Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Collega’s, de aanleiding is uiteraard het ongeval in Genk. Dat ongeval was jammer genoeg met fatale afloop voor een van beide bestuurders. Het is de eerste keer dat er een ongeval is tussen twee speedpedelecs met die afloop. Je krijgt dan opnieuw discussie over de plaats van de speedpedelec, de snelheid, de veiligheid en dergelijke.
Ik blijf niettemin een groot voorstander van speedpedelecs, want zij vervangen een auto. Een speedpedelec is ecologisch en handig, hij veroorzaakt geen files, enzovoort. Alleen moet hij natuurlijk wel de juiste plaats krijgen. Er wordt dan vaak gesproken over infrastructuur. Dat is juist, en daar zijn we ook mee bezig. Maar er zijn ook andere factoren zoals de kennis van de wegcode en de houding van andere weggebruikers. Ik vind de situatie vrij urgent, omdat we volgens mij nu op een schakelmoment zitten. Veel mensen overwegen om de overstap te maken naar een speedpedelec om de verplaatsing heen en terug naar hun werk te doen. Er zijn er nu al 60.000.
Ik wil u de vraag stellen welke maatregelen u ziet om ervoor te zorgen dat de huidige verkeersregels die betrekking hebben op speedpedelecs, gekend zijn door alle gebruikers? Het kunnen eventueel ook nieuwe verkeersregels zijn, maar daar kom ik straks op terug.
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag, mijnheer Meremans. In de eerste plaats wil ik ook mijn deelneming betuigen aan de nabestaanden. Er was inderdaad vorige week een triest en dodelijk ongeval in Genk tussen twee speedpedelecs. We kunnen ons vandaag nog niet uitspreken over wat exact de oorzaak was van dat ongeval.
Om specifiek in te gaan op uw vraag wat we vandaag doen om ervoor te zorgen dat de gebruikers van speedpedelecs effectief voldoende de verkeersreglementen kennen: in de eerste plaats wordt eenieder die zich in het verkeer begeeft geacht het verkeersreglement te kennen. Als hij het niet kent zou hij zich onmiddellijk in regel moeten stellen. Dat op de eerste plaats.
Wat doen wij als overheid zelf? Ten eerste faciliteren wij mensen die een speedpedelec kopen om zich in regel te stellen om wel degelijk de wegcode te kennen. Naast een aantal private opleidingscentra, zoals VAB, die cursussen aanbieden voor speedpedelecrijders, is er ook de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) die verkeersopleidingen geeft. Ik denk aan safe2work en safe2bike. Ook zij zetten daar dus op in. We hebben daar ook specifieke aandacht voor op de website www.veiligverkeer.be. Op termijn willen we ook nog een brochure opmaken en ter beschikking stellen via Mobia aan iedereen die fietsen verkoopt, om ook daar aandacht te geven aan de mogelijkheden en specifieke elementen waarmee men rekening moet houden als men gebruik wil maken van een elektrische fiets of een speedpedelec.
Als het specifiek over de rijopleiding gaat, kan ik u nog meegeven dat we sowieso op de interministeriële conferentie die we hebben met de andere gewesten en met de federale overheid, ook dit item meermaals bespreken. Ik heb het zelf ook weer geagendeerd op de eerstvolgende bijeenkomst, om te kijken hoe we daar toekomstgericht nog meer op inzetten, om ook nog meer in te zetten op de veiligheid van de speedpedelecs, die zorgen voor duurzaam verkeer.
De heer Meremans heeft het woord.
Dank u wel, minister, maar ik mis hierin toch wat meer daadkracht. Er zijn drie elementen die ik zou willen aanhalen. We zijn uiteraard geen voorstander van een rijexamen. Het is genoeg zo, in Vlaanderen. Maar een korte opleiding, een behendigheidsparcours en dergelijke, zou verplicht moeten zijn vanuit de leverancier, of de leasingmaatschappij of wat dan ook. Als een bedrijf die fietsen leaset, moet het toch wel mogelijk zijn om daar een korte opleiding aan te koppelen. Even een opfrissing, dat kan allemaal vrij kort, zonder extra kosten. Een speedpedelec kost trouwens al genoeg geld.
Ten tweede moeten er eenduidige regels zijn. Dat is de vraag nu voor de mensen. Hoe snel mag een speedpedelec rijden? Vias zegt: 50 kilometer per uur in de bebouwde kom. Als dat de regel is, dan zou men de speedpedelec op de weg moeten plaatsen. Anderen zeggen neen. De belangenorganisaties van die fietsen zegt van dat niet te doen, omdat dat gevaarlijk is. Ik verwijs bijvoorbeeld naar Nederland, waar je op het fietspad maximaal 30 kilometer per uur mag rijden. Wie sneller wil rijden, moet dan maar op de rijweg rijden. Het zijn die zaken die ik toch wat mis in de verdere afhandeling.
De heer Bex heeft het woord.
Vanuit Groen vinden we het absoluut superbelangrijk dat we meer speedpedelecs zien. Collega’s hebben het al aangegeven: een speedpedelec is ecologischer, maar is vooral ook beter tegen de files. Iemand die met een speedpedelec rijdt, rijdt niet met de auto. Het grote probleem, minister, is dat er in Vlaanderen te weinig plaats is voor fietsers – niet alleen voor gewone fietsers, ook voor mensen met een bakfiets, ook voor mensen met een speedpedelec – en dat u daar versneld op moet inzetten.
We moeten misschien een aantal maatregelen nemen om de veiligheid van mensen die met een speedpedelec rijden, te verhogen. Ik wil daar gerust mee over nadenken. Maar we moeten ook opletten dat we niet te veel regels opleggen, en daardoor het gebruik van die fiets ontmoedigen. We hoorden bijvoorbeeld het verhaal van iemand die zijn of haar kindje met de speedpedelec eerst naar school brengt – het is absurd als je voor dat deel van je parcours niet op het fietspad zou mogen rijden – en daarna doorrijdt naar zijn werk.
Minister, wilt u garanderen dat mensen met een speedpedelec sowieso ook op het fietspad mogen rijden, en dat er gewoon een regeling is voor de snelheid? Want dat lijkt me cruciaal.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik denk dat een paar heel behartenswaardige dingen al zijn opgemerkt, minister, door de collega’s. Ik denk dat we echt moeten focussen op die behendigheidsproeven door de verkoper. Wie geen probleem zal hebben met een speedpedelec, daar ben ik zeker van, is iemand die gewend is om te rijden op een koersfiets. Wie wel in de problemen zal komen, zijn de mensen die lange tijd niet meer met de fiets hebben gereden, dan plots de wagen laten staan, en beslissen om zich ecologisch verantwoord te verplaatsen, hun ecologische voetafdruk te verkleinen, en met een speedpedelec richting werk te gaan. Die mensen komen in de problemen. Die missen de routine, de behendigheid. Hetzelfde geldt ook voor wie gewend is om te rijden op een stadfiets tegen een tempo van 15 of 20 kilometer per uur. Die mensen krijgen problemen.
Die behendigheidsproeven, te geven door de verkoper, mensen laten gewennen, een stukje routine opbouwen met het gebruik van een speedpedelec, wat toch nog iets anders is dan een doorsneefiets, dat is, denk ik, een probaat, doeltreffend middel.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik zou het graag opentrekken naar verkeersongevallen in het algemeen, iets dat heel veel aan bod komt, zowel in de commissievergaderingen als in de plenaire vergadering, en terecht ook. Ik vind dat we als beleid alles moeten doen om de cijfers naar beneden te halen. Maar eerlijk gezegd, minister: ik vind dat u al heel wat maatregelen neemt om de veiligheid te verhogen. Dat vinden we toch vanuit de meerderheid. De oppositie denkt daar soms anders over.
Maar zoals ik ook al vele keren gezegd heb, is dit niet genoeg. Het menselijk gedrag kunnen we niet in reglementen, in decreten of in wetgeving gieten. Als men opzettelijk de verkeersreglementen aan zijn laars lapt, dan helpt er maar één iets, en dat is handhaving, harde handhaving, niet alleen voor autobestuurders, maar ook voor andere weggebruikers.
Minister, daarom zou ik u willen vragen, zoals ik vorige week ook al in de commissie heb gedaan, om samen met de politie veel meer controles te doen en acties op te zetten om iedereen op zijn plichten te wijzen.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Voorzitter, minister, de voorbije vijf jaar steeg het aantal ongevallen met speedpedelecs spectaculair. Dat zou u vreselijk veel zorgen moeten baren en u onmiddellijk tot actie moeten aanzetten. U zou daadkracht moeten tonen voor die brede, veilige fietspaden, daadkracht voor plaats voor verschillende soorten fietsers in ons verkeer, zoals de collega al zei.
U hebt nog niet gezegd dat u veel geld hebt, want dat is zo. Maar geld is één iets, er moet ook visie zijn om die fietspaden aan te leggen. Visie en daadkracht, want het duurt allemaal veel te lang. Naast visie en daadkracht, moeten we ook de vraag stellen waar die speedpedelec eigenlijk thuishoort. Vooruit vindt dat een speedpedelec binnen de bebouwde kom op de straat moet rijden. Volgt u deze visie?
De heer Laeremans heeft het woord.
Voorzitter, als dagelijks gebruiker van de speedpedelec tot aan dit parlement wil ik graag even tussenkomen. Ik rijd er heel graag mee en ik kom vlotter op mijn bestemming aan dan met de auto. Dat is tegenwoordig natuurlijk niet moeilijk in Brussel, met alle nieuwe regels en hindernissen hier.
Maar het is natuurlijk een vrij nieuw gegeven en vele mensen moeten er nog aan wennen, ook de speedpedelec’ers zelf die fouten maken – ik heb er ook gemaakt, dat geef ik toe, ik ben ook al onderuitgegaan.
Maar je zou toch verwachten dat de kennis bij de mensen wat wordt opgetrokken. Ik vind de suggestie van de collega dan ook zeker niet slecht dat er daarover eens voorlichting zou worden gegeven via de televisie. In primetime zouden er verkeersveiligheidsfilmpjes kunnen worden getoond. Zo verwachten auto's bijvoorbeeld dat je altijd op het fietspad gaat rijden. Maar niet elk fietspad is een gewoon fietspad. Je hebt ook gemengde paden en daar mag een speedpedelec niet op. Daarom vraag ik om een voorlichtingsfilmpje te tonen.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega's, ik dank jullie voor de vele bijkomende vragen en bedenkingen.
Voor alle duidelijkheid: we koesteren het feit dat er zoveel meer speedpedelecs rondrijden in Vlaanderen. Een aantal van jullie hebben dat al gezegd. Vandaag zijn ze met een kleine 60.000, maar helaas zien we door het feit dat hun aantal is toegenomen ook in de ongevallenstatistieken dat hun aandeel groter wordt. In 2021 alleen al waren er ruim 391 ongevallen met een speedpedelec, waarvan ruim 44 met zwaargewonden. Dat betekent inderdaad dat we daar zeker alle aandacht voor moeten hebben.
Meerdere collega's stellen een behendigheidsproef voor. We zullen inderdaad meer inzetten op die behendigheidsproef. Dat heb ik zelf ook al gezegd. We willen een brochure ter beschikking stellen aan de verkopers van die fietsen, waarin zij heel duidelijk een aantal tips, een aantal suggesties kunnen meegeven en de wegcode kunnen opfrissen, zodat iedereen weet waar hij of zij mag rijden. Dat is alvast een belangrijk aspect.
Wie mag er vandaag met een speedpedelec rijden? Als je een rijbewijs B of een rijbewijs A hebt, mag je zonder meer een speedpedelec kopen en je ermee in het verkeer begeven. Heb je geen rijbewijs, dan zul je in principe voldoende hebben aan het behalen van een rijbewijs A. Maar vandaag zien we in ons opleidingscentrum dat je om dat rijbewijs A te halen een proef moet afleggen met een bromfiets klasse A, niet met een speedpedelec. Dat is een eerste stap waarop we een wijziging kunnen doorvoeren. Maar dat is natuurlijk alleen voor de mensen die geen rijbewijs hebben en vandaag toch met een speedpedelec willen rijden.
– Marino Keulen, oudste lid in dienstjaren, treedt als voorzitter op.
Willen we al die behendigheidsproeven verplicht opleggen aan eenieder die met een speedpedelec rijdt? Dat lijkt mij geen goede suggestie te zijn, omdat dat misschien eerder het gebruik zal ontmoedigen, terwijl het gebruik toch interessant is in het kader van de modal shift en van het woon-werkverkeer. Want we zien dat die speedpedelec vooral wordt gebruikt in het kader van dat woon-werkverkeer en dat zij massaal gebruikmaken van de ruime en goede fietsinfrastructuur die wij her en der aanleggen en waarover ik heel veel positieve signalen kreeg, ofschoon dat volgens sommigen helemaal niet het geval zou zijn en we veel te weinig doen.
Ik ga specifiek in op de plaats van de speedpedelec en/of het kennen van de wegcode en de hervorming.
Vandaag de dag zijn wij volop bezig met een hervorming van de wegcode, samen met de andere partners uiteraard. Vandaar dat ik daarstraks ook al zei: op onze volgende interministeriële conferentie (IMC) zal dat zeker opnieuw op de agenda staan, om te bekijken hoe we ermee omgaan en hoe we nog beter meer duidelijkheid verschaffen in dat uitgebreide fietslandschap dat we hebben.
Nu, inzake ruimte hebben we vandaag stadsfietsen, bakfietsen, koersfietsen, speedpedelecs, elektrische fietsen, een heel gamma aan fietsen. Als ik sommige mensen hoor, dan zouden die allemaal, individueel, een aparte ruimte ter beschikking moeten kunnen krijgen. U weet, collega’s, dat de ruimte in Vlaanderen schaars is en voor elke fietser apart een ruimte creëren, ik denk dat dat een onbegonnen zaak is. Dat neemt niet weg dat we wel enorm veel investeren in fietsinfrastructuur.
– Liesbeth Homans, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Als ik het daarstraks had over het aantal ongevallen dat we hebben, dan weet u net zo goed als ik, dat heel veel van die ongevallen niets te maken hebben met de infrastructuur, maar met het gedrag. Wat dat betreft, zegt mevrouw Fournier inderdaad terecht dat de handhaving een heel belangrijke sluitsteen is in heel ons verkeersveiligheidssysteem. We moeten handhaven en we moeten er uiteraard voor zorgen dat eenieder zijn gedrag aanpast, verantwoordelijkheid aan de dag legt en rekening houdt met de andere weggebruikers.
Nu, we doen dat ook door tal van campagnes op te zetten. Ik hoorde daarstraks de suggestie om dit in primetime op tv te doen. Ik denk dat u de reeks Kijk uit kent die wordt uitgezonden. Ook daar wordt specifiek aandacht gegeven aan tal van vervoersmodi, maar ook aan de nieuwe speedpedelec of de steps en dergelijke meer. Daar wordt zeker ook de nodige aandacht aan gegeven.
Mevrouw Lambrecht, u zegt dat er een visie en veel meer daadkracht moeten zijn. Vorige week in de commissie hebben we u geduid dat we in het jaar 2021 329 miljoen euro hebben vastgelegd, alleen maar voor fietsinfrastructuur. Ik weet dat u dat niet voldoende vindt, maar dat zijn ongeziene middelen. En als u zegt dat ik die op de foute plaatsen aanleg, wel, we hebben een heel uitgebreide administratie, bij het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), bij Lantis, bij De Vlaamse Waterweg, bij De Werkvennootschap. Zij beslissen en leggen ook de prioriteiten vast over waar we het eerst moeten inzetten op comfortabele en veilige infrastructuur. Welke die prioriteiten zijn, dat weten we. Ten eerste, daar waar het gevaarlijk is. Ten tweede, daar waar missing links zijn. En ten derde, moeten we zeker focussen op functionele routes, op fietssnelwegen en op dat woon-werktracé. Daarop zetten we volop in, en tegelijkertijd ook op die schoolroutes.
Dus kom nu niet zeggen dat wij geen visie hebben over waar we moeten investeren in fietsinfrastructuur. Ik denk dat we met alle partners, met eenieder die bezig is inzake fietsinfrastructuur, daar wel degelijk een visie over hebben. We hebben recentelijk ook het aangepaste Fietsvademecum goedgekeurd, met ook nog eens expliciet de toets verkeersveiligheid. Dus ook daaruit blijkt eens te meer dat wij enorm veel investeren, met visie en met prioritering: daar waar het nodig is op de eerste plaats. Dat neemt niet weg dat die verkeersveiligheid voor ons allen een topprioriteit blijft, zeker ook voor de speedpedelecs. We zullen er dus alles aan doen om er enerzijds voor te zorgen dat er nog veel meer aandacht wordt geschonken aan de kennis van de wegcode, dat er nog meer gefocust wordt op die behendigheidsproeven en tegelijkertijd blijven we uiteraard ook investeren in onze infrastructuur, opdat men veilige en comfortabele fietsinfrastructuur heeft die iedereen wil gebruiken. (Applaus van Maurits Vande Reyde)
De heer Meremans heeft het woord.
Collega’s, we liggen niet zo ver van elkaar, denk ik, qua suggesties en ideeën. Daarvoor zijn we uiteraard ook het Vlaams Parlement. Maar we zijn het in elk geval over een aantal dingen eens: geen rijexamen, wel een behendigheidsproef, misschien een korte opleiding, betaald door de leverancier. Ten tweede, eenduidige regels voor de speedpedelecs bij de hervorming van de wegcode, kijken naar de snelheid – wat de heer Bex ook had aangehaald. Ten derde, denk ik, – en wat ik soms een beetje mis – een grote sensibilisering, een grote promocampagne voor de fiets, de elektrische fiets, de speedpedelec, en daarbij ook aandacht voor de autobestuurder. Dat moet je dan doen met BV’s, bekende mensen. Voor mijn part schakel je dan Remco en Oumi in op de speedpedelec, of iets dergelijks. Dat kan voor mij allemaal. Er is, met andere woorden, nog werk aan de winkel en ik kijk uit naar de hervorming van die wegcode, en dat we dat kunnen bediscussiëren in onze commissie Verkeer. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.