Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de kritiek van vooraanstaande historici op de canon van Vlaanderen
Actuele vraag over de canon van Vlaanderen
Actuele vraag over de Vlaamse canon en het Vlaamse onderwijs
Verslag
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, collega’s, de afgelopen weken is er weer heel wat geschreven, gesproken, gespuwd zelfs, over de Vlaamse canon. De reden was deze keer een boekje, een pamflet eigenlijk, van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB), waarin men 83 bladzijden vol spuwt over de canon, over collega-academici en eigenlijk over alles wat Vlaams is. Het beste van alles moet nog komen: waarop baseert men zich? Want er is nog geen letter van die canon gepubliceerd. Ze baseren zich dus op roddels, op waanbeelden, op fictie, maar niet op feiten. Je zou dan denken dat ze een beetje voorzichtig gaan zijn, dat ze een beetje op hun woorden letten, wat genuanceerd zijn. Niets is minder waar. Collega-academici die meewerken met de canoncommissie noemt men collaborateurs in een collaboratiecommissie. De Vlaamse identiteit wordt als iets vies beschouwd. De inhoud van dit pamflet is eigenlijk te reduceren tot een anti-Vlaams-nationalistisch verhaal.
Tot overmaat van ramp, minister, moet ik dan vaststellen dat het in de dagen na dat pamflet duidelijk wordt dat ook uw coalitiepartners niet zo enthousiast meer zijn over die canon. Ik lees bij Open Vld: ‘een koele minnaar’. Ik lees bij cd&v: ‘we gaan het grondig bestuderen’. De boodschap van uw coalitiepartners is zeer duidelijk: zij hebben geen vertrouwen in de canon, zij hebben geen vertrouwen in de N-VA, zij hebben geen vertrouwen in u.
Hopelijk kunnen wij dat vertrouwen wel behouden, minister. Daarom heb ik een eenvoudige vraag. Van in het begin is er gezegd dat een van de uitgangspunten voor de canon het versterken van de Vlaamse identiteit is. Mijn vraag voor u, minister: is het versterken van de Vlaamse identiteit, voor nieuwkomers maar ook voor Vlamingen, de topprioriteit voor u bij het vormen van deze Vlaamse canon, ja of neen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, als het over ons onderwijs gaat, dan zijn er heel wat uitdagingen. Taal en wiskunde op kop, maar wat maakt u met deze canon tot ons speerpunt? Geschiedenis! Maar, minister, er is helemaal niets mis met ons geschiedenisonderwijs. En toch vindt u dat ons geschiedenisonderwijs op de schop moet. Er komt een Canon van Vlaanderen, een lijst van vijftig vensters op Vlaanderen, van personen en gebeurtenissen die Vlaanderen hebben gemaakt. En die canon wordt verplicht studiemateriaal voor onze kinderen en voor nieuwkomers.
En het regeerakkoord van 2019 was alvast duidelijk over het doel van die canon, want die stond onder de hoofding ‘Een zelfbewust Vlaanderen’. Dat was zelfs niet in het programma van Onderwijs. Het was dus een politieke boodschap.
En in 2019 botste die idee van een Vlaamse canon meteen op felle kritiek, precies omdat het geen initiatief was van onderuit, maar wel een politiek project opgelegd van bovenaf. U kreeg het deksel op de neus, want veel vooraanstaande historici in Vlaanderen wilden niet in uw project stappen. Die wilden zich niet voor uw kar laten spannen.
En vandaag krijgt u weer het deksel op de neus, want dit is het meest recente standpunt van de Koninklijke Academie, wat geen militant, activistisch clubje is, maar een vereniging van vooraanstaande historici in Vlaanderen. Zij zijn allemaal toppers in hun vakgebied, en zij zijn ondubbelzinnig. Zij zeggen dat dit niet is wat zij willen. Dat zijn tachtig pagina’s met duidelijke argumenten van onze historici die aan onze universiteiten dagelijks bezig zijn met onze geschiedenis. Zij vertellen waarom deze canon voor Vlaanderen geen meerwaarde heeft voor ons onderwijs, voor onze samenleving. Het is niet aan de politiek om onze geschiedenis te schrijven. Dat is de bottomline van de kritiek.
Minister, dat wetenschappelijk standpunt, met twaalf bladzijden aan referenties, biedt voer tot nadenken. Onze vraag is dus wat uw oordeel is over dit standpunt. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Minister, het is u ondertussen waarschijnlijk ter ore gekomen dat een aantal historici een pamflet hebben neergeschreven over de opmaak van de Canon van Vlaanderen. En daar is inderdaad heel wat commotie over ontstaan.
Minister, mijn vraag is eigenlijk heel duidelijk: kunt u vandaag garanderen dat de canoncommissie, onder leiding van historicus Emmanuel Gerard, onafhankelijk en zonder enige politieke inmenging haar werk kan doen? (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, voorzitter, collega's, kennen jullie Meester Ghybe? Wellicht niet, want het is ook geen plaatselijke leraar, het is eigenlijk een bekend figuur uit mijn stad Poperinge. Dat is de samentrekking van Gent, Ieper en Brugge. In de middeleeuwen werd namelijk door de graaf van Vlaanderen, dat was toen Diederik van de Elzas, verboden dat er in Poperinge nog lakens mochten worden geweven en geverfd, dat ten voordele van Gent, Ieper en Brugge. Onze Ghybe is nog altijd onze lokale Don Quichot.
Ghybe is eigenlijk voor veel van mijn collega-inwoners en veel toeristen als het ware een venster op de geschiedenis van Vlaanderen, een venster op de geschiedenis van de middeleeuwen. En dat is ook wat we met die canon willen doen. Dat staat ook in het regeerakkoord. En ja, we gaan inhoudelijk heel goed nalezen wat er in die canon staat, want we kunnen hem nog niet kennen. Maar wat onze fractie betreft willen we echt wel benadrukken dat die canon geen politiek instrument mag zijn, of dat die canon geen strak carcan mag zijn voor leerkrachten.
Minister, u gaf al aan dat de canoncommissie gesprekken voert met experten om na te gaan hoe die canon in verschillende contexten gebruikt kan worden. Mijn expliciete vraag is dan ook of u kunt bevestigen dat bij de verdere uitwerking van die canon er gewerkt kan blijven worden met de onderwijsdoelen, met de eindtermen die er zijn, en dat die canon niet in de plaats komt van die eindtermen en die doelen. Die canon kan enkel bedoeld zijn om die doelen en eindtermen verder te ondersteunen. Ik dank u.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik kan eigenlijk veel collega’s en heel wat van de vragen beantwoorden door eenvoudigweg te verwijzen naar een publiek document, namelijk de opdrachtbrief voor de commissie Canon van Vlaanderen, gericht aan de heer Gerard. Ik citeer: “Hierbij vraag ik U (…) de opdracht te aanvaarden een commissie samen te stellen om een canon van Vlaanderen te ontwikkelen.”
Vervolgens wordt een beetje verwezen naar het Nederlandse voorbeeld, om dan te komen tot de uitgangspunten van een Canon van Vlaanderen:
“Omdat het Nederlandse voorbeeld succesvol is gebleken en prominent aanwezig is in het Vlaamse regeerakkoord, lijkt het aangewezen de uitgangspunten van dat model zoveel mogelijk te volgen.
1. De commissie wordt pluralistisch en interdisciplinair samengesteld en telt maximaal negen leden. Ze wordt bijgestaan door minstens één secretaris. De commissie werkt zelfstandig en in alle vrijheid. De commissie legt autonoom haar werkwijze vast en maakt afspraken over de eventuele participatie van externe deskundigen en het ruimere publiek, en over eventuele externe communicatie.
2. Een canon van Vlaanderen, breed toegankelijk, kan functioneren als een bijdrage aan het collectief geheugen en aan de dialoog tussen alle inwoners. Op die manier kan het project ook een bron van inspiratie, creativiteit en burgerschap zijn. De canon van Vlaanderen wil zoals het Nederlandse voorbeeld vensters op de geschiedenis openen, geen deuren sluiten. De keuze van de thematische vensters komt toe aan de commissie. Zonder daarop vooruit te willen lopen is het wenselijk dat de canon breed wordt opgevat: algemene geschiedenis, kunst, cultuur en wetenschappen, taal, literatuur en neerlandistiek, materieel en immaterieel erfgoed.
3. Vlaanderen heeft zijn huidige gestalte gekregen in het kader van België dat pas in 1830 als onafhankelijke staat is ontstaan. De canon zal de geschiedenis en cultuur van de regio die nu Vlaanderen wordt genoemd presenteren, daarbij rekening houdend met de territoriale verscheidenheid, de verschuivende grenzen of het contingente karakter van de historische ontwikkeling in de periode voorafgaand aan de moderne natievorming. Sommige elementen uit die geschiedenis delen we met de Lage Landen, de zuidelijke Nederlanden of België. Het vensterconcept laat toe dat te onderstrepen en biedt ook de mogelijkheid de wisselwerking met andere culturen aan bod te brengen. Het is daarbij belangrijk dat zowel teleologische interpretaties van de geschiedenis als vormen van hineininterpretierung vermeden worden. Dat kan zoals gezegd door (…) het opstellen van de canon los te koppelen van een identiteitsdebat, door zowel negatieve als positieve bladzijden te belichten, en door met behulp van het vensterconcept ruimte te scheppen voor nuancering en contextualisering.”
En zo gaat dat door. Een vierde punt gaat over het gegeven dat, “aansluitend bij het vorige punt”, de canon niet “in beton gegoten” is. “Ik vraag de commissie dan ook een advies te schrijven over hoe en binnen welke redelijke termijn” de canon geëvalueerd kan worden, periodiek, wanneer dat kan plaatsvinden, en hoe.
Vervolgens is er ook een vijfde element, dat gaat over de verspreiding via website, “een krachtig en flexibel instrument in tijden van internet en beeldcultuur”.
Dit antwoord getuigt vooralsnog van weinig bescheidenheid, want ik citeer hier mezelf. Ik citeer hier mezelf als opdrachtgever, maar goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Ik denk dat dat duidelijk een antwoord is op verschillende vragen die worden gesteld, op verwijten die worden gemaakt.
Op basis van deze opdrachtbrief is professor Emmanuel Gerard vervolgens gekomen tot een samenstelling – negen leden, wetenschappers – van de commissie: Kevin Absillis, hoofddocent Nederlandstalige Letterkunde en Literatuurwetenschap, verbonden aan de Universiteit Antwerpen; Tinneke Beeckman, filosofe aan de VUB/ULB; Wim De Clercq, hoogleraar Archeologie van de historisch perioden, verbonden aan de Universiteit Gent; Jan Dumolyn, hoofddocent Middeleeuwse Geschiedenis; Emmanuel Gerard zelve, die toch ook een notoir wetenschapper is, mag ik denken. Hij is decaan geweest van de faculteit Sociale Wetenschappen en hoogleraar aan de KU Leuven. Hij is trouwens ook diegene die, als curator, verantwoordelijk is voor de tentoonstelling hier in het Bezoekerscentrum van het Vlaams Parlement, die breed gedragen en positief geapprecieerd werd door alle partijen, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen. Het is die man die verantwoordelijk is voor die canoncommissie, deze die hier goed werk heeft geleverd, in dit Vlaams Parlement. (Applaus bij de N-VA)
Nog in de commissie: Hind Fraihi, journaliste, ook verbonden aan de VUB via de Leerstoel Willy Calewaert, Katlijne Van der Stighelen, hoogleraar, verbonden aan de onderzoeksgroep Kunst van de vroegmoderne tijd van de KU Leuven, Cathérine Verleysen, waarnemend algemeen directeur van het Museum voor Schone Kunsten in Gent, Frank Willaert, emeritus gewoon hoogleraar van de Universiteit Antwerpen en ondervoorzitter van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.
Dit zijn negen wetenschappers, vooraanstaande wetenschappers, die hun reputatie hier op het spel zetten, die in volle onafhankelijkheid, conform de opdrachtbrief, handelen.
Dus, zegt u mij eens: voor wie bent u bang? Voor wie van de betrokkenen, die in volle onafhankelijkheid gaan werken aan zo’n canon, bent u bang? Ik zeg u: deze Vlaamse Regering, ikzelf, ik ben niet bang. Wij willen complexloos omgaan met ons verleden en zijn niet bang voor een open debat over wat en wie onze gemeenschap heeft gemaakt tot datgene wat wij vandaag zijn. Ik ben absoluut niet bang als open, complexloze en, ja, als fiere Vlaming.
Kunnen we vervolgens het open debat gaan voeren over datgene wat de canon zal gaan opleveren, niet over datgene waarvan men denkt dat men binnenkort zal gaan opleveren? (Applaus bij de N-VA)
De heer Brusselmans heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw antwoord.
Collega’s aan de linkerkant van het spectrum, ik begrijp jullie verontwaardiging ook helemaal niet. Dagdagelijks krijgen verschillende leerlingen in ons Vlaamse onderwijs propaganda door de strot geduwd. Of het nu gaat over de genderkoek, of het is klimaatpropaganda, jullie zijn altijd de eersten om zoiets toe te juichen, en het liefst nog verpakt, kant-en-klaar, door gesubsidieerde organisaties als 11.11.11, in lessenpakketten, die dan zo onmiddellijk de les in kunnen. En wanneer de overheid dan eens iets doet wat wel moet, de geschiedenis van ons land – beknopt, objectief, de goede kanten erin, de minder goede kanten – proberen weer te geven, mee te geven, zodanig dat onze leerlingen niet alleen kritische, maar ook fiere Vlamingen kunnen worden, dan staan jullie op jullie achterste poten, omdat het Vlaams is, en dat is vies. Het mag alleen als het in uw kader past.
Minister, ik kan dus alleen maar hopen dat u dit deel van het regeerakkoord, dat duidelijk nog afstamt van de onderhandelingen die onze partijen samen hebben gevoerd, … (Gelach)
… dat u dat deel zult uitvoeren en dat die Vlaamse canon ook een echt Vlaams kanon wordt.
Mijn bijvraag aan u is: is er al een precieze datum? Kunt u ons een scoop geven over wanner we die canon mogen verwachten? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het aan ons voorlezen van uw opdrachtbrief. U hebt op mijn vraag niet geantwoord. Die is namelijk: wat vindt u van de argumentatie van tachtig pagina’s, heel gedocumenteerd, van vooraanstaande historici? (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Wij van Vooruit zijn voor kwalitatief onderwijs, gebaseerd op wetenschap, maar uw Canon van Vlaanderen gaat niet leiden tot beter geschiedkundig onderwijs. Tot wat dan wel? Simpel: gekleurd onderwijs. Een gekleurde stempel van Vlaams-nationalisten om de geesten te doen rijpen voor een onafhankelijk Vlaanderen. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Begrijp mij niet verkeerd, ik begrijp dat u dat doet. Dat kan het standpunt zijn van uw regering. We kennen uw politieke filosofie. Dat blijft echter een politieke mening, en dat is precies waarom de politiek zich ver van geschiedvertelling moet houden.
Uw project heeft van meet af aan een valse start gekend. Heel luid hebben historici verkondigd dat ze er niet aan zouden meewerken. Dat wordt hier nog eens herhaald. Minister, legt u eens uit wat deze regering beter weet als het gaat over geschiedkundig onderzoek dan deze gerenommeerde historici? Hoe kunt u zo makkelijk kritiek van professionals, die dag na dag bezig zijn met historisch onderzoek, naast de vorming, opzijleggen? (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoorden. Ik besluit uit het antwoord van de minister, een heel belangrijk besluit, en luister goed, collega Segers, dat de commissie voor de Canon van Vlaanderen onafhankelijk en zonder enige politieke inmenging haar werk kan doen. Luister goed en knoop dit goed in jullie oren.
Mijn bijkomende vraag sluit een beetje aan bij die van collega Brusselmans. Ik had gehoord dat de canon eventueel tegen april 2023 zou kunnen worden opgeleverd. Klopt die datum, en zal dat haalbaar zijn? (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik gebruikte het voorbeeld van Ghybe om aan te tonen dat wat ons betreft die lokale verankering heel belangrijk is en dat leerkrachten de vrijheid moeten kunnen blijven hanteren om via de lokale context een historisch referentiekader te kunnen leren kennen. Iedereen die onze geschiedenis een beetje kent, weet immers dat Vlamingen zich niet zomaar laten dicteren, door een overheid, door om het even wie, over hoe ze zich moeten voelen. Wel kan een canon een antwoord geven om te tonen wat we eigenlijk allemaal delen. Ik denk dat we dat ook delen, dat die canon op dat vlak precies een meerwaarde kan zijn. Hij moet geen keurslijf zijn, maar kan wel een springplank zijn om net op die gemeenschapsvormende actie in te zetten.
Ik blijf echter bij mijn vraag. Mijn vraag is eigenlijk: los van de canon, hoe zullen leerkrachten daarmee aan de slag gaan? Kunt u garanderen dat ze dat kúnnen doen, niet moeten doen en dat ze te allen tijde de vrijheid blijven krijgen om hun lessen geschiedenis in te vullen zoals ze willen?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ik weet niet of u weet van wie het volgende citaat is: “De canonisering van het verleden is iets waar enkel totalitaire regimes zich aan wagen.” (Opmerkingen bij de N-VA en het Vlaams Belang)
Collega’s, inderdaad, dat is heel juist: een citaat van Bart De Wever, uit een interview in 2002. Er is dus inderdaad enig gezond wantrouwen over die canon. We willen en moeten toch duidelijk zeggen dat voor Groen die canon niet als politiek instrument mag worden gebruikt, niet mag worden gebruikt om geschiedenis in te zetten als propagandamiddel voor die Vlaamse natie. Laat duidelijk zijn dat dat ons standpunt is. Maar goed, minister, die canon lijkt er te zullen komen. Wij lopen daar niet erg warm voor, maar dan is de vraag voor ons toch wel: hoe gaat u ervoor zorgen dat die canon inderdaad dynamisch, inclusief, iets van alle Vlamingen is, geen instrument van Vlaams-nationaliseren ter promotie van een eenzijdige Vlaamse identiteit? Minister, welk publiek debat gaat er dus nog volgen zodat elke Vlaming zijn stem over die canon kan geven?
De heer De Gucht heeft het woord.
Eerst en vooral, om misverstanden te voorkomen: ik ben een koele minnaar van de canon. Ik ben dat niet noodzakelijk – of dat hoop ik toch – op andere vlakken. (Opmerkingen. Gelach)
Buiten dat gegeven, wil ik ook graag even een klein citaat aanhalen.
U krijgt drie minuten.
“De politieke instrumentalisering van de geschiedenis om de Vlaamse identiteit te ondersteunen, is een barslecht idee.” Dat werd niet door mij naar voren gebracht, maar door de heer Bruno De Wever. Als ik de heer Brusselmans dan hoor zeggen dat het eigenlijk voortkomt uit de onderhandelingen die zijn partij met de N-VA heeft gevoerd, dan moet ik toch eerlijk toegeven dat dat mij sterkt in de warmte die ik jegens het project heb.
Desalniettemin, wij hebben mee geschreven dat we gaan voor het uitwerken van een canon, dat dat op een neutrale basis zou gebeuren en dat het zou worden gebruikt om de Vlaamse geschiedenis op een eenvoudige manier weer te geven voor instromers en leerlingen.
Minister, in welke mate kunt u inderdaad garanderen dat de leerkrachten geschiedenis de nodige vrijheid zullen behouden en op geen enkele mogelijke manier verplicht zullen moeten gebruikmaken van dit gegeven?
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, u zei daarnet iets belangrijks. U citeerde uzelf uit een document en u zei dat u de canon wilt loskoppelen van een identiteitsdebat.
Dat vind ik een belangrijk voornemen. Het strookt niet echt met wat er in het regeerakkoord staat, vandaar mijn vraag. In het regeerakkoord staat de canon onder het hoofdstukje ‘Een zelfbewust Vlaanderen’: “Het is essentieel dat we de Vlaamse identiteit complexloos kunnen beleven, onder meer via gedeelde symbolen. (...) vragen we (...) om een Canon van Vlaanderen op te stellen.” En vervolgens, in dezelfde paragraaf: “Ook de VRT draagt bij aan de Vlaamse identiteit.” Als u het mij vraagt, is het dus wel duidelijk dat de politieke doelstelling anders is dan wat er in die brief stond.
Daarom heb ik een heel simpele vraag voor u, die de kwestie misschien kan blootleggen. Als het niets met identiteitsvorming of identiteitsdebat te maken heeft, waarom, minister, dan geen Belgische canon? Waarom dan geen Belgische canon? Zeker aangezien u hem wilt gebruiken voor nieuwkomers, minister, en nieuwkomers komen tot op heden nog steeds aan in het land België – tot spijt van wie het benijdt is Vlaanderen dat niet. En u weet heel goed dat de geschiedenis van Vlaanderen met de hele wereld verweven is, maar uiteraard in de eerste plaats met de rest van het land. Dus als het niets met identiteit te maken heeft, waarom, minister, dan geen Belgische canon? (Opmerkingen van Kris Van Dijck en Johan Deckmyn. Applaus van Lise Vandecasteele)
Minister Weyts heeft het woord.
Eerst ga in ik op de punctuele vraag met betrekking tot de timing. Men heeft mij voorgespiegeld dat men mogelijk tegen eind april de werkzaamheden rond zou hebben.
Ten tweede was er de punctuele vraag hoe leerkrachten hiermee omgaan. Ja, hoe ze denken daarmee te zullen móéten omgaan. Dat staat toch ook duidelijk in de opdrachtbrief? Moet ik dat nóg eens herhalen? Dat is gewoon duidelijk.
Mevrouw Segers, ik was blijkbaar niet duidelijk genoeg met betrekking tot mijn appreciatie ten aanzien van het boekje waarnaar u verwijst en de drie auteurs. Wel, ik vind dat zij een bundeling maken van intentieprocessen die worden gecreëerd en geprojecteerd. Ik kan dat hebben, ik ben politicus. We zijn dat allemaal en we krijgen wel wat wind. Maar ik kan het minder hebben dat men ook collega’s, collega-academici, gedegen wetenschappers verdacht maakt. Zoals u ook doet, zoals u collega-academici gratuit verdacht maakt. Daarbij wordt ook de indruk gewekt dat ... (Opmerkingen van Katia Segers)
Minister Weyts heeft het woord.
Aangezien die betrokken wetenschappers benoemd zijn door de Vlaamse Regering, wordt er in het boekje ook gesuggereerd dat het ‘puppets on a string’ zijn. ‘Puppets on a string’, want benoemd door de Vlaamse Regering. Drie leden van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB) hebben dat boekje geschreven. Weet u wie de leden van de KVAB heeft benoemd? Dat is de Vlaamse Regering. De leden van de KVAB, die de onafhankelijkheid van de leden van de canoncommissie betwisten, zijn zelf benoemd. Zijn zij dan zelf niet onafhankelijk misschien? Kunnen zij dan zelf niet in onafhankelijkheid werken, ondanks het gegeven dat ze werden benoemd door de Vlaamse Regering? (Applaus bij de N-VA)
Trouwens, zij werken met exact even weinig of even veel politieke inmenging, en zij worden net als de leden van de canoncommissie benoemd om onafhankelijk te werken, maar benoemd door de Vlaamse Regering. En trouwens, in het geval van de KVAB, is dat voor een pak meer subsidies, namelijk 1,2 miljoen euro jaarlijks, geen eenmalig bedrag zoals in het geval van de canoncommissie, maar dit terzijde.
Tot slot: alle kritiek wordt geformuleerd ten aanzien van een canon die er nog niet is. Dat is op zich ook een opmerkelijk wetenschappelijk inzicht. De canon wordt nu al afgebrand, want er zouden foute dingen in staan, of er zouden juiste dingen ontbreken. Ik weet dat historici veel weten over het verleden, maar sommigen kunnen dus blijkbaar ook oordelen over de toekomst.
Laat de commissie werken in volle onafhankelijkheid. Zij gaan daarbij – ik heb dat ook gevraagd – wel in gesprek met allerlei externen, waaronder 75 experten, onder wie veel academici, talloze organisaties. Er is overleg geweest met leerkrachten en onderwijsondersteuners, heb ik vernomen, met docenten maatschappelijke inburgering, met vertegenwoordigers van musea die werken rond herinneringseducatie, met jongeren met een immigratieachtergrond, noem maar op.
Eerlijk gezegd, als je toch opnieuw een appreciatie vraagt: ik vind dat een heel verschillende werkwijze van die van de auteurs van de KVAB, die onder gelijkgestemden een standpunt schrijven, om daar vervolgens ook een studiedag rond te organiseren, opnieuw gezellig onder gelijkgestemden, over hetzelfde onderwerp. Ik geloof meer in woord en wederwoord. Net daarom ook dat we gevraagd hebben – en de getuige is er – dat de commissie uitdrukkelijk pluralistisch en multidisciplinair zou worden samengesteld.
Ik heb alle vertrouwen in het werk van de commissie. Ik kijk uit naar het resultaat en het debat dat we op dat moment over de inhoud zullen hebben. Ik vertrouw in de werkzaamheden die men naar voren zal brengen. Laat ons vervolgens open het debat voeren, over datgene wat er werkelijk in staat, niet over datgene dat sommigen zeggen dat er mogelijk zou kunnen in staan. (Applaus van Elke Sleurs)
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u zelf begon over die subsidies, want dit boekje is inderdaad een resultaat van 1,2 miljoen euro aan belastinggeld. Pure linkse propaganda, gesubsidieerd door deze Vlaamse overheid, door cd&v, door Open Vld, en natuurlijk door meestersubsidieverspillers de N-VA.
We hebben hier de afgelopen weken en maanden toch wat zien passeren. Enkel de laatste weken: 2 miljoen euro naar Marokko, werkgelegenheidsprojecten, miljoenen euro’s naar Malawi, het gaat niet op, Mozambique, we betalen zelfs 200.000 euro aan een clubje als het WEF, het World Economic Forum, waar Vlaanderen blijkbaar lid van wil zijn. Uw overheid dan toch, in onze naam alvast niet.
We hebben ons belastinggeld veel te hard nodig voor de serieuze problemen in Vlaanderen – minister, in onderwijs zult u dat zeker weten – niet langer voor hobbyclubjes als dit, niet langer voor snoepreisjes naar het buitenland. Bespaar toch eens waar het kan, en steek uw geld waar de noden van de Vlamingen echt liggen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik heb eigenlijk totaal niet, op geen enkel moment, gezegd dat ik de kwaliteit noch het engagement van de leden van die commissie bevraag. Ik ben er zeker van dat zij dat zo goed mogelijk zullen proberen te doen, binnen het kader dat u aanreikt. En het gaat mij over dat kader. Het gaat mij over de doelstelling. Het gaat mij over de intentie. U bent met die canon niet op zoek naar de historische waarheid en feiten. (Opmerkingen bij de N-VA)
U wilt de fierheid van Vlaanderen, een sterk Vlaanderen, benadrukken. Dat is het doel van deze canon. U bent op zoek naar een politiek verhaal.
Maar minister, het doel van ons onderwijs is niet om jongeren een bepaalde visie op te dringen. (Opmerkingen bij de N-VA)
Dat is net het bevragen, niet reproduceren van het beeld van de geschiedenis dat in uw kraam past. Dat laatste mag je verwachten van totalitaire regimes – collega Meuleman gaf het citaat al aan – niet van Vlaanderen. (Opmerkingen. Gelach bij het Vlaams Belang)
Collega’s, collega Segers heeft het woord.
Minister, de politiek moet zich ver weghouden van geschiedschrijving in functie van politieke doelen. En nog een zaak: historicus, de andere De Wever, Bruno De Wever, zei ook al dat de geschiedenis geen rechte lijn is. Hoe interessant die oefening ook is, de geschiedenis is geen … (Opmerkingen bij de meerderheid)
Oké, collega Segers.
De enige uitkomst zal zijn dat die canon onmogelijk is. Maak uw oefening dus, maar gooi ze daarna vooral in de vuilnisbak of gebruik die als een case om aan te tonen dat geschiedenis geen rechte lijn is.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Collega’s, wij hebben van de Canon van Vlaanderen nog geen letter gehoord of gezien. Ik vind dat hier toch wel heel scherpe voorafnames van genomen worden, maar dat terzijde. Minister, ik sluit me aan bij u. We hebben nog geen Canon van Vlaanderen. We moeten het debat daarrond voeren. Daar sluit ik me wel bij aan. Ik stel voor dat we dat debat inderdaad voeren wanneer we de Canon van Vlaanderen in handen hebben, zodanig dat we ons kunnen baseren op feiten en op wat er dan definitief aangeboden is. Minister, ik kijk er mee naar uit, samen met u. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, er is de brief die u zelf geschreven hebt, oké. Ik ben zeer benieuwd, samen met u en alle anderen, naar de inhoud van de canon. Maar ik ben evenzeer benieuwd naar de gesprekken of de inhoud van de gesprekken die gevoerd worden over het gebruik van de canon. Ik hoop dat we dat ook te gepasten tijde kunnen bespreken. Dat is eigenlijk mijn vraag.
Maar minister, u haalde al vaker aan dat we naar boven moeten kijken. Dat deed u ook om de canon te maken. U haalde de mosterd bij de Nederlandse buren. In Nederland werd er na vier jaar al een update gemaakt van de canon, want die was niet vrouwelijk of niet divers genoeg. Dat moet onze canon ook zijn: het moet een dynamisch document zijn, het mag geen carcan worden. Want, collega’s, voor alle duidelijkheid: wij vinden geschiedenis ongelooflijk belangrijk. En onze geschiedenis is complex. Ze is heldhaftig. Soms is ze pijnlijk. Maar dat wil niet zeggen dat we het niet belangrijk vinden om die te kennen. Minister, we passen echt wel voor een door de staat opgelegde visie. Laat die canon gewoon een inspiratie zijn. Laat die geen opgelegde waarheid zijn, geen carcan, maar een inspiratie voor iedereen die van Vlaanderen houdt. (Applaus bij cd&v en van Koen Daniëls)
De actuele vragen zijn afgehandeld.