Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Goedemiddag, collega’s. Het is goed dat we, als er een crisis is die onze ondernemingen treft, kunnen helpen door bij te springen. We hebben dat gedaan in de periode van corona voor een totaalbedrag van 2,5 miljard euro op het Vlaamse niveau, via waarborg, via leningen, via premies, via het Winwinconcept, via het Vriendenaandeelconcept … Studies en analyses hebben aangetoond dat dit inderdaad het verschil maakt voor bedrijven, waardoor zij hun investeringsniveau op een bepaald peil konden houden en waardoor zij nog altijd hun facturen op een correcte manier konden betalen.
Een van de elementen was de overbruggingslening, waarbij ondernemingen tussen de 200.000 en 400.000 euro konden lenen bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) aan 1 procent. Daar was in totaal 100 miljoen euro voor gebudgetteerd tot 15 juni.
De regering heeft recent beslist om te kijken wat we doen in het kader van Oekraïne. En ook weer terecht, want we zien uit een enquête gelanceerd door Voka dat 80 procent van de bedrijven verwacht dat de Oekraïneoorlog een negatieve impact zal hebben op de bedrijven. Ze verwachten dat een op de zes bedrijven even zal stoppen met investeren, dat een op de vier bedrijven even zal stoppen met mensen aan te werven.
We zien een gigantisch probleem van stijgende energieprijzen, stijgende grondstofprijzen, en aanvoerketens die verstoord geraken. Dan is het een goede zet om te zeggen dat men de overbruggingslening nu ook zal toepassen voor Oekraïne. We verdubbelen het bedrag. We passen even het percentage aan van 1 naar 1,5 procent, en we vragen aan Europa of we mogen gaan tot 15 december in plaats van 15 juni.
En dan is mijn eenvoudige vraag aan u … We hebben soms kritiek gehad op voorbijgaande systemen. Wat hebben we daar nu uit geleerd, en wat gaan we van hetgeen we geleerd hebben – de lessons learned – meenemen voor de Oekraïneoverbruggingslening?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u, collega Gryffroy. Het is een belangrijke vraag. Ik denk inderdaad dat we de overbruggingslening succesvol kunnen noemen die 28 februari van dit jaar is goedgekeurd naar aanleiding van de covidproblematiek en de impact ervan op de liquiditeiten van heel wat Vlaamse bedrijven. Die is ook performant genoemd en werd zeer gewaardeerd door de werkgevers.
Als je dan gaat kijken naar de resultaten: 1803 aanvragen, dat is een volume van 167 miljoen euro. Uiteindelijk werden 845 aanvragen goedgekeurd voor 85 miljoen euro. Er zijn nog 176 aanvragen in behandeling, goed voor 13 miljoen euro.
Wat belangrijk is, is dat we een performant systeem opgezet hebben. De doorlooptijd was maar twaalf dagen, zeer kort, zeer goed. Alle sectoren zijn erin opgenomen. Ik denk dat het ook belangrijk is om mee te geven dat het gaat om bedrijven die intrinsiek gezond zijn. Er zijn een aantal voorwaarden aan gekoppeld. Ik denk dat het belangrijk is om dat te benoemen.
Er is een positieve ervaring mee, in een context die covidgerelateerd is. ‘Never change a winning team.’ Het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VlAIO) en ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) laten zien dat ze goed op elkaar ingespeeld zijn en dat het een performant instrument is. We zitten vandaag in de nieuwe realiteit met Oekraïne die een aantal Vlaamse bedrijven opnieuw in de problemen brengt. Na die positieve evaluatie is er geoordeeld om dit instrument te continueren. U hebt verwezen naar het nieuwe kader waarbinnen dat zal gebeuren. De intrestvoet is van 1 procent naar 1,5 procent gegaan, het budget is van 100 miljoen euro naar 200 miljoen euro gegaan en de periode loopt tot 15 december van dit jaar.
Er is nood aan continuïteit, het is een performant instrument, het wordt gewaardeerd door de werkgeversorganisaties: al die elementen leiden ertoe dat het instrument vandaag een doorstart maakt.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, op de vraag wat we hebben geleerd van het verleden hebt u nog niet geantwoord. Ik wil twee punten aansnijden die echt belangrijk zijn. Ten eerste, de fraudebestrijding. We hebben moeten vaststellen dat er op een totaalpakket van 2,5 miljard euro ongeveer 115 miljoen euro in terugvordering zit. Dat komt omdat er fraude is. De vraag is hoe we dat beter gaan aanpakken dan de vorige keer. Elke euro die wordt gefraudeerd is een euro te veel, of zelfs twee euro te veel als ik het zo mag uitdrukken.
Ten tweede, verschillende ondernemers hebben het soms over een teveel aan afvinkadministratie. Je krijgt een lijst met waaraan je allemaal moet voldoen, welke formulieren je moet invullen. Heb je die allemaal kunnen afvinken, dan krijg je groen licht. Als je een vinkje bent vergeten, krijg je rood licht en kun je niet meer herstarten.
Minister, hoe gaat u deze twee zaken aanpakken zodat de Oekraïnelening beter loopt?
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Na de coronacrisis werden heel wat ondernemers opnieuw getroffen door een crisis: de oorlog in Oekraïne. Heel wat van onze Vlaamse kmo’s hebben te maken met hoge energieprijzen en gestegen grondstofprijzen. Het is belangrijk dat we in deze crisistijden onze economie kunnen rechthouden. Minister, we zijn u dan ook dankbaar dat u werk wilt maken van steunmaatregelen voor onze Vlaamse ondernemingen. De coronaoverbruggingslening heeft haar succes al bewezen maar we zijn blij dat u op dit elan kunt voortgaan.
De Oekraïneoverbruggingslening zal onder een ander Europees kader moeten vallen. Ik begrijp dat er veel overlap is, maar er zijn ook een aantal verschillen met de coronaoverbruggingslening. Kunt u nog eens duidelijk maken welke verschillen, naast het feit dat men een link met de Oekraïnecrisis moet melden in plaats van met covid, voor ondernemers van belang zijn als ze een aanvraag willen doen?
Minister, er wordt enerzijds gesproken over een semiautomatische toekenning, maar anderzijds ook over een grote manuele werklast waarvoor KPMG mogelijk moet worden ingeschakeld om de kredietwaardigheid te beoordelen. Ik apprecieer uiteraard altijd een goede enerzijds-anderzijds, maar misschien kunt u dat wat verder uitklaren.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, we hebben uw voorgangster altijd gesteund in de coronacrisis als de bazooka moest worden opgesteld om de economie door de crisis te leiden. Vandaag hebben we een crisis op de arbeidsmarkt, we hebben een crisis in de kinderopvang, we hebben een crisis in de kinderbijslag. Uw partij heeft altijd aangegeven daar vol op te willen inzetten.
Minister, wilt u even gul, genereus en zorgzaam omgaan met onze gezinnen als met onze bedrijven?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Gryffroy, laat me duidelijk zijn, voor fraude is er een zero tolerance. Ik denk dat u dat volledig onderschrijft. Het gaat ons om intrinsiek gezonde bedrijven, iets wat u zelf ook altijd hebt benadrukt in het verleden, waar een hele reeks voorwaarden aan gekoppeld zijn om net dat te vermijden. De doorlooptijd van twaalf dagen is zeer performant en wordt goed geëvalueerd. Het kan niet de bedoeling zijn om een bijkomende administratieve last op te leggen, om er een log instrument van te maken. Er moet natuurlijk wel een minimum aan controle zijn om net die fraude te vermijden. Wat dat betreft kan een afvinklijst zonder meer – het een sluit het andere niet uit – nodig zijn om de controle te kunnen doen om net die fraude te vermijden.
Als er suggesties zijn om het nog performanter en nog beter te maken, dan zijn die meer dan welkom.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Eerst wil ik graag antwoorden op het voorstel van Caroline Gennez. Hier spreken we over een lening die wordt terugbetaald. Datgene waar u over spreekt, is geen lening, maar een meeruitgave op de begroting. Dat is een klein verschil. Maar hier spreken we inderdaad over het fraudesysteem. Ik hoop dat de verklaring op eer via de boekhouder of accountant, om effectief te bevestigen dat je een bedrijf bent dat past binnen dat systeem, ondertussen in werking is.
Ten tweede denk ik dat het niet eenvoudig zal zijn om, zoals in uw voorwaarden staat, aan te tonen dat je bedrijf afziet door de oorlog in Oekraïne. Maar de hoge energieprijzen zijn al gestart vóór de oorlog in Oekraïne. En ook de grondstofprijzen stegen al vóór de oorlog in Oekraïne. Ik vraag mij dan ook af hoe je een aantal zaken zeer permanent zult kunnen opvolgen, zeker wanneer je werkt met een doorlooptijd van twaalf dagen. Want dan is het vechten tussen enerzijds je transparantie en toegankelijkheid en anderzijds je fraude. Ik stel voor om dit zeker nog te laten terugkomen als we deze cijfers na de zomer beginnen te evalueren.
De actuele vraag is afgehandeld.