Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de aanpassing van de regeling inzake de onderbezettingsvergoeding in de sociale huisvesting
Verslag
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, wonen is vandaag onbetaalbaar geworden voor heel veel mensen. Huren was al ongelooflijk duur. Uw beleid heeft het nog duurder gemaakt. Een goedkope woning kopen? Uw beleid heeft het nog duurder gemaakt. Er is een gigantische wachtrij voor de sociale woningen, en die wordt alleen maar langer want door uw beleid staat de bouw van sociale woningen zo goed als stil. En wat is nu uw prioriteit als minister van Wonen? Pestbeleid voor sociale huurders. U hebt weer iets nieuws gevonden: mensen die te groot wonen. Die moeten boetes betalen als ze niet snel verhuizen naar een andere woning, tot 15 kilometer verder.
Wat wil dat nu concreet zeggen? Ik neem een concreet voorbeeld: uzelf. Ik heb op uw website gezien dat u in Zottegem woont en leeft, en dat u vier kinderen hebt. Stel dat twee van uw vier kinderen gaan studeren en het huis uitgaan, minister, dan woont u te groot in een sociale woning. U maakt daar natuurlijk geen aanspraak op, 10.000 euro is een beetje te veel daarvoor. Maar stel dat het zo is. (Jos D'Haese toont een kaart van de regio rond Zottegem.)
Dan kunt u gedwongen worden om te verhuizen naar gemeentes zoals Oosterzele, Sint-Lievens-Houtem, Herzele, maar ook Gijzenzele, Woubrechtegem, Steenhuize-Wijnhuize … Allemaal heel sympathieke plaatsen, het moet daar mooi wonen zijn, minister, maar wat met uw buren? Wat met uw sociaal leven? Wat met de school van de kinderen die wel nog bij u wonen? Wat met uw werk dat misschien in de buurt is?
U vindt het blijkbaar niet eens de moeite om te luisteren naar de vraag die we u stellen, minister. Ik vind het nochtans ernstig. U vindt dat die mensen dat allemaal maar moeten achterlaten, en zelfs, minister, dat die mensen gedwongen moeten kunnen worden om te verhuizen naar een woning die kleiner maar duurder is. Dat moet allemaal kunnen. Ik vind dat ongelooflijk. Ik vind dat ongelooflijk, en ik vraag mij af, minister, wanneer u gaat stoppen met dat pestbeleid voor sociale huurders. Wanneer gaat u eindelijk investeren in meer sociale woningen en zorgen dat die sociale woningen er ook effectief komen? (Applaus van Lise Vandecasteele)
De heer Slagmulder heeft het woord.
Collega’s, momenteel staan er meer dan 182.000 kandidaat-huurders op een wachtlijst. Dat is historisch hoog. Het aantal gerealiseerde extra sociale woningen is historisch laag: slechts 668 in 2021. Dat zijn de cijfers vandaag. Ik zou dan denken dat u als minister van Wonen met een figuurlijk truweel in de hand op de barricades zou staan om er samen met de sociale woonactoren in te vliegen en om manieren te zoeken om versneld te kunnen bouwen, zeker met een budget dat nog nooit zo hoog was. Niets van dit alles. Integendeel, deze regering komt met schijnoplossingen, op de kap van oudere sociale huurders, van wie de kinderen ondertussen het huis uit zijn en die daardoor te groot zouden wonen.
Minister, u kent ze ongetwijfeld ook, maar wekelijks ontvangen wij mails van bezorgde senioren die nu plots moeten verhuizen of een onderbezettingsvergoeding moeten betalen. Nu is dat nog 32 euro per kamer per maand, maar gisteren kondigde u aan dat u dat wilt optrekken naar 57 euro. Dat is bijna een verdubbeling en het is met de huidige inflatie en stijgende prijzen een financiële slag in het gezicht van onze meest kwetsbaren. Heel wat ouderen zullen nu plots meer dan 100 euro per maand extra moeten betalen. Verder mogen sociale huurders, dus ook ouderen die verplicht worden om te verhuizen, hun eerste aanbod voor een kleinere huurwoning die tot 15 kilometer verderop kan liggen niet meer afslaan.
Dat getuigt van weinig empathie, minister. Voor deze mensen kan dat zeer ingrijpend zijn. Een oude boom verplant men niet. Dat zou ook hier moeten gelden. Ik heb daarom de volgende vraag, minister. Erkent u dat dit vooral ouderen zal treffen en dat zij zo hun vertrouwde omgeving zien verdwijnen, met alle gevolgen van dien? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor jullie vragen.
Mijnheer D’Haese, laat mij u eerst een zeer goed bedoelde raad geven. Ik zou me weerhouden van commentaar op iemands persoonlijke situatie. Daar weet u geen reet van en daar hebt u ook geen hol mee te maken. Maar ik zal straks maar even bij u langskomen.
Aan de ernstige politici onder u geef ik graag een antwoord. We hebben altijd zeer duidelijk gezegd dat er twee sporen zijn waarop we werken. Enerzijds is dat het uitbreiden van het aanbod aan sociale woningen. Daarvoor nemen we maatregelen met betrekking tot de procedures en hebben we extra budget voorzien. We doen ook een hervorming van de volledige sector om te zorgen dat die bouwcapaciteit omhoog gaat en dat er dus effectief meer gebouwd kan worden. Maar anderzijds is het ook de bedoeling dat we de schaarse woningen die we hebben, zo efficiënt mogelijk kunnen inzetten. Een van de elementen daarbij is inderdaad ook een rationele, logische bezetting van die woningen.
Wat is de probleemstelling? We merken vandaag dat er heel wat woningen onderbezet zijn. Ik zal straks de aantallen nog geven. We zien dat de gemiddelde wachttijd op de wachtlijst in zijn totaliteit net geen vier jaar is, ongeveer drie jaar en tien maanden. Maar in dit parlement worden dikwijls voorbeelden gegeven van mensen die zes, zeven of acht jaar op die wachtlijst staan. Wel, dat zijn altijd mensen met grotere gezinnen. Het keerpunt zit op vier personen per gezin, dus bijvoorbeeld een koppel met twee ouders. (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Mijnheer D’Haese, lees er de cijfers over de wachtlijsten op na, die ik nog maar enkele weken of maanden gegeven heb in antwoord op een schriftelijke vraag van de heer Veys – denk ik, ik ben niet zeker. Daar kunt u duidelijk zien dat een gezin dat bestaat uit vier mensen of meer, langer op de wachtlijst staat omdat grotere woningen nog schaarser zijn. En dat is de probleemstelling, dat is de reden waarom we dit nu doen.
Het systeem van die onderbezetting bestaat al langer. Het is niet iets wat ik heb uitgevonden, dat bestaat al. Maar wij hebben wel de vraag gekregen van een heel aantal sociale huisvestingsmaatschappijen om de instrumenten die zij hebben om te zorgen voor de meest efficiënte bezetting, te verscherpen omdat men daar verder in wil gaan. Dat is wat we nu doen: die instrumenten aanpassen om – inderdaad – aan te moedigen om te verhuizen naar een woning met een meer logische bezetting.
Hoe ziet dat er precies uit, voor alle duidelijkheid? Elke sociale huurder blijft het recht hebben op één kamer meer dan men nodig heeft. Die regel verandert dus niet. Men blijft het recht hebben om één kamer meer te hebben. Dus, als men in de situatie komt dat er een kamer op overschot is, dan wordt men met rust gelaten. Dan gaan we niets vragen, niets. Niemand wordt dan verplicht om te verhuizen en men hoeft geen extra vergoeding te betalen of wat dan ook. Er zijn heel wat situaties waarin mensen effectief een kamer op overschot hebben en daar raken we niet aan.
Wat we wel veranderen, is dat we een koppel vanaf nu rekenen als één persoon. Vroeger was het zo dat, als een koppel – dus twee mensen – in een woning vanaf vier kamers woonde, dit gold als onderbezetting. Dat werd dus beschouwd als een kamer op overschot. Vanaf nu zal dat gelden vanaf drie kamers. Dat betekent dus dat we niets doen als een koppel in een woning met twee slaapkamers woont. Zij blijven daar gewoon wonen. Dan spreken we niet van onderbezetting of wat dan ook.
De tweede verandering is het alternatief dat aangeboden moet worden: daarvoor gaan we de straal vergroten van 5 kilometer naar 15 kilometer. Het is wel zo dat dit alternatief zich nog altijd moet bevinden binnen het werkingsgebied van de sociale huisvestingsmaatschappij. Ik kom daar straks nog op terug, maar ik kan nu al zeggen dat sociale huisvestingsmaatschappijen daarbij altijd een redelijkheidstoets zullen doen. Vandaag is het niet zo dat ze aan iedereen die in onderbezetting leeft, een alternatief kunnen aanbieden of dat ze dat ook doen, om verschillende redenen. Bij bepaalde familiale situaties of wat dan ook zullen ze dat niet noodzakelijk doen. Ze kunnen dat eventueel wel doen als er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de persoon in de mogelijkheid is om te verhuizen.
Ook de vergoeding wordt wat verhoogd. We zullen nu een percentage hanteren per extra kamer die men heeft.
Nog een punt, voorzitter. We hebben tot nu toe ongeveer 14.000 woningen in onderbezetting. Door de aanscherping van de regels die we nu invoeren, zullen dat er 20.000 worden. Dat gaat dus over minstens 20.000 kamers die op dit moment niet gebruikt worden. Wel, daarop is deze maatregel gericht. En ja, inderdaad, ik vind dat een logische maatregel. Als je schaarse goederen hebt, schaarse woningen, dan moet je die zo efficiënt mogelijk inzetten om zoveel mogelijk mensen te helpen. (Applaus bij de N-VA)
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, het was niet mijn bedoeling om over uw persoonlijk leven te spreken. Ik zal in het vervolg een niet nader genoemde inwoner van Zottegem met vier kinderen nemen.
Minister, wat mij wel treft, is de creativiteit die u hebt om sociale huurders het leven zuur te maken en het gebrek aan creativiteit om die wachtlijst voor sociale huurders op te lossen. Want u gaat met heel deze hervorming geen enkel extra gezin in een sociale woning krijgen. 182.000 mensen op de wachtlijst, u gaat er geen enkele van helpen, want er komt geen enkel huis vrij, tenzij u ze weggepest krijgt door die hoge boetes.
Dus blijft mijn vraag, minister – u hebt er niet op geantwoord –: wat gaat u doen om die stilstand op de sociale huurmarkt en de woningbouw van sociale woningen los te trekken? Want dat zit vandaag helemaal vast. Ga nu eens voor een positieve aanpak in dat sociaal wonen, in plaats van altijd met de vinger te wijzen en boetes en detectives op de mensen af te sturen. Een positieve aanpak en extra bouw van sociale woningen. (Applaus van Lise Vandecasteele)
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, een verscherping kan in bepaalde gevallen een oplossing zijn, om mensen ertoe aan te zetten om kleiner en aangepaster te gaan wonen. Dat wil ik zeker en vast erkennen. Sociale woningen zijn er dankzij de solidariteit van de andere belastingbetalers en voor jongere mensen mag het zeker minder een obstakel zijn om te verhuizen. Maar als het Vlaams Belang zijn wij vooral bezorgd dat door uw maatregelen duizenden ouderen in financiële moeilijkheden zullen terechtkomen. We maken ons ook zorgen dat ze uit hun vertrouwde omgeving zullen moeten vertrekken, uit hun woning waarin ze, in veel gevallen, zelf ook geld hebben geïnvesteerd. Veel ouderen gaan zich nu misschien verplicht voelen om hun sociale huurwoning op te zeggen, en dat op hun oude dag.
Minister, deze regering faalt als het aankomt op het bouwen van extra sociale woningen. Bouw eindelijk meer woningen en gebruik dergelijke manoeuvres niet om sociale woningen vrij te maken. Onze ouderen verdienen het om beter behandeld te worden. De gemiddelde leeftijd van een huurder die in een onderbezette woning woont, is 67 jaar. Bent u als minister bereid om 65-plussers vrij te stellen van die nieuwe regels inzake de onderbezettingsvergoeding? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Ik ben trouwens blij om u nog eens terug te zien. Hopelijk gaat alles goed met u.
Bedankt. Meer dan insgelijks, wie had dat ooit gedacht? (Gelach)
Vorige legislatuur, niemand. (Gelach)
Maar ik ben heel blij om hier te zijn.
Wat betreft de vraag, minister, volg ik mijn collega’s. Steeds als u communiceert over sociaal wonen, gaat het eigenlijk over drempels die u installeert voor kandidaat-huurders om dat sociaal wonen te kunnen bereiken. Deze legislatuur alleen al denk ik aan de regels rond lokale binding, aan het onderzoek naar eigendommen, aan de boetes nu om een kamer te veel. Wat veel mensen daaraan stoort, is niet zozeer die onderbezettingsvergoeding – toch niet in de eerste plaats –, of de modaliteiten waar u het daarnet over had, maar het gaat over het feit dat u de focus weghaalt van het echte probleem en dat is dat er vandaag meer dan 180.000 mensen wachten op een sociale woning. 180.000. Die mensen zitten vandaag in de miserie, die zitten vaak in armoede, zeker met die energiecrisis. Elke cent moet daar omgedraaid worden. Dat zijn mensen die meer dan 4 jaar – u hebt het net zelf gezegd – moeten wachten om een sociale woning te kunnen betrekken.
Dan volg ik inderdaad. Het is daar dat we u over willen horen, het is daar dat u beleid over zou moeten voeren. Als minister van Wonen moet u niet steeds, keer op keer, communicatief rommelen in de marge, maar moet u wel fundamentele oplossingen zoeken voor de fundamentele problemen, en dat is in dezen het grote tekort aan sociale woningen. Dus ook mijn vraag is: hoe gaat u dat aanpakken, minister? (Applaus bij Groen en van Lise Vandecasteele)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voor ons is het nodig dat sociale woningen zo efficiënt mogelijk worden ingezet en dat betekent dan ook dat de grootte van een gezin correspondeert met de grootte van een woning. Maar, minister, ik wil ook benadrukken dat dat voor ons natuurlijk niet in de plaats komt van of niet de oplossing is voor de wachtlijsten. Dat weten we allemaal, daar is een bijkomend aanbod aan sociale woningen nodig.
Met betrekking tot die rationele bezetting denk ik dat er wel een aantal randvoorwaarden nodig zijn. Zo moet er voldoende aanbod zijn in de buurt, zodat een huurder ook daadwerkelijk kan verhuizen. We hebben ook een bekommernis, minister, met betrekking tot de stabiliteit van de woonsituatie van een gezin, bijvoorbeeld wanneer er tijdelijk met minder mensen in een gezin gewoond wordt en er dus tijdelijk een lagere bezetting is. Hoe wordt hiermee omgegaan?
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, collega’s, het is natuurlijk goed dat er iets gebeurt rond de onderbezetting, maar de manier waarop is natuurlijk een ander verhaal. Want via een betere begeleiding en betere communicatie kun je toch wel veel meer bereiken.
Door deze maatregel, minister, worden huurders gewoon verschoven van de ene woning naar de andere, maar blijft natuurlijk het probleem van de wachtlijsten. Het echte probleem, het gebrek aan aanbod aan sociale woningen, blijft maar toenemen. Op het ogenblik staan er meer dan 180.000 mensen op de wachtlijst. Het ironische is dat de centen er wel degelijk zijn, maar dat het bouwtempo dit jaar al even dramatisch is als dat van vorig jaar. Vele gemeenten halen hun doelstelling inzake sociale woningbouw niet. Dat is al lang duidelijk, maar dat werd onlangs nog eens duidelijk vanwege de laatste voortgangstoets.
Minister, hoe gaat u daarop ingrijpen? Het zou goed zijn mocht u even streng zijn voor uzelf, als u bent voor de sociale huurders. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik vind de opslag die u vraagt voor een kamer die onderbenut is, of niet benut is, juist. Mensen die vandaag de sociale woningen bezetten, betalen vandaag gemiddeld – ik heb het nog eens opgezocht – 334 euro. Iemand op de private markt – de 180.000 mensen die vandaag wachten – betaalt gemiddeld 750 of 800 euro. De mensen in sociale woningen krijgen er netto 500 euro per maand bij van de belastingen en van de mensen die werken. Dat is een grote solidariteit.
Ik denk dat als je gezin, je kinderen, uit huis zijn, dat je als alleenstaande niet in een huis moet wonen met drie lege kamers. Ik vind dat je dan ook van deze persoon enige solidariteit mag terugvragen, zeker als je één kamer altijd mag overhebben. Dat betekent dat je kleinkinderen altijd welkom zijn, en je kunt nog iemand te slapen leggen. Bovendien moet je niet uit je woning, maar moet je gewoon naar een andere woning. Wil je dat niet, dan vind ik het eerlijk gezegd logisch dat als je in zo’n grote woning alleen blijft wonen, je iets meer betaalt. (Applaus van Axel Ronse)
Ik vind dat persoonlijk, minister, dus ik verdedig uw standpunt. Die 180.000 wachtenden betalen nu 500 euro meer per maand. Mijn vraag is: zult u de huurtarieven in het totaal veranderen of niet? Want ik vind het verschil tussen iemand die een sociale woning huurt en iemand die op de private huurmarkt huurt te groot.
Minister Diependaele heeft het woord.
Een paar zaken. Eerst en vooral voor wie zich zorgen maakt over mijn communicatie: ik heb altijd aangegeven dat we op twee sporen werken, en die zijn: het aanbod uitbreiden, en effectief zorgen dat die woningen terechtkomen bij diegenen die ze het meest nodig hebben. Ik daag u uit om iemand te vinden – journalist of niet – die het tegendeel beweert. Dat zijn de twee sporen die ik altijd aangeef.
Het grote probleem – en ik deel uw ongeduld, voor alle duidelijkheid – is natuurlijk dat je die uitbreiding van het aanbod niet van vandaag op morgen doet. Dat gaat nu eenmaal niet. Maar ik ben er wel van overtuigd dat de maatregel die we daar nemen, de hervorming in de sector, dat we effectief daarmee de bouwcapaciteit kunnen verhogen naar de toekomst. Alhoewel er in de toekomst ook andere obstakels zullen zijn, maar die zullen dan moeten worden aangepakt; Ik heb het over ruimtegebruik en dergelijke meer. U weet waarover ik het heb.
Ten tweede: ik heb ook nooit gezegd dat dit een maatregel is om de wachtlijsten mee aan te pakken. Ik heb nooit gezegd dat die gaan verminderen. Dat heb ik helemaal niet aangegeven. Maar vorige week hebben jullie hier een debat gevoerd over kinderarmoede. Juist? Als er een zaak is die je nodig hebt om kinderen uit de armoede te halen, dan is het goede huisvesting.
Maar bouw ze dan bij.
Maar waarover hebben we het hier? Over mensen, oudere mensen dikwijls, die in een grotere woning wonen, met meerdere kamers, en die we vriendelijk vragen om naar een kleinere woning te verhuizen. Waarom? Omdat er op de private huurmarkt iemand met kinderen wacht om in die sociale woning met meer kamers te geraken. Dat is wat we doen. Dat is onderbezetting. Dat is het efficiënt inzetten van uw woningen. (Applaus bij de N-VA en van Mercedes Van Volcem)
Maar die bedenking heeft men hier blijkbaar niet gemaakt.
Nog één zaak: de tijdelijke situaties en dergelijke meer. Het zal altijd de sociale huisvestingsmaatschappij zijn die op basis van redelijkheid een afweging moet maken. Zij zullen kunnen beslissen om onze instrumenten al dan niet te gebruiken. Zij kunnen er dus evengoed voor kiezen – als daar redenen toe zijn die ik zelfs niet allemaal kan opsommen – om mensen te laten zitten, te laten wonen in een grotere woning. Dan hebben ze daar de vrijheid toe. Wij verplichten hen niet om die instrumenten te gaan toepassen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, u bent minister in een regering van wachtlijsten. U bent een minister van wachtlijsten van sociale woningen, wachtlijsten die aangroeien en waar er geen sikkepit aan verandert. U komt hier dan zeggen dat, wanneer kinderen geen betaalbaar dak boven hun hoofd hebben, het de schuld is van ouderen waarvan een of twee kinderen uit huis zijn gegaan. Ik vind dat wel bijzonder kras. Uiteraard ben ik ervoor dat mensen in een aangepaste woning wonen. Maar ga eens voor een positieve aanpak. Er zijn daar geen projecten voor en u doorkruist die vandaag allemaal met uw repressieve aanpak.
Mevrouw Van Volcem, het is genoteerd dat, tegenover de grote problemen op de woningmarkt, tegenover de grote problemen op de huurmarkt, en de koopkrachtcrisis waar wij vandaag voor staan, Open Vld ervoor pleit om de huur in de sociale sector te verhogen, om het duurder te maken voor sociale huurders om een sociale woning te betrekken. Mevrouw Van Volcem, het is genoteerd, en de sociale huurders zullen het horen. (Applaus bij de PVDA en van An Moerenhout)
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, ik ben ervan overtuigd dat elke partij hier sociale huisvesting belangrijk vindt, vaak met andere accenten, maar dat mag ook. De bedoeling kan en mag zeker niet zijn de meest kwetsbare uit hun sociale woning weg te pesten, en al zeker onze ouderen niet. Wij verwachten van u, als minister van Wonen, twee zaken. Ten eerste: zorg ervoor dat er voldoende sociale woningen bij komen, en het maakt ons niet uit wie ze bouwt. Ten tweede: zorg dat onze sociale woningen vooral beschikbaar zijn voor onze eigen mensen. U weet als minister net zo goed als ik wat er moet gebeuren om de wachtlijsten te doen dalen en om meer sociale woningen ter beschikking te stellen. Stop met het OCMW van de wereld te spelen. Pak de migratie-invasie aan, want die legt een enorme druk op onze sociale woningmarkt. Zorg dat ze afgeschermd wordt voor de vele gelukzoekers. Tot slot, u hebt daarstraks niet op mijn vraag geantwoord. Stel 65-plussers vrij van deze nieuwe regels, want het zijn asociale maatregelen en ze getuigen alleszins van zeer weinig respect. (Opmerkingen van Jos D'Haese. Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vragen zijn afgehandeld.