ook de manier waarop het moet gebeuren. Maar doen alsof er niets is, vind ik echt wel onterecht.
Collega, wat het aantal plaatsen betreft, doet u alsof het aantal plaatsen vermindert. In 2021 waren er 94.700 plekken. Dat zijn er 3000 meer dan in 2014. Deze legislatuur is er voorzien dat er 7000 plaatsen bij komen waarvan 5500, zoals de minister zei, in de inkomensgerelateerde kinderopvang. In totaal gaat het nu al over meer dan 76 procent van de plaatsen waar ouders betalen volgens hun inkomen. Dat is ook een cijfer dat continu stijgt.
En als u nu doet alsof die plekken verdwijnen wanneer er kinderopvanginitiatieven worden geschorst vanwege de aanbevelingen van de onderzoekscommissie, en soms ook heel terecht worden geschorst, gaat u voorbij aan de beslissingen die de Vlaamse Regering daarover heeft genomen en die ze vorige vrijdag nog verder heeft versterkt. Die plekken gaan namelijk niet verloren maar kunnen behouden blijven in de gemeente en in de regio. Daar staat een subsidie tegenover. Het gaat niet alleen over schorsing en sluiting, maar ook wanneer bijvoorbeeld een kinderopvanginitiatief er zelf mee stopt, of vanwege financiële of administratieve redenen wordt gesloten. Die zekerheid wordt uitgebreid van zes maanden naar achttien maanden. Dus doe niet alsof die plekken verloren gaan, want dat is in de praktijk niet zo, mede dankzij andere organisatoren en dankzij de lokale besturen waarvoor zij inderdaad heel veel dank verdienen. (Applaus bij de meerderheid)
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Schryvers heeft voor een deel al meegegeven wat ik wou zeggen, waarvoor dank. We hebben nu al effectief 55.000 inkomensgerelateerde plaatsen voorzien. Die worden uiteraard ook ingevuld.
Collega’s, wat ik ook even belangrijk vind, is een kleine maar fijne extra mogelijkheid die we vorige vrijdag met de regering goedgekeurd hebben. Als er, vanwege het feit dat de integriteit van kinderen in gevaar komt, een initiatief gesloten of geschorst wordt, geven we aan de lokale besturen veel meer hefbomen om te kijken waar ze extra plaatsen kunnen creëren. Ik vind het vooral belangrijk dat plaatsen van een bepaalde regio, waar bijvoorbeeld 50 of 60 ouders geen kinderopvang meer hebben, niet naar een totaal andere regio gaan. We geven dus de garantie dat in je buurt mogelijkheden worden voorzien om extra kinderopvang te organiseren.
Dat lijkt me wel zeer, zeer belangrijk, zeker in deze tijden, waarin we de integriteit van het kind nog meer in de spotlights dan vroeger plaatsen, na de aanbevelingen van de onderzoekscommissie, waarvan ik ook wil onderstrepen dat ze zeer, zeer terecht waren. Je neemt immers geen risico’s met kinderen. (Applaus van Peter Van Rompuy)
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, ik hoor de Vlaamse Regering zich hier eigenlijk al de hele voormiddag uitputten, zeggende: “Collega’s, wees nu eens een beetje vriendelijker voor ons, wij doen toch ons uiterste best.” Als je dan echter kijkt naar het terrein, en ik verwijs naar de kinderopvang, of naar die duizenden ondernemers die hun openstaande vacatures niet ingevuld krijgen, dan kunnen we toch niets anders dan met zijn allen vaststellen dat het beste wat deze regering te bieden heeft, gewoon niet goed genoeg is. Je hebt andere recepten nodig. Ja, collega Brouns, u kunt op ons rekenen. Wij van Vooruit zullen een duurzame fiscale hervorming die werken meer lonend maakt, steunen. Kunt u hetzelfde zeggen van uw collega’s van Open Vld? Kunt u hetzelfde zeggen van uw collega’s van de N-VA?
Verder heb ik een heel concrete vraag. U hebt gezegd dat u met de Vlaams jobbonus meer mensen aan het werk zult krijgen. Wel, die Vlaamse jobbonus stond in 2019 in het regeerakkoord en wordt deze maand voor de eerste keer uitbetaald. Hoeveel extra mensen hebt u al aan het werk gekregen, geactiveerd voor de vele duizenden openstaande vacatures hier in Vlaanderen?
Wat ten slotte de passende dienstbetrekking en beschikbaarheid betreft, hebben we vorige week in de commissie onder andere Voka gezien over interregionale mobiliteit. Wij van Vooruit hebben de vraag gesteld wat er moet veranderen aan de definitie van ‘passende dienstbetrekking’. Nu staat heel duidelijk gedefinieerd dat mensen niet meer dan vier uur per dag onderweg mogen zijn naar een job. Wilt u daar vijf uur van maken? Wilt u daar zes uur van maken? Ik hoor het graag. Elke modernisering en aanpassing die voor werkbaar werk, voor meer jobs en voor meer mensen aan de slag kunnen zorgen, daarvoor kunt u op ons rekenen, maar het lijkt me niet wenselijk dat men meer dan vier uur onderweg is als men leven en werken nog een beetje kwalitatief met elkaar wil verzoenen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik wil toch kort even reageren op een aantal dingen die ik hier deze voormiddag allemaal van Vooruit heb gehoord en heb moeten aanhoren.
Het groeipakket voor 400.000 gezinnen wordt door deze regering welvaartsvast gemaakt. Vooruit lijkt echt gewoon totaal te vergeten dat haar fractieleider er tot voor kort voor pleitte om het “basisbedrag stevig te verlagen” en dat haar partijvoorzitter bij de naamsverandering tot Vooruit nog voorstelde om het “groeipakket af te schaffen”.
Men heeft het hier ook over jeugdwerk gehad. Minister Dalle gaat 5 miljoen euro extra investeren in de jeugdinfrastructuur. De schepen van Vooruit in Antwerpen gaat twintig jeugdwerkers ontslaan. Het argument dat ze gebruikt, is dat men met 2 procent gaat indexeren. Ze noemt dat een goede zaak. Je moet het maar durven.
Wat de kinderopvang betreft, deze regering verhoogt het budget met 30 procent in één jaar. De tegenbegroting van Vooruit? Exact nul euro voor de kinderopvang.
Mevrouw Goeman heeft gevraagd hoe het zit met die structurele hervormingen. Ik heb dezelfde vraag wat het federale vlak betreft. Over de beloofde structurele hervorming van de ziekenhuisfinanciering is er nog niks beslist. Over de aangekondigde hervorming van het geneesmiddelenpact is er nog niks beslist. De hervorming van de arbeidsongeschiktheid is nog altijd niet van kracht. Ik ga u niet lastigvallen over het tekort aan huisartsen. Dat is dan maar voor het stuk over Welzijn straks.
Dan heb ik collega Gennez gehoord en heb ik haar als socialiste horen zeggen dat ze werklozen meer sanctioneren. Dan moet je toch wel even je oren spitsen en je afvragen of ze wel geloofwaardig zijn, als ze zulke dingen zeggen. Wel, in 2021, vorig jaar, had VDAB 1362 werklozen die hun uitkering verloren zijn. Ik heb er de cijfers in Brussel bij genomen, waar Vooruit wel aan de macht is, en daar hebben exact 14 mensen hun uitkering verloren. 1362 in Vlaanderen, 14 waar de socialisten mee besturen.
Over het punt waarmee ik mijn discours begonnen ben, namelijk dat wij de budgetten voor Welzijn en Zorg verhogen met 18 procent en voor het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) zelfs met 10 procent, daarover heb ik hen niet gehoord.
Ik had u beloofd, voorzitter, dat ik het kort ging houden en daarbij zal ik het laten. (Applaus bij de meerderheid, van minister Matthias Diependaele, van minister Lydia Peeters en van minister Hilde Crevits)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, uw tussenkomsten over het kindergeld zijn intussen wat voorspelbaar en eigenlijk ook wat pathetisch aan het worden. Een, na vijftien jaar cd&v op Welzijn is de kinderarmoede in Vlaanderen nog altijd schandalig hoog, en laat ons eerlijk zijn, collega’s, het kindergeld heeft daar te weinig aan veranderd. En ja – dat heb ik hier al een paar keer herhaald –, dan hebben wij geen heilige huisjes. Dan willen wij inderdaad nadenken, discussiëren over hoe we kinderen beter kunnen helpen. Maar ik heb hier ook al een paar keer herhaald dat er een ding is dat wij nooit gaan doen, en dat is besparen op kinderen. En dat is wat jullie, door die niet-indexering van de kinderbijslag of die slechts gedeeltelijke indexering, ondertussen al voor de derde keer doen.
Dan, over de kinderopvang. (Opmerking van de voorzitter)
Ik ga het kort houden, maar ik repliceer natuurlijk wel op de aanvallen die er gekomen zijn.
Ik hoor mevrouw Schryvers zeggen dat jullie aan het werken zijn aan een toekomstplan. Maar dan val ik echt opnieuw van mijn stoel. Cd&v is al vijftien jaar bevoegd voor kinderopvang. En dan moeten jullie nu beginnen werken aan een toekomstplan. Dat had toch allang gebeurd moeten zijn? Ik snap dat echt totaal niet. En ja, mijnheer Van Rompuy, er komt geld bij. Maar als jullie eerlijk zijn, dan zal dat zelfs niet volstaan – ik heb het daarnet gezegd – om de afbraak van de voorbije jaren te compenseren. Wie heeft destijds beslist dat de kindnorm naar een op acht ging? Wie heeft dat beslist? Dat was cd&v.
Tot slot over Brussel, ook dat is altijd hetzelfde. Een beetje beginnen te schieten op Brussel om af te leiden van uw eigen verantwoordelijkheid. Ik herhaal: het is crisis in het Vlaamse onderwijs, ook in Brussel, het is crisis in de Nederlandstalige crèches, ook in Brussel. Dus begin eerst eens je eigen werk te doen voordat je op anderen schiet. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Ik durf te opperen dat er een klein beetje een probleem is en dat er al een heel welzijnsdebat is tussengekomen ondertussen.
Ik had vijf minuten gevraagd om nog te spreken over de algemene analyse van de begroting, die ik maakte in het begin van deze plenaire zitting. Ik heb daar een analyse gemaakt. Mijn fractie, het Vlaams Belang, heeft daar een aantal harde cijfers naar voren gebracht. En harde cijfers, die liegen niet, minister Crevits.
Dus stel ik voor dat u er eens tabel 2.1 van de algemene toelichting bij neemt, als het gaat over de teruggave van de inflatiebonus. Want dat doet deze regering wel – en dat geef ik ook toe – maar ten dele helaas, met name door uitgaven voor crisisondersteuning. De minister-president heeft dat aangekondigd, dat is 2 miljard euro. Netto is dat 1.301.600.000 euro. De Vlaamse Regering herverdeelt dus middelen uit de belastingen en dat gaat dus inderdaad ook wel naar crisissteun, maar niet volledig. Dat is maar 63,7 procent. Met het verschil – 36,3 procent, zijnde 739,6 miljoen – worden meer uitgaven gefinancierd. De Vlaming betaalt dus niet alleen zijn eigen crisisondersteuning, er is ook nog dat bedrag van 739,6 miljoen dat daarbovenop komt, waarmee er dus meer uitgaven gedaan kunnen worden.
Nu moet ik wel zeggen dat ik, naar aanleiding van mijn analyse, te horen heb gekregen dat men inderdaad erkent – en de minister van Financiën hier erkent dat al langer – dat er een probleem is qua schuldopbouw. Ik ben blij dat dat erkend wordt en ik ben ook blij dat daaraan gewerkt zal worden.
Men ziet ook in dat – wat ik zei – een tekort van 1,9 miljard euro – u zei het, minister – er niet alleen dit jaar zal zijn, maar waarschijnlijk ook volgend jaar. Dat noopt natuurlijk tot maatregelen. Al de partijen in dit halfrond verschillen in de oplossing om maatregelen te nemen. Sommige zien het zelfs niet in. Ik heb dikwijls de indruk dat links hier meer wil uitgeven, nog meer, en de begroting ziet als een grote taart, waarbij iedereen vecht om er zoveel mogelijk stukken van te krijgen. Er is inderdaad een verschil tussen de linkse en de rechtse oppositie. Wij willen een veel voedzamer recept, als we dan toch de begroting met een taart vergelijken. Wij willen geen taart waar iedereen vecht voor een deel en nog meer en nog meer. Wij willen een voedzaam recept met hetzelfde budget, zodat iedereen kan eten en duidelijk zijn buikje rond kan eten.
Wij, als oppositie aan de rechterzijde zeggen niet dat er te veel uitgegeven wordt. Er wordt nog te veel uitgegeven aan de verkeerde dingen. Daarom dringen wij aan – dat zei ik ook in mijn tussenkomst – op het combineren, het integreren van de uitgavennorm en de schuldnorm. Daar zit een heel belangrijk element. Het is belangrijk om niet alleen de schuld onder controle te krijgen, maar ook om de uitgaven eens tegen het licht te houden. Ik gaf de voorzet van de zero based budgetting. Dat is natuurlijk een manier van werken die heel veel energie vraagt. Ik begrijp dat dat niet zo eenvoudig is, maar ik wil ook toegeven dat u met de Vlaamse Brede Heroverweging een goede aanzet had gegeven. Maar helaas, sinds u in februari 2021 aankondigde dat daar eventueel ook een keuzemenu van 4 miljard euro aan mogelijke besparingsvoorstellen bij zou moeten zijn, is de administratie een beetje in een kramp geschoten. De Vlaamse Brede Heroverweging moet nieuw leven ingeblazen worden. We moeten inderdaad uitgaven tegen het licht houden. Het is belangrijk dat hier erkend wordt dat er een tekort is, dat er schuld is. Wij willen meewerken aan het structureel herdenken van de uitgavenstructuur. We denken dat die vereist is, maar zoals ik al zei willen we uitgaven X en Y tegen het licht willen houden om te zien hoe we vooruit kunnen met de nieuwe uitgave, eventueel Z, maar dat legde ik al uit. (Applaus van Klaas Slootmans)
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Gennez, u weet dat het aantal werkzoekenden op dit ogenblik historisch laag is in Vlaanderen, maar we proberen elke werkzoekende absoluut toe te leiden richting werk. Dat blijft een belangrijke ambitie. Het is belangrijk om de cijfers over de doorstroming even onder de aandacht te brengen, doorstroming vanuit het statuut van werkzoekende richting werk. In Vlaanderen zijn we bij de absolute kop in Europa. Alleen Nederland en Denemarken moeten we voor laten gaan. We slagen er vandaag al in om 53 procent toe te leiden richting werk. Het is belangrijk om die inspanningen verder te zetten met VDAB. Daar komen we straks zeker nog op terug. Het is belangrijk om dat te onderstrepen. En met de jobbonus doen we in Vlaanderen inderdaad de inspanning om dat werken te belonen, om dat werken te waarderen. Vandaag is het een heel grote inspanning om al die vacatures ingevuld te krijgen, om voldoende mensen te zoeken. Maar hen aan u te kunnen binden, te waarderen voor het werk dat ze doen, is minstens zo belangrijk. Dat doen we met de jobbonus.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Van dermeersch, ik was natuurlijk bijzonder blij dat het opnieuw over de begroting in zijn totaliteit zou gaan, dank u wel daarvoor. Maar langs de andere kant ben ik nu helemaal in de war en was mijn reactie een beetje ‘flabbergasted’ in het Engels, maar in het Nederlands is dat ‘hheu?’, zoiets. Wat is nu het punt dat het Vlaams Belang wil maken? Enerzijds zeggen dat we te grote putten, te veel schulden hebben. Dat is een bezorgdheid waar ik ook in kan komen, die ik ook deel. Anderzijds zegt u dat we meer moeten gaan uitgeven, meer ondersteuning moeten bieden. Het is me niet helemaal duidelijk.
Maar u hebt één zinnetje gezegd waar ik me bijzonder veel zorgen over maak: de uitspraak dat de Vlamingen de crisis zelf betalen. Weet u wat de dag van vandaag mijn grootste bezorgdheid is over elk begrotingsdebat in elk deel van dit land? Dat is het tekort aan het besef van politici dat we inderdaad met de centen van de mensen bezig zijn, niet met onze centen. Daarnet is het ook een keer gezegd: de begroting van de regering, de centen van de regering. Nee, die inkomsten komen van de mensen. Als u nu doet alsof het hier zou gaan om een zak geld en we maar moeten zien hoe we daarmee moeten omgaan, maar niet zelf het besef hebt dat we inderdaad moeten omgaan met de centen van de mensen: dat is mijn grootste bezorgdheid. Ik hoop dat dat besef meer kan groeien bij politici en ook in de publieke opinie. De media kunnen daar misschien een betere en grotere rol in spelen, zoals in Nederland, waar dat wel leeft en de publieke opinie veel meer begaan is met wat er met hun centen gebeurt, en de media daar ook politici veel meer op aanspreken of op afrekenen als dat nodig is.
Maar goed, dat is maar een wensdroom die ik hier wil uitspreken naar aanleiding van uw uitspraak, waar ik me wel degelijk zorgen over maak.
Er zijn nog een drietal zaken die u liet vallen. Wij hebben wel degelijk een hele hoop zaken in gang gezet. U hebt ze niet eens allemaal genoemd: we hebben ook onze conceptnota rond subsidies, onze subsidiedatabank en nog heel wat ander zaken structureel in gang gezet om de begroting beter beheersbaar te maken en het debat over de begroting beter te kunnen voeren. U hebt er drie zelf aangehaald.
Eerst en vooral is er de Vlaamse Brede Heroverweging, die we een eerste keer hebben kunnen doen. Dat is wel degelijk een succes geweest. Ik ben er zelf zeer trots op dat de Vlaamse administratie – want het is natuurlijk haar verdienste – dat op een zeer degelijke manier gedaan heeft. In alle eerlijkheid was dat in het begin ook wel met een beetje vrees, wat koudwatervrees. Maar het uiteindelijke resultaat daarvan mag absoluut gezien worden. We hebben daarover trouwens verschillende keren overleg gehad met Nederlandse collega’s, en ook met de Nederlandse ambassade. Zij hebben daar al langer ervaring mee, en zij bevestigen ook dat de Vlaamse Brede Heroverweging een succes is geweest, zeker gezien de korte tijd. We hebben die vorig jaar bij de begrotingsopmaak ook gebruikt en daar heel wat nuttig materiaal uitgehaald. We plannen nu effectief om dat elke legislatuur één keer te doen. Volgens mij is dat een veel beter systeem om te werken, alhoewel het eigenlijk redelijk aansluit bij het zerobudgetsysteem, maar dat heeft weinig zin. Alsof we er plotseling volgend jaar kunnen van uitgaan dat we geen rente meer moeten betalen, of er kunnen van uitgaan dat we geen lerarenlonen meer moeten betalen, of dat we er kunnen van uitgaan dat we geen ziekenhuisbedden of bedden in rusthuizen moeten gaan betalen? Dat is gewoon onzinnig om dat te gaan doen. De Vlaamse Brede Heroverweging was dus een veel beter systeem, en dat hebben we ook gedaan, en we hebben het ook succesvol gedaan.
Daarnaast hebben we ook acht of negen ‘spending reviews’ op poten gezet. Dat is de uitgavendoorlichting. Sommige zullen nog voor het einde van de legislatuur afgerond worden. Het pilootproject dat we – onder auspiciën van en bekostigd door de Europese Commissie – gevoerd hebben, was eveneens een succes. Dat was het systeem van de dienstencheques. Daar hebben we wel degelijk nuttig gebruik van gemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat we met de nieuwe spending reviews die we aan het opstarten zijn ook succesvolle resultaten zullen hebben.
Het derde en inderdaad belangrijke punt is de uitgavennorm. Daar is nog werk aan. Technisch zit die wel al in elkaar, maar om die echt politiek te gaan toepassen zal er tegen de volgende legislatuur zeker op gewerkt moeten worden. Dat is hét systeem om er, ten eerste, voor te zorgen dat we de begroting kunnen spreiden over meerdere jaren. We hebben nu die diepe put gezien tijdens de coronajaren. In plaats van daaruit te klimmen en de hele begroting overhoop te gooien moeten we dat meer gaan spreiden over de tijd. Ten tweede – collega Rzoska heeft het er ook over gehad – gaan we meer de bevoegde ministers zelf verantwoordelijk houden en maken om hun eigen broek op te houden. We gaan als coalitie bepalen waar we precies gaan kopen … (Opmerkingen)
Ik heb het puur over het budgettaire, voor alle duidelijkheid, met de rest bemoei ik me niet … het is een Nederlandse uitdrukking …
We gaan meer verantwoordelijkheid geven aan de bevoegde minister. Als men ergens uitbreidingsbeleid wil voeren … à la bonheur! Dat kan dan zeker bekeken worden, maar dan zal men zelf moeten aanhalen van waar die centen moeten komen.
Die drie punten, waarnaar u verwees, wilde ik even toelichten. We zijn daar dus wel degelijk al aan bezig, maar dat niet alleen: we staan daarin al veel verder dan u laat uitschijnen.
De heer Tobback heeft het woord. Hij is geïnspireerd door uw broek.
Nu dicht u mij dingen toe waarbij ik ook ‘huh?’ denk, voorzitter.
Ik was vooral geïntrigeerd door de uiteenzetting van de minister over de Vlaamse Brede Heroverweging en de lofzang daarover, en hoezeer men daarmee rekening houdt. Op zich is die Brede Heroverweging een logische doelstelling. Alleen, ik heb al meer dan een jaar geleden de voorstelling daarvan gekregen voor wat betreft het Departement Omgeving, in de bevoegde commissie. Zowel vanuit het departement als door de opstellers van de Brede Heroverweging werd toen al vastgesteld dat de besparingen met de kaasschaafmethode ertoe geleid hadden dat men op het departement stilaan op zijn tandvlees zat. Dat zijn we ondertussen verder blijven zien. Er is bijvoorbeeld gebleken dat er te weinig mensen zijn voor de handhaving van milieuvergunningen. Collega Anaf heeft al gewezen op de drama’s rond PFAS en dergelijke, die daarmee gepaard gaan. Het is gebleken dat het Vlaamse Departement Omgeving in het beste geval 10 procent van zijn verplichtingen – decretaal en volgens besluiten inzake adviesverlening aan lagere overheden – nakomt. Je zou dan denken dat men na die Vlaamse Brede Heroverweging, die u zo bejubelt, daar effectief rekening mee houdt.
Maar wat zie ik hier nu in de begroting die voorligt? Dat men zowel op het vlak van personeelsbesparing als werkingsmiddelenbesparing in het Departement Omgeving de kaasschaaf verderzet. Sterker nog: men schrijft er nog bij, ter motivering, dat men gewoon verdergaat met de geplande vermindering van de middelen. Tezelfdertijd zegt de minister bij iedere crisis die zich voordoet: “Ik ga daar meer mensen en daar meer mensen en daar meer mensen inzetten.” Nu, die meer mensen zijn er gewoon niet. Wat de minister doet, telkens als er zich ergens een crisis voordoet in een of andere afdeling, is dezelfde lege doos daarnaartoe rijden en ‘hier zijn er nog een paar meer’ zeggen, maar tezelfdertijd verder blijven besparen op een departement dat vandaag al – ik zeg het – niet meer in staat is om zijn werk te doen. U hebt het wat kleurijker omschreven. Ik zou nooit durven te beweren dat minister Demir met haar broek op haar enkels staat, maar eigenlijk komt het daar wel op neer.
U zegt dat u nog correct werk levert, maar eigenlijk weet u – en men zegt dat zelfs vanuit uw eigen departement – dat het op deze manier niet meer kan. En toch blijft u gewoon verder snoeien en noemt u dat verstandig omgaan met de belastingmiddelen. Ik zeg u, minister, dat de Vlaamse belastingbetaler belastingen betaalt om te maken dat u, of mevrouw Demir, of het departement, toezicht houdt op milieuvergunningen. Vermijd dat er zich vervuiling voordoet, vermijd dat er negatieve effecten zijn voor de volksgezondheid, vermijd dat eigendommen schade oplopen of in waarde zakken. Daar betalen mensen belastingen voor, minister. Als u het niet doet, dan zegt u: “Trek uw plan.” Maar als u nu echt denkt dat Vlamingen zitten te wachten om zelf overal milieu-inspecteur te gaan spelen, dan weet u net zo goed als ik dat ze daar niet op zitten te wachten en dat ze het ook niet kunnen. Dat is uw job, de job van de Vlaamse Regering, en in dit geval de job van de minister van Begroting: ervoor zorgen dat de middelen er zijn om uw werk te doen. Ik kan alleen maar vaststellen dat zeker het Departement Omgeving het geld gewoon niet meer heeft om zijn werk te doen. En dat is nog maar één voorbeeld – omgevingsinspectie en advisering van vergunningen – maar er zijn er nog tien andere te geven.
U doet gewoon voort met uw kaasschaaf, ondanks de conclusies uit uw eigen Brede Heroverweging, die u dan nog komt bejubelen: “Kijk eens wat we daarmee doen.” Het is het een of het ander. Het punt is, minister, dat u de middelen die er zouden moeten zijn om uw werk te doen, niet uitgeeft, en dan aan de Vlaming zegt dat u hem daarmee helpt. Ik zeg u: u jaagt de Vlaming daarmee op kosten, u schaadt daarmee de gezondheid en u schaadt daarmee het vertrouwen, terwijl het omgekeerde de doelstelling zou moeten zijn.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Tobback, bedankt voor uw tussenkomst, maar ik zie me nu wel genoodzaakt opnieuw tussen te komen om u uit te leggen wat die Brede Heroverweging precies was. Het is niet aan mij om tussen te komen over het punt Begroting, maar het is jammer dat u de discussie in de commissie niet hebt bijgewoond, want daar bleek over alle partijgrenzen heen, meerderheid en oppositie, eensgezindheid over wat die Brede Heroverweging wel moet zijn. Wat u nu schetst, daarvan was iedereen het erover eens dat dat het niet moet zijn.
Wat hebben we met die Brede Heroverweging gevraagd? We hebben gevraagd aan de administratie, los van de politiek – dat is zeer belangrijk –, los van enige politieke bemoeienis of begeleiding, om een overzicht van de kerntaken: wat we wel kunnen doen, wat niet, wat we eventueel anders kunnen gaan doen. Maar er is zeer duidelijk afgesproken met de betrokken ambtenaren dat het niet de intentie was om dat klakkeloos over te nemen. Weet u waarom, mijnheer Tobback? Omdat zij door die oefening te doen een lijst, inspiratiebron of keuzemenu aanbieden aan het parlement, en het de taak is van dit parlement om daaruit te kiezen. U doet nu alsof wij alles wat in die Brede Heroverweging stond, klakkeloos moesten overnemen. Dat is nooit, op geen enkele manier, de bedoeling geweest. Het zou die hele oefening onderuitgehaald hebben. Kom dat nu dus niet zomaar misbruiken. U haalt het systeem onderuit, gewoon omdat u het systeem niet begrijpt.
Ik denk dat we er wel heel wat zaken uit gehaald hebben die belangrijk zijn. We hebben bijvoorbeeld heel wat besparingen in het domein Omgeving en Milieu gerealiseerd: er werden nog premies gegeven voor stookolie en weet ik veel wat, en die zijn er dankzij de Brede Heroverweging uit gehaald. De verlaging van de registratierechten van 6 naar 3 procent is er gekomen omdat in die Brede Heroverweging stond dat we de meeneembaarheid eens moesten herbekijken, wat ons de ruimte heeft gegeven om de registratierechten te verlagen. Wat we vorige week hebben goedgekeurd inzake de oldtimers, of de week daarvoor, dat zat ook in die Brede Heroverweging. En ik beperk me dan nog zo veel mogelijk tot mijn eigen bevoegdheid. Daarvoor diende die Brede Heroverweging.
Op geen enkel moment was het de bedoeling om iets te zijn dat we zomaar zouden overnemen. Neen, dat is een politieke afweging die moet gebeuren in een debat dat in de commissies gevoerd moet worden, of hier. Het was voor jullie ook een inspiratiebron om ministers over te ondervragen. “Dat staat in die Brede Heroverweging, waarom doet u dat niet?” En dan moet de betrokken minister daar natuurlijk een uitleg aan kunnen geven. Maar hier nu doen alsof dat een slechte Brede Heroverweging is, omdat we ze niet klakkeloos overnemen … Het spijt me verschrikkelijk, maar dat is alleen maar omdat u het systeem van die Brede Heroverweging niet begrepen hebt. Ik ben blij dat ik nu de kans heb gehad om het u uit te leggen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Tobback heeft het woord.
Ik moet zeggen: hoe meer u het uitlegt, hoe minder duidelijk het wordt, minister, maar dat kan aan mij liggen. Ik laat dat in het midden. Ik heb begrepen dat u uit de Brede Heroverweging conclusies hebt getrokken over de oldtimers. Dat is heel tof voor de eigenaars van die oldtimers. (Opmerkingen bij de meerderheid)
Ik kan alleen maar vaststellen dat u over de kerntaak van de Vlaamse overheid, namelijk om de burgers te beschermen tegen misbruik en overtredingen van multinationals die de volksgezondheid in gevaar brengen, en die de waarde van woningen in gevaar brengen – hebt beslist om niet de conclusie te trekken dat men daar toch een beetje kon besturen, ondanks het feit dat ook uw Brede Heroverweging, die voorgesteld werd in de commissie, uitwees dat men daar op zijn tandvlees zit, na de schandalen die we toch gezien hebben, en de problemen die we gezien hebben, maar dat u het programma van kaasschaaf gewoon verderzet dat u al aan het begin van de legislatuur hebt ingesteld voor het Departement Omgeving en voor alle departementen.
Dank u voor uw uitleg. Want ik dacht dat het aan u lag, dat u alleen maar degene was die ambetant deed over de centen – de minister van Begroting heeft een beetje de taak om dat te doen. Maar ik heb nu begrepen uit uw uitleg dat het een uitnodiging was aan de hele meerderheid en aan het parlement, om te beslissen wat de kerntaken waren. En ik kan dus alleen maar vaststellen dat lagere besturen adviseren om goede milieuvergunningen af te leveren, om handhaving te voorzien om de volksgezondheid te beschermen, om handhaving en controle te voorzien om te zorgen dat de Vlaamse burgers de waarde van hun woningen niet aangetast zien worden door frauderende multinationals, en dat dat volgens de collega’s van meerderheidspartijen niet tot de kerntaken van de Vlaamse overheid behoort. Want daar gaat u gewoon verder in de afbouw.
Ik kan alleen maar jammer vinden dat u desondanks zegt dat u een goed beleid probeert te voeren. Ik denk dat de Vlaamse belastingbetaler hoopt dat u de taak op u neemt, de zorg op u neemt, om te zorgen voor onze omgeving, voor onze volksgezondheid, voor de waarde van onze woningen. Maar u, dames en heren van de meerderheid, vindt dat niet tot de kerntaken van de regering behoren. Dat is waarschijnlijk inderdaad een verschil, en ik kan u zeggen dat dat misschien ideologisch een verschil is, een onderscheid tussen uw meerderheid, en waar Vooruit voor staat. (Applaus bij Vooruit)
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Mijnheer Tobback, als we zomaar alles klakkeloos zouden moeten overnemen wat in de Brede Heroverweging staat, wat doen we hier vandaag dan? Waarom stemmen we hier vandaag? Waarom discussiëren we hier vandaag? Het is uiteraard aan het parlement om de definitieve keuze te maken. Ik vind het heel goed dat die Brede Heroverweging is ingevoerd.
Het is trouwens niet het enige dat ingevoerd wordt. Er zijn ook nog twee andere dingen ingevoerd, met alle credits aan minister Diependaele. Enerzijds is er het subsidieregister, om na te gaan waar het geld dat de Vlaamse overheid geeft aan mensen, allemaal naartoe gaat, en om dubbelstromen te detecteren en aan te pakken. Dat is heel nuttig, nu al, voor heel wat commissies, en dat zal in de toekomst alleen maar nuttiger worden om ons volop op die kerntaak te focussen.
Een tweede zaak: ik weet niet of u de meerjarenraming eens hebt bekeken. Voor het eerst staat daar deze legislatuur een uitgavennorm ingeschreven. Een uitgavennorm, dat klinkt technisch, en ik zal het ook niet helemaal uit de doeken doen – we hebben dat in de commissie Financiën gedaan –, maar dat wil eigenlijk kort zeggen dat je op lange termijn je begroting gezond maakt door je uitgaven aan te passen aan je economische situatie, aan je economische groei, aan je productiviteit, aan je schuldpositie. Wel, dat is voor mij de sleutel voor een structureel gezondheidsbeleid, en dat is de basis waarop wij als parlement kunnen beslissen welke aanbevelingen uit de Brede Heroverweging we wel in overweging nemen, en welke niet. De keuze is toch ook aan ons. Wij zijn verkozen door het volk om die keuzes uiteindelijk te maken.
En ten slotte, u spreekt wel eens vaker over zaken waar u denk ik minder van afweet: die oldtimermaatregel is juist niet zo populair bij oldtimereigenaars, want dat zorgt er net voor dat ze een belastingvoordeel verliezen. Dat is net iets wat we hebben overgenomen uit die Brede Heroverweging. Ik denk dat dat een heel positieve zaak is geweest. (Applaus bij Open Vld)
De heer Tobback heeft het woord.
Ja, ja. Ik dacht dat ik in mijn eerste tussenkomst had gezegd dat ik de Brede Heroverweging op zich zelfs geen slechte oefening vond. Alleen vind ik dat je dan rekening moet houden met wat eruit komt.
En de wereld is groter dan de Brede Heroverweging. Ik denk dat het nuttig is om te kijken naar de realiteit in plaats van naar uw ideologische theorieën en droombeelden. En dat is wat we hier met Vooruit proberen duidelijk te maken aan u allemaal, collega’s van de meerderheid, en niet alleen in dit dossier.
Collega Vande Reyde, we hebben in dit parlement toch een vrij lang durende onderzoekscommissie gehad over een reëel probleem dat zich in de praktijk heeft voorgedaan rond een fabriek van 3M die op een gigantische schaal vervuiling en kosten heeft doorgeschoven naar de omwonende burgers, hun gezondheid en de Vlaamse begroting, die het voor een groot stuk mee zal opruimen, ondanks het kleine beetje dat men inderdaad heeft vastgekregen.
We hebben dat toch gezien? We hebben toch allemaal – en het is vrij unaniem goedgekeurd in dit parlement – zelf de diagnose gemaakt dat daar een tekort aan serieuze vergunningsaflevering is geweest, een tekort aan toezicht op die vergunningen en een tekort aan sanctie en handhaving daarop. Dat zijn toch allemaal, dacht ik, kerntaken van de Vlaamse overheid, kérntaken van de Vlaamse overheid. Tenzij u zegt dat de burgers daar hun plan mee moeten trekken en dat ze zelf alle dagen bij 3M voor de deur moeten staan met hun metertje om te kijken of ze daar poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) aan het lozen zijn – als u al weet wat PFAS zijn. Ik denk dat burgers iets anders te doen hebben met hun leven. Burgers hebben recht op een overheid die die verantwoordelijkheid neemt, vooral als dat in decreten en wetten staat en als er beloftes bestaan dat de overheid die taak zál opnemen.
En als je dan tot de vaststelling komt, niet alleen in de praktijk, maar ook in uw eigen Brede Heroverweging, dat je daar vandaag eigenlijk niet meer de middelen toe hebt, dan vraag ik u: waarom trekt u daar dan niet de logische conclusie uit in plaats van gewoon voort te gaan op diezelfde piste? Ik dacht dat die Brede Heroverweging daarvoor diende, om de gaten en de hiaten vast te stellen die je ook in de praktijk ziet. Net zoals we op allerlei domeinen in deze begrotingsbespreking en in dit beleid keer op keer zien dat u allemaal al jaren aan een stuk geweldige theorieën verkondigt over hoe het allemaal beter zou worden, terwijl het in de praktijk, of het nu gaat over PFAS, watervervuiling, kinderopvang of onderwijs, allemaal achteruitgaat. Misschien kunt u dat eens in overweging nemen wanneer u een begrotingsbeleid voert, want daar dient beleid voor: om het beter te maken en niet om de boel af te breken. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ministers, ik zal mijn resterende vijf minuten gebruiken om te antwoorden op een aantal punctuele vragen die aan míj zijn gesteld over de begroting. En laat mij beginnen met te zeggen dat ik het goed, echt goed vind dat het Vlaams Parlement over een begroting kan discussiëren wat betreft de inhoudelijke keuzes. Dat is wat mij betreft een groot pluspunt, dat lijkt mij relatief duidelijk.
Ten tweede wil ik een aantal inhoudelijke punten naar voren schuiven. Mijnheer Van Rompuy, wat betreft kinderbijslag baseer ik mij op de tabellen die u, de Vlaamse meerderheid, hier in dit parlement hebt neergelegd. En u hebt daarnet een soort van wegwerpgebaar gemaakt om duidelijk te maken dat u niet bespaart op kinderbijslag. Ik geef u tabel 13G mee: u krijgt van de federale overheid welvaartsvast en gericht op kinderbijslag 5,1 miljard euro. U kunt die tabel checken. En dan kunt u daarnaast het Uitgavendecreet leggen en dan ziet u bij de kinderbijslag 4,6 miljard euro staan. Dat betekent dat u 500 miljoen euro achterhoudt die u eigenlijk gewoon in de algemene middelen steekt.
En dan ben ik het eens met collega Diependaele: op het moment dat er een crisis is, moet een regering investeren. Wel, dan nodig ik u uit. Want vandaag zitten niet enkel ondernemingen in de problemen, de crisis zit ook bij de gezinnen.
Dan zou ik verwachten … En u hebt daarvoor gestreden. U hebt het niet gehaald, en nu probeert u ons van het tegenovergestelde te overtuigen. Maar dan zou ik verwachten dat, op een moment dat je ziet dat je 5,1 miljard euro binnenkrijgt, je dan zegt dat die kinderbijslag welvaartsvast moet zijn. Die moet welvaartsvast zijn, want gezinnen zitten vandaag in de problemen.
Dus kom aan mij niet zeggen dat u niet bespaart op de kinderbijslag, met een indexering van 2 procent, terwijl de inflatie boven 10 procent zit. (Applaus bij Groen en Vooruit)
De heer Muyters heeft het woord.
Collega Rzoska, mochten we doen wat u voorstelt, dan zijn wij gewoon het doorgeefluik van beslissingen die nog altijd op federaal niveau worden gemaakt. Ik dacht dat wij bevoegd waren voor kinderbijslag, dat wij ook keuzes mochten maken over waar we het geld aan geven. En als deze Vlaamse Regering bijvoorbeeld … (Opmerkingen bij Groen)
Als deze Vlaamse Regering dan kiest om vooral die groepen die het het moeilijkst hebben iets extra te geven in de kinderbijslag, en daarnaast extra geld elders te investeren voor mensen die het moeilijk hebben, dan is dat een keuze die kan worden gemaakt en die we maken. En dat vind ik een veel betere keuze dan ‘flat’ voor iedereen iets extra te geven. Dat is de keuze die we maken.
En ik weiger voor de bevoegdheden die we in Vlaanderen hebben gekregen, het doorgeefluik te zijn van de centen die het federale niveau ons geeft. Als we dat zouden doen overal waar er bevoegdheidsoverdracht is geweest … Er is vaak overdracht geweest met veel tekort aan middelen. Ik herinner mij dat er in 2014 een tekort was van 2 miljard euro bij de laatste staatshervorming. Toen was er 2 miljard euro aan middelen niet overgedragen. Als we toepassen wat u zegt, dan moeten we op dat moment zeggen dat we gewoon die middelen schrappen voor die bevoegdheden. Neen. Wij hebben als Vlaamse Regering nu en in het verleden beleid gevoerd met de centen die we hebben. Dat is ons recht en dat is ook onze plicht. (Applaus bij de N-VA)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
We hebben het er in de commissie ook al eens over gehad. Ik neem er nog eens de cijfers bij. Wanneer de Vlaamse Regering beslist heeft om extra geld bij te pompen, boven op de dotatie, dan hebben we jullie helemaal niet gehoord. Dan hebben we jullie niet gehoord. En dat is gebeurd voor ongeveer vergelijkbare bedragen als vandaag in de andere richting, in de jaren 2021 en 2020. In 2021 was dat voor 173 miljoen euro, en in 2020 was het voor 272 miljoen euro.
Daarenboven vermeldt u ook niet dat we die middelen natuurlijk gebruiken voor heel wat andere zaken, zoals kinderopvang, ouderenzorg, gehandicaptenzorg en dergelijke meer. Dus in het totale plaatje zeggen dat er wordt bespaard of dat er inflatiegeld wordt opgepot, terwijl er nog een tekort is van 2 miljard euro, en we in totaal 18 procent voor welzijn en zorg erbij doen? Dat is absoluut niet besparen. Dat is meer dan ooit investeren. En de cijfers van de begroting bewijzen dat. Ik dank u. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
Minister Diependaele heeft het woord.
Eerst en vooral, mijnheer Rzoska, ben ik het met u eens over het feit dat we een degelijk debat kunnen voeren over de inhoud. En ik wil hier niet al te veel in techniciteit vervallen, maar de redenering als wordt de kinderbijslag die we krijgen van het federale niveau geïndexeerd, en dus moet je dat zomaar doorgeven? Zo werkt het niet. Dat klopt niet. Het gaat hier over de algemeenheid van de middelen die wij krijgen van de federale overheid, van dotaties, van opcentiemen, van onze eigen gewestbelasting en ga zo maar door.
Als u uw eigen logica, als u de moed zou hebben om die door te trekken, betekent dat dat we de extra uitgaven, het uitbreidingsbeleid voor gehandicapten, niet zouden kunnen doen. Het uitbreidingsbeleid dat we doen voor de kinderopvang zouden we niet kunnen doen. Het uitbreidingsbeleid dat we doen rond de Blue Deal en dergelijke meer, en ga zo maar verder, zouden we niet kunnen doen. Want dat zit allemaal niet in die middelen die we van de federale overheid krijgen.
Dus hoe gaat het in Vlaanderen? We krijgen die centen enerzijds binnen vanuit federaal, en we hebben dan ook nog een deel eigen ontvangsten, de gewestontvangsten. Dat is een grote pot. En dan gaan wij inderdaad, zoals het hoort, het debat voeren tussen de verschillende fracties over welke nood voor wie het meeste doorweegt, en waar we meer geld aan moeten geven. Maar de redenering klopt niet dat je alleen maar zomaar kunt doorgeven. Dat is een totaal vals beeld. En als u die logica effectief wilt volgen, dan moet u die ook in alle eerlijkheid doortrekken en zeggen welke meeruitgaven aan uitbreidingsbeleid deze Vlaamse Regering wel voert die we volgens die logica niet meer zouden kunnen voeren. Daar moet u fair in zijn.
Een tweede zaak is de volgende. Het is goed om de historiek van onze begroting te schetsen. Laat ons de laatste 15 jaar eens bekijken. Toen ik hier in 2009 aan de andere kant van de zaal binnenkwam, was er pas een financiële crisis geweest. Ik kijk naar de heer Muyters om mij te verbeteren. Ik denk dat er op dat moment ongeveer 2 miljard euro bespaard is in de begroting bij de start van die legislatuur. Nadien hebben we de zesde staatshervorming gekend. Toen is er opnieuw 2 miljard euro uitgehaald. Nadien hebben we de taxshift gehad, waar Vlaanderen 1 miljard euro – dat was toen 700 miljoen euro maar dat is ondertussen aangegroeid – minder heeft kunnen uitgeven, dus heeft moeten besparen. We hebben in het begin van 2019 opnieuw ruimte vrijgemaakt, ongeveer 1,5 miljard euro, die we inderdaad onmiddellijk opnieuw hebben uitgegeven aan uitbreidingsbeleid. En nu zijn we 2023. Het is de eerste keer dat zo’n grote oefening gedaan is, tijdens de legislatuur en niet bij de coalitievorming. We hebben er nog eens 1 miljard euro uitgehaald om tegen 2027 naar een begroting in evenwicht te kunnen sturen. Dat is het pad dat we sindsdien hebben aangehouden.
Het is belangrijk om af te stappen van de idee dat we voldoende middelen zouden krijgen van het federale niveau. Niets is minder waar en niets wordt ook harder bewezen door de Nationale Bank, het Planbureau en ga maar verder. Er wordt zeer duidelijk aangetoond dat het feit dat we op een gezond begrotingstraject zitten, helemaal aan onszelf te danken is en niets te maken heeft met middelen die we zomaar zouden krijgen van de federale overheid en waarvan ons nog het verwijt wordt gemaakt dat we die niet zouden doorgeven aan de mensen. Dat beeld is totaal fout. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Rzoska heeft het woord.
Toch, minister en collega’s, is het een politieke keuze. Het is een politieke keuze, collega Van Rompuy, om heel duidelijk de ‘dotatie kinderbijslag' – want zo staat het eigenlijk in uw eigen begrotingstabellen – niet volledig te gebruiken voor het groeipakket. U voert daar de indexering die u wel krijgt van de federale overheid niet door. Dat is een politieke keuze van deze meerderheid en van de Vlaamse Regering. Goed, dat is dan duidelijk. Ik had gehoopt, collega Van Rompuy, dat u uw slag had thuisgehaald in september 2022.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega Rzoska, ik vind dit echt stuitend. Zowel collega Van Rompuy als minister Diependaele leggen u uit dat er middelen binnenkomen die worden besteed aan zowel het groeipakket, de kinderopvang, gezinsondersteuning, jeugdhulp, personen met een handicap. Dat zeggen ze allebei. Er gaat geen geld in de zakken en het wordt niet opgepot. Dan zegt u dat het een keuze is die gemaakt werd. Ja, dat is waar en ik wil die keuze verdedigen. Mag ik het dan omkeren? Wilt u dan zeggen dat de middelen retour moeten gaan naar het groeipakket en dan niet terechtkomen in de kinderopvang, niet in de jeugdhulp en de gezinsondersteuning? Dat zegt u dan. Het is het een of het ander.
De heer Rzoska heeft het woord.
Collega Daniëls, ik stel gewoon vast dat jullie 5,1 miljard euro krijgen vanuit de federale overheid, dat die geïndexeerd is, welvaartsvast. En dat het een politieke beslissing van jullie, van de meerderheid, is om aan gezinnen met kinderen te zeggen dat men dat niet volledig gaat gebruiken voor het groeipakket. Wij gaan indexeren aan 2 procent. Dat is minder dan de indexering op het Gemeentefonds. Ik wil de discussie over het Gemeentefonds niet heropenen, maar iedereen of de meesten van ons zitten toch ook in lokale besturen of in gemeenteraden. De prijsherzieningen van heel wat projecten brengen lokale besturen in de problemen. Ik begreep zeer goed de cri de coeur van een aantal burgemeesters die zeiden dat het Gemeentefonds eigenlijk welvaartsvast zou moeten zijn. Hetzelfde – en dat probeer ik duidelijk te maken – ondervinden heel veel gezinnen vandaag en daar zou uw groeipakket een instrument in kunnen zijn. Het is een politieke keuze. Wij zouden het anders doen.
Ik kom terug op de kinderopvang. Ik heb niet veel tijd meer, maar ik ga het punt toch maken.
Minister Crevits, ik vond uw opmerkingen daarnet intellectueel niet helemaal correct. U gaat naar de doorrekening van de federale verkiezingsprogramma’s van 2019.
Minister, wat u daarbij vergeet, is dat mijn partij in 2014 een zuurstofbegroting op tafel heeft gelegd waarin we 300 miljoen euro extra voor kinderopvang hadden voorzien. U weet net als ik dat de rekening 2014 is gemaakt door een aantal kranten en de KU Leuven. U zou moeten weten – dat staat als disclaimer in dat rapport – dat zij zelf hebben geselecteerd om een aantal maatregelen voor de kosten in het model op te nemen en een aantal niet. Als u, in plaats van te proberen mij goedkoop in de hoek te zetten, wat dieper zou graven, dan zou u die disclaimer zien staan en dan zou u wel degelijk heel snel kunnen opzoeken dat wij een zuurstofbegroting op tafel hebben gelegd met 300 miljoen euro meer voor de kinderopvang. (Applaus bij Groen en Vooruit)
Misschien is het onnodig, maar ik breng u in herinnering dat de oefening in 2019 van het Federaal Planbureau bij wet was geregeld en dat elke partij drie tot vijf voorstellen kon laten doorrekenen op het moment dat het paste bij het Federaal Planbureau.
Minister en collega’s, men zegt altijd dat de linksen potverteerders zijn. Misschien, minister, is het interessant om nog eens die oefening te bekijken. Volgens ons voorstel, doorgerekend door het Federaal Planbureau, werd het vorderingensaldo beter op federaal niveau. Met de voorstellen van cd&v ging het structureel achteruit. Het is gemakkelijk om veel te beloven, het is moeilijker om te besturen. Maar kom aan mij niet zeggen dat wij in al onze verkiezingsprogramma’s geen euro hebben uitgegeven aan extra kinderopvang. Dat pik ik niet, en dat zullen we nooit pikken. Misschien is dat het interessante aan dit debat: wij zullen altijd een bondgenoot zijn om extra middelen in de kinderopvang te steken omdat, collega’s, het dan gaat over mensen aan het werk te helpen, over mensen werkbaarder op de werkvloer te houden.
Minister, mijn collega Elke Van den Brandt heeft de afgelopen legislatuur aan uw voorganger Jo Vandeurzen meerdere vragen gesteld om te zien wat de budgettaire impact was van bijvoorbeeld de kindnorm met één naar beneden te halen. We hebben die vragen gesteld. Het zat in ons programma. U zou beter dat omarmen in plaats van te proberen om met een onnodig intellectueel arm argument mij en mijn fractie en mijn partij in de hoek te zetten. (Applaus bij Groen)
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Rzoska, ik zal antwoorden op uw vraag. Het siert u dat u zich aangevallen voelt. Maar ik voelde mij ook een beetje aangevallen. Bij mij gaat het in de eerste plaats over wie welke prioriteiten stelt. Ik heb duidelijk gemaakt dat voor mijn partij de prioriteit heel duidelijk was. U zegt dat jullie in 2014 300 miljoen euro hadden voorzien. Collega’s, ik herhaal het nog eens: we zitten ondertussen aan plus 441 miljoen euro. Dat is dus 140 miljoen euro meer dan de cijfers die collega Rzoska aanhaalt. (Opmerkingen van Björn Rzoska)
Ja, het is 2014, collega Rzoska. En ik wil nog een cijfertje geven, hoor! Ik neem even mijn papiertjes. Ik was niet meer van plan om tussen te komen. De laatste keer dat u aan zet was voor het budget voor gehandicapten was dat 936 miljoen euro. Met de inflatie omgerekend naar vandaag is dat 1,5 miljard euro. Collega’s, het budget voor gehandicapten is vandaag 2,5 miljard euro. Komaan, zeg! En dan zeggen dat wij besparen! Ik maak mij daar boos over, collega’s. Wij besparen niet, wij investeren! (Applaus bij de meerderheid)
Ik wil nog iets zeggen. Ik wilde daar eigenlijk niet op tussenkomen, maar het moet mij toch van het hart. Het voordeel, collega Rzoska, is dat we allebei graag discussiëren. Dat maakt het debat pittiger.
U hebt een punt als u zegt dat voor mijn partij de koppeling van de kinderbijslag aan de index belangrijk is. We zullen dat ook op tafel blijven leggen. Ik wil daar eerlijk over zijn. Maar de reden waarom we deze begroting met veel overtuiging goedkeuren, is dat we een sociale shift doen. Wat doen we namelijk? U hebt het altijd over die 2 procent. Maar vanaf deze maand – en collega’s, jullie hebben dat goedgekeurd – verhogen we de sociale toeslag met 15 euro. Vanaf januari 2023 wordt de laagste inkomensgrens in de sociale toeslag verhoogd met 5 procent. Dat betekent een uitbreiding van de sociale doelgroep met 20.000 kinderen. Vanaf april 2023 komt er opnieuw een verhoging van de sociale toeslag. Dat betekent opnieuw een uitbreiding met 51.000 kinderen. We gaan dan nog eens een extra toeslag van 100 euro toekennen aan kinderen met recht op sociale toeslag. We doen dat nu en we doen dat nog eens in april 2023.
Ik zit hier al een aantal jaren. Zo vaak heb ik hier gehoord dat onze kinderbijslag een sociale shift moest maken. Wel, dat doen we nu met de begroting 2023. De meest kwetsbare gezinnen gaan we extra steunen, zij die het laagste inkomen hebben en dus het meeste last hebben van de gestegen inflatie. Het klopt dat we dan nog een budget overhouden als je dat vergelijkt met de bedragen van de federale overheid, als je een-op-een zou rekenen. Maar dat investeren we net ook in onze sociale sector, in Welzijn, want het budget stijgt in totaal met 2,4 miljard euro. Dat is fors, fors beter dan de inflatie. Dus, collega's, alstublieft, wees dan ook eerlijk en zeg dat wat wij doen inderdaad een heel forse investering is in datgene wat we in Vlaanderen meer nodig hebben: die warme, zorgzame samenleving. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ik discussieer inderdaad graag, en ik discussieer zeker graag met minister Crevits. Ik ben blij dat u erkent dat dat daarnet een lapsus was, dat we wel degelijk middelen hadden voorzien. Minister, het is ook voor mij een voordeel dat ik hier al acht jaar fractieleider ben – misschien vinden sommigen het te lang – en een aantal debatten heb meegemaakt. Ik vind het moeilijk om mee te gaan in de redenering dat er in 2014 zoveel was voor gehandicaptenzorg en dat u dat hebt doorgerekend en dat we daar vandaag boven zitten. Tussen 2014 en 2022 zitten er acht jaar waarin er van alles is gebeurd, dingen die een regering niet onder controle heeft, laat ons eerlijk zijn. Corona: niet onder controle, moeilijk om te besturen. Alles wat te maken heeft met de oorlog in Oekraïne en energie: moeilijk. Dat weet ik en dat onderken ik ook. Maar tegelijkertijd zijn er dingen die u wel onder controle hebt. Wij hebben niet voorgesteld, minister Diependaele, om die 5 miljoen euro zomaar gratuit in het groeipakket te steken maar om die wel degelijk te richten naar degenen die het het meeste nodig hebben. Zeg ik dat dat niet gebeurt? Voor ons te weinig. Dat is het punt dat ik duidelijk wil maken.
Maar als u een bondgenoot zoekt, minister Crevits, om die dingen hopelijk in de toekomst misschien wat meer gelijk te trekken? Ik stel wel vast dat er voor bedrijven heel snel in de geldbuidel wordt getast. Vlaamse Veerkracht, daar stonden wij ook achter. We hadden onze kritiek daarop. Maar er was 4,3 miljard euro en zelfs het engagement van de Vlaamse Regering dat als Europa met minder over de brug zou komen, het bij ons in de schuld staat en het zal worden uitgegeven omdat het nodig is. Collega Rutten heeft daarnet nog een pleidooi gehouden voor energie, dat een heel belangrijk onderdeel is voor bedrijven en dat men die steun moeten herbekijken. Dan vind ik dat je dezelfde redenering mag toepassen op gezinnen die het vandaag moeilijk hebben. (Applaus bij Groen)
De heer Anaf heeft het woord.
Minister Crevits en collega’s van de cd&v-fractie, zien jullie nu zelf de ironie niet in van het feit dat jullie hier keihard komen uitpakken met 40 procent extra in de kinderopvang, als jullie al bijna twintig jaar verantwoordelijk zijn voor kinderopvang? Dan vinden jullie het raar dat de mensen uit de kinderopvangsector, de mensen op de vloer, de experten en de ouders, niet met zijn allen staan te applaudisseren voor die extra inspanning. Vinden jullie dat nu echt raar? Ze komen hier straks opnieuw actievoeren. Er is de afgelopen jaren gewoon veel te weinig geïnvesteerd. Met het signaal dat al lang wordt uitgezonden, namelijk dat de werkdruk gewoon veel te hoog is, wordt niet eens een begin gemaakt, zelfs na de aanbevelingen van de onderzoekscommissie naar de veiligheid in de kinderopvang. Stop toch met daar zo hard mee uit te pakken, want iedereen die iets van de sector kent, is niet enthousiast met jullie beleid. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik vind het belangrijk om het toch nog te hebben over het kindergeld. Minister Crevits, ik vind het intellectueel oneerlijk wat hier wordt gezegd over de kinderbijslag. De kinderbijslag, het basispakket, is door jullie met 2 procent verhoogd. Er is geen volledige indexering. De inflatie bedraagt vandaag zelfs meer dan 10 procent. Dat wil zeggen dat iedereen verliest. Gezinnen verliezen vandaag kinderbijslag, elk gezin. Het is niet correct dat u zegt dat u een sociale shift maakt. U geeft inderdaad meer gezinnen die het moeilijk hebben een sociale toeslag, maar die compenseert het verlies van dat basisbedrag niet. Iedereen gaat er vandaag op achteruit wat betreft de kinderbijslag.
Mensen kunnen vandaag minder doen met het kindergeld dan wat ze daar vroeger mee konden doen. Het is inderdaad een Vlaamse bevoegdheid, en we zien wat dat betekent: opnieuw besparen. Mocht de kinderbijslag steeds, zoals voor de splitsing, de index gevolgd hebben, zou iedereen vandaag meer hebben gehad.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik wil even reageren op collega Anaf. Collega, u kunt toch niet om die bedragen, die zwart-op-wit in de begroting staan, heen. Bijkomend worden er heel veel extra middelen geïnvesteerd in de kinderopvang. Dat is wat wij zeggen. Is dat nodig? Ja, natuurlijk is dat nodig. We doen dat ook met veel overtuiging. We doen dat vanuit de aanbevelingen vanuit de onderzoekscommissie en we doen dat ook, zoals ook al voorzien in het Vlaamse regeerakkoord in het kader van het uitbreidingsbeleid, en ook in het kader van het zesde Vlaams intersectoraal akkoord (VIA 6). Er zijn dus verschillende pistes.
Doen alsof dat niet gebeurt, is toch wel niet juist. Is dat genoeg? We zullen in de toekomst nog bijkomende investeringen nodig hebben. Daar zijn we allemaal van overtuigd. Daarom wordt samen met de sector ook gewerkt aan hoe we, naar de toekomst toe, kunnen komen tot een gelijke behandeling van alle kinderopvanginitiatieven, gelijke subsidiëring, kunnen kijken hoe de kinderopvang meer inkomensgerelateerd kan worden voor alle ouders en ook hoe we de kind-begeleiderratio kunnen verlagen.
Als u nu zegt dat daar geen stappen gezet worden, is dat ook niet helemaal correct. Want u weet heel goed – u zat erbij in de onderzoekscommissie – dat we daar gesteld hebben dat het niet op een-twee-drie kan. We moeten een benchmarking doen met de ons omringende landen. We moeten ook kijken naar leeftijdsdifferentiatie. Ik ga afsluiten. Zeggen dat er niets gebeurt met betrekking tot de kind-begeleiderratio, is absoluut niet correct. Daar worden wel degelijk stappen gezet, en dat is nodig.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Niemand zegt dat er niets gebeurt. De vraag is wat u investeert, welk percentage, wanneer, waarom en waarin. Wat het percentage betreft, investeert u vier keer minder dan uw zogezegde gidslanden in Scandinavië, in Zweden, waar er inderdaad een hogere werkzaamheidsgraad is. Dat kan ook omdat ouders basisvoorzieningen krijgen. Wanneer investeert u? U investeert inderdaad tien jaar na de alarmbellen. In 2014 al, in die zuurstofinjectie waarvan sprake, was er al een verlaging van de kind-begeleiderratio, was er al ruimte voor de opvanginitiatieven, was er al een gelijktrekking van de subsidies voorzien. Jaren later hebt u een gelijktrekking van die subsidies beloofd, en die is er nu pas gekomen. Met andere woorden: heel veel van wat u investeert, zijn blusmaatregelen. Dat is zoals het eindelijk blussen van een huis dat in brand staat en waar de brand is uitgeslagen, en dan nog bespaart u op de emmertjes. Op welke manier bent u voortdurend aan het beknibbelen op wat er wordt geïnvesteerd? Ik moet vandaag in de krant lezen dat een minister van de Vlaamse Regering vindt dat er eigenlijk al heel veel in de kinderopvang wordt geïnvesteerd. Dat is mooi!
Hoeveel keren is dit al gezegd, alsjeblieft?
Als u zegt dat de oppositie zegt dat er niet wordt geïnvesteerd, is dat flagrant onjuist. Wat er wordt gezegd, is dat het veel te laat gebeurt, dat het niet op de juiste manier gebeurt en dat er vooral niet gebeurt wat er al jaren moeten gebeuren. Daardoor hebt u een enorme crisis laten ontsporen en doen ontketenen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Collega’s, ik vind de kind-begeleiderratio een heel belangrijk punt, maar voor onze partij is het vooral van belang dat we werken aan een gelijke financiering, en daarbij is een lagere begeleider-kindratio niet de prioriteit.
U weet, minister, dat ik daar al een aantal schriftelijke vragen over heb gesteld. Een van die vragen ging onder meer ook over de kind-begeleiderratio en over de meting ervan. Hoe weet men nu eigenlijk hoeveel er kinderen er aanwezig zijn in een kinderopvang en waarop baseert u zich, minister, als er cijfers worden gepubliceerd? Het antwoord was duidelijk. Dat gebeurt tijdens het bezoek van de inspectie, die telt hoeveel kinderen er effectief in de opvang aanwezig zijn. Voor de kind-begeleiderratio wordt geen gebruikgemaakt van de prestaties. Het is zo dat een kinderdagverblijf per dag moet doorgeven hoeveel kinderen er effectief aanwezig zijn. Op basis van die fiches krijgen ze subsidies en wordt de bezetting gemeten.
Om aan te tonen dat er au fond geen probleem is met de kindratio, heb ik een aantal cijfers opgevraagd bij de minister en daar ook een berekening mee gemaakt. Die berekening heeft mij geleerd dat men bij de gezinsopvang voor baby’s en peuters aan een bezetting van 80 procent zit, en bij de groepsopvang maar aan een werkelijke bezetting van 60 procent. Dat wil dus zeggen dat er voor die 60 procent effectief prestaties werden doorgegeven.
Collega Malfroot, als ik even mag...
Ja, mevrouw Homans, maar als er maar 60 procent prestaties zijn doorgegeven, is mijn vraag ... (De voorzitter schakelt de microfoon van Ilse Malfroot uit.)
Als u zelfs de beleefdheid niet hebt om mij even iets aan u te laten vragen ... Sorry hé.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik wilde nog het volgende duidelijk maken, maar er zijn ondertussen al zo veel tussenkomsten geweest. Ik hoor ook bij de andere partijen dat de keuzes die we maken om onze budgetten nu in de kinderopvang te investeren, ook wel de juiste zijn. Ik wil ook meegeven dat, vooraleer je aan het verlagen van de kindratio kunt werken, je moet investeren in meer gelijkheid in financiering, om te verhinderen dat je een bloedbad krijgt omdat enorm veel initiatieven sluiten. Dat wens ik dus absoluut niet.
Collega Anaf, ik heb hier absoluut geen goednieuwsshow willen brengen. Ik weet niet of u dat wel beseft. Wat ik wel breng, is een uitleg, die me toch vrij helder lijkt, over wat we willen doen. De oppositie verwijt ons immers dat we niks doen, dat we niet weten wat we gaan doen. Ik heb mooi de stappen opgelijst die we moeten zetten, en ook in welke budgetten we daarvoor voorzien. Het is uw partij die is begonnen met te verwijzen naar negen jaar of tien jaar geleden. Dat geldt ook voor collega Rzoska. Sorry, maar dan mag u mij niet verwijten dat ik ook naar het verleden begin te kijken. U hebt dat niet gezegd, maar collega Goeman is daarmee gestart. Dan is het logisch dat wij hetzelfde doen. De pot verwijt dus de ketel. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Collega Tobback, er is inderdaad ook wel wat de schuld van de socialisten. Ik ben daar eigenlijk open en eerlijk in. Dat is waar. (Opmerkingen)
Minister Diependaele heeft het woord.
Eerst en vooral, mevrouw Vandecasteele en misschien nog anderen, het is echt niet nodig om elkaar een leugenaar te noemen of wat dan ook als we gewoon van mening verschillen. Mijnheer Rzoska, op zich heb ik geen enkel probleem met het pleidooi dat u brengt om aan bepaalde zaken meer centen te geven. Dat is een legitiem politiek pleidooi. Ik zie het anders, ik maak andere keuzes, en daarover gaan we ook in debat. Dat op zich is echter geen enkel probleem. Het enige dat ik wil aankaarten, is natuurlijk dat u dan ook moet zeggen vanwaar de centen moeten komen. De redenering dat we gewoon moeten doorgeven wat we binnenkrijgen van de federale overheid, en dus aan de rest niks, want dat tweede deel heb ik u nog niet horen zeggen, die klopt immers gewoon niet.
We zijn trouwens vergeten om nog aan te brengen dat deze regering een zeer uitgebreid sociaal akkoord heeft gesloten, van een dik half miljard euro, dat voor de hele welzijnssector van belang is. Dat moet ook worden onderstreept. Laat dat duidelijk zijn. (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
Daarnet werd het beeld geschapen alsof de relance enkel en alleen naar ondernemingen zou gaan. Niets is minder waar. Deze regering heeft vanaf het begin zeer duidelijk ingezet op een dubbel relancebeleid, enerzijds economisch, anderzijds maatschappelijk. Qua relance gaat er dus ook een deel naar onderwijs, naar welzijn, naar infrastructuur, naar klimaatmaatregelen en ga zo maar door. Laat het beeld dus niet bestaan dat dit enkel en alleen naar bedrijven zou gaan. Dat is zeker niet waar.
Mevrouw Vandecasteele, dan een laatste punt. Er is niemand, maar dan ook niemand die graag bespaart. Niemand doet dat voor zijn plezier. Zelfs ik niet, mocht dat een verrassing zijn. Het feit is echter wel dat ik het belangrijk vind om te beseffen dat we hier niet met onze eigen centen handelen, maar met de centen van de mensen. Dat is de bezorgdheid die ik daarnet ook heb geuit tegenover mevrouw Van dermeersch. Daarom is het onze verantwoordelijkheid om daar op een doordachte, efficiënte, nuttige manier mee om te gaan, en vooral om te zorgen dat we niet zomaar voor eigen snel politiek gewin op korte termijn vandaag alles buiten jagen en in de toekomst moeten uitleggen aan onze kinderen en kleinkinderen dat er geen ruimte meer is om te voldoen aan hun noden. Dát is de reden waarom we die keuze maken om inderdaad ook af en toe eens te bekijken waar het met iets minder kan.
De heer Ronse heeft het woord.
Gewoon voor de zuiverheid van het debat, wil ik iets aanvullen, collega Rzoska.
Ik vind – los van het feit dat er zowel naar gezinnen als naar ondernemingen middelen zijn gegaan – de polarisatie die u opzoekt tussen ‘je doet veel voor de bedrijven en niets voor de gezinnen’ totale onzin. Als je iets doet voor bedrijven, dan doe je ook iets voor gezinnen, want je zorgt ervoor dat werkgevers kunnen blijven bestaan, dat mensen hun job kunnen behouden en mee welvaart kunnen blijven creëren. Dus ik zou er echt wel op aandringen dat u stopt met die polarisatie. Het zou ons serieus vooruithelpen. (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout en Björn Rzoska).
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, na het debat vandaag kan ik eigenlijk maar een conclusie trekken en dat is dat het deze legislatuur gewoon niet meer gaat gebeuren.
Ik heb de meerderheid hier vandaag alles uit de kast horen halen om ons ervan te overtuigen dat deze regering heel goed bezig is en dat het heel goed gaat in Vlaanderen. Maar collega’s, de Vlamingen zien natuurlijk wat ze zien. Die weten wel dat op een moment dat de facturen torenhoog zijn, deze Vlaamse Regering niets doet of veel te weinig om hun koopkracht te beschermen. En dan hoor ik inderdaad elke keer opnieuw over de jobbonus. Dat is een goede zaak, collega’s. Ik herinner u eraan dat wij die gesteund hebben. Wij zullen altijd alle maatregelen steunen die werken meer doet lonen, want dat moet absoluut gebeuren.
Maar wat je er natuurlijk niet bij zegt, is dat wat je geeft met de ene hand, je ook neemt met de andere hand. De rusthuisfacturen, de facturen op school, de prijzen van de kinderopvang, de prijzen van De Lijn, die gaan allemaal omhoog, met de groeten van deze Vlaamse Regering, mevrouw Rutten. Dat zijn Vlaamse bevoegdheden. Intussen – en dat is misschien nog wel het ergste, ik heb het al gezegd – moeten mensen dus meer betalen voor minder kwaliteit. Want er is een crisis in de kinderopvang, er is een crisis in het onderwijs, De Lijn is vandaag een ramp, dat mag je aan alle Vlamingen vragen. Die zijn nochtans cruciaal voor onze toekomst. Dat is onze boodschap vandaag, collega’s. Die zijn cruciaal voor onze economie, die zijn cruciaal voor onze welvaartsstaat. Want als we daar vandaag niet gaan in investeren, dan is de prijs op termijn – en jullie blijven dat maar ontkennen – voor onze kinderen en kleinkinderen nog veel groter. Door nu niet in te grijpen, ben je hen pas aan het opzadelen met geldzorgen, minister-president Jambon.
Als ik jullie hier vandaag hoor, ben ik gewoon niet gerustgesteld. Want het geld dat er inderdaad bij komt, dat is geen begin om recht te trekken wat er de voorbije tien jaar is afgebroken, in de zorg, bij De Lijn, in de kinderopvang. En ik heb hier ook weer heel veel grote verklaringen gehoord, maar wat eraan ontbreekt, collega’s van deze regering, zijn structurele hervormingen, en visie, een plan om Vlaanderen klaar te maken voor de toekomst. Collega’s, gewoon het feit al dat het deze regering vijf adviezen kost – waarvan iedereen de conclusie allang kende – om een kabel aan land te trekken om betaalbare en duurzame energie mogelijk te maken voor Vlamingen, dat zegt toch genoeg?
Dus, met uitzondering van de vrienden van de meerderheid, is er voorlopig maar een Vlaming die echt beter wordt van deze Vlaamse Regering, en dat is minister Diependaele. Ik kan vandaag niet anders dan de conclusie trekken dat we eigenlijk ook niet echt meer iets moeten verwachten, collega’s. Dit was de laatste grote begrotingsoefening van deze legislatuur. Ik kan alleen maar zeggen dat ik er nu al gif op durf in te nemen dat de problemen waar Vlamingen vandaag mee geconfronteerd worden – dat er geen leerkrachten zijn, dat kinderen die suïcidale neigingen hebben zelfs niet meer terechtkunnen in de jeugdhulp omdat er gewoon geen plaatsen zijn, dat ouders eigenlijk niet meer kunnen gaan werken omdat ze moeten thuisblijven omdat hun crèches aan het sluiten zijn – ook binnen een jaar niet zullen zijn opgelost. Dus is de boodschap ‘once again’: trek uw plan. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Zeggen dat een gezonde begroting of een pad naar een structureel gezonde begroting enkel de schepen, sorry, de minister van Financiën ten goede komt …
Bent u schepen van Financiën?
Ja, ik ben schepen van Financiën.
Collega Goeman, u moet maar eens kijken naar de situatie waar bijvoorbeeld Wallonië zich in bevindt. Het lopend beleid komt op de duur in gevaar. Dat gaat over de zorg. Dat gaat over het onderwijs. Dat gaat over de leerkrachten. Dat gaat over die dingen, over die kerntaken. Als wij het hebben over een structureel gezonde begroting, dan is dat ook om die dingen te kunnen blijven betalen. Dat is toch ook waar jullie voor strijden. Bij dat verhaal dat enkel de minister van Financiën er wel bij vaart, slaat u de bal serieus links, en in dit geval staat dat ook synoniem voor mis. (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
De begroting die jullie hier vandaag presenteren, komt in ieder geval de Vlamingen niet ten goede. Daar gaat het ons natuurlijk om, collega’s. De crisis is niet morgen, de crisis is vandaag. (Applaus bij Vooruit)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik heb bijzonder goed geluisterd naar het levendige debat deze morgen. Ik wil de fracties van de meerderheid en de oppositie bedanken voor het debat, voor de zindelijkheid en de goede kwaliteit van het debat. Ik wil ook mijn collega’s hier aan de tafel bedanken dat ze te gepasten tijde goed zijn tussengekomen.
Als regeringsleider heb ik mogen ervaren wat het betekent om een gezonde begroting van de vorige ploeg door te krijgen – dank u, collega Muyters. We zitten nu in de tweede of derde crisis, hoe je het ook wilt tellen. Het is dankzij de gezonde begroting van de vorige ploeg dat we diep in de zakken hebben kunnen tasten tijdens de coronapandemie en tijdens deze energie- en Oekraïnecrisis om de gepaste maatregelen te nemen. Mensen die zeggen dat het ordentelijk trachten op te stellen van een begroting fetisjisme, begrotingsfetisjisme is, zou ik echt willen tegenspreken. Je hebt een gezonde begroting nodig om op tijd en stond wat dieper in de zakken te kunnen tasten om noodzakelijke crisismaatregelen te nemen. Dat is wat we met deze begroting dus doen. We hebben dat in 2020 en in 2021 gedaan. U hebt verwezen naar het plan Vlaamse Veerkracht. Dat is diep in de zakken tasten op momenten dat het nodig is, om daarna natuurlijk te zien dat we de begroting weer op orde krijgen. We hebben dat met een besparingsronde 2020-2021 gedaan en nu nemen we opnieuw met deze begrotingsopstelling heel wat crisismaatregelen, maar we houden het pad naar een begroting in evenwicht, als enige regering in dit land binnen redelijke termijn. Op korte termijn zijn er inderdaad wat schulden te maken. Ik deel de analyse van mensen die zeggen om op te letten met de schulden en dat het afbetalen van de schulden steeds groter gaat wegen op de begroting. Dat moet ons zeker en vast bezighouden. Maar in crisistijden moet je even wat dieper in de zakken tasten, maar je mag het kompas naar een begroting in evenwicht niet verliezen. Dat doen we met deze regering.
Je moet dus keuzes maken. Op korte termijn hebben we crisismaatregelen genomen, ook niet zomaar over heel de maatschappij uitgestrooid. We hebben gekeken welke groepen in de maatschappij het meest behoeftig zijn, het zwaarst gebukt gaan onder de crisis. Daar gaan we ondersteunend tussenkomen. Ik denk dat dat de juiste maat is. Tegelijk zijn er natuurlijk heel wat maatschappelijke uitdagingen. Minister Crevits, ik kan me voorstellen dat het straks nog wel over Welzijn zal gaan.
Ik heb een vermoeden van wel.
Maar men kan de cijfers toch niet ontkennen, dat we in deze legislatuur meer dan 18 procent boven op dat budget doen. Dat is hoog boven de inflatiecijfers. Je kunt altijd discussiëren over waar de middelen dan op ingezet worden, maar zeggen dat we er hier op welzijnsvlak een kerkhof van maken, is echt bij de haren getrokken.
Wat de kinderopvang betreft: ik denk dat deze regering zich serieus bewust is van de problemen in de kinderopvang. Dat is ook niet moeilijk, we worden er regelmatig mee geconfronteerd. De onderzoekscommissie heeft goed werk geleverd. In deze begroting voorzien we de budgetten om die problemen aan te pakken. We zijn de begroting 2023 aan het bespreken. Voor de problemen die zich vandaag voordoen in de kinderopvang zijn de budgetten uitgetrokken om ze juist te kunnen aanpakken. Dat behoort tot onze prioriteiten.
Onderwijs is een beetje hetzelfde verhaal. Iedereen hier weet dat het huidige onderwijsbeleid zich niet onmiddellijk vertaalt in de PISA-ranking van vandaag. Die vergelijking maken, gaat niet op. We moeten de onderwijsmaatregelen beoordelen en ons afvragen of het de juiste maatregelen zijn voor een betere plaats in de PISA-ranking in de toekomst. Ik vraag om daar voldoende intellectuele eerlijkheid aan de dag te leggen. Onderwijs is absoluut een prioriteit van deze regering, en daar zijn de budgetten voor voorzien.
De vierde prioriteit is werk. Op een arbeidsmarkt is er altijd crisis. Ofwel is de werkloosheid te hoog, ofwel zijn er te veel vacatures. De ideale situatie, dat die net met elkaar in evenwicht zijn, doet zich altijd voor in een overgangsperiode. We zitten nu aan de goede kant van de crisis: er zijn meer vacatures en de werkloosheid zit op een historisch laag punt. Maar het blijft een uitdaging. We voeren een beleid zoals het moet, met de wortel en de stok. De wortel is de jobbonus; die is door veel fracties, ook van de oppositie, toegejuicht. Er wordt fors geïnvesteerd in bijkomende opleidingen om op die arbeidskrachten die nog ter beschikking zijn maar niet de juiste competenties hebben, in te zetten. De stok, de sancties, daar kunnen we inderdaad een tandje bij steken. Ik ben niet te beroerd om dat toe te geven. Het is ook de overtuiging van deze regering om dat pad in te slaan.
Inzake duurzaamheid neemt deze regering, stuk voor stuk, elk dossier, ook de moeilijke die ons maatschappelijk voor bijzondere uitdagingen stellen, een voor een vast. Daar maken we akkoorden over en die voeren we uit. Er is gevraagd naar het stikstofakkoord. Het is mijn job om dat politiek akkoord uit te voeren. Dat wil zeggen: ook de bezwaren die zijn ingediend op hun merites beoordelen en dan eventueel de juiste bijsturingen doen. Daar sta ik garant voor. We gaan het akkoord uitvoeren. In de loop van 2023 zullen we met de nodige ontwerpen van decreet naar dit parlement komen. Hetzelfde voor het mestactieplan. Er is heel wat commotie rond geweest. Wel, er is nu een werkmethode afgesproken. De stakeholders zitten rond de tafel en hopelijk komen zij tot een akkoord. Anders zullen wij ter zake onze politieke verantwoordelijkheid nemen. Een voor een nemen wij de dossiers van duurzaamheid, de moeilijke dossiers, aan, komen we tot akkoorden en voeren we die akkoorden ook uit.
Goede collega’s, met deze begroting meen ik dat we de middelen klaar hebben liggen om de grote maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan, aan te pakken. En deze ploeg zal daar ook consequent werk van maken. (Applaus bij de meerderheid en de regering)
Vraagt momenteel nog iemand het woord? (Neen)