Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de acties in de kinderopvangsector
Actuele vraag over de actiedag in de kinderopvang
Actuele vraag over het plan 'Kinderopvang, veilig en toekomstgericht'
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Dalle.
Voor alle duidelijkheid: op vraag van de Vlaams Belangfractie bezorgde mijn kabinet het plan ‘Kinderopvang, veilig en toekomstgericht’ vlak voor de middag nog aan elke fractie.
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, er is de voorbije dagen bijzonder veel aandacht geweest voor kinderopvang. Dat had veel, zo niet alles, te maken met het debat hier zaterdag, de ongepaste uitspraak van de voorzitter en het misplaatst applaus daarop van de meerderheid. Ik heb daar gigantisch veel en heel felle reacties over gezien. (Opmerkingen bij de meerderheid)
Waarom zijn al die mensen in de kinderopvangsector zo boos? Waarom zijn die zo kwaad? Dat is omdat het schouwspel hier zaterdag een heel mooie illustratie was van de wereldvreemdheid die hier onder deze koepel soms kan heersen. (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)
Terwijl deze Vlaamse meerderheid zich hier in de Wetstraatbubbel op de borst stond te slaan, is de realiteit van elke dag in de kinderdagverblijven dat onthaalouders het niet meer zien zitten, dat medewerkers afhaken en dat ouders andere oplossingen moeten zoeken. Dat is de realiteit en je kunt die negeren. Dat is wat jullie eigenlijk al maanden aan het doen zijn met een hele sector die al maanden op straat aan het komen is en die één heel belangrijke eis heeft: doe nu eindelijk iets aan de kind-begeleiderratio. Want die ratio, het aantal kinderen dat per begeleider opgevangen moet worden, is de hoogste – en bij grote voorsprong – van heel Europa. Dat is de eis die zij al lang stellen: zorg dat de werkdruk naar beneden gaat, dat de kind-begeleiderratio naar beneden gaat. Ook dat werd nu compleet genegeerd. Dat is bijzonder jammer. Ik heb het zaterdag ook gezegd: 100 miljoen euro extra voor kinderopvang is goed. Dat is een goede zaak en toch komen die mensen vandaag op straat. Toch zijn die mensen kwaad. Collega’s van de meerderheid, dan vraag ik me echt af: als je 100 miljoen euro extra geeft en die mensen zijn toch zo kwaad, gaat er dan nog altijd geen belletje rinkelen? Dringt het dan nog altijd niet door wat er voor die mensen nu echt belangrijk was? Minister, daarom stel ik een heel duidelijke vraag, we hebben ze al dikwijls gesteld, maar ze wordt niet echt in de feiten beantwoord: wat gaat u op korte en lange termijn doen om de kind-begeleiderratio nu eindelijk naar beneden te halen?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Voorzitter, ik vind het nog steeds bijzonder pijnlijk wat hier zaterdag gebeurd is. (Opmerkingen bij de meerderheid en van Chris Janssens)
Als de mensen zo reageren, dan blijkt dat er vandaag na al die reacties nog niet doorgedrongen is wat hier zaterdag gebeurd is. Het is onwaarschijnlijk. Ik spreek niet over mezelf. Ik spreek over wat hier gebeurd is. (Applaus bij de PVDA, Groen en Vooruit)
Voorzitter, ik begrijp echt niet dat daar geen enkele verontschuldiging op komt – samen met de mensen die het nodig vonden om daarvoor applaus te geven – voor al de mensen die u zaterdag geschoffeerd hebt. Ik weet niet in welke wereld jullie leven, maar in de samenleving vandaag voelen ouders, kinderbegeleiders, burgers, iedereen in het veld, zich vernederd door wat er hier zaterdag gebeurd is. Wat er hier gezegd is in een debat over de kinderopvang, dat ook de papa wel kan thuisblijven als de kinderopvang de deuren sluit … (Opmerkingen van Kris Van Dijck, Chris Janssens en Björn Rzoska)
Collega Vandecasteele heeft het woord.
Collega’s van het Vlaams Belang, collega Vandecasteele heeft het woord.
Hoe denken jullie dat het gelach en het applaus op die opmerking van de voorzitter aangekomen is bij de kinderbegeleiders die vandaag verzuipen in het werk? Ze moeten voor negen kinderen zorgen, het hoogste aantal in heel Europa. Al maanden en jaren hopen ze op oplossingen. Wat horen ze? Gelach. Wat moeten de ouders denken die geen plaats vinden voor hun kinderen? Wat moeten de ouders denken die met twee moeten gaan werken om nog niet de eindjes aan elkaar te kunnen knopen? Wat moeten de alleenstaande moeders denken die er nog niet aan kunnen denken om thuis te blijven voor hun kinderen? Het is onwaarschijnlijk. Buiten de muren van dit parlement is er niemand die gelachen heeft of applaus gegeven heeft op de opmerking die hier zaterdag gegeven is.
Minister Dalle, u hebt daar vanmorgen nog een schepje bovenop gedaan. U zegt ...
Collega Vandecasteele, het spijt me, maar uw tijd is om. Terwijl ik u onderbrak omdat het Vlaams Belang u aan het onderbreken was, heeft de klok stilgestaan. Kunt u uw inhoudelijke vraag stellen?
Ik ga mijn vraag nu stellen.
Minister Dalle, u zegt dat vandaag de realiteit is dat het een op de zes kinderen is. Ik vraag u: bent u nog steeds van mening dat dat de realiteit vandaag is, en wat gaat u zeggen aan de actievoerders die vandaag op straat komen omdat negen te veel is? (Applaus bij de PVDA, Groen en Vooruit)
Mevrouw Groothedde heeft het woord;
Minister, er is een boodschap gegeven deze zaterdag, en niet alleen toen er hier door de parlementsvoorzitter werd gezegd dat de papa het maar moet opvangen. De meerderheid en de regering hebben daar ook voor geklapt. Die boodschap was: trek uw plan. Dat was de boodschap, en die is aangekomen. De mensen zijn massaal verontwaardigd, en ze hebben gelijk. Het is gewoon onjuist. Wij van Groen weten heel goed dat vrouwen zonder kinderopvang inderdaad terug naar de jaren 50 worden gekatapulteerd, dat vooral zij de zorg op zich nemen, dat vaders, én moeders trouwens, helemaal niet moeten opvangen wat de Vlaamse Regering en de Vlaamse meerderheid nalaten. U moet ervoor zorgen dat kinderopvang gegarandeerd is en dat die mensen de maatschappij krijgen waarop elke persoon recht heeft.
Vandaag staan wij hier met onze hele fractie in het zwart omdat de hele kinderopvang vandaag in het zwart protesteert, met één boodschap. Hun boodschap is: negen is te veel, en als er vandaag niet wordt ingegrepen, dan gaat de kinderopvang verloren. U beseft ook echt niet wat er speelt bij de mensen en de gezinnen, denk ik. Uw 100 miljoen euro – bijna 100 miljoen euro, want er is veel gegoochel in die 115 miljoen euro, met inflatie en met beleid dat eigenlijk al eerder was beloofd –, dat is te weinig. U kunt echter nog wel iets doen, want dat is genoeg om een signaal te geven. U kunt nu met één kind per begeleider verminderen. Dat zou een signaal zijn. Dat zou een grote stap zijn. Nu, Vlaamse Regering en Vlaamse meerderheid, hebt u een afspraak met de geschiedenis. Het moet nú gebeuren, niet in de volgende legislatuur, niet volgend jaar. U moet nú de kind-begeleiderratio terugbrengen met die 100 miljoen euro, en daarna moet u een plan op tafel leggen, want negen ís te veel. Als u dat nu niet doet, dan laat u de kinderopvang nu kapotgaan. Dat geef ik u op een blaadje.
Minister, gaat u dus die plannen terugtrekken die u vandaag hebt ingediend, en gaat u ervoor zorgen dat als eerste stap de kind-begeleiderratio wordt verminderd, omdat negen te veel is? (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
De heer De Reuse heeft het woord.
Voorzitter, voorafgaand aan mijn vraag wil ik u wel bedanken. U kwam in een kleine storm terecht omdat u, misschien onhandig, maar wel terecht, erop wees dat er ook vaders zijn in een gezin en dat die ook hun verantwoordelijkheid moeten opnemen, onder andere bij de opvang van hun kinderen. Zo heb ik het alvast verstaan. Hier voor u staat een vader die dat destijds ook heeft gedaan, samen met zijn vrouw, toen we alles deden om het mogelijk te maken in ons gezin. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Dit gezegd zijnde, minister, 100 miljoen euro is een goed begin. (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Een verhoging van het budget, maar over enkele maanden is het al op. Een druppel op een hete plaat. Dat zijn de reacties die ik kreeg op het gelekte voorstel deze ochtend. Laat me duidelijk zijn: het is niet enkel goed dat er een aanzet is tot investeringen en hervormingen in deze sector, het is ook meer dan nodig. Waarom is het nodig? Omdat deze sector veel te lang verwaarloosd is geweest en veel te weinig werd gehoord. Dit is echter te weinig. Daar zijn we het dan over eens, samen met de Gezinsbond, dé vertegenwoordiger van de belangen van onze Vlaamse gezinnen, vanmorgen nog op Radio 1, maar ook de sociale profitsector onderschrijft deze analyse. Daarom betogen zij ook vandaag.
Ik moet hier het werk van de Onderzoekscommissie naar de Veiligheid in de Kinderopvang zeker niet herhalen. Wij weten allemaal wat de grote conclusies uit het eindrapport waren. Er moet meer aandacht zijn voor deze sector, meer ondersteuning zijn voor deze sector, meer geld zijn voor de kinderopvang, maar ook moet die werkdruk dringend naar omlaag.
En dan krijgen we deze middag, op onze vraag, – en ik dank u, voorzitter – niet eens drie volle pagina’s tekst van eigenlijk een persbericht, een summiere budgettabel van wat het plan van aanpak is van deze Vlaamse Regering. Minister, u beseft ongetwijfeld dat u zo de ganse sector te kijk zet. Dat beseft u, hoop ik, ook.
Daarom mijn vraag, eenvoudig en kort: wanneer komt u met een duidelijk, concreet uitgewerkt actieplan? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de vragen over een bijzonder belangrijk onderwerp, de kinderopvang, de opvang van onze allerkleinste kinderen: de baby’tjes en de peutertjes.
Het is een schitterende sector met meer dan 6000 locaties waar kinderen worden opgevangen, met meer dan 10.000 medewerkers die elke dag het beste van zichzelf geven. Het gaat over meer dan 60.000 kinderen, heel kleine kindjes, die opgevangen worden. We weten allemaal dat die sector voor enorme uitdagingen staat. De uitdagingen hebben onder meer te maken met de krapte op de arbeidsmarkt, met de voorwaarden binnen die sector, met de soms moeilijke werkomstandigheden die er zijn.
De afgelopen weken en maanden heeft Hilde Crevits – die dus verontschuldigd is en die ik de komende vier weken vervang – heel veel en intensieve contacten gehad met vertegenwoordigers van de sector, met medewerkers, met mensen die daarbij betrokken zijn. Ik heb zelf gisterenmorgen de verschillende initiatiefnemers gezien om met hen te bespreken wat we concreet, op korte termijn, van plan zijn met deze Vlaamse Regering. Ik ga er even door. In totaal voorzien we inderdaad een bedrag van 115 miljoen en ik zal proberen daar wat meer details bij te geven. De tabel is u doorgestuurd, maar ik ga er kort nog even door.
Ten eerste, er wordt 92 miljoen rechtstreeks geïnvesteerd in de kwaliteit van de kinderopvang. We focussen daarbij op die kinderopvanginitiatieven die aan een inkomenstarief (IKT) werken. We gaan ze – en dan word ik een beetje technisch – allemaal zoveel mogelijk van 2B naar 2A brengen. We gaan eigenlijk de minder betoelaagde 2B afschaffen. Dat is ook echt een hervorming van de kinderopvang. Het is niet alleen geld erin steken, het is ook hervormen. We gaan in de laagste trappen van betoelaging – en dat is trap 1 – naar 50 procent meer subsidiëring. Aan hen die vandaag geen subsidie ontvangen, in trap 0, gaan we aanbieden om opnieuw naar trap 1 te gaan, en zelfs ook richting het inkomenstarief te gaan. Dat is een laatste punt: we willen dat zoveel mogelijk van die initiatieven aan inkomenstarief kunnen werken.
Wat betekent dat concreet? Dat betekent een investering van 92 miljoen euro rechtstreeks in de sector, waardoor de kwaliteit versterkt kan worden, waardoor de kinderbegeleiders in betere omstandigheden en beter verloond kunnen werken, waardoor betere ondersteuning mogelijk zal zijn, waardoor meer vormingsmogelijkheden mogelijk zullen zijn. Er zal meer tijd zijn om echt met de kindjes om te gaan en te spelen, bijzonder belangrijk.
Tweede punt – en dat is ook iets dat gevraagd was door de parlementaire onderzoekscommissie –, dat is een betere administratieve omkadering en een betere inspectie voor wanneer het fout loopt. Er wordt in totaal 8 miljoen euro voorzien om die inspectiediensten te versterken, om het agentschap Opgroeien te versterken en ook om de afstemming tussen de verschillende actoren te verbeteren, ook tussen de lokale initiatieven, met een meer performant ICT-systeem.
Derde punt, dat gaat over de 15 miljoen euro. Dat is de investeringsagenda die we blijven doorzetten. We willen werken op kwaliteit, maar ook op capaciteit. Er zijn nog altijd ouders die geen plaats vinden voor hun kindje. Ook daar willen we verder op werken.
Collega’s, is dat genoeg? Op lange termijn, neen, dat is niet genoeg. Maar op korte termijn is dat wel de actie die noodzakelijk is. Wij hebben gisterenmorgen de initiatiefnemers gezien. We zijn ook in detail door die tabel gegaan en men kon zich eigenlijk grotendeels vinden in de keuzes die hier gemaakt worden. Dit is wat echt nodig is op korte termijn, om de kwaliteit te versterken en vooral ook om de aantrekkelijkheid van die sector te verbeteren.
En collega’s, als u merkt dat er heel wat vacatures niet ingevuld geraken, als u merkt dat er drempels zijn om tot die sector toe te treden, als u merkt dat sommigen niet in die sector willen blijven, dan weet u dat u vooral op dat punt actie moet ondernemen. Werken aan die kwaliteit, werken aan de aantrekkelijkheid van het beroep, om ervoor te zorgen dat onze kindjes ook in de toekomst nog opgevangen kunnen worden. Dat is wat we in eerste instantie willen doen en we willen daar niet mee wachten. Het is de onmiddellijke actie die we gaan doorvoeren met budgettaire gevolgen vanaf het eerstkomende begrotingsjaar.
Zoals gezegd: daarmee zijn we niet klaar. We hebben ook het engagement uitgesproken – de komende vier weken doe ik dat verder en nadien Hilde Crevits – om samen met de sector verder te werken. En ja, ook de kind-begeleiderratio zal dan op tafel liggen. Maar neen, die ratio vandaag naar beneden halen, zal het probleem vandaag niet oplossen. (Applaus bij de meerderheid)
We vinden vandaag de mensen niet. Inderdaad, dit is een maximum. Gelukkig is dat niet de realiteit in alle voorzieningen. Het is geen streefcijfer, het is een maximum. En inderdaad, uit de inspectierapporten van onze diensten blijkt dat het gemiddelde vandaag iets minder is dan een op zes. Dat is de realiteit op het terrein. Zijn er uitzonderingen? Zijn er plaatsen waar het anders is? Uiteraard, het is een gemiddelde. Maar gelukkig is dat gemiddelde nog altijd een pak lager dan het maximum.
Kortom, voorzitter, met dit pakket versterken we de kwaliteit van de kinderopvang, bieden we soelaas op korte termijn en geven we de sector perspectief. We gaan daar verder mee aan de slag voor onze kinderen en voor die initiatieven. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, wat u op het einde zei, heb ik u vanmorgen ook horen zeggen op de radio. Als het antwoord op al die mensen die al maandenlang actie aan het voeren zijn omdat negen te veel is, is om te zeggen dat het gemiddelde eigenlijk lager is en dat wij ons allemaal vergissen, dan is dat olie op het vuur gooien. Ik snap niet waarom u zoiets doet.
Een tweede bemerking is wat technischer. We hebben daarstraks de tabel met de centen gekregen. Ik heb vastgesteld dat 39 miljoen van de 100 miljoen euro die erbij komt, eigenlijk een rechtzetting is van een domme besparing uit 2020. Dat is dus niets extra’s, dat is een rechtzetting van een domme besparing uit het verleden.
Mijn derde punt is misschien wel het belangrijkste. Verwacht ik dat van vandaag op morgen de kind-begeleiderratio van een op negen naar een op vier of een op vijf gaat? Natuurlijk niet. Dat weten die mensen op de vloer ook wel. Maar ze zien wel een Septemberverklaring waarin er zelfs geen aanzet toe gegeven wordt. U verwijst naar de verklaring van de onderzoekscommissie en haalt daar een aantal dingen uit: de versterking van het agentschap en de inspectie. Dat is belangrijk en goed. Maar u vergeet wel dat andere aspect, de kind-begeleiderratio. We hebben inderdaad gezegd dat we daarvoor een groeipad moeten maken. Maar zelfs de start van dat groeipad is er niet en dus lacht u de mensen die vandaag aan het protesteren zijn, in hun gezicht uit. Ik wil u nogmaals vragen om daaraan te werken. Zorg dat die kind-begeleiderratio effectief naar beneden kan, op korte en op lange termijn. (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister Dalle, straks gaan zowel in Brussel, in Gent als in Leuven honderden kinderbegeleidsters en ouders protesteren. Hun centrale boodschap is: negen is te veel. Dan krijgen ze hier de boodschap van u – met alle begrip dat u zich snel hebt moeten inwerken in het dossier – uit een ivoren toren: in de realiteit is de ratio een op zes. Minister, dat is totaal niet correct. De mensen uit het veld zeggen allemaal dat de realiteit veel en veel erger is. Zo zegt Leen mij dat ze, samen met een interimmer, instaat voor achttien kinderen. Silke zegt mij dat ze vaak alleen instaat voor vijftien kinderen. Emelie zegt mij dat ze voor half elf bijna altijd instaat voor vijftien kinderen. Ellen zegt mij zelfs dat ze vaak alleen instaat voor twintig kinderen. Dat is de realiteit. En met de uitspraak die u zonet herhaald hebt, getuigt u weer van wereldvreemdheid. Maar wij dienen met spoed een decreet in dat de ratio vastlegt op een op zes. U kunt daar niet over stemmen, maar ik neem aan dat u er akkoord mee bent. (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, in heel uw technische uitleg probeert u te verzuipen wat er nodig is. Als u zegt ‘het wordt mogelijk’ dan is wat u eigenlijk bedoelt, als we naar de cijfers kijken: ‘wij hopen dat dit gaat gebeuren, maar we laten het volledig aan de goodwill over’. U geeft geen enkele garantie met dit plan. En inderdaad, in 2020, vlak voor de COVID-19-crisis, hebben wij met onze fractie de besparing nog aangeklaagd die u nu ongedaan maakt. Dat is wat er in uw zogezegde 115 miljoen euro zit. De inflatie zit erin, vooraf aangekondigd beleid zit erin. Dat is uw 115 miljoen. En u negeert de olifant in de kamer.
De kinderopvang wil vijf kinderen per begeleider. Als u denkt dat door mensen meer onder druk te zetten, er meer begeleiders voorhanden gaan komen, dan kunt u zich echt niet inleven in de werkdag van een doodnormale mens, zoals tienduizenden mensen elke dag aan het werken zijn. Denkt u echt dat uw gemiddelde klopt? Dat telt zieken niet mee en parttime werkenden, dat zorgt ervoor dat personeel en administratief personeel wordt meegeteld. Minister, welke van de stappen die de sector die vandaag protesteert vraagt, gaat u uitvoeren: de opleiding hervormen, de werkvloer, minder kinderen per begeleider en eindelijk, eindelijk werkbaar werk? (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
De heer De Reuse heeft het woord.
Dank u wel, minister. Een deel van de opvanginitiatieven en de medewerkers willen er inderdaad op vooruitgaan. De gelijkstelling van trap 2A en trap 2B is een goede zaak, maar eigenlijk niet meer dan de uitvoering van het groeipad van 2020 dat u had uitgesteld tot 2026.
Blij dat u tot inkeer gekomen bent, zegt men. Maar wij vragen gelijke subsidies voor iedereen, zodat iedereen een gelijk speelveld heeft. Want heel wat initiatieven zullen nu door de voorgestelde maatregelen net overleven, maar dat is helemaal niet voldoende. Iedereen moet erop vooruitgaan, en niet enkel wat het loon betreft. Werkbaar werk zal een van de hoekstenen moeten zijn van het hele plan dat u moet opmaken. De werkdruk wordt met dit plan niet aangepakt, en alleen een hoger loon zal niet volstaan om de pijn te verzachten.
Mijn bijkomende vraag is dan ook de volgende. Zult u inzetten op extra logistiek personeel om te koken en te poetsen, zodat de kindbegeleiders zich volledig kunnen concentreren op hun pedagogische taken? En hoe zult u dat doen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
In tegenstelling tot de uitspraak van afgelopen zaterdag gaat mijn tussenkomst nu wel over de kinderopvang. Nu de norm verlagen zonder meer zou de hele sector doen sluiten omdat ze niet langer voldoen aan de vergunningsvoorwaarden. Dat is logisch. De extra middelen die rechtstreeks naar de begeleiders en de opvanginitiatieven gaan, zijn een noodzakelijke eerste stap om ademruimte te bieden, om mogelijkheden te geven om extra handen in de praktijk te hebben. Maar laat er geen twijfel over bestaan, collega’s, dat acht kinderen per kindbegeleider in de praktijk ook voor ons te veel is, dat we nog steeds moeten werken naar een verlaging.
Minister, ik zou u willen vragen wanneer het volgende overleg met de sector gepland is, om verder te werken. Welke acties neemt u om op korte termijn de werkdruk te verlagen?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, de kinderopvang is een heel belangrijke sector en het is natuurlijk nodig dat we die ondersteunen. We doen dat ook, nu met 115 miljoen euro extra, waarmee we zorgen voor onder meer betere verloning, meer financiële ademruimte voor de kinderopvanginitiatieven, meer capaciteit ook.
En ja, ook een verlaging van de kindratio is belangrijk voor ons, en dat is ook nodig. Maar dat kan natuurlijk maar als je eerst zorgt voor meer kindbegeleiders en voor voldoende plaatsen, zodat bij een effectieve verlaging van die kindratio je die ook echt in de praktijk kunt brengen en ouders niet zonder kinderopvang vallen. Daarom zijn dat stappen die we nu in eerste instantie zetten, collega’s. En dat is ook wat we in de onderzoekscommissie hebben gezegd met betrekking tot de kindratio. Verlaag die kindratio op basis van een benchmark en wetenschappelijk onderzoek met een differentiatie naar leeftijd en zet hiertoe een tijdspad uit. Dat is wat wij, samen met de sector, zullen doen in de uitwerking van een toekomstplan. (Applaus bij cd&v)
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik ben zelf mama van twee kindjes, die allebei naar de kinderopvang zijn gegaan. En ik ben daar zeer blij om, want ik weet niet of ik zonder kinderopvang hier had gezeten. Ik ken zeer goed het belang van kinderopvang als het gaat over emancipatie: om vrouwen de kans te geven om te gaan werken, om vrouwen de kans te geven een opleiding te volgen. Dus ik pik eigenlijk niet dat men hier zegt: ‘Wij zijn niet wereldvreemd, maar jullie, meerderheid, zijn wel wereldvreemd.’ Wel, ik pik dat niet. (Applaus bij de meerderheid)
Ik ben me zeer bewust van de problemen die zich voordoen in de kinderopvang. We moeten gaan naar financiële leefbaarheid. Dat is de belangrijkste reden waarom kinderdagverblijven stoppen. Dat gebeurt nu met die 115 miljoen euro.
We moeten zorgen dat het tekort aan personeel wordt aangepakt. We moeten out of the box denken. We moeten logistiek medewerkers inschakelen, flexi-jobs. Die kunnen toch al zorgen voor een verlichting van de kinderbegeleiders? Maar de kind-begeleiderratio verlagen? We hebben in de onderzoekscommissie samen beslist dat dat moet gebeuren, maar op basis van een benchmark, op basis van wetenschappelijk onderzoek, en op basis van een groot plan, in overleg met de sector.
Wanneer zal dat overleg met de sector plaatsvinden? (Applaus bij Open Vld en cd&v)
Minister Dalle heeft het woord.
Bedankt voor de bijkomende bemerkingen en vragen. Men schijnt mij te verwijten dat ik cijfers gebruik van ons departement. Er zijn 6000 locaties waar kinderopvang wordt aangeboden. Natuurlijk gaan we niet ontkennen dat het in een aantal, in verschillende van die initiatieven heel moeilijk is, en dat de kind-begeleiderratio op bepaalde momenten zelfs ver boven het maximum zit. Dat is ongetwijfeld het geval, dat is de realiteit. Maar ik vind wel dat ik als beleidsmaker ook moet verwijzen naar de cijfers waarover we beschikken. Onze inspectiediensten zeggen op basis van hun rapporten dat het gemiddelde een op zes is. Ik denk dat het logisch is als beleidsmaker dat je ook bekijkt wat de realiteit is op het terrein, op basis van wat je diensten vaststellen.
Ten tweede is er de kindratio. Ik heb hier soms de indruk dat de leden van de oppositie denken dat met het decretaal aanpassen van dat ene lijntje alle problemen in de sector zijn opgelost. Ik heb deze morgen nog eens gecheckt op de website van VDAB hoeveel vacatures er zijn in de sector van de kinderopvang. Weten jullie hoeveel? (Opmerkingen van Celia Groothedde en Jos D'Haese)
Deze morgen waren het er op de website meer dan 800. Ik hoor hier zeggen ‘meer dan 2000’, maar alleen op de website van VDAB waren het er meer dan 800. Met andere woorden, als je vandaag die kind-begeleiderratio omlaag haalt, heb je een nog groter probleem.
Ik heb gisterenmorgen in ons overleg de volgende vraag gesteld. Ik heb gezegd: stel dat we geen 115 miljoen euro ter beschikking stellen maar 300 miljoen euro, en stel dat we onmiddellijk zeggen dat de kind-begeleiderratio met twee omlaag moet. Wat denken jullie? De reactie was dat dat een bijzonder slecht idee is. De problemen zullen niet opgelost zijn; de problemen zullen alleen maar groter worden op korte termijn. (Applaus bij cd&v en Open Vld)
Daarmee heb ik niet gezegd dat die kind-begeleiderratio in de toekomst ook niet bekeken moet worden. Maar je moet ook stapsgewijs durven te werken. En wat we hier op korte termijn willen realiseren, dat is wel een oplossing voor de problemen.
Collega's, ik heb hier gehoord dat de oppositie zegt dat we een besparing terugschroeven, dat we in de realiteit besparen. Maar excuseer, wij investeren deze legislatuur meer dan 320 miljoen euro extra, en tegen het einde van de legislatuur 850 miljoen euro. Dat is een ongeziene investering, en dat noemt men dan besparen? Ik kan er niet meer aan uit, eerlijk gezegd.
Met andere woorden: op de korte termijn nemen we deze actie, maar daarmee is het niet gedaan. De parlementaire onderzoekscommissie heeft inderdaad gezegd dat je ook moet durven na te denken over die kind-begeleiderratio en over dat maximum. Je moet dat inderdaad ook benchmarken met andere landen. En dat is effectief ook wat we de komende weken en maanden gaan doen. En we hebben een sterk engagement uitgesproken dat we dat samen met de sector zullen bekijken, en dat we ook al deze week, of volgende week, verder met hen bekijken wat we kunnen doen. Maar op korte termijn doen we deze investering, en dat zal zeker leiden tot een verbetering op die korte termijn. En op lange termijn werken we verder met hen, om echt werk te maken van een goede kinderopvang, die vooral heel erg aantrekkelijk is.
Laat mij afsluiten met een oproep. Iedereen in dit parlement speelt zijn rol. En dat er kritiek komt op onze plannen, dat begrijp ik helemaal. Maar laat ons vooral benadrukken wat voor een schitterende functie die rol van kinderbegeleider is. Hoe belangrijk dat is. En laat ons allemaal samen werken aan een meer aantrekkelijk beroep. Dit is echt essentieel. Dit is de oplossing voor deze sector, en dit is ook de oplossing voor onze kinderen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, collega’s, ik heb hier een gigantisch hoog ‘De Planckaerts’-gevoel: ‘wij zijn goed bezig, ook al zeggen ze van niet, ook al zegt de hele buitenwereld buiten deze koepel van niet.’
En u hebt het over ongeziene investeringen. Dat is natuurlijk omdat u die afzet ten opzichte van de investeringen van de vorige legislaturen. Er is ondergefinancierd. Als je kijkt naar het buitenland is er een onderfinanciering in onze kinderopvang. Ik zou uzelf daar dus niet te hard voor op de borst kloppen. Het gaat over twintig jaar cd&v-beleid, twintig jaar!
En u hebt het dan over de openstaande vacatures. Weet u waarom die openstaan? Waarom zouden die openstaan? (Opmerkingen bij de meerderheid)
Collega Annaf heeft het woord.
We hebben allebei kinderen. Ik kan me niet voorstellen dat ik alleen voor acht, negen soms vijftien van die kleine peuters zou moeten zorgen. Ik kan me dat niet voorstellen. Ik zou dat niet kunnen en ik zou dat niet willen. Ik heb gigantisch veel respect voor de mensen die dat iedere dag opnieuw doen.
En het is trouwens ook niet alleen in het belang van die mensen. U bent ook minister van Jeugd. Het is ook in het belang van onze kinderen dat zij de pedagogische functie van de kinderopvang meekrijgen. En daarom moet er echt worden gewerkt aan die begeleider-kindratio. Ik hoop dat jullie dat eindelijk eens gaan inzien. (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister Dalle, ik kan er écht niet bij hoe het komt dat de signalen van het terrein zo compleet genegeerd worden. Ik kan daar écht niet bij. De sector staat straks massaal op straat.
En het is inderdaad een schitterende job. De job van kindbegeleider is een schitterende job. Maar ze worden er godverdomme niet voor betaald. Het is géén loon naar werk. En ú kunt die lonen meteen omhoog brengen. Dat zal al helpen om die openstaande vacatures op te lossen.
En ten tweede, minister Dalle, de sector komt al maanden op straat en zegt dat negen te veel is. Het kan niet, het kan écht niet, dat u nu vanuit een ivoren toren komt zeggen: ‘In de realiteit is het eigenlijk helemaal niet zo. Waarom komen die allemaal op straat? De realiteit is één op zes.’ Dat komt u hier even zeggen. Ze komen al maanden op straat.
Minister Dalle, wij dienen meteen een voorstel van decreet in, als u vindt dat de norm naar één op zes en eigenlijk één op vijf gaat, want dat waren uw woorden … Wij dienen met spoed een voorstel van decreet in dat die kindnorm zal verbeteren. Ik neem aan dat cd&v ons voorstel zal steunen, waardoor het meteen kan veranderen, met de nodige budgetten. (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, al drie jaar vragen wij met onze fractie om het aantal kinderen per begeleider naar beneden te halen. En al drie jaar komt het antwoord dat u dat in de toekomst zult doen.
Wel, minister, de toekomst is nú. Ouders zitten zonder kinderopvang. De kinderopvang stroomt leeg. En denkt u echt dat door die mensen meer te belasten er meer kindbegeleiders zullen komen? Op dit moment zeggen ze: ‘Ik kan, durf en wil niet meer verder werken’, díé geëngageerde mensen.
En weet u wat ze zeggen over uw plan? Een werkgever zei mij: ‘De minister is naïef. Als ik mijn zakken nog wil vullen op de kap van mijn personeel en de kinderen, dan kan ik dat met dit plan probleemloos.’ En de werknemers in de sector zeggen: ‘Met veertien kinderen per persoon spreken wij van een rustige dag.’
‘Wie wordt er meegerekend in dat gemiddelde van zes?’, zegt iemand anders. ‘De studenten die ik moet opleiden? De administratieve krachten? Ik sta elke dag alleen met elf kinderen.’
En weet u wat de mama’s zeggen? ‘Ik neem geen promoties aan. Ik zit twee dagen per week alleen omdat mijn crèche sluit. Ik neem geen tweede kindje omdat ik de omstandigheden in de kinderopvang niet zie zitten.’
Minister, kijk verder dan uw gemiddeldes. Want u goochelt met cijfers en u laat de kinderopvang in de steek. (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, het is duidelijk: het voorliggende plan voldoet helemaal niet om de kinderopvang erbovenop te helpen, om hun te geven waarop ze recht hebben.
Minister, de sector vraagt een marshallplan van u, een plan op korte en op lange termijn, een allesomvattend plan om de kinderopvang weer die adem te geven. Een allesomvattend plan waarmee u de kinderopvang weer aantrekkelijk zult maken om te gaan werken. Een allesomvattend plan, minister, om te tonen dat deze sector de waardering krijgt die ze verdient. Een allesomvattend plan, minister, om de kinderopvang een leefbare toekomst te geven.
Want, minister, in deze sector werken de mensen met het dierbaarste dat we hebben, en dat zijn onze kinderen. Dus, minister, onze oproep luidt: aan de slag voor de kinderopvang. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vragen zijn afgehandeld.