Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Voorzitter, minister, beste collega’s, uit een nieuwe studie van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en de FOD Volksgezondheid blijkt dat genitale verminking in ons land de afgelopen jaren immens toegenomen is. En vrouwelijke genitale verminking verwijst naar vaginale verminking zonder enige medische reden. En de gevolgen daarvan, collega’s, zijn dramatisch, gaande van chronische pijn en psychologische trauma’s tot zelfs onvruchtbaarheid.
Minister, in ons land zijn er reeds 23.000 vrouwen en meisjes genitaal verminkt. Daarnaast riskeren maar liefst 12.000 vrouwen en meisjes om genitaal verminkt te worden, bijvoorbeeld als ze op reis gaan naar het land van herkomst maar ook hier in Vlaanderen zelf. Dat is redelijk frappant, minister, want in 2007 spraken we over ‘maar’ 8000 gevallen. Dat wil zeggen dat we de dag van vandaag met een verviervoudiging te maken hebben.
Collega’s, de meerderheid van de slachtoffers van een dergelijke verminking leeft hier in Vlaanderen. Opmerkelijk is dat het hier voornamelijk over jonge meisjes gaat: 12.730 van de betrokkenen zijn minderjarigen. Hallucinant, hier in Vlaanderen.
Vandaar ook mijn vraag aan u, minister, ik probeer het opnieuw: welke initiatieven zult u nemen om een halt toe te roepen aan deze barbaarse praktijken? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Crevits heeft het woord.
Dank, collega, voor de vraag. Ik ben gedegouteerd als ik deze cijfers zie. Ik vind dat verschrikkelijk. Diegenen die geen inzicht hebben in wat dat met een meisje doet, moeten eens op het internet gaan kijken. Genitaal verminkt worden is afschuwelijk. Je wordt er koud van. Ik ga zeker, collega, contact opnemen met de makers van het onderzoek om inzicht te krijgen in de evolutie van de cijfers. Je moet natuurlijk inzicht krijgen vooraleer je actie kunt ondernemen. Er gebeuren vandaag al een paar dingen. Collega Beke zal u daar uitleg over gegeven hebben. Maar het is duidelijk niet genoeg, als je de evolutie van de cijfers ziet.
We hebben afgesproken om onder andere met GAMS – dat is de groep voor de afschaffing van vrouwelijke genitale verminking, die al een subsidie krijgt van Vlaanderen – op heel korte termijn samen te zitten. Zij werken goed samen met ons agentschap Opgroeien. We moeten kijken hoe we dit kunnen verbeteren en hoe we ook meer mensen kunnen bereiken. Wij zijn bevoegd voor preventie, het reactieve is een federale bevoegdheid. Daar is men bevoegd voor het uitspreken van de straffen want, laat ons wel wezen, dit zijn strafbare praktijken.
Dus, collega, het is zeer duidelijk: ik zal contact opnemen met de makers van de studie maar we gaan ook met onze eigen organisaties kijken hoe we hen kunnen versterken. Als het gaat over preventie kunnen we toch nog een tand bij steken. Ik doe dit, collega’s, ter bescherming van al die meisjes die nodeloos verminkt worden en pijn lijden.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Dank u wel, minister. De steun aan GAMS was er natuurlijk al. Het is positief dat organisaties ondersteund worden in de strijd tegen genitale verminking. Maar er is meer nodig. Laat ons ook eerlijk zijn: dergelijke praktijken gebeuren in het Midden-Oosten en in Afrika, niet in Europa. Het is ook belangrijk dat we de oorzaak benoemen waarom dit fenomeen opduikt in Vlaanderen, namelijk de massa-immigratie. Die zorgt ervoor dat mensen uit landen waar dergelijke praktijken nog steeds courant zijn, hier bij ons in Vlaanderen terechtkomen. Ouders en families die ervan overtuigd zijn dat hun dochters op dergelijke manier verminkt mogen worden zijn het toonbeeld van de gevaren die massa-immigratie met zich meebrengt.
Inderdaad, minister, Vlaanderen is momenteel nog enkel bevoegd voor preventie. Er moeten dus initiatieven worden genomen met de federale collega’s. Maar u zetelt in cd&v. Op het federale niveau zetelt cd&v in de regering. Uw partij is ook bevoegd voor migratie. Vandaar ook mijn bijkomende vraag: hoe en op welke termijn zult u in contact treden met uw federale collega’s om dergelijke praktijken een halt toe te roepen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, het is op vraag van dit parlement dat sinds 2019 de vzw GAMS, die ongelooflijk goed werk levert in deze materie, door Vlaanderen wordt gesubsidieerd.
Ik kreeg recent het antwoord op een vraag van u naar aanleiding van een jaarrapport. Uit het jaarrapport blijkt dat zij heel tevreden zijn met die subsidie, dat zij hun werking daardoor kunnen uitbreiden en voornamelijk ook voor lokale verankering en fysieke inbedding zorgen in Antwerpen, Gent en Brussel. De noden zijn wel nog groot in Limburg en West-Vlaanderen.
Het is goed dat we dit blijven subsidiëren. De noden zijn inderdaad hoog en het is een zeer belangrijke problematiek die we zo goed, zo kwaad en zo snel mogelijk willen verminderen. We willen zelfs vermijden dat het nog gebeurt.
In uw antwoord was er ook sprake van een nieuwe prevalentiestudie. Lopen de cijfers die we nu hebben gelijk of verwachten we nog de nieuwe prevalentiestudie waarop we ons beleid verder kunnen uitbouwen?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Ik zal niet zeggen dat Vlaanderen ‘maar’ de bevoegdheid heeft van preventie in de materie van vrouwelijke genitale verminking. Ik zou zeggen dat Vlaanderen de essentiële bevoegdheid heeft. Want dat is precies wat er moet gebeuren: de preventie moet zo ontzettend goed in handen worden genomen, dat dit niet tot absoluut minimaal gebeurt.
Minister, wat dat betreft, heb ik wel een heel concrete vraag voor u. In Vlaanderen bevinden meer dan 16.000 vrouwen zich in de risicogroep. Dat is het merendeel. Dat is bijna een verdubbeling sinds 2016. Een verdubbeling. Als we dan bekijken hoeveel mensen er aan het werk zijn bij GAMS, die inderdaad zeer goed werk leveren, dan zijn dat twee deeltijdsen. Wij hebben dus de dringende vraag om GAMS daarin te versterken en ervoor te zorgen dat er behoorlijk aan preventie kan worden gedaan, want het grote risico ligt in onze grootsteden, in Antwerpen, in Hasselt. Minister, gaat u daar iets aan doen?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Vrouwelijke genitale verminking is echt afschuwelijk. We moeten dan ook krachtdadig inzetten op een beleid tegen die vrouwelijke genitale verminking. Ook preventie maakt daar natuurlijk deel van uit, net zoals gepaste hulpverlening. Minister, ik wil ook voldoende aandacht vragen voor het lokale welzijnsbeleid ter zake, zoals de Huizen van het Kind of het geïntegreerd breed onthaal (GBO).
We weten dat de vakantieperiode altijd wel een risicovolle periode is voor jonge meisjes die met hun familie terugkeren naar het land van herkomst. We weten ook dat GAMS stelt dat het overtuigen en sensibiliseren van ouders op een cultuursensitieve manier moet gebeuren, het liefst ook met mensen uit de landen van herkomst. Hoe kan er in deze periode worden gezorgd voor extra waakzaamheid bij de diverse sociale diensten, maar ook voor voldoende vorming voor hen, vanuit de overtuiging van GAMS dat dat op een cultuursensitieve manier moet gebeuren?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Het is huiveringwekkend hoeveel meisjes nog altijd worden gedwongen tot genitale verminking, wat mij betreft een misdadige praktijk met een ongelooflijke impact op de fysieke en mentale gezondheid van vrouwen. Laat me dus heel duidelijk zeggen: ik heb er genoeg van. Ik heb er genoeg van dat conservatieve mannen, of ze nu moslim of katholiek zijn, zich het recht toe-eigenen om te bepalen wat wij vrouwen met ons eigen lichaam doen, of dat nu gaat over schaamlippen of over onze baarmoeder. Mijnheer Sintobin, na wat er is gebeurd in de Verenigde Staten is het hoog tijd dat wij vrouwen opnieuw zeggen dat wij en niemand anders baas zijn over onze eigen buik. Mevrouw Blancquaert, u kunt in mijn partij een bondgenoot vinden in de strijd tegen genitale verminking, maar wanneer zal het Vlaams Belang een bondgenoot zijn van alle vrouwen om ook baas te zijn over hun eigen lichaam? (Applaus bij Vooruit en Groen)
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik deel de afschuw en verontwaardiging van u en collega Saeys over deze praktijken. Dat duizenden vrouwen, waaronder bijna vierduizend kinderen, nog steeds te maken krijgen met de verminking van hun lichaam, is echt onbegrijpelijk, zoals hier al een paar keer is gezegd, in ons land, maar eigenlijk in eender welk land.
U hebt gesproken over dat actieplan. De bevoegdheden zijn gespleten, wat natuurlijk een beetje typisch is in dit land. Wij zijn bevoegd voor preventie. Kunt u voldoende wegen op dat actieplan zodat het preventieve luik voldoende aan bod komt? Kunnen we bijvoorbeeld ook de CLB’s een rol laten spelen? Ik vraag dat omdat de meeste kinderen die hiermee te maken krijgen, niet van elders komen, maar hier worden geboren. We zouden dus misschien aan de toegangspoort kunnen optreden om deze praktijken te voorkomen.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel. Eerst en vooral, de studie die vandaag in de krant stond, betreft de nieuwe federale cijfers. Dat is vrij lang onderzocht. Ik kan niet onmiddellijk zeggen wat de relatie is met een eventueel Vlaams onderzoek, maar wat ik net heb gezegd, is dat het voor mij heel belangrijk is dat we in overleg gaan om een goed zicht te krijgen op wat daarin staat, hoe die evolutie is, wie die mensen zijn enzovoort.
Ten tweede, er is een nationaal actieplan tegen genitale verminking. De federale overheid doet haar deel: de feiten zijn strafbaar, men kan optreden. Je hebt ook ons deel, het Vlaamse deel, waarvan sensibilisering deel uitmaakt.
Ten derde ben ik blij dat iedereen het erover eens is dat GAMS goed werk levert. Collega Groothedde, om die reden heb ik in mijn eerste antwoord gezegd dat voor mij GAMS moet worden versterkt. Ik vind dat heel belangrijk. Maar we gaan dat niet willekeurig doen. We moeten goed bekijken waar precies ze iets extra’s nodig hebben. Een collega gaf al een voorbeeld. We gaan dat dus doen op die plaatsen en op die wijze zoals ze dat nodig hebben, maar het lijkt me een evidentie dat ze wat worden versterkt.
Collega Schryvers, een van de opdrachten van GAMS is net om contacten te leggen met de lokale Huizen van het Kind en zo de netwerken te versterken. Ik geef een voorbeeld. Mensen maken reisplannen, komen bij de huisarts, voor een inenting of voor iets anders. Wel, die huisarts kan onmiddellijk mee de link leggen. Dat betekent dat het hele cordon van welzijnswerkers of -netwerkers, heel dat eerstelijnsnetwerk, goed geïnformeerd moet zijn. Ik moet nu bekijken of we dat via GAMS kunnen doen of dat we via onze administratie een extra steentje moeten bijdragen.
Tot slot, collega’s, hoorde ik net de link met migratie, maar daar zou ik toch iets over willen zeggen. Het gaat hier over jonge meisjes die worden verminkt. En of ze nu in Vlaanderen worden verminkt of elders, dat zal mij worst wezen. Dit mag niet gebeuren! En wij moeten alles in het werk stellen om dat te vermijden. (Applaus bij de meerderheid, Groen, Vooruit en de PVDA. Opmerkingen van Stefaan Sintobin en Johan Deckmyn)
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Collega Goeman, de beste bondgenoot die ik mij in de strijd voor de vrijheden van de vrouw kan voorstellen, zal toch wel verdorie mijn partij, het Vlaams Belang, zijn. Want of u het nu graag hoort of niet, minister Crevits, het is enkel en alleen door die ongebreidelde instroom van migranten dat we in dit Vlaams Parlement – het Vlaams Parlement ‘begot’ – moeten debatteren over hallucinante verminkingen die hier plaatsvinden. En die instroom, collega Goeman, hebben we allemaal te danken aan partijen zoals die van u. Die instroom hebben we te danken aan het jarenlange linkse opengrenzenbeleid dat hier jammer genoeg werd gevoerd.
Minister, preventie is goed en preventie is nodig, maar laten we verdorie toch ook eens werk maken van die keiharde bestraffing van ouders, van families, maar ook van dokters die ervan overtuigd zijn dat hun dochters, hun kinderen zomaar mogen worden verminkt. Daarmee maken zij duidelijk dat ze geen plek hebben noch verdienen in onze samenleving. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.