Verslag plenaire vergadering

Ik wil jullie van harte bedanken om mij opnieuw het vertrouwen te geven als voorzitter van dit Vlaams Parlement. U weet – of u wist dat niet en dan weet u het bij dezen wel – dat ik dat een hele eer vind. Het is ook de eerste keer sinds de coronapandemie dat we hier nagenoeg voltallig aanwezig zijn. Voordien mocht dat maar met zeventig en nog daarvoor met nog minder. Ik denk dat dit een goed startsein kan zijn, een volle Koepelzaal, dat als voorbeeld kan dienen voor de commissies.

Collega’s, bij de start van het parlementaire jaar benadruk ik graag dat de Vlaming mogen vertegenwoordigen in dit parlement het mooiste voorrecht is dat iemand te beurt kan vallen. Ik heb het al verschillende keren gezegd en zal het nogmaals herhalen: ik zou diegenen die dat niet doen, willen oproepen om het vertrouwen van de burger, van de kiezer, noch het vertrouwen van deze instelling te beschamen.

Bij mijn aantreden als voorzitter drie jaar geleden heb ik ook beloofd voorzitter te zijn voor iedereen, van links tot rechts. Ik denk dat ik dat ook altijd geweest ben; mijn deur staat ook altijd voor iedereen open. Ik zal ook altijd – en nu neem ik mijn reglement erbij – de hoeder zijn van deze controlerende en wetgevende instelling, met het reglement in de hand, in verhouding tot de uitvoerende macht, zijnde de regering.

Ik wens u allen een zeer energiek jaar toe. (Applaus)