Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, er zijn deze dagen twee soorten van klanten bij energieleveranciers. Een soort zit al maanden met angst voor de toekomstig factuur. Die betaalt nog voorschotten, maar twijfelt op dit moment of de eindafrekening hoog, heel hoog of extreem hoog zal zijn en pijn zal doen. Er is een tweede soort, dat zijn mensen die vandaag al een voorstel gekregen hebben om het voorschot aan te passen. Ik denk niet dat er bij iemand een voorschot was dat goedkoper was dan het vorige. Dat is in een aantal gevallen zeer hoog, maar uitlegbaar. In een aantal gevallen is het ook extreem hoog omdat – dat is ondertussen wel duidelijk – een aantal leveranciers bezig zijn met geld op te halen bij hun cliënten omdat ze cash nodig hebben en eigenlijk al een voorafname nemen op mogelijke toekomstige hoge energieprijzen. Dat is op zich ook een verwerpelijke praktijk, maar dat valt een beetje buiten deze vraag.
De logische reactie van heel veel mensen op die berichten is natuurlijk om informatie in te winnen, contact op te nemen met de leverancier en te vragen wat ze kunnen verwachten. Wat zijn de problemen? Wat zijn de redenen? Daarbij stellen we vast dat die mensen massaal op chaos of op een muur botsen.
Op zich is dat gezien de grote drukte ergens wel begrijpelijk. Maar als ik aan de andere kant naar de V-test kijk, dan zie ik dat de VREG daarin bijvoorbeeld dienstverlening als een criterium opneemt. Als ik naar Nederland kijk, dan zie ik dat het ACM (Autoriteit Consument & Markt) daar bij het afleveren van leveringsvergunningen het criterium dienstverlening aan de klant als een criterium meeneemt.
Ik wil met mijn vraag niet zeggen dat het allemaal uw schuld is, maar ik stel vast dat bij het afleveren van leveranciersvergunningen in Vlaanderen blijkbaar het criterium klantvriendelijkheid, dienstverlening of toegankelijkheid ofwel niet voldoende gedefinieerd is ofwel niet voldoende gehandhaafd is. In ieder geval is de situatie zoals ze nu is onaanvaardbaar. Welke van de twee is het?
Minister Demir heeft het woord.
Ik deel uw mening. Vandaag ontvangen we twee soorten klachten, zowel via de Vlaamse 1700-lijn, het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) en Fluvius, maar ook via de Vlaamse Ombudsdienst en de federale collega’s. Enerzijds gaat het over de voorschotten. Ten tweede is het inderdaad zo dat men niemand aan de lijn krijgt als men belt naar de energieleveranciers.
Wat wij altijd doen, wat de praktijk is en we hebben daar ook nog eens met de VREG contact over gehad: zij zeggen dat als er klachten zijn – en dat is de bevoegdheidsverdeling in dit land – over het netbeheer of over de Vlaamse openbare dienstverlening, dat zij dan optreden. Als het gaat over consumentenbescherming, dan treden de federale collega’s op. We hebben in het verleden altijd goed samengewerkt en dat nog altijd zo. Collega De Bleeker heeft heel terecht vanuit Consumentenbescherming gezegd dat zij dit niet meer pikt en dat zij zal optreden. We hebben ons daar ook achter geschaard. Wij hebben ook gezegd dat als er informatie nodig is, als we iets bijkomend kunnen doen, dat we dat dan ook graag zullen doen.
We zien dat ook bij de Economische Inspectie. Als we vroeger bij een energieleverancier zaken zagen die niet koosjer waren dan speelden we dat altijd door, en dan traden de Economische Inspectie en het federale niveau ook op. We gaan dat ook hier doen.
In de V-test is het bijvoorbeeld zo dat de mensen niet kunnen vergelijken, wanneer het gaat over voorschotten. Klopt het wel wat de energieleverancier zegt in verband met de voorschotten? Er is geen benchmarking. De Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) is er nu mee bezig om in die V-test ook een voorstel van voorschot mee op te nemen. Zo kunnen mensen effectief vergelijken en een benchmarking doen om te zien of datgene wat ze van hun energieleverancier krijgen wel klopt. Denk bijvoorbeeld aan Mega, dat daarin toch wel een grote fout heeft gemaakt. Ik denk dat er nog wel energieleveranciers zijn die verwachten dat mensen bank gaan spelen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Daarom is de VREG bezig met die oefening om in de V-test ook een voorstel van voorschot op te nemen.
De heer Tobback heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik beschouw dat als een constructief antwoord. Ik denk dat we er allemaal belang bij hebben … ik denk dat er bijna niemand is die niet met deze problematiek kampt. We hebben nog niet allemaal naar de leverancier gebeld, maar ik denk niet dat er iemand is die vandaag niet met die vragen zit.
Dit is een stresstest voor heel dat systeem, zoals we er nog nooit een gehad hebben en hopelijk ook nooit meer zullen krijgen. Ik kan dat alleen maar vaststellen. De VREG doet naast het afleveren van vergunningen ook het controleren en handhaven daarvan bij de leveranciers, zowel op het vlak van financiële stabiliteit als op het nakomen van de verplichtingen. Ik wil oproepen om in de samenwerking tussen federaal en Vlaams eens te kijken om daar ook een heel duidelijke verplichting van toegankelijkheid voor klanten, beschikbaarheid van een callcenter en beschikbaarheid van informatie in op te nemen. Dat kan ook als criterium voor eventuele sancties en schrapping van een vergunning opgenomen worden. We moeten hieruit toch lessen trekken. Dit is gewoon niet ernstig. Er zijn mensen bij wie het gaat over bedragen die een half maandloon uitmaken, soms zelfs meer.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik vind het een interessante vraag die u stelt, collega Tobback. Ik denk dat we hier zelfs niet moeten spreken over wiens verantwoordelijkheid het is, federaal of Vlaams, want de mensen die de factuur moeten betalen kijken naar ons, omdat wij ermee bezig zijn. Als we moeten spreken over het schrappen van een vergunning, dan garandeer ik u dat dit de nodige tijd zal vragen. Dat moet onderzocht worden, met wederwoord, enzovoort enzovoort.
De verhalen zijn nochtans schandaleus. De voorschotten die men aanrekent zijn gewoon te hoog. Wij spelen gewoon bank. Domiciliëring verplicht? Neen, dat is niet verplicht. Ik denk dat er eigenlijk maar één methode is: de schandpaalmethodiek. Hang ze allemaal op de sociale media, met straffe voorbeelden, zoals in Terzake gebeurd is. Dat moeten we doen. Ik vind het puur schandaleus. Meer woorden ga ik daar niet aan vuilmaken. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Aerts heeft het woord.
Ja collega’s, het is inderdaad een interessante vraag. Op een moment dat de mensen met de handen in het haar zitten is het heel logisch dat ze ook op zoek gaan naar meer informatie. Om dan op eindeloze wachtmuziekjes te botsen in plaats van antwoorden te krijgen is natuurlijk bijzonder enerverend en frustrerend.
Er is ook nog een tweede probleem. Er is een belangrijke verantwoordelijkheid van de energieleveranciers, maar er is ook nog een tweede aspect dat we moeten belichten. Er is nog een continue bron van informatie in het vooruitzicht, namelijk via de digitale meter. Maar wat stellen we vandaag vast? Dat die uitrol met horten en stoten gaat. Dat is één. Twee: dat de software niet slim genoeg is waardoor het geen slimme digitale meter is, maar de digitale meter eigenlijk dom gehouden wordt, en de informatie niet doorstroomt naar de energieleveranciers.
We zijn het allemaal eens over het eerste luik, maar mijn vraag over dat tweede luik van de digitale meters is: hoe kunnen we die uitrol versnellen, en hoe kunnen we ervoor zorgen dat ze ook slimmer worden ingezet?
De heer Bothuyne heeft het woord.
We hebben inderdaad Vlaamse hefbomen in handen om de leveranciers te verplichten om klantvriendelijk te werk te gaan, ook in deze energiecrisis. We hebben vanuit onze fractie vorig jaar nog een voorstel gedaan om komaf te maken met de verplichte voorschotfacturen. Ondertussen hebt u dat gerealiseerd, minister.
We hebben ervoor gezorgd dat de grote energieleveranciers inderdaad een formule moeten aanbieden op basis van facturatie van reëel verbruik, zonder voorschotten. Zeker op een moment dat het bijzonder moeilijk blijkt te zijn om op een correcte manier een voorschot te gaan berekenen lijkt deze optie wel bijzonder interessant voor de klanten. Maar ze wordt alleen nog te weinig gebruikt, en er zijn ook nog leveranciers die ze niet aanbieden .
Dus, minister, wilt u die regeling verbreden naar alle leveranciers? Nu zijn het enkel de grote leveranciers die verplicht zijn om dit aan te bieden. Wilt u ervoor zorgen dat elke tariefformule, zowel voor elektriciteit als voor aardgas, ook toegankelijk wordt zonder verplicht voorschot? Op die manier kunnen we vermijden dat er iemand bank moet spelen voor gelijk welke energieleverancier.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Er is natuurlijk weinig zo frustrerend als bellen naar een helpdesk van een leverancier of van iets anders, en dan ellenlang te moeten wachten of zelfs niemand aan de lijn te krijgen. Als de hoorn al niet wordt ingehaakt – wat dus allemaal voorkomt. Maar wat ik hier tot hiertoe hoor, is natuurlijk allemaal symptoombestrijding. Want waarom bellen zoveel mensen naar hun energieleverancier? Omdat deze Vlaamse Regering, minister, er niet in slaagt om eindelijk eens die energiefacturen naar beneden te krijgen. U kwam zeer laat na de zomervakantie op de proppen – u herinnert zich de Septemberverklaring, die dan werd uitgesteld – met ocharme 5 euro per jaar, met ocharme 30 euro in 2023, eenmalig. U geeft de Vlamingen een korting van 35 euro op energiefacturen die honderd keer zo hoog zijn.
Minister, hebt u ondertussen wél uw huiswerk gemaakt en geld gevonden om de energiefactuur nu eens eindelijk echt te doen dalen?
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Mijnheer Tobback, voor uw doen bent u erg braaf, vind ik, want het is gewoon niet serieus. (Opmerkingen van Hannelore Goeman)
Ja, ik mag hem wel uitdagen want ik vind dat al die energieleveranciers van dit parlement, van de Vlaamse Regering, van de Federale Regering dezelfde boodschap zouden mogen horen. Dit kan niet. De collega heeft het gezegd: mensen zijn geen prefinancierders, ze moeten geen bank spelen om de energieleveranciers te helpen.
Staatssecretaris De Bleeker heeft een initiatief genomen. Ik ben heel blij te horen dat u met haar in contact bent. Twee sterke vrouwen samen, minister, moeten, gesterkt door dit parlement, een vuist kunnen maken naar de energieleveranciers.
Er is ook de terechte vraag van dit parlement om ervoor te zorgen dat het in de praktijk mogelijk wordt om het maandelijkse reële verbruik gewoon te betalen. Die twee elementen gaan hand in hand. Minister, treedt u mevrouw De Bleeker bij in het ultimatum dat ze gesteld heeft om binnen de week resultaat te boeken en anders op te treden en onze tanden te laten zien? (Applaus bij Open Vld en van Maaike De Rudder)
Minister Demir heeft het woord.
Uiteraard. Ik ben ermee begonnen te zeggen dat collega De Bleeker doet wat zij moet doen in haar bevoegdheid. Het zou nogal raar zijn indien ze het niet zou doen. Dat zou niet mogen. Daarom heb ik ook gezegd dat wij dat ten volle steunen. Zij is ‘in charge’. Zij doet Consumentenbescherming. Er is een federale staatssecretaris van Consumentenbescherming. Als zij vandaag niet zou optreden, zou dat nogal raar zijn. Ik vind dat heel terecht. Zij heeft onze volle steun, ook als ze informatie nodig heeft of wat dan ook. Wij steunen dat.
Collega Van Rooy, u bent misschien vergeten dat we 1 miljard euro hebben vrijgemaakt voor alleenstaanden, voor gezinnen, noem maar op. Niet om een cheque uit te delen, maar wel om woningen te renoveren. Dat loopt heel goed. De Vlamingen hebben massaal de weg naar de isolaties gevonden. Dat is goed want wij weten vandaag niet hoelang deze crisis zal duren.
Ik heb wel een vraag en een taak voor u. Als ik u zou zijn, dan zou ik in de VREG – u weet dat alle politieke partijen daarin zijn vertegenwoordigd - dat chequeje van het Vlaams Belang … Daar waar ze de Vlaming kunnen vertegenwoordigen, wordt dat niet ingevuld. Ik zou zeggen, mijnheer Van Rooy, neem uw verantwoordelijkheid. Als u beweert dat u de Vlaming wilt vertegenwoordigen, doe dat dan ook want het is daar dat het capaciteitstarief wordt beslist waarop u continu kritiek hebt.
De leveringsvergunning die de VREG afgeeft aan energieleveranciers gaat vooral over financiële zaken. Men bekijkt vooral de financiële onderdelen. Dienstverlening zit daar niet in. We moeten bekijken of we dat kunnen meepakken. Dat betekent dat de wetgeving moet veranderen. Ik denk dat dat via het parlement het snelst kan. We moeten via het parlement een initiatief nemen om aan de wet toe te voegen dat dienstverlening even belangrijk is. Dan kunnen we de vergunning handhaven en ook intrekken.
Ik deel de frustratie van de collega van Groen over de uitrol van de digitale meter. Ik heb die meermaals overgemaakt aan Fluvius. Op dit moment is ongeveer 30 à 35 procent uitgerold. Want als je een digitale meter hebt, kun je inderdaad een maandelijkse afrekening krijgen. Fluvius zegt echter dat dat veel te moeilijk gaat. Ik vind dat ook. Maar helaas is Vlaanderen, zoals u weet, geen aandeelhouder van Fluvius. De lokale besturen zitten erin. Ik zie hier heel veel burgemeesters. Beste burgemeesters, schepenen, zij die in de raad van bestuur zitten, breng dit alstublieft over, want naar mij luisteren ze niet.
Ook over de distributienettarieven heb ik heel duidelijk aan Fluvius gezegd dat het niet het moment is om die distributienettarieven in die factuur te draaien. Maar goed. Ik doe een oproep aan eenieder, over de partijgrenzen heen, om daar toch een iets actievere rol te spelen binnen Fluvius.
Ten slotte, collega Tobback, ben ik het met u eens: het is alle hens aan dek. Collega De Bleeker is daar op dit moment inderdaad mee bezig vanuit de bevoegdheid Consumentenbescherming. Het heeft geen zin om verdeeld op te treden, want dat zou in het voordeel van de energieleveranciers spelen. Maar wij zullen doen wat we moeten doen en we volgen het mee op. Ik hoop echt en geloof ook wel dat collega De Bleeker daarin de nodige stappen zal zetten. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Tobback heeft het woord.
Dank u wel, minister. En dank u wel collega's voor het enthousiast ondersteunen van mijn pleidooi. Ik wil u erop wijzen dat u merkt dat, indien u dat doet, ik eigenlijk een heel redelijk man ben. (Gelach. Applaus)
Beschouw het als een hint.
Minister en collega's, collega Gryffroy, u doet de suggestie om hen aan de schandpaal te nagelen. Natuurlijk is het een schande en natuurlijk moeten we hen aan de schandpaal nagelen. Maar daar stopt onze job niet. Onze job begint daar en stopt pas wanneer er ook is geregeld dat het niet meer kan gebeuren.
Minister, ik heb een suggestie. Het idee dat het aanbieden van een deftige toegankelijke klantenservice geen deel uitmaakt van een financieel plan dat je moet voorleggen om een vergunning te krijgen, is eigenlijk bizar. Dat zou daarin moeten zitten. Als dat er vandaag niet in zit, is dat een vergetelheid die we nu nooit meer mogen vergeten of negeren. Dat je financieel gezond genoeg moet zijn om niet aan je klanten te moeten vragen om de voorschotten voor u te betalen om te kunnen rondkomen, is ook deel van het financieel plan en dat zou ook moeten worden gehandhaafd.
Ondanks het feit dat we het allemaal eens zijn over waar we zouden moeten komen, kunnen we vandaag alleen maar vaststellen dat we de instrumenten vandaag niet hebben, dat we dat moeten aanpassen en dat we dat samen moeten doen. Ik ben zeer blij dat we dat in dit parlement samen kúnnen doen. Als we het daarover niet eens waren, dan zou ik mij nog veel grotere zorgen maken. (Applaus bij Vooruit)
U bent momenteel een opgelucht man.
De actuele vraag is afgehandeld.