Verslag plenaire vergadering
Verslag
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de motie van Ann De Martelaer, Jeremie Vaneeckhout en Celia Groothedde tot besluit van de op 20 september 2022 in commissie gehouden interpellatie door Hannes Anaf aan minister Hilde Crevits over de medicatieveiligheid in woonzorgcentra.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Bedankt, voorzitter. Ik wil deze motie toch heel kort bij de collega’s in het parlement toelichten. Want we hebben op 20 september een vrij interessante interpellatie gehoord van collega Anaf, waarin hij inging op de problematiek rond het medicatiebeheer in de woonzorgcentra.
Collega’s, die problematiek van medicatiebeheer in de woonzorgcentra is al bekend sedert de start van de inspecties, en dat was in 2011. Met andere woorden, al elf jaar zijn er problemen met medicatiebeheer. De inspectieverslagen zijn nu openbaar. Uit de steekproef van de collega bleek dat er in de helft van de onderzochte verslagen ernstige tekortkomingen zijn in de manier waarop woonzorgcentra met medicatie omgaan.
Iedereen hier kent het voorval waarbij in februari een baby stierf in het kinderdagverblijf ’t Sloeberhuisje in Mariakerke. Maar beste collega's, er loopt op dit moment een gerechtelijk onderzoek naar drie verdachte overlijdens en zes moordpogingen in woonzorgcentra. We zien ook het aantal woonzorgcentra die na een inspectieverslag onder verhoogd toezicht komen. Je komt niet zomaar onder verhoogd toezicht, dat wijst toch op kwaliteitsproblemen in de woonzorgcentra.
Ja, er is Zorginspectie die toeziet op de naleving van de erkenningsvoorwaarden en we hebben het agentschap Zorg en Gezondheid dat is belast met de opvolging van de inspectieverslagen. Ook kennen we de Woonzorglijn die de klachten van bewoners behandelt. En toch blijven we week na week tolereren dat er verdachte overlijdens zijn, dat er moordpogingen zijn, dat er doden vallen in onze woonzorgcentra.
In de kinderopvang is er opgetreden. Er is een audit gekomen, er kwam zelfs een onderzoekscommissie. En ouderen die in de woonzorgcentra verblijven zijn uiterst kwetsbaar. Het gaat over onze ouders, onze grootouders.
Ik vraag in deze motie aan de Vlaamse Regering om ook een audit te organiseren over de werking van de Woonzorglijn, Zorginspectie en het agentschap Zorg en Gezondheid, met het oog op een betere kwaliteit in de zorg en de handhaving.
Beste collega's, we hebben deze problematiek al herhaaldelijk besproken. Ik heb ook al openlijk in de commissie bijval gekregen voor een audit, onder andere van collega Saeys van Open Vld. Ik hoop echt dat alle partijen hier in het Vlaams Parlement deze motie mee goedkeuren en dat we eindelijk kunnen starten met een audit in de ouderenzorg.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik mevrouw De Martelaer danken. Ik ben persoonlijk inderdaad ook van mening dat een audit een zeer interessant instrument kan zijn om in te zetten, maar met die kanttekening dat het weldoordacht moet zijn en dat er moet worden bekeken of het eventueel over verschillende sectoren moet gebeuren en of het bijvoorbeeld al dan niet periodiek moet gebeuren. Die vragen moeten worden beantwoord. Het kan niet de bedoeling zijn om dat hier snel snel te doen. We mogen audits vooral niet gebruiken als sanctiemiddel ten aanzien van een sector, zeker niet nadat er bijvoorbeeld een incident of reeks van incidenten is gebeurd, maar vooral als preventief middel. Dat moet in overleg met de sector gebeuren. Het is niet de bedoeling om de sector aan de schandpaal te nagelen, maar eerder om te bekijken waar de processen beter kunnen.
Ik heb een vraag bij uw motie. U stelt een audit voor over de werking van de Woonzorglijn, Zorginspectie en het agentschap Zorg en Gezondheid. Maar wat moet ik mij daar specifiek bij voorstellen? En waarom precies neemt u de Woonzorglijn daar mee in op?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Mevrouw Saeys heeft al veel gezegd. We hebben inderdaad een interessante discussie gevoerd in de commissie Welzijn naar aanleiding van de interpellatie van collega Anaf en een aantal vragen om uitleg over het gerechtelijk onderzoek dat loopt naar moorden en moordpogingen in een woonzorgcentrum in Oostrozebeke. Het was duidelijk dat het woonzorgcentrum schromelijk in gebreke is gebleven bij het voldoen aan de meldplicht en het in kennis stellen van het agentschap van deze problematiek.
Ik vind dat echt verschrikkelijk want op die manier kan natuurlijk niet de nodige veiligheid worden gegarandeerd voor andere kwetsbare bewoners. Naar aanleiding van de discussie in de commissie is ook het thema over medicatie en medicatieveiligheid uitvoerig aan bod gekomen. De minister heeft ook een aantal maatregelen vooropgesteld. Een van die maatregelen is onder meer dat men op basis van inspecties meer gestructureerd conclusies zal trekken en dus ook zal ingrijpen in de sector en dus niet enkel inspectieverslagen op individueel niveau zal bekijken. Dat is heel belangrijk.
Mevrouw De Martelaer, we hebben in februari 2022 een uitvoerige resolutie goedgekeurd over handhaving en controle in de woonzorgcentra die ook over kwaliteit handelt. Daarin staan een aantal belangrijke punten. In de commissie heeft de minister ook aangehaald dat men zal bekijken op welke manier heel wat zaken die aan bod zijn gekomen tijdens de onderzoekscommissie naar de veiligheid in de kinderopvang en die ook zijn opgenomen in het verslag van de onderzoekscommissie, kunnen worden geïmplementeerd met betrekking tot het ouderenbeleid. Daar kan inderdaad veel uit worden geleerd. We moeten daar zeker werk van maken.
In uw motie vraagt u een audit die heel breed is gesteld en niet gefocust is op een bepaald deelbeleid. Die gaat helemaal over de werking van de Woonzorglijn, Zorginspectie en het agentschap Zorg en Gezondheid met het oog op een betere kwaliteit van zorg en handhaving. Dat is heel ruim en we bekijken beter thematisch hoe we een aantal zaken eventueel kunnen verbeteren. De minister heeft al een aantal stappen gezet. Ik stel voor dat we die verder gaan bespreken in de commissie. We hebben daar ook gesteld dat we dat in de toekomst blijven opvolgen. Daarom zullen we uw motie niet goedkeuren.
Mevrouw Geerinckx heeft het woord.
We hebben een heel interessant maar ook confronterend debat gevoerd in de commissie over dat item. De verschillende indieners hebben daar inderdaad ook zaken aangehaald. Het is een gevoelige kwestie. Dat valt niet te ontkennen. Maar die kwestie wil nog niet zeggen dat alle woonzorgcentra over dezelfde kam moeten worden geschoren. Het gaat over 830 woonzorgcentra. Dat heeft de minister bij haar toelichting toen initieel gezegd. We vinden een aantal elementen in de motie zeker waardevol, maar we zullen ze toch niet steunen. Ik sluit me aan bij de twee vorige sprekers omdat de manier waarop de vraag nu wordt gesteld, niet tegemoetkomt aan de noden die moeten worden opgelost. We willen vooral eerst bekijken welke zaken uit de conclusies van de vorige onderzoeken zijn gekomen.
Ook de motie van het Vlaams Belang geeft enkele zaken weer die uiteraard vanzelfsprekend lijken, maar die al in gang zijn gezet. De minister heeft dat ook toegelicht in haar antwoord op de interpellaties op dat moment. Voor ons is een sectorrapportage interessant en belangrijk. De minister gaf al in de eerste plaats aan dat de verantwoordelijkheid ook mag en moet worden gezocht bij het management en het beleid van de woonzorgcentra om de kwaliteit en de veiligheid te garanderen. We willen ook de koepels daarin zeker niet vergeten want samen vormen ze de brug tussen het beleid en de werkvloer. We hebben graag dat de zaken daar worden opgevolgd, veranderd en tijdig gemeld. Dat hebben we ook in de commissie zo gesteld.
Het Vlaams Belang vraagt ook een masterplan. We zijn dat idee zeker genegen, maar zien het breder. Zoals het ook in het regeerakkoord is gesteld, willen we op termijn evolueren naar een resultaatsgebonden financiering en ook kijken naar het kwaliteitsdecreet dat in het verschiet ligt waarbij we het debat ten gronde zullen kunnen voeren. Daarom vinden we dat in deze motie nu niet aan de orde, maar wel in de debatten die gepland zijn.
De heer Sintobin heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter, het was inderdaad een heel confronterend debat. Het was niet echt een debat want iedereen zat zowat op dezelfde golflengte door de ernst van de feiten. Ik kan er zelfs aan toevoegen dat er vandaag opnieuw een ernstig incident geweest is in hetzelfde woonzorgcentrum. Ik denk dat we daar volgende week zeker gaan op terugkomen.
Wat de motie van Groen betreft, is een audit natuurlijk een belangrijk instrument maar, zoals de collega heeft gezegd, ook een instrument waarmee je direct alle woonzorgcentra bijna beschuldigt van slecht beheer, van slecht medicatiebeleid en dergelijke. Dus vind ik dat we eerst beter – we hebben trouwens de afspraak gemaakt in de commissie met het kabinet – om op geregelde tijdstippen dit dossier op te volgen. Wij hebben geprobeerd om in onze motie, mevrouw Geerinckx, enkele zaken toch meer gedetailleerd, meer in de diepte, te stellen. Ik weet niet waar u leest – ik heb dat in ieder geval niet gehoord van de minister – dat bepaalde zaken al in gang gezet zijn. Het verbaast me dus een beetje dat u dat zegt. De meeste zaken die onze motie staan, zijn er eigenlijk gekomen naar aanleiding van het debat en op basis van het antwoord van de minister. Dus ik denk dat u met een gerust geweten onze motie kunt goedkeuren. Bij de stemming van de motie van Groen, voorzitter, zullen wij ons onthouden.
De heer Rousseau heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Na de toenemende werkdruk op het zorgpersoneel in de woonzorgcentra, zijn er nu ook toch heel wat gevallen van onveiligheid. Het is collega Hannes Anaf die in de commissie dit probleem onder de aandacht heeft gebracht en wij steunen de collega’s van de Groenfractie in dit probleem. Het is volgens ons namelijk zo dat een grondige analyse ons kan tonen waar de problemen zitten en dan kunnen we de meerderheid aan woonzorgcentra waar er geen problemen zijn of die het wel goed doen, met rust laten en dus inzetten op diegene waar er problemen zijn. Wij steunen volmondig de motie van de Groenfractie.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik wil maar eventjes ten aanzien van collega Rousseau zeggen dat in de motie van Groen gevraagd wordt om een audit te doen van het agentschap, niet van de verschillende woonzorgcentra. Dat is toch wel een elementair verschil. Ik wilde u daar maar eventjes op wijzen en verder verwijs ik inderdaad naar wat collega Sintobin gezegd heeft. Wij hebben inderdaad in de commissie beslist tot voortgangsrapportages met betrekking tot de problematiek. Ik denk dat die ook wel heel belangrijk zijn.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Ik wilde heel graag toch even repliceren. Er is één baby gestorven en er zijn onmiddellijk allerlei zaken in gang gezet. Niet alle kinderdagverblijven zijn onderzocht, men is gaan kijken naar hoe het kon dat zulke zaken konden gebeuren. Ik denk dat we, sinds ik vanaf 2019 opnieuw in het Vlaams Parlement zit, al zo’n dikke map hebben van alle krantenartikelen met feiten die mislopen in de woonzorgcentra. En steeds blijven wij toekijken en sluiten we onze ogen omdat het over ouderen gaat. Ouderen van wie we het normaal vinden dat ze overlijden, maar het moesten maar eens uw eigen ouders en grootouders zijn met wie allerlei zaken misgaan. Wat gaat u dan zeggen? Ik vind het zo erg dat we vandaag in het Vlaams Parlement niet zeggen dat we een audit doen om te kijken welke systemen hierachter kunnen worden verbeterd zodat wij deze legislatuur eindelijk eens kunnen eindigen met woonzorgcentra waar alle ouderen goed en kwalitatief verzorgd worden en dat het stopt met allerlei voorvallen die we elke week in de krant moeten lezen. (Applaus bij Groen)
Begin van de stemming.
Stemming nr. 7
Ziehier het resultaat:
94 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
23 leden hebben ja geantwoord;
54 leden hebben neen geantwoord;
17 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de motie niet aan.