Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Roo heeft het woord.
Minister-president, we zijn beland in een nieuwe fase van de Russische oorlogsvoering. Er woedt nog steeds een bloedig conflict op het grondgebied van Oekraïne, maar ook op Europees grondgebied is er een escalatie. Vorige week kregen we te maken met de sabotage van de twee Nord Stream-pijpleidingen. Er is een dreiging van een kernoorlog. En er is ook een dreiging van een hybride oorlog, waarbij West-Europa in het Russische vizier komt.
De digitale systemen komen hierdoor onder druk te staan. De afgelopen maanden hebben we gelukkig minder berichtgeving gehad over cyberaanvallen, over gijzelsoftware, over sommen losgeld die worden geëist van bedrijven en burgers. Na de start van de oorlog in Oekraïne zijn een aantal hackerscollectieven uit elkaar gevallen en stopte de stroom van losgeld via Rusland door de economische sancties.
Sinds september neemt het aantal dreigingen opnieuw toe. Er zijn nieuwe Russische hackersbenden gevormd. Zij zullen hun vizier ook op overheden richten. Onze overheden verwerken gevoelige informatie van burgers, bedrijven en organisaties, om performante dienstverleningen te kunnen garanderen voor die organen. Die informatie moet te allen tijde worden beschermd.
Minister-president, hoe zult u ervoor zorgen dat de gegevens bij onze overheden veilig blijven wanneer de Russische dreiging toeneemt?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u, mijnheer De Roo, voor uw vraag. Om twee redenen. Hij geeft mij ten eerste de gelegenheid om aan mijnheer Van Rooy te zeggen dat er geen euro naar het Marokkaanse regime gaat. Er gaan euro’s naar concrete projecten op het veld. Bedankt dat u mij de gelegenheid gaf om dit nog even te zeggen. Maar ik kom natuurlijk graag naar uw vraag terug.
Het is duidelijk dat door verder doorgedreven digitalisering een zekere kwetsbaarheid ontstaat. ‘Zero risk’ bestaat niet. Als we verder gaan in de digitalisering, weten we dat daar risico’s aan verbonden zijn. We moeten dat aanpakken.
Wij hebben een beleid op drie niveaus. Ik heb op 15 oktober 2021 een plan laten goedkeuren door de Vlaamse Regering tegen die cyberaanvallen.
Dat moet in eerste instantie door op permanente basis en via het portaal Safeonweb alle mogelijke actuele kennis die we hebben over aanvallen van nieuwe software, te bundelen. Die kennis kan opgeladen worden om zich daartegen te beschermen. Dat stellen we in dienst. Er wordt ook regelmatig informatie gegeven aan bedrijven en aan burgers.
Ten tweede zijn er onze eigen systemen. Het is evident dat die ook kwetsbaar zijn. Binnen de cyberbeveiliging van de Vlaamse overheid hebben we een aantal structurele maatregelen voorzien om eventuele cyberaanvallen te detecteren en dan ook afdoende te reageren om de Vlaamse dienstverlening weer te activeren.
Maar de gepaste reactie op al die cyberaanvallen is voorzien in de business continuity plans van de verschillende entiteiten.
En dan ten slotte, ten derde, zijn we ook in permanent overleg met het Centrum voor Cybersecurity België (CCB) op federaal niveau, dat eventueel ook ingeschakeld kan worden om tegenaanvallen te doen. Ik bedoel: om aanvallen af te slaan indien die zich voordoen. Onze IT-dienst staat in permanent nauw contact met het CCB.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u, minister-president voor uw antwoord. U versprak zich door te spreken over tegenaanvallen, maar ik denk dat het af en toe ook wel mag, dat we iets offensiever zijn in onze cyberstrategie. We moeten, samen met het Europese niveau, durven kijken hoe we niet enkel aanval moeten afweren, maar ook een stukje tegenaanval kunnen geven.
Ik had nog een bijkomende vraag voor u, minister-president. Gisterenavond hebt u met heel de Vlaamse Regering de nieuwe FTI – Flanders Technology & Innovation – gelanceerd, waarbij u Vlaanderen in de kijker plaatst als het technologielaboratorium van de wereld. Een van die ambities, of een van de thema’s waarop u zich zal toespitsen, is data, en een van de ambities daarin is om van Vlaanderen het internationaal veiligste datanetwerk te maken, zowel richting beveiliging tegen hackers, maar ook het vlak van de controle die de gebruiker heeft over zijn data.
U werkt al langer aan de oprichting van Vlaamse datanutsbedrijf, en ook van persoonlijke datakluizen. Elke Vlaming zou een gratis persoonlijke datakluis hebben, die hem toelaat om met meer oog op privacy en op een veiligere manier zijn data te delen.
Mijn bijkomende vraag, minister-president, is: wanneer mogen we die gratis datakluizen voor de Vlaming verwachten?
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister-president, ik denk dat u het u het niet helemaal goed begrijpt. Als u, met Vlaams belastinggeld, de economie gaat helpen in een land als Marokko, natuurlijk helpt u dan ook het Marokkaanse regime. Natuurlijk helpt u dat dan ook. En dat doet u op een moment dat dat Marokkaanse regime 6 miljard euro heeft, dat dat Marokkaanse regime megalomane paleizen heeft over heel de wereld, dat die Marokkaanse koning, Mohammed de zoveelste, een tiran, een islamitische tiran, duizend horloges heeft. Vindt u dat normaal dat daar dan Vlaams belastinggeld naartoe gaat? (Opmerkingen van Willem-Frederik Schiltz)
Gaat u dat nu echt blijven herhalen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Collega Schiltz, als iemand het woord vraagt, mag die volgens het reglement een minuut praten over wat hij of zij wil, en dat is bij deze gebeurd. En ik moet het reglement strikt toepassen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Wees gerust, ik zal terugkeren naar de vraag over cybersecurity.
Ik had ook nog een bijkomende vraag, want wat ook heel vaak gebeurt, is dat burgers ongewild gehackt worden, niet omdat hun computer of hun gsm zo belangrijk is voor de hackers, maar vooral als een brug dient voor andere mogelijke servers, enzovoort. Dit kan soms ook met eenvoudige middelen tegengewerkt worden, maar ik voel dat er bij de burger nog heel veel onwetendheid is. Mijn vraag is: wat kunnen we daaraan doen? Is dat ook iets dat past binnen FTI? Wat kunnen we doen om het bewustzijn bij burgers te vergroten, zodat zij die brugfunctie ook leren kennen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Van Rooy. Ik ga niet in op uw vraag over cybersecurity, dat is voor een andere keer.
Mijnheer De Roo, de conceptnota van het datanutsbedrijf is enkele weken geleden goedgekeurd. Normaal gezien zal het bedrijf opgericht worden voor het einde van het jaar. Ondertussen wordt de technologie voorbereid, en ik ga ervan uit dat we in de eerste helft van volgend jaar de eerste verwezenlijkingen hiervan op de markt zullen zien.
Mijnheer Gryffroy, wat die onwetendheid en dat bewustzijn betreft, denk ik dat er continu campagnes zijn. Maar we hebben recent ook Mijn Burgerprofiel gelanceerd, de app waarvan we hopen – en ik hoop dat alle collega’s die ondertussen gedownload hebben op hun smartphone – dat die ons kan helpen om de nodige verweersoftware te verspreiden, met toestemming van de eindgebruiker natuurlijk. Wanneer Vlamingen Mijn Burgerprofiel op hun smartphone hebben, is dat ook het kanaal dat we kunnen voorzien om dergelijke dingen te doen.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u, minister-president, voor uw bijkomend antwoord. Daar kijken we naar uit. Door de toegenomen digitalisering zijn we inderdaad kwetsbaarder geworden. De Russische oorlog duwt ons opnieuw met de neus op de feiten: het nulrisico op een cyberaanval bestaat jammer genoeg niet. We moeten dus blijven investeren en blijven volhouden, om hackers af te weren, en tegelijkertijd blijven bouwen aan een veilige Vlaamse dataomgeving. (Applaus bij cd&v en Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.