Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, op 2 november 2022 overleed de heer Leo Delcroix, die van 1995 tot 1999 lid was van onze assemblee. Hij behoorde tot de CVP-fractie.
De heer Van Rompuy heeft het woord voor een rouwhulde.
Voorzitter, collega’s, begin november hebben we na een slepende ziekte afscheid moeten nemen van onze gewezen collega Leo Delcroix. Geboren in Kalmthout als vijfde zoon van elf kinderen, verhuisde Leo al snel naar Limburg, en meer bepaald naar Genk. Met meerdere universitaire diploma’s op zak, begon hij zijn loopbaan in het onderwijs, zowel als leerkracht in het secundair onderwijs, als als docent aan hogescholen in Hasselt. Nadien maakte hij de overstap naar de privé, waar hij adjunct-personeelsdirecteur werd van een grote brouwerij.
De eerste stappen in de politiek zette Leo Delcroix als jongerenvoorzitter en provinciaal secretaris van de CVP in Limburg. De stap naar het nationale niveau was snel gezet, toen voormalig CVP-voorzitter Frank Swaelen hem vroeg om het nationaal secretariaat op zich te nemen. Wat Leo zelf als een job van korte duur zag, werd uiteindelijk een functie die hij meer dan acht jaar lang zou vervullen.
In 1991 startte zijn actieve politieke loopbaan, toen hij als senator gecoöpteerd werd. Onverwacht nam zijn carrière een hoge vlucht toen hij enkele maanden later, in 1992, tot de regering Dehaene toetrad als minister van Defensie. De val van de Muur in 1989 werd door de nieuwe minister meteen vertaald in een diepgaande hervorming van het leger. Hij beheerde ook de Rwanda-tragedie, toen tien Belgische militairen het leven lieten, en waarbij moeilijke beslissingen genomen moesten worden.
Leo Delcroix zal echter vooral de geschiedenis ingaan als de minister die de dienstplicht, die al sinds 1830 bestond, feitelijk afschafte. Een beslissing waarvoor meerdere generaties jonge mannen hem dankbaar waren, en dat kwam ook tot uiting in zijn opvallende persoonlijke score bij de Europese verkiezingen van 1994, en voor de gemeenteraadverkiezingen van datzelfde jaar als lijstduwer in Genk.
In mei 1995 nam hij voor de laatste keer deel aan verkiezingen, waarbij hij verkozen werd voor het Vlaams Parlement. Als parlementslid was hij vooral actief in de commissies Financiën, Begroting en Media. In die periode zetelde hij tevens als gemeenschapssenator, waar hij zijn expertise benutte in de commissie Economie en als lid van de Quaestuur.
Na de politiek bekleedde hij nog verschillende andere functies, waaronder voorzitter van de Universiteit Hasselt, een functie die hij van 2010 tot 2018 bekleedde, maar die hij voortijdig moest stopzetten vanwege een slepende ziekte.
In naam van alle Vlaamse christendemocraten en van het Vlaams Parlement wens ik ons oprecht medeleven toe aan zijn familieleden en zijn naasten, en in het bijzonder aan zijn echtgenote Els en zijn kinderen. Mag ik u dan ook één minuut stilte vragen.
– De Vlaamse volksvertegenwoordigers nemen enkele ogenblikken van stilte in acht.