Verslag plenaire vergadering

Algemene bespreking

Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Marino Keulen, Bert Maertens, Jo Brouns, Annick De Ridder, Martine Fournier en Marius Meremans tot wijziging van artikel 23 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, van artikel 1 van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, van artikel 16 van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en van artikel 44 van het decreet van 26 april 2019 betreffende de basisbereikbaarheid.

De algemene bespreking is geopend.

De heer Keulen heeft het woord.

Het feit dat ik als enige over dit punt tussenkom, bewijst vooral dat dit eigenlijk niet echt een politiek decreet is, maar wel een technisch voorstel van decreet. Het gaat om een aantal legistieke probleempjes, waar het hoge rechtscollege dat de Raad van State is, ons attent op heeft gemaakt.

Het gaat eigenlijk over datgene, voorzitter, wat dit huis, dit parlement, misschien nog vaker moet doen. Er is vandaag trouwens al een paar keer verwezen naar wat dan heet ‘wetsactueel’. Hoe kan de legistieke kwaliteit van wat in dit huis wordt beslist op een hoger peil worden gebracht?

Er waren een aantal praktische legistieke problemen, waar diezelfde Raad van State ons op geattendeerd heeft, zoals verduidelijking. Wie moet bijvoorbeeld instaan voor het plaatsen van haltepalen of het verstrekken van reizigersinformatie? Dat lijkt logischerwijs De Lijn te zijn, maar de Raad van State zegt dat dat eigenlijk vraagtekens zou kunnen oproepen bij diegenen die minder ingewijd zijn in het mobiliteitsbeleid van Vlaanderen. Het gaat ook om verduidelijkingen en aanvullingen wat betreft de verwerking van persoonsgegevens.

Met dit voorstel van decreet proberen wij een legistiek antwoord te geven op de opmerkingen van de Raad van State, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, voorzitter. Ik denk daarom ook dat het in de commissie op een kamerbreed akkoord kon rekenen. Ik hoop hier ook in de plenaire vergadering datzelfde brede akkoord te mogen vaststellen.

Vraagt nog iemand het woord? (Neen)

De algemene bespreking is gesloten.