Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Coel heeft het woord.
Minister, de Europese Commissie heeft enige tijd geleden een fonds in het leven geroepen om de lidstaten te ondersteunen bij de investeringen in de heropleving van hun economie, het Herstelfonds. Ook België heeft geld gekregen uit dat fonds. Zoals dat gaat in ons land moeten die middelen dan worden verdeeld tussen de federale overheid en de deelstaten. De Europese Commissie is verstandig geweest: ze deelt niet gewoon geld uit, maar koppelt daar hervormingen aan. Ze vraagt structurele hervormingen om de overheidsfinanciën van de lidstaten weer gezond te maken.
Daar knelt het schoentje. Normaal gezien zullen we dit najaar een eerste schijf uitbetaald krijgen. Maar een van de mijlpalen die moesten worden gehaald, is die federale pensioenhervorming. We lezen nu in de krant dat de Europese Commissie daar opmerkingen over maakt en signaleert dat we die mijlpaal niet dreigen te halen en bijgevolg die middelen ook niet zullen krijgen.
Minister, kunt u bevestigen dat de Europese Commissie die zorg heeft uitgedrukt? En wat is dan de impact op de Vlaamse overheidsfinanciën en op de uitvoering van ons herstelplan Vlaamse Veerkracht? (Applaus bij de N-VA)
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Coel, dank u wel voor uw vraag. Laat me eerst één ding heel duidelijk zeggen, en we hebben het in het verleden ook altijd zo gezegd: wij willen ons plan uitvoeren. We waren een van de eerste regio's of landen in Europa die effectief een relanceplan op poten hebben gezet. Wij hebben van in het begin ingeschat dat er altijd een mogelijkheid is dat we niet alle middelen krijgen of wat dan ook. Dus hebben we aan de Vlaamse samenleving duidelijk gemaakt dat het plan er komt. We gaan dat uitvoeren. Dat betekent niet dat het niet belangrijk is voor onze begroting om te weten wat de eventuele inkomsten zijn en wat we eventueel zouden krijgen van de Europese Unie. Daar gaat uw vraag over, zeer terecht.
We weten dat er mijlpalen en streefdoelen zijn gesteld rond hervormingen die we moeten halen. We kennen die. We wisten op voorhand wat die zouden zijn. We hebben daar nu commentaar op gekregen. Bij de Vlaamse mijlpalen die wij moeten halen, hebben we geen vragen gekregen maar op het federale niveau is dat wel het geval. Meer bepaald over de pensioenhervorming en nog een paar andere zaken moeten er dingen worden uitgeklaard.
Ik moet wel zeggen dat het hier gaat over de voorbereiding van een betaalaanvraag. Die betaalaanvraag is nog niet ingediend, maar de Europese Commissie begeleidt wel al om te zorgen dat zodra die betaalaanvraag is ingediend, men minder gemakkelijk kan weigeren. Het is een beetje zoals een leerkracht die u helpt bij het beantwoorden van uw examen voor je het indient. Dit om maar aan te geven dat er op dit moment nog niets verloren is.
De verordening zegt wel zeer duidelijk dat als die mijlpalen en streefdoelen gehaald worden, er mogelijk geen betaling volgt. Er is wel degelijk op gehamerd dat die mijlpalen en streefdoelen moeten worden gehaald, althans dat is wat de verordening zegt. De Europese Commissie heeft ook al laten verstaan dat ze pensioenhervormingen wel degelijk heel belangrijk vindt.
Wij hebben altijd gezegd dat iedereen voor zijn eigen deur moet keren en iedereen moet zorgen dat zijn eigen begroting op orde is. Als dat gebeurt, is heel de straat proper. Maar hier zijn we ook zeer voorzienig geweest want we hebben een samenwerkingsakkoord afgesloten. Ik moet hier voorzichtig over zijn want pas morgen krijgen we het advies van de Raad van State, maar daar staat wel degelijk in, in de artikelen 10 en 11, dat als een van de overheden verantwoordelijk is voor het niet halen van die streefdoelen en mijlpalen, zij daar ook financieel verantwoordelijk voor is. In artikel 11 staat dat op het moment dat een niet-uitbetaling van de Europese Commissie, mocht het zover komen, groter is dan hun aandeel, men wel met een verdeling zit. Dan kan dat niet anders. Maar we hebben wel een zeker vangnet opgebouwd in dat samenwerkingsakkoord. (Applaus bij de N-VA)
De heer Coel heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik ben ten eerste blij dat u herbevestigt dat het herstelplan Vlaamse Veerkracht onverkort zal worden uitgevoerd, maar des te belangrijk is natuurlijk dat daar ook inkomsten tegenover staan, want minder Europese inkomsten is meer Vlaamse schulden, ongeacht hoeveel inkomsten we krijgen, als we dat plan integraal gaan uitvoeren.
Ik ben ook blij dat u zich al hebt ingedekt tegen het mogelijk in gebreke blijven van de collega's van de andere entiteiten. Ik ben wel benieuwd wat de Raad van State daarover zal zeggen. Maar ik mag hopen dat we ondertussen zelf niet in gebreke blijven en dat onze mijlpalen onverkort worden uitgevoerd. Ik vroeg me af hoe ver het staat met de realisatie van meer specifiek de Vlaamse mijlpaal, namelijk de acht ‘spending reviews’. We hebben die vastgelegd en die zouden worden uitgerold. Is dat op schema?
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Vooreerst is het een goede zaak dat die partijen die aanvankelijk zeer kritisch waren over het Europees relancefonds, nu op de eerste rij staan om ervoor te zorgen dat we het geld zeker binnenhalen. Ik vind dat een goede zaak en ik ben blij dat het in die richting evolueert en iedereen nu vierkant achter dat Europees relancefonds staat.
Ik heb ook altijd gezegd dat het niet vrijblijvend is, en dat blijkt nu ook. Ik ben blij dat u zelf het argument naar voren haalt dat daar voorwaarden aan gekoppeld zijn en dat die deze keer ook zullen worden afgedwongen, want er zijn andere landen waar de schijven al niet toegekend zijn omdat zij hun hervormingen niet hebben doorgevoerd.
Wat de federale hervormingen betreft, zou ik het een goede zaak vinden dat Europa extra druk zet om ervoor te zorgen dat de hervormingsplannen, zowel voor de pensioenen, maar ook voor de fiscale hervorming, er ook komen en dat iedereen in dit land zich ten volle bewust is van de sense of urgency om dergelijke hervormingen door te voeren. Dus ik vind het een goede zaak dat de Europese Unie heeft laten weten dat ze druk gaat zetten om die hervormingen op alle niveaus door te voeren.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik vind het een goede zaak dat u optimistisch en zelfs vastberaden blijft over de uitvoering van Vlaamse Veerkracht. Er zijn toch een aantal belangrijke projecten die daarin staan.
Los van de middelen, los van de Europese financiering, had ik een vraag over de timing. Want u weet al dat uit cijfers, die ik afgelopen zomer heb opgevraagd, blijkt dat nog maar de helft van de projecten op dat moment werden vastgelegd. Mijn vraag aan u is: ik begrijp dat u natuurlijk niet elk individueel project zelf kunt opvolgen – dat is ook een taak van alle ministers –, maar acht u het nog realistisch dat in deze ‘last mile’, de laatste maanden voor het einde van het jaar, al die projecten die nog niet vastgelegd zijn, ook nog tot uitvoering komen? Want als de helft van de projecten nog moet gebeuren of nog vastgelegd moet worden, dan komen we natuurlijk wel een beetje in tijdsnood. Mijn vraag is dus gewoon: acht u dat realistisch? En zijn er eventueel projecten waarvan u zegt: die hadden misschien destijds, een paar jaar geleden, nut, maar ondertussen is de wereld natuurlijk ook veranderd en sommige projecten gaan we misschien in mindere mate of helemaal niet uitvoeren?
Minister Diependaele heeft het woord.
Wat de vraag betreft over de ‘spending reviews’, wij hebben daar geen vragen over gekregen vanuit de Europese Commissie, dus we zitten daarmee wel degelijk op schema. Dat was trouwens ook iets wat we sowieso hadden willen doen. Ons eerste spending review was over de dienstencheques en dat was ook samen met de Europese Commissie. Die hebben ons toen al begeleid. We hadden er dus al wat ervaring mee en we hebben het nu eigenlijk een beetje geüpscaled, zoals dat heet, in dit kader.
Mijnheer Van Rompuy, ik begrijp uw punt zeer goed en voor alle duidelijkheid, ik ben nog altijd zeer kritisch tegenover die middelen van de Europese Unie. Dat is niet veranderd. Maar het zou niet verstandig zijn, laat het mij zo uitdrukken, als daar iemand zegt: kijk, wij hebben hier een grote pot geld voor u, dat je zegt: nee, dank u, hou hem maar. Ik denk dat de Vlaming dat niet bepaald zou waarderen, mochten we dat doen. Dus ja, we gaan er alles aan doen om die centen naar Vlaanderen te halen, uit de vaste overtuiging dat we daar ook iets zeer nuttigs mee doen.
Nu, ik ben blij dat u dat zegt, dat we maar kunnen hopen dat iedereen in dit land – ik parafraseer u – de ernst inziet of de noodzaak inziet van die hervormingen en dat het goed is dat de Europese Unie daar druk op blijft zetten. Ik ben het daar helemaal mee eens. Tegelijkertijd betreur ik het ook wel een beetje dat we de Europese Unie daarvoor nodig hebben. Ik zou dat liever op eigen kracht doen, maar goed, ik denk dat we elkaar daar wel in kunnen vinden.
De laatste vraag met betrekking tot die timing is een terechte vraag. Wij volgen dat op. U kunt dat trouwens ook een beetje doen met de agenda van de regering, want daar is een apart luikje Vlaamse Veerkracht en dan zie je dat dat de laatste weken wel wat versnelt. We zullen zien hoever we geraken. Zoals u zelf aangeeft, zijn er ook wel administraties of bevoegde collega’s die vragen of dit nog wel even opportuun is of niet. We zitten ondertussen ook met heel andere uitdagingen, waarvan inflatie er een is, en je moet er ook op toezien dat je die zelf niet al te veel aanblaast. Maar ik denk wel dat we nog heel hard in de buurt gaan geraken. Ik denk dat heel veel collega’s de juiste voorbereidingen genomen hebben – en die projecten komen nu tot wasdom – om te gaan vastleggen. Dus ik denk dat we daar wel in de buurt gaan geraken, maar daar zal zeker een marge op zitten. We hebben dat trouwens altijd gezegd. We hebben eigenlijk een beetje ingeschat – het is met een grote slag om de arm dat ik het zeg – dat we minstens 10 procent onderbenutting zouden hebben. Dat is ook de idee. Dat is niet zo onlogisch. Maar ik denk wel dat we daar mooie vorderingen maken en zeker de laatste weken zie je dat ook.
De heer Coel heeft het woord.
Dank u, minister.
Het is goed dat Vlaanderen zijn huiswerk gemaakt heeft en des te jammer dat we mogelijk de factuur zullen moeten betalen als andere overheden dat niet dreigen te doen. Ik denk dat er een betere oplossing is dan Europese druk om die hervormingen door te voeren. Ik denk: laat Vlaanderen rechtstreeks aanschuiven aan de Europese tafel, laat Vlaanderen alleen afgerekend worden op de engagementen die we zelf nemen, en geef ons de instrumenten om die hervormingen zelf door te voeren. Daar hebben we geen druk van de Europese Unie voor nodig. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.