Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de Kwaliteitsalliantie voor lesmateriaal
Actuele vraag over de Kwaliteitsalliantie
Verslag
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, het heeft lang geduurd – wat ons betreft té lang – maar ze is er eindelijk, die ethische code, intussen de Kwaliteitsalliantie, die ons was beloofd in het regeerakkoord. Want wij zaten daar echt op te wachten. Ten eerste omdat er inderdaad een probleem is met de kwaliteit van vele schoolboeken. Sommige boeken zijn inhoudelijk gewoon echt niet sterk genoeg, zijn niet representatief voor onze diverse samenleving. En dan zwijg ik nog over de kwalijke evolutie dat ouders steeds vaker op kosten worden gejaagd met dure invulboeken die daarna eigenlijk niet of amper worden gebruikt en ook niet kunnen worden doorverkocht.
Maar we zaten er ook op te wachten omdat er een probleem is met de betaalbaarheid. In de commissie heb ik u daar verschillende keren vragen over gesteld en had u eigenlijk beloofd dat ook de betaalbaarheid een belangrijke plaats zou krijgen in die Kwaliteitsalliantie. Want ik weet niet of u het volgt en of het u interesseert, maar het is de voorbije weken verschillende keren in het nieuws geweest: in Vlaanderen zitten er vandaag nog altijd kinderen zonder boeken op de schoolbank. Uit de boekentelling van vzw Krijt blijkt dat naar schatting 1 op de 20 kinderen in het secundair onderwijs geen boeken heeft. Vorige week verscheen er nog een artikel over een initiatief in Aalst, waar een week geleden nog altijd 83 leerlingen in het secundair onderwijs geen boeken hebben. Dat zijn er 83 te veel. Want hoe moet je nu goed leren als je zelfs geen boeken hebt? Wat doet dat met de kansen van kinderen, denkt u? Wat doet dat met de kwaliteit van ons onderwijs? Ik vind het een schande dat we er in een welvarende regio als Vlaanderen zelfs niet in slagen om al onze kinderen van boeken te voorzien.
Ik ben teleurgesteld over die Kwaliteitsalliantie, in die zin dat ik het eigenlijk een mager beestje vind. Er staan heel veel oproepen in aan verschillende partners in de sector, er wordt van alles beloofd, maar eigenlijk is het heel weinig concreet.
Minister, wat zult u heel concreet doen om te garanderen dat al onze leerlingen boeken hebben op school? (Applaus bij Vooruit en van Kim De Witte)
De heer Daniëls heeft het woord.
Beste collega's, minister, ikzelf en onze fractie zijn eigenlijk heel blij dat die Kwaliteitsalliantie er is. Het begrip alleen al, collega's. Uitgeverijen, onderwijsverstrekkers, partners in het onderwijs die samen gaan voor kwaliteit in de Kwaliteitsalliantie, en die eigenlijk ook aangeven dat er hier en daar toch wel dingen schorten aan het lesmateriaal van vandaag. Dat signaal vind ik belangrijk.
Je moet je inderdaad vragen stellen bij die invulboeken. Ik heb er net nog eentje opgezocht, over voorzetsels. Daarin moet je enkel voorzetsels invullen, zonder een zin. Vorige week waren we met de commissie Onderwijs in Ierland. Daar moeten de kinderen vanaf het eerste leerjaar antwoorden in volzinnen. ‘What’s your name?’ ‘Koen.’ ‘No.’ ‘My name is Koen.’ Dat is wat ze daar leren.
Collega's, in die Kwaliteitsalliantie gaat het over veel meer dan die invulboeken. Ik raad de collega's aan om het document van de Kwaliteitsalliantie eens te bekijken. Daarin gaat het bijvoorbeeld ook over het onderscheid tussen de eindtermen en de leerplandoelen. Het gaat ook over waarom een bepaalde uitgeverij in een handboek een bepaalde opvatting heeft van de opbouw van het boek.
Dan gaat het ook over aanduiden waar de leerkracht de regie heeft. Dan gaat het om de leerkracht de mogelijkheid te bieden om meer variatie te brengen. Collega’s, daar kunnen we toch alleen maar voor zijn?
Dus, minister, de Kwaliteitsalliantie lijkt mij een heel goede start, maar welke andere opdrachten ziet u nog weggelegd voor deze Kwaliteitsalliantie?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, u hebt het al gehoord. Wij waren op studiereis naar Ierland met de commissie Onderwijs en wij konden daar meekijken over de schouders van leerkrachten en leerlingen die in scholen les volgen of les geven en die ondersteund worden door de overheid in het kader van het National Plan for Literacy.
Wat ik er onthouden heb, is niet de les van collega Daniëls, maar een andere les die ging over overtuigend schrijven. Het resultaat hing aan de muur: een brief van leerlingen van 9 jaar oud, met een ‘opening statement’, met argumenten, met feiten, met evidenties, met conclusies. Ik denk, collega’s, – en ze zullen het wel beamen –, dat we allemaal onder de indruk waren. Indrukwekkend. Leerkrachten en leerlingen die meer moesten doen dan enkel woordjes invullen in een invulboek. Net dat is ook hetgeen we willen bereiken met de Kwaliteitsalliantie: meer kwaliteitsvolle leerboeken en minder invulboeken.
Maar, minister, de kwaliteit van onderwijs start nu eenmaal met het hebben van boeken, ook tijdens de eerste les op 1 september. We hebben het er al vaak over gehad en in de commissie stemde u met mij in dat we in de Kwaliteitsalliantie inderdaad werk moesten maken van de kwaliteit van onderwijs door ervoor te zorgen dat elk kind echt een boek heeft.
Vandaar mijn concrete vraag: welke garantie is er ingebouwd in de Kwaliteitsalliantie om ervoor te zorgen dat elk kind ook zijn of haar boek heeft?
Minister Weyts heeft het woord.
De commissie Onderwijs is, zoals u hebt gehoord, naar Ierland geweest. Wij hebben genoten van de rust en vandaag zijn ze terug en heb ik elf actuele vragen op de agenda. Waarvoor dank. (Gelach)
Ja, mevrouw Goeman, u zegt dat het een mager beestje is, niettegenstaande het toch een heel werkstuk is. En Vooruit heeft er zo lang op gewacht, dermate lang dat de socialistische meesters op Onderwijs de kans volledig hebben laten liggen om zelf een initiatief ter zake te nemen, wat ik eigenlijk ook goed begrijp. Want het klinkt ook voor de buitenwacht soms wat eenvoudig, maar dat is het natuurlijk niet.
Er zijn twee fundamentele principes in het geding. Enerzijds heb je de vrijheid van onderwijs, die met zich meebrengt dat scholen zelf beslissen welke leermiddelen worden aangekocht. Anderzijds heb je een vrije markt, waarbij private uitgeverijen en distributeurs contracten sluiten met scholen. Je kunt daar van overheidswege niet zomaar op ingrijpen.
Vandaar dat we deze weg van de consensus, van het draagvlak, node hebben moeten bewandelen, omdat we geen andere instrumenten voorhanden hebben. Aanvankelijk hadden we in het regeerakkoord ingeschreven dat gelet op de bekommernis die er is omtrent de kwaliteit van de leermiddelen en ook de mate waarin sommige leermiddelen echt wel leiding geven aan de leerkrachten en hen fnuiken op het vlak van de creativiteit en verantwoordelijkheid, we naar een ethische code streven. Ik moet het erkennen, ik heb dat daar zelf ingeschreven, maar bij nader inzien, vanuit voortschrijdend inzicht, denk ik dat als je hier gewag maakt van een ethische code, dat dan wil zeggen dat men tot op vandaag allemaal onethisch bezig geweest is. Dat is, denk ik, ook niet het geval. Daarom hebben we een andere weg bewandeld, met dezelfde finaliteit voor ogen. Laat ons namelijk proberen te komen tot wederzijdse engagementen en tot de Kwaliteitsalliantie. Want iedereen in de sector is wel bekommerd over de onderwijskwaliteit, en dus ook over de kwaliteit van de leermiddelen.
Daarom heb ik Luc De Man – ere wie ere toekomt – aan het werk gezet en die heeft ongelooflijk breed geconsulteerd. Maar liefst 55 partijen zijn hierin betrokken, zeer uiteenlopend. We hebben ons niet beperkt tot de usual suspects, zoals de onderwijsverstrekkers en andere sociale partners, maar ook de Gezinsbond, de verenigingen die strijden tegen armoede, uitgeverijen, noem maar op. Die zaten allemaal mee aan tafel en zijn allemaal samen een engagement aangegaan, waarbij we voor het eerst ook werken met kwaliteitscriteria. Tevoren waren er nooit criteria of indicatoren, op basis van dewelke je je kunt uitspreken over de kwaliteit van een leermiddel.
Daar hebben we nu ook een consensus over: zeven kernindicatoren worden naar voren geschoven waaraan men kwaliteit en finaliteit ook kan toetsen. Dit moet leiden tot meer vrijheid en verantwoordelijkheid voor de leerkracht.
Er is ook een engagement voor een levering tegen 1 september. Het is ook verregaand, gelet op wat ik daarstraks zei over de vrije markt en de vrijheid van onderwijs, waarop je niet kunt ingrijpen. Maar toch is er een duidelijke stellingname en een engagement dat wordt aangegaan.
Er is ook een engagement voor een jaarlijkse evaluatie: nagaan of de doelstellingen die we hebben vooropgesteld, ook effectief worden gerealiseerd en of we ook verder kunnen gaan. Is het een stapsteen om verdere stappen te kunnen zetten? Nu hebben we ten minste een fond op grond waarvan we verder kunnen bouwen.
Wat de discussie rond de schoolfactuur en de betaling betreft, sta ik open voor alle suggesties, in de wetenschap dat de instrumenten en de mogelijkheden beperkt zijn. Eerder werd geopperd dat, als de facturen niet werden betaald, de overheid die maar moest betalen. Maar wie gaat straks dan überhaupt nog enige factuur betalen? Dat kan je niet zomaar doen. Wie is dan zo stom om überhaupt nog één factuur te betalen als de overheid toch tussenkomt? Dat kunnen we dus niet doen, maar ik sta open voor alle suggesties.
Ik heb trouwens recent nog op de ministerraad een concreet voorstel gebracht, maar het heeft niet gehaald. Maar goed, we kunnen verder werken en verder evolueren. Sowieso zorgen we ervoor dat we verder kunnen werken op het engagement dat is aangegaan, maar het gaat natuurlijk over de tijdigheid van het bezorgen van de boeken. Daarnaast zorgen we er ook voor dat de scholen worden verplicht om in betalingsmodaliteiten te voorzien, dus in een gespreide betaling te voorzien. En we zorgen er ook voor dat de scholen via een vzw worden geassisteerd om ervoor te zorgen dat dat ze een zo betaalbaar mogelijk beleid kunnen voeren.
Dit kan dus het begin zijn van veel meer. Maar het allerbelangrijkste is dat we met zijn allen een heel duidelijk engagement zijn aangegaan, in eerste instantie voor de kwaliteit van de leermiddelen, maar we kunnen verder gaan als het gaat over de betaalbaarheid.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik heb wel geen harde garanties gehoord dat morgen elk kind met schoolboeken op de bank zit – dat is wat mij interesseert –, terwijl iedereen weet wat de oplossing is: een maximumfactuur, ingevoerd door socialistische ministers, ook in het secundair onderwijs. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Dat zorgt er vandaag in het basisonderwijs voor dat geen enkel kind zonder schoolboeken op de bank zit. Het zou er in het secundair onderwijs ook voor zorgen dat geen enkel kind zonder schoolboeken op de bank zit. Nu, het is intussen heel duidelijk dat met deze asociale regering de maximumfactuur er niet komt.
U vraagt een aantal suggesties? Wel, ik heb een aantal suggesties voor u. Ten eerste, waarom zorgen jullie niet voor een verbod op zwarte lijsten waardoor kinderen wie ouders betalingsproblemen hebben eigenlijk gewoon geen boeken krijgen? Waarom verbieden jullie niet dat uitgevers en verdelers werken met incassobureaus? Dat is alleen maar koren op de molen van de schuldindustrie. Waarom zorgen we niet dat afbetalingsplannen, redelijke afbetalingsplannen, verplicht worden? Waarom zorgt u er niet voor dat er echt een verbod komt op papieren invulboeken zodat handboeken kunnen worden doorverkocht en er een tweedehandsmarkt is?
Minister, bent u bereid om met die concrete voorstellen aan de slag te gaan? (Applaus bij Vooruit en van Imade Annouri en Kim De Witte)
De heer Daniëls heeft het woord.
Mevrouw Goeman, u gaat toch wel vrij kort door de bocht. Zoals u weet, hebben jullie een schepen van Onderwijs in Antwerpen. Er was vorig jaar een probleem met boeken, en dat lag aan diegene die de boeken moest leveren. Of je dan een maximumfactuur hebt of niet, als men niet levert en de boeken zijn er niet, dan zijn ze er niet. Wat je dan wel moet doen in de Kwaliteitsalliantie, is afspreken dat je op dat moment kopies mag en kunt nemen zonder dat ze met auteursrechten zwaaien. En dat is iets, mevrouw Goeman, wat ik wel in die Kwaliteitsalliantie zie staan.
Minister, wat ik ook nog onder de aandacht wou brengen, is dat het inderdaad gaat over kwaliteit. Collega's, vandaag zijn er helaas ook minder goede boeken. Een van de kwaliteitscriteria is een goed gekozen ordeningsstructuur. Als ik vroeger in sommige boeken van mijn kinderen in de lagere school keek, dan vond een kat er zijn jongen niet in terug. Er is nu een kwaliteitscriterium.
Minister, leerkrachten bepalen welke boeken er komen. Op welke manier gaan we ervoor zorgen dat deze kwaliteitscriteria ook bekend zijn bij de leerkrachten, zodat ze die kunnen toepassen en de leermiddelen aanpassen?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dat de Kwaliteitsalliantie, minister, uit verschillende actoren bestaat, hebben we vandaag al gehoord. Maar wat onze fractie betreft, zijn we toch wel wat ontgoocheld dat de boekenleveranciers niet mee aan tafel zaten. Want net die boekenleveranciers leveren mee die kwaliteitsvolle boeken aan leerlingen maar vaak ook niet. En ik wil hier toch ook namens onze fractie de scholen, de directeurs, de leerkrachten die hun uiterste best doen om ervoor te zorgen dat leerlingen effectief hun boeken krijgen, een hart onder de riem steken. Maar ik vraag u heel uitdrukkelijk, minister, om toch de lat iets hoger te leggen en ook de boekenleveranciers mee aan tafel te nemen, waardoor die Kwaliteitsalliantie ook op dat vlak een punt kan maken.
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Dank u wel, minister, het is al een aantal jaren dat we op dezelfde nagel kloppen: geen invulboeken, slechte invulboeken, te dikke invulboeken, miserie, miserie, miserie. Wij zijn dus bijzonder blij dat dat wordt aangepakt. Er is nu de Kwaliteitsalliantie voor invulboeken en dat lijkt mij een belangrijke eerste stap. Maar, minister, het is ook niet meer dan een eerste stap. Want we moeten opletten dat we niet gaan ‘kurieren am Symptom’, dat we wel kwaliteit van de invulboeken verbeteren, terwijl wat we echt moeten doen, de kwaliteit van het lezen en het schrijven verbeteren is. En hoe goed je invulboek ook is, als je niet zelf die pen vastpakt, als je niet zelf begint met schrijven, dan zal dat niet verbeteren. Dus voor onze fractie is het een belangrijke eerste stap, minister, maar de vraag is wat de volgende stappen zijn zodat we een jonge generatie opvoeden die zelf kan lezen en kan schrijven.
De heer De Witte heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter, mijn fractie is natuurlijk ook voor een onderzoek en aanpak van betere kwaliteit van de schoolboeken. Daarover is er geen discussie. Maar het probleem, minister, waar u toch wel snel over fietst, van die verdubbeling van het aantal leerlingen dat zonder schoolboeken zit, wil ik toch wel even benadrukken. Dat is toch wel heel, heel ernstig. Ik vrees dat, in deze tijden van crisis, die verdubbeling nog gaat toenemen in de toekomst. Ik vind dat u toch iets kritischer mag zijn over de evolutie van die schoolboekenmarkt. U spreekt zelf van een markt. Maar we zien toch ook wel dat die erg gericht is op produceren van boeken die altijd opnieuw moeten worden aangekocht, elk jaar opnieuw, en dat die globale kost van die boeken stijgt terwijl we komen van een periode dat die minder sterk was, waar boeken werden doorgegeven. Dus ik vraag u toch om daar mee over na te denken en daarin tussen te komen, maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat die stijging van het aantal leerlingen zonder schoolboeken wordt ingeperkt, want daar zit toch een echte knoop.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ik ben het toch eens met een aantal van de collega’s die ook zeggen dat het uitgangspunt eigenlijk verkeerd is. Met die Kwaliteitsalliantie zal er geen invulboek minder aangekocht moeten worden door heel veel ouders. Men gaat nog altijd uit van de nood aan die peperdure invulboeken, invulboeken waarvan ik er zelf ik weet niet hoeveel nog gezien heb, die bij het oud papier belanden, ongebruikt of voor een kwartje gebruikt of nog niet en die elk jaar opnieuw toch weer aangekocht moeten worden. Dus ik denk, minister, dat er iets gedaan moet worden aan de fond van het probleem. Op deze manier, en dat zegt ook een onderzoeker van de Karel de Grote Hogeschool, doen we niets aan de kostprijs, niets aan de garantie op lesmateriaal, en ik zou nog durven zeggen, niets aan de garantie op echt kwaliteitsvol onderwijs en daar moet dringend iets aan gebeuren. (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
De heer Laeremans heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. In het algemeen zien we als Vlaams Belang-fractie best wel wat goede voornemens in dit initiatief en collega Daniëls heeft ze natuurlijk, gedeeltelijk toch, opgelijst. Maar het lijkt ons allemaal nog een beetje te vrijblijvend. Hoe afdwingbaar zijn bijvoorbeeld de engagementen die hier zijn opgenomen? Hoe gaat men die kwaliteitsindicatoren monitoren? En dan, als je bijvoorbeeld vaststelt dat wie in een showroom van een elektronicawinkel een nieuwe koelkast moet kiezen, er vaak wordt geholpen door het kwaliteitslabel dat er in staat. Dat is vaak nogal technisch. Zou u het ook een goed idee vinden dat de overheid, in de volgende stappen die u hier aankondigt, een kwaliteitslabel zou toekennen aan de handboeken die voldoen aan de criteria? Dat zou zeker een hulpmiddel zijn voor leerkrachten en vakgroepen – wij hebben vaak die problemen gehad om zo’n keuze te maken – of vindt u dat er dan te veel wordt ingegrepen op de vrijheid van onderwijs?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb daarstraks gezegd: we spreken hier over de Kwaliteitsalliantie, maar vanzelfsprekend vind ik de hele problematiek van de betaalbaarheid ook belangrijk. Maar ik heb u geschetst dat de mogelijkheden beperkt zijn. Maar eerlijk gezegd, wat voor mij voor ogen stond als de te bewandelen weg, is ervoor te zorgen dat we kunnen werken met het groeipakket. Maar daar kun je grondwettelijk niet aan raken. Dat is een juridische discussie. Daarom heb ik onlangs nog voorgesteld om te werken met een versterkte schoolbonus, waarbij we de schoolbonus niet toekennen aan de ouders maar op de rekening van de scholen zetten, zodat dan een deel van de schoolfactuur verlaagd kan worden. Ik denk dat dat de te begane weg is.
Een weg die mijns inziens niet te bewandelen valt, mevrouw Goeman, is die van de maximumfactuur in het secundair onderwijs. U zegt dat, als de ene factuur niet betaald wordt, er gewoon een andere voor in de plaats gezet wordt. Maar die maximumfactuur zal ook wel betaald moeten worden. U vervangt de ene factuur gewoon door de andere, en in de realiteit zal voor sommige scholen, aangezien u de lat gelijklegt, de factuur zelfs hoger worden. Daarenboven zul je dan wel rekening moeten houden met de realiteit. En als je dat wilt doen, als je wilt koppelen aan de realiteit, wil dat zeggen dat je de maximumfactuur die u wilt invoeren hoger zult moeten maken voor het beroepsonderwijs en het technisch secundair onderwijs dan voor het aso, waardoor je de facto levende antireclame gaat voeren voor het beroepssecundair onderwijs en het technisch secundair onderwijs. En dat willen wij helemaal niet.
En als je erover nadenkt, wordt het zelfs nog gekker, want als je dit wilt koppelen aan de realiteit, wil dat zeggen dat je voor elke opleiding in het tso en bso een aparte maximumfactuur zult moeten bepalen. Ik zou dat dus echt niet doen. Al bij al blijft men dan nog altijd met een factuur zitten die betaald zal moeten worden.
Ik denk dus dat we in dezen een eerste goede stap hebben gezet en dat Luc De Man absoluut verdienstelijk werk heeft geleverd. Soms zaten we wel vast en ben ik ook zelf moeten tussenkomen om ervoor te kunnen zorgen dat we vooruitgang boekten en dat we uiteindelijk beland zijn waar we vandaag staan. Dit is een belangrijke stapsteen. En dit gaat niet alleen over invulboeken. Ik weet dat de discussie in de media nogal snel daartoe verengd wordt. Dit gaat over de kwaliteit van alle leermiddelen, niet alleen van de invulboeken maar van alle leermiddelen, zowel schriftelijke als digitale, waaromtrent ook engagementen worden opgenomen. Ik geloof ook dat de evolutie naar meer digitale leermiddelen en het geven van meer verantwoordelijkheid en vrijheid aan de leerkrachten een positieve impact zal hebben op het vlak van de betaalbaarheid. Maar ik wil absoluut nog verdere stappen zetten. Wat hierin vervat zit, zullen we ook via de pedagogische begeleidingsdiensten kunnen uitrollen in alle scholen, waarbij we alle leerkrachten meekrijgen in dit verhaal.
Tot slot: dit maakt deel uit van de ambitie van deze regering om de lat hoger te leggen, om te werken aan de onderwijskwaliteit, om eindelijk de realiteit onder ogen te zien dat de onderwijskwaliteit in Vlaanderen onder druk staat en dat we daar op verschillende fronten aan moeten werken. En dat gaat dan zowel over het aanscherpen van de eindtermen als over de introductie van Vlaanderenbrede toetsen, de focus op Nederlands en wiskunde, op de essentiële vakken die alle andere vakken mogelijk maken en over de uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie Beter Onderwijs.
U vraagt hoe we daarmee aan de slag gaan richting de leerkrachten en u zegt dat didactiek natuurlijk ook belangrijk is. Wel, een van de aanbevelingen van de Commissie Beter Onderwijs is om werk maken van een leercentrum, dus om didactiek ook effectief te verspreiden in alle scholen. En ook dat gaan we met deze regering realiseren, vanuit de vaste ambitie dat de lat hoger moet omdat de onderwijskwaliteit onder druk staat. Deze realisatie is een element om uiteindelijk de ambitie te realiseren van meer onderwijskwaliteit in Vlaanderen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
De maximumfactuur, minister, is vooral de sluitsteen van een kostenbewust beleid in elke school, waarbij scholen de middelen krijgen om het basismateriaal voor elke leerling te voorzien, zoals boeken. We doen dat in het basisonderwijs. Wij van Vooruit willen investeren in kinderen. Dus ja, dat is de piste die wij bewandelen. Ik wil hier graag mevrouw Vandromme op Twitter citeren: “Dit is een gemiste kans.” Dat is het inderdaad. De Kwaliteitsalliantie is een gemiste kans om nu eens echt komaf te maken met die dure invulboeken, om er nu eens echt voor te zorgen dat kinderen allemaal met boeken op school zitten. Collega’s, dat is nu toch echt de basis van de basis als we willen werken aan de kwaliteit van het onderwijs?
Dus, minister Weyts, het verbaast mij van u ook niet echt dat u niet wilt vechten voor kinderen die zonder boeken op school zitten, dat past helemaal binnen het trek-uw-planbeleid van deze regering. Eigenlijk, collega’s van cd&v, verbaast het mij niet echt dat u hier grote beloftes doet, maar die vervolgens niet binnenhaalt. Ik hoop dat het in de toekomst betert. (Applaus bij Vooruit en de PVDA)
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik wil de minister bijtreden: wie de Kwaliteitsalliantie leest, zal vaststellen dat het inderdaad niet gaat over invulboeken, het gaat over kwaliteitscriteria. Collega Rutten, in verband met taalgebruik zijn er vier heel expliciet opgenomen, waaronder het taalregister en de uitgebreidheid aangepast aan de taal van de jongere op dat moment. Heel goed dat die zaken daarin staan.
Ik wil een algemene oproep doen. Het lijkt nu vandaag dat er een besluit van de Vlaamse Regering is omtrent een decreet waarin staat dat de invulboeken moeten worden gebruikt, maar dat is niet zo. Dat is niet zo! Als wij in het parlement, de koepels en de leerkrachten, de pedagogische begeleiders, zeggen dat dat geen meerwaarde heeft, dan wordt er morgen geen een invulboek meer verkocht. Dan ben ik er vrij van overtuigd dat de educatieve uitgeverijen heel snel gaan moeten stoppen. Bij dezen, een oproep naar het hele onderwijsveld: neem de Kwaliteitsalliantie vast en ga de strijd aan. Zorg dat de jongeren niet met een pc, een invulboek en een handboek op pad moeten, maar dat we van die kwalijke invulboeken, die niet zinvol zijn, af geraken. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Kwaliteit van onderwijs, we hebben er al heel vaak over gesproken, start voor ons, ik blijf erbij, met het hebben van boeken. Voor onze fractie rechtvaardigt geen enkel economisch model, economische proces of economische logica dat er leerlingen in de klas zitten die de nodige leerboeken niet hebben. Vandaar dat wij pleiten voor een boekengarantie, minister. Kinderen die geen leerboeken hebben, worden geschonden in hun recht op onderwijs en hun leerrecht. Wat ons betreft, mag geen enkel kind het kind van de rekening worden. Het recht op leermiddelen en -boeken, ‘name it as you will’, is voor ons een even cruciaal recht als het recht op gas en elektriciteit.
Vandaar mijn aanbeveling, minister – en ik noem het inderdaad een gemiste kans –, zorg ervoor dat u ook aan de tafel gaat zitten met de boekenleveranciers. Zij zijn het die de boeken niet leveren die onze leerlingen nodig hebben. (Applaus bij cd&v)
De actuele vragen zijn afgehandeld.