Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, we zijn 7 speeldagen ver en ondertussen zijn er al 190 gevallen van agressie in het amateurvoetbal gemeld. Dat konden we deze ochtend horen in de media. Het gaat zowel over verbale als over fysieke agressie op en naast het terrein.
Er zijn toch al heel wat campagnes gevoerd. Denk maar aan de campagne #doedegijdathuisook, initiatieven van fair play en de fairplaycompetitie. Ondanks die bestaande campagnes blijven de meldingen echter oplopen. Er moet dus eigenlijk nog wel wat meer gebeuren. Er moet breder worden ingezet op sensibilisering, maar ook op het attenderen op normen en waarden, zeker ook in de sportwereld.
Ook in het professioneel voetbal lopen er een aantal maatregelen, op federaal niveau dan. Collega Franky Demon heeft bijvoorbeeld een wetsvoorstel ingediend tegen geweld tegen stewards. Ook heeft minister Verlinden in mei een campagne gevoerd, getiteld ‘Samen voor veilig voetbal’. Ik denk dat ook in die sector bewustwording echt wel belangrijk is en dat wij daartoe ook ons steentje moeten bijdragen.
Voetbal Vlaanderen heeft ondertussen ook laten weten dat ze zich bewust zijn van het probleem en dat ze hier zeker ook aan willen meewerken.
Minister, vandaar heel concreet mijn vraag aan u: welke initiatieven gaat u nemen, samen met Voetbal Vlaanderen, om de agressie in de voetbalsector te verminderen?
Minister Weyts heeft het woord.
Agressie of elke vorm van grensoverschrijdend gedrag kunnen we natuurlijk niet dulden. Daarom gaan we daar in het sportbeleid – vind ik – heel actief mee aan de slag. In eerste instantie doen we dat algemeen: we hebben aan sportfederaties als voorwaarde opgelegd om te worden gesubsidieerd dat er een integriteitsbeleid moet worden gevoerd, dat men moet werken met gedragscodes, dat men moet werken met contactpersonen, de zogenaamde aanspreekpunten integriteit (API’s).
Heel specifiek wat voetbal betreft: voetbal is natuurlijk een brede volkssport. Om u een idee te geven, er worden in Vlaanderen jaarlijks enkel al op amateurniveau 250.000 wedstrijden gespeeld. Het voetbal rapporteert ook over alle incidenten, met een vaste periodiciteit. Vandaar natuurlijk dat er ook meer melding wordt gemaakt en dat het soms wel wat meer aandacht krijgt. Wat dat rapporteren betreft: het gaat over 0,3 procent van die 250.000 wedstrijden op jaarbasis. In 0,3 procent van de gevallen wordt er melding gemaakt van een probleem van welke aard ook. Ik zeg niet dat het dan gaat over agressie. Dat is gewoon een probleemmelding. Maar goed, dat is zelfs nog te veel in verhouding, en we willen dat cijfer naar beneden krijgen. Ik heb wat dat betreft in Voetbal Vlaanderen gelukkig echt een goede, proactieve partner.
Naast die algemene maatregel die geldt voor alle sportfederaties, zijn er specifieke maatregelen voor Voetbal Vlaanderen. Zij hebben zelf een actieplan uitgewerkt, onder de noemer #doedegijdathuisook. Dat is echter nog maar net uitgerold, en sommige aspecten moeten nog worden uitgerold in de praktijk. De introductie van de fairplayouder is ook nog maar net gestart. Verder komt er een fairplayrangschikking naast de puntenrangschikking. Ook zijn er de duizend aanspreekpunten, de integriteitsverantwoordelijken, en er volgt nog een sensibiliseringscampagne. Je kunt dus veel zeggen en kritiek geven op voetbal, maar het is wel bij voetbal dat bij uitstek het voortouw wordt genomen wat de problematiek betreft.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik ben het zeker met u eens als u zegt dat agressie nergens op haar plaats is, dus ook niet in de voetbalwereld. Ik wil ook zeker de voetbalsector niet viseren. Het is echter natuurlijk wel belangrijk om een goede samenwerking met Voetbal Vlaanderen – en u geeft aan dat u die hebt – te blijven hebben om toch ook die 0,3 procent probleemmeldingen te kunnen wegwerken. Daarvoor dus zeker ook onze steun.
Maar we zien ook natuurlijk, minister, dat er door corona een breder maatschappelijk probleem van agressie gekomen is, dat mensen veel mondiger geworden zijn. Dat uit zich dan ook al eens tijdens een voetbalmatch. Is het misschien mogelijk om met de minister van Samenleven eens een bredere sensibiliseringscampagne op te zetten om een aantal aspecten van sport, spel, samenleving en gezin onder de aandacht te brengen?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, minister, er zijn nieuwe functies in het voetbal zoals de fairplayouders. Daarmee wil Voetbal Vlaanderen het jeugdvoetbal sensibiliseren rond kwetsend gedrag. Zoals u al zei is er ook het actieplan: #doedegijdathuisook. Dergelijke campagnes blijken geen vruchten af te werpen, het wordt blijkbaar zelfs erger. Natuurlijk zijn die campagnes nog niet zo lang bezig, u verwees er ook naar. Iedere vorm van agressie is er uiteraard een te veel, maar is er echt een zwaar probleem in het voetbal? U relativeerde het zelf met die 0,3 procent.
Hebt u indicaties dat er in andere sporten gelijkaardig wangedrag voorkomt?
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, minister, Rinus Michels zou gezegd hebben – het kwam niet van hem, maar hij maakte het wel bekend –: voetbal is oorlog. Ik zou eerder zeggen: voetbal is ook passie. Dat blijkt inderdaad als je naar het gedrag van spelers en soms ook supporters kijkt, dat steekt daar schril bij af. Ik wil zeker een lans breken om het beleid verder te zetten. Kunt u in decreten en dergelijke onderstrepen dat we wat Voetbal Vlaanderen nu doet echt ondersteunen? Ik dank de collega voor de vraag, op die manier komt dat hier weer in de actualiteit. Ze moeten dezelfde weg blijven opgaan. Het is aan eenieder op en langs het veld om de knop om te draaien. Ik ben zelf voetbalsupporter, je bent rap geneigd om eens iets te roepen; daarom niet direct lelijke woorden, maar iets als ‘scheidsrechter, wat doe jij nu weer?’. Dat is dan nog braaf. (Gelach)
Mijnheer Van Dijck, uw spreektijd is om.
Persoonlijk feit, voorzitter! Ik geef toe, ik heb zondag op een bepaald moment gezegd: ‘Scheids, wat doe je nu?’. (Opmerkingen)
Dat moet het gedrag van eenieder zijn en ik zou zeggen met Voetbal Vlaanderen: laat ons die weg verder volgen.
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, we hebben hem gevonden: de meest beschaafde voetbalsupporter in Vlaanderen. (Gelach)
Ik zou erbij willen zitten om het te geloven.
Ik sluit me wel graag aan bij de zeer terechte vraag van collega De Rudder. Minister, u hebt allebei gelijk. Het gaat over een zeer beperkt aantal, u zegt 0,3 procent, vanmorgen sprak men over 1 procent van het aantal wedstrijden. Maar Voetbal Vlaanderen zegt ook wel dat er een onmiskenbare stijging is van het aantal gevallen en dat dit heel opvallend is. Ze verwijzen zelf ook naar de psychologische effecten na corona. Alle experten hebben tijdens corona aangehaald dat de pandemie een effect zou hebben op de samenleving. Dat zouden we pas zien na de pandemie. Dat merken we nu dus op de sportvelden. Het probleem met die vormen van agressie is de impact op de kinderen, op de omstaanders, op de vrijwilligers. Daarvan moeten we wel de kentering inzetten, anders krijgt het grotere gevolgen die we toch proberen te vermijden. Voor wie dat meemaakt, is de hele week om zeep. Het blijft nazinderen in de volgende matchen.
Minister, ik sluit aan bij mevrouw De Rudder. Kunt u samenzitten met uw collega’s, met om het even wie, en voor een plan zorgen om ook in de sport de effecten op het mentaal welzijn van corona beter in kaart te brengen?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Minister, de verhalen rond agressie, discriminatie en geweld in amateur- en jeugdvoetbal zijn niet nieuw maar ze worden steeds erger. We kunnen natuurlijk blijven campagnes lanceren, fairplayouders aanstellen, en dat is ook nodig. Maar zolang agressie en geweld op en rond die voetbalvelden niet keihard worden aangepakt, gaan ze niet stoppen.
Onze jeugdvoetballers zien vaak op heel jonge leeftijd al het gedrag van racisme en discriminatie en horen termen die niet op een veld horen en ze nemen dat vaak mee naar het volwassen voetbal. Het moet duidelijk aan het verstand van de daders gebracht geworden dat dat niet hoort bij sport. Het is juist dat dossiers worden opgesteld maar we moeten durven benoemen dat het probleem bij de bestraffing zit. Er worden zelden grote boetes uitgeschreven voor dergelijk zwaar gedrag. Er zijn zelden wedstrijden zonder publiek en het gaat elk weekend over minimum 25 meldingen van zware agressie.
– Joke Schauvliege, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Dus we proberen het hier te minimaliseren. Maar het gaat niet, zoals de collega beweert, over het tegen een scheidsrechter zeggen dat hij niet juist bezig is. Nee, ik heb het over zware agressie met 25 meldingen elk weekend. Ik heb dan ook één vraag voor u, minister. Wanneer gaat u stoppen met enkel en alleen van die campagnes op te zetten, en gaat u ook eens pleiten voor zware straffen bij racisme, geweld en discriminatie? Dank u. (Applaus bij Vooruit)
Minister Weyts heeft het woord.
Als eerste is het misschien belangrijk om mee te geven of dit uitzonderlijk is of dat we dit ook aantreffen in andere sporten. Ik kan wel zeggen dat de conclusie van een recente Nederlandse studie over het voorkomen van agressie in alle teamsporten was dat in vergelijking met de precoronaperiode nu meer mensen een korter lontje hebben.
Ten tweede, uw concrete vraag naar een campagne is al ter harte genomen. In het kader van het actieplan #doedegijdatthuisook wordt dit najaar een sensibiliseringscampagne uitgerold. Ten derde vind ik de ouder- en supporterbetrokkenheid waarop Voetbal Vlaanderen inzet wel ook heel belangrijk. Dat vind ik heel goed. Dat gaat over responsabilisering, ook van de mensen langs de kant.
Tot slot wil ik nog even meegeven dat, wat mij betreft, de verantwoordelijkheid van de topsporters nog meer aandacht zou mogen krijgen. Ze hebben een voorbeeldfunctie, zowel in negatieve als in positieve zin. Wij stellen altijd een trickle-downeffect vast. Wanneer je bepaalde handelingen of agressie-uitingen ziet in het topvoetbal, dan zie je ook onmiddellijk de week daarna bij de jeugdwedstijden het effect ervan in bepaalde gebaren die worden gemaakt of gekopieerd door onze jonge spelertjes. Dus ik denk dat op dat vlak onze topsporters echt goed moeten zijn doordrongen van het idee dat ze niet alleen met hun goede handelingen en prestaties inspirerend werken, maar ook met hun negatieve gedragingen. Daar moeten we verantwoordelijk voor zijn.
– Liesbeth Homans, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Tot slot, iedereen is wel gepassioneerd bezig. De heer Van Dijck getuigde over zijn eigen agressie afgelopen zondag. Ik zou niet weten waar hij zich benadeeld voelde door een scheidsrechterlijke dwaling. Ik kan me niet voorstellen dat u zich enigszins bekocht voelde. Het is uiteindelijk 0,3 procent, dat is nog altijd te veel. Wij werken eraan. Maar ik moet echt erkennen dat we met Voetbal Vlaanderen op dat vlak tot op heden de meest vooruitstrevende sportfederatie zijn. (Applaus van Kris Van Dijck. Gelach)
Mevrouw de Rudder heeft het woord.
Dank u wel minister, ook voor uw hoopgevende antwoorden. U gaf aan dat die voorbeeldfunctie een heel belangrijk element is en dat ondersteunen wij ook. We moeten iedere vorm van agressie zeker verbannen. Vanuit onze partij pleiten we zeker ook voor veiligheid op en langs de voetbalvelden, en dat natuurlijk op alle niveaus en voor iedereen, zowel in het professioneel als in het amateurvoetbal. Laat ons hopen dat de goede samenwerking met Voetbal Vlaanderen die er op dit moment is, en de bestaande en de komende campagnes alleen maar hun vruchten op het terrein zullen afwerpen. Zo kunnen we toch opnieuw die agressie uit de sportwereld krijgen. Dan kunnen we nog veel genieten van heel veel mooie voetbalmatchen waarin het spannend kan zijn maar waarin het vooral veilig moet zijn en waarin het vooral respectvol moet zijn ten opzichte van elkaar. Dank u wel. (Applaus bij cd&v)
De actuele vraag is afgehandeld.