Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanochtend heeft de heer Robrecht Bothuyne bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van Robrecht Bothuyne, Axel Ronse, Maurits Vande Reyde, Allessia Claes, Loes Vandromme en Maaike De Vreese tot wijziging van hoofdstuk 9 van het decreet van 17 februari 2012 betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat de regierol van gemeenten op het vlak van de lokale sociale economie en het werk betreft.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, dit is een dringend voorstel van decreet om in voldoende rechtsbasis te voorzien voor de samenwerkingsverbanden die VDAB en onze lokale besturen moeten sluiten.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen wij bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel wensen aan te nemen, wordt verzocht op te staan.
Ik denk dat een tegenproef niet nodig is.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van decreet onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Robrecht Bothuyne, Axel Ronse, Maurits Vande Reyde, Allessia Claes, Loes Vandromme en Maaike De Vreese tot wijziging van hoofdstuk 9 van het decreet van 17 februari 2012 betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat de regierol van gemeenten op het vlak van de lokale sociale economie en het werk betreft.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, we verwachten veel van onze VDAB, namelijk het activeren van wie niet actief is op de arbeidsmarkt. De dienst doet dat door samenwerking met het RIZIV inzake langdurig zieken, maar ook de lokale besturen zijn een belangrijke partner in dit verhaal. Met dit voorstel van decreet willen we eigenlijk een rechtsbasis bieden om samenwerkingsverbanden te creëren die een lokaal werkgelegenheidsbeleid mogelijk maken, om te zorgen dat lokale besturen acties kunnen ondernemen rond de combinatie van werk en gezin, rond het bereiken van groepen die nu aan de rand van onze arbeidsmarkt blijven staan. We geven onze lokale besturen dus een regierol rond zowel werk als sociale economie. We zorgen ervoor dat er goed kan worden samengewerkt met VDAB en dat VDAB de nodige financiering en steun kan voorzien. Op die manier gaan we allemaal samen met onze driehonderd lokale besturen naar 80 procent werkzaamheidsgraad.
Dit baanbrekende voorstel van decreet zal daarvoor zorgen, met dank voor uw kamerbrede steun.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega’s, we hebben een lange weg afgelegd en hard gewerkt om dit voorstel van decreet tot hier te krijgen. Grote dank aan de collega’s Bothuyne, Vande Reyde en Ongena om hieraan mee te schrijven.
Het is een historisch voorstel van decreet, zeer historisch, want nadat u dit voorstel van decreet hebt goedgekeurd, zullen steden en gemeenten ook de mogelijkheid hebben om mee in de vuurlinie te staan om onze personeelskrapte aan te pakken. Steden en gemeenten zijn als geen ander goed geplaatst om mensen die niet-uitkeringsgerechtigd zijn te motiveren om aan de slag te gaan, om hen richting het juiste opleidings- of omscholingsprogramma’s te sturen. We hebben ook onze gemeenschapsdienst die toelaat om mensen opnieuw wat competenties te laten aanleren.
Ik ben er eigenlijk zeker van dat elke lokale bestuurder hier vandaag op de groene knop zal duwen. Ik ben er ook zeker van dat iedereen die dat niet is, op de groene knop zal duwen. Het kan niet misgaan. Grote hulde en dank aan iedereen die hieraan heeft meegewerkt. (Applaus van Elke Sleurs en Inez De Coninck)
De heer Ongena heeft het woord.
Voorzitter, er kan geen week voorbijgaan, collega’s, of we hebben het hier over de krapte op onze arbeidsmarkt. Het is deze week nog niet aan bod gekomen, bij dezen willen we dat goedmaken en zorgen dat het aan bod komt. Daarom voeren we dit voorstel van decreet in.
We zetten met de Vlaamse Regering natuurlijk in op verschillende sporen om die arbeidskrapte aan te pakken. Straks keuren we bijvoorbeeld ook de jobbonus+ goed, nadat we de jobbonus al hebben goedgekeurd, we willen arbeid beter belonen, de gemeenschapsdienst komt er ook aan. Naast de werkzoekenden is nog een hele groep andere mensen inactief. Voor de langdurig zieken hebben we nu al maatregelen genomen met het samenwerkingsakkoord, maar er is nog een andere grote groep zoals leefloners en mensen die inactief zijn maar ook geen uitkering hebben. Die willen we ook proberen te verleiden – om de woorden van de heer Ronse te gebruiken – om aan de slag te gaan. Alleen om die mensen te verleiden, moeten we verleiders hebben en daar geloven we vooral in de lokale besturen. Ze staan heel dicht bij die groepen, daarom geven we met dit voorstel van decreet de rol van verleider aan de lokale besturen om aan de slag te gaan en hopelijk veel van die inactieve mensen aan het werk te krijgen.
Ook van mijn kant dank aan collega Bothuyne en de anderen. Ik hoop op een unanieme steun. Alvast dank u wel. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, collega’s van de meerderheid, ik wil u meteen uit uw lijden verlossen. Vooruit zal dit voorstel van decreet mee goedkeuren. (Applaus bij de meerderheid)
Ik zou wel iets minder kwistig zijn met het predicaat ‘historisch’. Laten we eerlijk zijn, collega’s, het is mogelijk dat een lokaal werkgelegenheidsbeleid beter kan worden gevoerd voor bepaalde doelgroepen, voornamelijk mensen met een welzijnsproblematiek. Lokale besturen kunnen meer op maat werken, dichter bij de mensen, en zijn per definitie lokaal georiënteerd.
Wat men in dit voorstel van decreet doet, is de regierol die nu al voor de sociale economie bestaat, uit te breiden naar werk. Vooruit heeft daarbij verrassend dezelfde opmerkingen als de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), namelijk er ontbreekt een duidelijke visie op de precieze rol van de lokale besturen en eigenlijk vinden we dat er eerst moet worden nagedacht over een lokaal werkgelegenheidsbeleid en wat dit dan kan betekenen binnen het brede Vlaamse kader.
We denken dat het goed is dat er beheersovereenkomsten afgesloten kunnen worden met de lokale besturen, maar wij denken ook dat het zinvol is om dat te kaderen.
Een tweede punt van kritiek is natuurlijk dat deze Vlaamse Regering er een handje van weg heeft om bevoegdheden door te schuiven naar andere overheden, zonder dat daar dan de noodzakelijke middelen tegenover staan. Er wordt hier nu drie miljoen euro voorzien, een verhoging met ongeveer 700.000 euro voor die regierol, en dat voor 300 lokale besturen. Sta mij toe om aan te geven dat dit echt wel een peulschil is.
De conclusie is dat lokale besturen een belangrijke rol kunnen spelen, maar men moet hun beleid duidelijker kunnen kaderen binnen de visie die in Vlaanderen nodig is over hoe we meer mensen naar werk begeleiden, en welk niveau daarin welke rol speelt. Dat vinden wij onvoldoende terug in het plan om lokale actoren hier de regierol te geven. Het lijkt hier vooral een zaak om de verantwoordelijkheid door te schuiven, zonder extra budget voor de lokale besturen te voorzien. Dus, collega’s, ‘the proof of the pudding’ zal toch vooral in de ‘eating’ liggen. (Applaus bij Vooruit)
De heer Rzoska heeft het woord.
Collega’s, ook vanuit de Groenfractie gaan we dit voorstel van decreet goedkeuren. Voor ons is het geen enkel probleem, maar mijn vragen en kritiek liggen natuurlijk een stukje in de lijn van wat collega Gennez ook naar voren bracht. Ik zou opletten met hier het predicaat ‘historisch’ op te kleven. De manier waarop het nu in het voorstel van decreet is geformuleerd, is dat de Vlaamse Regering eigenlijk binnen de perken van het jaarlijks goedgekeurde begrotingskrediet de gemeenten kan ondersteunen bij de oefening van die regierol. Wij vinden die verbreding wel oké. Maar ik ga het niet langer trekken. Zoals collega Gennez al zei willen we ook wel nog zien of de middelen gaan volgen, zodanig dat die lokale besturen de regierol ook wel degelijk op een serieuze manier kunnen uitrollen. Maar goed, wij gaan het voorstel van decreet goedkeuren.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik wil kort repliceren. Ik wil eerst en vooral de collega’s van de oppositie bedanken voor de steun voor dit voorstel van decreet, en hen meteen ook geruststellen dat de Vlaamse Regering hiervoor de nodige middelen zal voorzien. Onder andere in het kader van ESF-financiering (Europees Sociaal Fonds) worden middelen voorzien om verschillende oproepen te lanceren, waarbij de eerste voor drie miljoen euro zal zijn, om lokale besturen extra middelen en mensen te geven om hun rol op het terrein op te nemen. Boter bij de vis, dus, maar uiteraard is daarvoor eerst een decretale basis nodig.
De heer Ronse heeft het woord.
Ja, uit dankbaarheid voor de steun van de collega’s van Groen en Vooruit zal ik wat omzichtiger omspringen met het predicaat ‘historisch’, maar hun steun voor dit decreet is alleszins historisch. Er komt een oproep voor drie miljoen euro, zoals collega Bothuyne zei, die dit decreet meteen al in de praktijk zal omzetten. Niets te vroeg, want lokale besturen – zeker ook het mijne, in Kortrijk – staan te popelen om mee die arbeidskrapte aan te pakken.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1367/1)
– Artikel 1 tot en met 4 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.