Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, vrijdagnamiddag werd de burgemeester van Berlaar geïnformeerd door staatssecretaris De Moor over het feit dat er 750 asielzoekers tijdelijk zouden worden ondergebracht in de leegstaande kazerne in de gemeente. De eerste asielzoekers kunnen misschien al binnen 2 weken in Berlaar zijn, zo luidt het. De minister had er zich eerder al toe geëngageerd om lokale besturen te ondersteunen wanneer er in hun gemeente een asielcentrum zou worden gevestigd, waarbij men dan alle informatie zou kunnen krijgen om dat op een goede manier te begeleiden. Daarvoor werden in totaal acht verbindingsofficieren of -ambtenaren aangesteld, die ter zake de burgemeester kunnen bijstaan bij alle vragen die hij heeft, of die bij problemen kunnen proberen om te anticiperen.
In Berlaar heerst er inmiddels een zeer grote ongerustheid over de inplanting van dat asielcentrum. Mijn vraag aan u is dan ook welke maatregelen er al genomen zijn of nog genomen zullen worden inzake de inplanting van dit asielcentrum in Berlaar en wat u doet voor de aanpalende stad Lier, waar men eveneens aan de alarmbel heeft getrokken. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Somers heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag. Zoals u weet – en ik heb het hier al een paar keer moeten antwoorden bij vragen over asielcentra – is het asielbeleid natuurlijk een taak, een verantwoordelijkheid en een bevoegdheid van het federale beleidsniveau. Ons engagement is heel duidelijk geweest. We hebben verbindingsambtenaren of -officieren aangesteld die lokale besturen ondersteunen indien ze daar behoefte aan hebben. Ik heb ter zake twee engagementen gedaan. Ik denk hierbij aan uw partijgenoot Dewinter, in verband met een vraag die hij hier gesteld heeft. Het eerste engagement was dat ik erop zou aandringen dat de federale overheid op tijd de lokale besturen zou verwittigen. En ten tweede dat, wanneer er ergens een asielcentrum komt, verbindingsofficieren van de Vlaamse overheid contact zouden opnemen met die burgemeester om hem zo goed mogelijk te begeleiden.
Vrijdag werden wij, onmiddellijk na de beslissing in de Federale Regering, verwittigd door de staatssecretaris. Ook burgemeester Horemans is verwittigd. Burgemeester Horemans heeft gezegd dat dit een grote uitdaging is, maar dat hij zijn verantwoordelijkheid opneemt. Hij zal dat probleem dus aanpakken. Het Agentschap Integratie en Inburgering is vrijdag ook onmiddellijk verwittigd door de federale overheid. Zij hebben op hun eerste werkdag, dinsdagochtend, onmiddellijk contact opgenomen met Berlaar, en hulp aangeboden om hen zo goed mogelijk te begeleiden met alle problemen en uitdagingen waar zo’n gemeente voor staat. De burgemeester heeft daar onmiddellijk op een positieve manier op gereageerd. Die contacten zijn op dit moment lopende.
Ik heb dan ook gelezen dat burgemeester Verwaest van Lier zich ook uitgesproken heeft. Hij heeft zich bezorgd getoond voor mogelijke uitdagingen en problemen in zijn stad. Ik heb ook met hem laten contact opnemen, om hem eigenlijk hetzelfde aanbod te doen. Een verbindingsofficier zou met hem aan de slag kunnen gaan om te kijken hoe we hem, vanuit de Vlaamse overheid, kunnen ondersteunen in alle uitdagingen waar hij voor staat. Hij heeft daar op een positieve manier op gereageerd, en dat contact zal ook eerstdaags plaatsvinden.
De heer Verheyden heeft het woord.
Dank u, minister. Ik wil toch even de bedenking maken dat een dorp met 11.000 inwoners binnen enkele weken tijd zijn bewonersaantal zomaar even met bijna 7 procent zal zien stijgen. Men moet dus niet verwonderd zijn dat de bevolking ongerust is. Binnen de 2 weken zullen ook de eerste asielzoekers aan de poorten van de gemeente staan. Hoe kunt u op zo’n korte periode een gemeente op een degelijke manier begeleiden? Als u het mij vraagt, dan kunt u dat niet.
Ik verwijs ook naar Lier, waar dat eveneens het geval is. Daar komt men trouwens veel te laat, want daar heeft men reeds een instroom van asielzoekers die de centra van Lint en Ranst verlaten. Minister, de Federale Regering beslist, en u loopt met uw verbindingsofficieren achter de feiten aan. Verbindingsofficieren die trouwens aan symptoombestrijding moeten doen, en die eigenlijk de taak hebben om de meningen van alle kritische burgers de kop in te drukken, en hen het zwijgen op te leggen. Minister, waarom geeft u niet toe dat het systeem van verbindingsofficieren eigenlijk niet werkt? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Collega’s, het is het gebrek aan een deftig Europees migratiebeleid, een gebrek aan controle aan onze buitengrenzen, die een enorme impact heeft op onze samenleving, op onze steden en gemeenten. Zo lang die kraan open blijft staan, is geen dweil groot genoeg om dat allemaal op te soppen. Het is op. Minister, ik wil u vragen om die noodkreten van onze burgemeesters serieus te nemen, om daarnaar te luisteren. Het is de ene crisis na de andere, en nu wordt dit opnieuw in hun bak geschoven. Zonder enige analyse van de lokale situatie ploft men daar een asielcentrum neer. Ik vraag dan ook vanuit Vlaanderen al die noodkreten op te nemen, en die ook te gaan vertalen naar het federale niveau, te vertalen dat het op is, dat er een stop moet komen aan die illegale, ongecontroleerde migratie.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Ik wil toch wel even de terminologie van kraan en dweil niet delen als het gaat om mensen die op de vlucht zijn voor oorlog. Daar wil ik mee beginnen. Het gaat ook, zoals de minister het zegt, om een federale bevoegdheid. Dat weten we ondertussen. Maar het is natuurlijk wel zo, dat als er zo veel mensen in een gemeente bij komen, dat dit inderdaad op termijn uitdagingen stelt aan de Vlaamse bevoegdheden. Dat maken we met de Oekraïnecrisis nog altijd mee. Dat betekent: onderwijs, OKAN (onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers), het NT2-aanbod (Nederlands tweede taal) dat moet vergroot worden, de huisvesting waar eventueel naar moet worden gekeken …
Mijn vraag is concreet: hoe kunt u die Vlaamse besturen en burgemeesters die uiteindelijk met die uitdaging zullen moeten omgaan, ondersteunen? Heeft die verbindingsofficier contacten met de verschillende departementen die hier de nodige ondersteuning zouden moeten kunnen bieden?
Minister Somers heeft het woord.
U zegt dat mijn antwoord tamelijk omfloerst is, wat duidelijk niet mijn ambitie is. Laat me een aantal dingen heel duidelijk zeggen. Als u verwacht van verbindingsofficieren dat zij het asielbeleid van de federale overheid overnemen, en in hun plaats het beleid gaan voeren, en dan een beleid zullen voeren dat eigenlijk een vertaalslag zou zijn van het Vlaams Belang, dan moet ik mijn handen in de lucht steken. Dat gaat niet. Daar hebben we eerst een grondwetherziening voor nodig, om die bevoegdheden naar het Vlaamse niveau te brengen.
Als u ten tweede wilt zeggen dat die verbindingsofficieren eigenlijk de lokale besturen totaal moeten ontzorgen … Daar heb ik me nooit toe geëngageerd. Dat is ook niet hun taak. Lokale besturen hebben op zo’n moment ook een eigen verantwoordelijkheid. Maar als u zegt dat die verbindingsofficieren voor lokale besturen geen verschil maken, dan denk ik dat u daarin de waarheid geweld aandoet.
Er zijn heel veel burgemeesters die vandaag de dag asielcentra in hun gemeenten hebben en die vinden dat die verbindingsofficieren een absolute meerwaarde hebben gehad. Ze hebben niet alle problemen opgelost. De uitdaging blijft groot. De ongerustheid die bij mensen bestaat, is groot. Ik ben zelf burgemeester. Ik heb zelf een asielcentrum op mijn grondgebied gehad. Op het moment van de grote crisis was ik vragende partij om mijn deel van de verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Dat is niet gemakkelijk, maar als een burgemeester en een schepencollege hun verantwoordelijkheid willen nemen, dan moeten we die zo goed mogelijk ondersteunen. Berlaar is zo’n gemeente. Ik geef dan ook een eresaluut aan die burgemeester, die zegt zijn verantwoordelijkheid te willen nemen, ook al is dat een grote uitdaging. Zo’n burgemeester moet ergens terechtkunnen met zijn vragen. Die moet weten hoe hij die mobiliteit moet aanpakken, hoe hij voor de veiligheid zorgt, hoe hij goed kan communiceren met zijn bevolking. Dat is hetgeen die verbindingsofficier doet.
Het is ook niet zo dat daar binnen 14 dagen ineens 750 mensen zitten. De opbouw van zo’n asielcentrum gebeurt ook stapsgewijs. Als u aan mij vraagt of er meer tijd zou moeten zijn tussen deze beslissing en het moment dat die mensen aankomen, dan zeg ik: absoluut, dat is evident. Ik vind die 14 dagen erg kort, zeker als dat in een zomerperiode moet gebeuren. Ik heb dat ook al laten weten, maar als de federale overheid die beslissing neemt, dan doen wij vanuit de Vlaamse overheid natuurlijk wat wij kunnen en wat wij moeten doen: onze lokale besturen zo goed en zo adequaat mogelijk ondersteunen. Toen een andere burgemeester, de heer Verwaest uit Lier, zei dat dat ook voor hem mogelijk problemen zou doen rijzen, heb ik onmiddellijk de telefoon laten opnemen en heb ik onmiddellijk contact met hem gezocht om aan te bieden datgene te doen wat de Vlaamse overheid kan doen. We doen in dezen meer dan onze kernbevoegdheden. Ik denk dus dat wij vanuit Vlaanderen onze verantwoordelijkheid nemen.
De hele discussie over het asielbeleid is een boeiende discussie. Dat is iets waarover we heel lang kunnen praten, maar dat is ten gronde een debat dat aan de overkant van de straat, in het federaal parlement moet worden gevoerd, en ook wordt gevoerd. Ik ga mij als Vlaams minister dus niet engageren wat dat betreft, toch niet vanop dit podium. Ik ga als Vlaams minister die dingen doen die binnen mijn bevoegdheden liggen en die in essentie bestaan uit het maximaal ondersteunen van onze lokale burgemeesters wanneer ze voor zo’n grote, moeilijke en verontrustende uitdaging als de komst van een asielcentrum komen te staan.
De heer Verheyden heeft het woord.
Mevrouw De Vreese, u bent met een aantal ministers aanwezig in deze regering. Wel, geef dat signaal aan de federale overheid. Maar hier tegelijk warm en koud blazen, dat pakt niet bij mij.
Minister, het asielcentrum in Berlaar zou een tijdelijke situatie zijn, tot de asielsituatie onder controle is. In mei alleen al waren er echter 2556 aanvragen. De situatie zal dus niet zo snel onder controle geraken, want het asielbeleid in dit land werkt niet. Dat weten we allemaal. Onze fractie weet dat, de Vlaming weet dat en onze gemeenten ondervinden dat nu. Mevrouw De Vreese, ze willen dus inderdaad niet langer dweilen met een open migratiekraan. Het enige middel om dit tegen te houden, is het aan banden leggen van de instroom en het daadwerkelijk voeren van een uitwijzingsbeleid. Wij van het Vlaams Belang zullen ons tegen alle mogelijke vestigingen van nieuwe centra blijven verzetten. Enkel gesloten uitwijzingscentra met een daadwerkelijke en krachtige repatriëring van uitgeprocedeerde vreemdelingen zullen wij nog tolereren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.